1958 7 april : Johannes
Wannes Publie, de oudste inwoner van Leest werd 96.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Ter gelegenheid daarvan
publiceerde De Band volgend verslag :
Wannes Publie
Oudste inwoner van Leest.
Op 7 april zal Johannes Publie, in de wandeling
Wannes van Paisj, 96 worden.
Als men bij Wannes van Paisj binnenkomt kan men hem
steeds in zijn zetel aantreffen waar hij of een pijp aan het roken is, of stil
aan het slapen is met de kat op zijn schoot. Hij ziet er nog heel kloek uit
voor zijn jaren. Hij vertelt heel graag over vroeger, maar kan het zo goed niet
meer onthouden, zegt hij.
In de Blaasveldstraat staat nog steeds zijn
geboortehuis, waar nu zijn jongste zuster Fieke Robijns-Publie woont.
Van de negen kinderen thuis leven er nog drie. Hijzelf
is er dus 96, Clemence Publie is er 85 en Fieke wordt er 77.
Is uw vader ook zo oud geworden ?
Neen, die is jong gestorven
maar in zeventig.
(Fieke wist het beter, want in feite is vader maar 67
jaar geworden.)
Moeder werd er tachtig,maar was 20 jaar ziek en de
laatste 4 jaar altijd te bed.
Och, we waren thuis boerkens, klein boerkens gelijk
allemaal toen, zegt Wannes.
En dat was niet gelijk nu, alles moesten we met de
kruiwagen doen. En de wegen van Leest in die tijd
Geen ene deftige weg. In de
winter bijna altijd natte voeten eer wij aan school of kerk waren. In die tijd
stond er geen enkel schoon huis in Leest. In de Blaasveldstraat stonden toen
maar drie huizen. Maar ik weet de namen niet meer
Over zijn studententijd op school weet Wannes niet
veel meer. Hij herinnert zich nog goed de madame van meester Moortgat : want
als de meester in de kerk was als koster, dan kwam zijn madam om klas te geven.
Iets ouder dan elf jaar en Wannes was volleerd !
Het eerst, op zijn elfde, ging hij werken bij een
mulder. Daar ging hij eens over een brugske met een zak op de rug en
dat
brugske brak en Wannes en de zak lagen in het water !
Later is hij bij de vlasboeren gaan werken. In die
tijd was er veel vlas in Leest, zowat overal. (gelijk nu de spruiten).
Dan is Wannes naar het fabriek van De Nayer in
Willebroek gaan werken van 6 u s morgens tot 8 u s avonds : te voet er
naartoe en te voet terug.
Hoeveel verdiende gij ?
1 frank, later 1,25 frank, dat was heel goed in die
tijd, zei Wannes.
Wannes vindt het heel normaal dat hij in die tijd,
toen hij bij een kolenmarchand in Brussel werkte, te voet naar zijn werk ging
en ook terugkwam
maar niet elke dag.
Ook heeft hij meegewerkt aan de Zennewerken en is daar
bijna verongelukt. Daar stond zon soort kraan aan die werken en door een
onoplettendheid van de kraanman kreeg Wannes de bak op zijn lichaam.
Ze hebben mij dan met een ladder naar huis gedragen
en ik heb drie weken in mijn bed gestoken. (zonder zoektevergoeding).
Wannes heeft ook moeten gaan loten en trok er zich
in. Hij is dan drie jaar bij het paardenvolk geweest en was er ordinance bij
een kapitein. Hij was daar heel goed thuis en moest er soms
met de kinderen
spelen. Daar had hij een vriend die na zijn dienst naar de Kongo trok en Wannes
graag had meegenomen. Het scheelde niet veel, maar na 2 jaar twijfelen is hij
toch niet gegaan.
Waarom niet ?
Het was te ver!
En de ontspanning in die tijd Wannes ?
Meestal bleef ik thuis wat kaarten, om mijn centen te
sparen om met de duiven te kunnen spelen.
Wilt ge zijn ogen zien glinsteren spreek dan maar eens
over duiven. Dan hoort hij alles
Voor de rest gingen wij soms kaarten in t café, of
kegelen, of bakspelen, of op de wip, of een spel waar men geld op een flot
stapelde en wie het kon raken of dichtstbij was won. Maar altijd eerst naar het
lof, zunne.
Wannes was 36 jaar toen hij trouwde.
Waarom gaat ge zo vroeg weg ? vroeg zijn moeder toen
!
Hij huwde met Pelagie Van Den Bemdt in 1898. Het eerst
betrok hij de hoeve in de Vinkstraat waar nu J. Van Beersel woont. Later kocht
hij de boerderij in de Scheerstraat.
Wannes zou nog vijf kinderen krijgen, waarvan de vier
oudste nog leven nl. Jaak Publie in de
Vinkstraat, Maria Publie in de Scheerstraat, Jan Publie in Hombeek en Virginie
Publie (gehuwd Nieuweling) in de Dorpstraat. Zijn vrouw stierf in 1946, 77 jaar
oud.
Het interessantste is wel als Wannes ne keer los komt
en over de heksen begint. Hijzelf heeft Klodde gezien in de struiken in de
Blaasveldstraat. Hijzelf heeft, wat hij noemt de Framacons (soort heksen)
door de lucht zien vliegen terwijl zij al zingend naar Antwerpen trokken. Hij
zal u vertellen hoe op zekere morgen ergens op de Warande de kelen van alle
koeien overgesneden waren door ja, door wie ? De pastoor werd er bijgeroepen
(pastoor Vanden Cruys) en zijn hoed werd afgeslagen toen hij de stal
binnenkwam. Door de macht van de pastoor werden dgeesten in de waterput
gestopt en waren overwonnen.
Ja Wannes gelooft nog vast in die dingen en als ge
lacht zegt hij : gij gelooft het niet, maar ik heb het gezien !
Nog veel zou Wannes kunnen vertellen over de talloze
kinderen waar hij peter van is. Hij weet niet hoe dikwijls. En als hij begint
over de tochten die hij meemaakte met de bedelbroeders van de Paters van
Mechelen en hoe hij daar in dat klooster thuis was.
Wannes heeft veel meegemaakt in zijn leven, omdat hij
zoveel heeft gewerkt, omdat hij zo goed was en doodbraaf en
omdat hij zolang
reeds leeft.
Slechts één hoop hebben wij : dat hij de 100 zou
bereiken. Dat wensen wij allemaal in Leest en dan zouden wij zeker laten zien
hoe wij nog kunnen feesten zoals in de goeie oude tijd.
(DB-1958)
De wens van de
redacteur van De Band zou niet vervuld worden. Wannes zou op 12 juni 1958
overlijden, op de leeftijd van 96 jaar en 2 maanden.
Drie jaar voordien
(De Band nr.3 van 1955) had het maandblad reeds een reportage gewijd aan de
oudste man van Leest. Hierna enkele passages :
de eerste trein heeft hij gezien toen hij nog als
kleine jongen op moeders arm zat : het tuig boezemde hem geweldig veel
schrik in !
Hij begon een klein boerderijtje in de
Blaasveldstraat. Hard moest hij werken van zeer vroeg in de morgen ; soms met
een kruiwagen gras van Mechelen naar Leest rijden.
Vijfenveertig jaar lang van zn 40 tot 85 jaar- is
Wannes elk jaar op ronde geweest met de bedelbroeder van de Bruine Paters te
Mechelen. Dikwijls bracht hij 100 kilo boter per kruiwagen naar de paters te
Mechelen over. Zelfs in de oorlog
14-18 heeft hij dit nog voortgedaan en honderden kilos graan en
patatten naar de paters gesmokkeld. De Duitsers hebben hem bij die
bevoorrading dikwijls staande gehouden, maar nooit iets afgenomen !
Aan de hof van de pastorij heeft hij ook zn beste
zorgen besteed, bijzonder bij pastoor Verbiest heeft hij veel plezier gemaakt.
In de oorlog van 14-18 is Wannes gevlucht naar
St.-Niklaas. Hij had een oude blinde peter bij zich, voor wie hij zeer veel
heeft gedaan. Toen ze terugkwamen was er veel schade te Leest : vele dieren
dood, huizen afgebrand, kerk en pastorij wreed doorschoten, de brug over de
Zenne opgeblazen, enz.
Sinds zijn 63 jaar woont Wannes in de Scheerstraat,
waar hij nu geniet van een rustige oude dag : nog immer vol moed en werklust.
Op zijn 71 jaar had hij voor de eerste maal
doktershulp nodig : een dubbele peuritis en negenogen. Een half jaar lang bleef
hij te bed.
Dokter Stuyck heeft hem goed genezen.
Veel plezante dingen heeft hij mogen meemaken :
trouwfeesten, jubilees in de familie of van burgemeesters, enz.
Wannes houdt dolveel van de kleine Vicki, zoontje van
zn kleinkind Simone, gehuwd met Georges De Laet.
Verleden zomer zagen we Wannes zo dikwijls wandelen
gaan, de kinderwagen voor zich uitduwende. Pagadder Vicki is zn vreugde en
trots !
(Jan De Decker, De
Band nr.3 1955)
|