Pieter De Prins, aftredend burgemeester : xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Alles heeft een eind, zelfs de openbare opdrachten.
Maar alles kan herbeginnen, ook de openbare opdrachten. Zeker zal ik mij niet
als profeet voordoen, dit is een gevaarlijk spel, en gevaarlijke spelen zijn
niet meer voor mijn leeftijd. Tenminste mogen wij hopen dat, voor het werk
verricht tijdens deze enkele jaren, de bevolking zich onpartijdig zal tonen in
haar beoordeling, en ik denk dat wij in dit geval de toekomst optimistisch
mogen tegemoet zien. (...)
Ik heb misschien mijn plicht vervuld. Maar U,
burgemeester en de heren van de gemeenteraad, U deed het met een geweten, een
verkleefdheid, een begrijpen en een kennis van de publieke en sociale
vraagstukken, die mijn bewondering uitmaakten gedurende de enkele jaren die wij
samen doorbrachten.
De bewijzen van de doeltreffendheid van uw optreden
zijn gemakkelijk te geven. Zij springen in het oog. Bekijk de financies. Kunnen
ze gezonder zijn ?
En de begroting ? Deze is in evenwicht.
En welke werken werden de laatste tijd uitgevoerd ?
De herstelling van kerk en pastorij. De vernieuwing
van de Grote Heide, Scheer- en Vinkstraten in cementbeton, alsmede de Kleine
Heide en Bist.
De bekleding met cut-bac verharding der Tisseltbaan,
Elleboogstraat, Winkelstraat en Tiendeschuurstraat. De verbeteringswerken van
het gemeentehuis en het schoolhuis zijn in aanvang genomen. (...)
Ja, heer burgemeeester, ik ben U en de andere
raadsleden veel schuldig. En niets vermag mij uw kostbare samenwerking te doen
vergeten. (...)
Floriaan Meyers, schoolbestuurder:
In naam van het onderwijzend personeel en van gans de
schoolgaande jeugd heet ik U van harte welkom als burgemeester van Leest. (...)
Dat U nog altijd de waardering en de genegenheid van e
bevolking geniet, bewijst de aanwezigheid van zovelen op deze luisterrijke
plechtigheid. Het moet voor U een gelukkig en tevens een aandoenlijk ogenblik
wezen te mogen bestatigen, dat Gij nog niets van de vroegere simpathie hebt
verloren. (...)
Mijnheer de Burgemeester, U weet dat ik steeds
dankbaar geweest ben tegenover de familie Verschueren en ik zou het mijn ganse
leven betreuren door een kleine vergissing dat wederzijds vertrouwen in het
gedrang te brengen. Indien het mij echter veroorloofd is enige suggesties naar
voren te brengen en uw bijzondere aandacht durf te vragen, dan doe ik zulks
maar alleen in het belang van het kind.
Het zal U zeker niet ontgaan zijn en U zult wel
opgemerkt hebben bij Uw bezoek, enkele dagen geleden, in tegenwoordigheid van
de heren schepenen, dat de school een bijpend gebrek aan degelijk materiaal
heeft om een onderwijs te verstrekken, dat onder alle opzichten volledige
voldoening kan schenken. (...)
Z.E.H. Coosemans,
Pastoor:
Bij deze plechtige
aanstelling houd ik er aan U van harte een voorspoedige ambtsperiode toe te
wensen.
Wij staan hier in de
schaduw van het Kruis op de schouw, van Kristus-Koning, het Opperste Gezag, van
wie alle gezag voortkomt. Hij legt vandaag een deel van zijn gezag op uw
schouders, weliswaar langs een omweg maar in werkelijkheid is Hij het toch die
van zijn gezag meedeelt. Van heden af hebt Gij te zorgen niet alleen voor uw eigen
welzijn, maar ook, en nog wel op de eeerste plaats voor het algemeen welzijn.
Voorwaar geen gemakkelijke taak ! Wij leven in een tijd dat de levensstandaard
van de mensen heelwat is gestegen. Wat voor vijftig jaar als een luxe werd
beschouwd, wordt nu als een dringende noodzakelijkheid aanzien. De evolutie van
het mensdom gaat nu veel rapper. Wat vroeger op tien jaar gebeurde, gebeurt nu
op een jaar. De wetten en reglementen die Gij zult moeten toepassen worden dan
ook maar steeds ingewikkelder en talrijker. (...)
Wat vandaag verplichtend
is, is morgen misschien verboden. Er is ook zoveel dat de mensen scheidt :
standsbelangen, rijkdom, bekwaamheden. Maar dieper dan al dat uiterlijke is er
toch iets dat hen bindt. Hier te Leest zijn het allemaal gedoopte mensen met
dezelfde levensbeschouwing. Die geestelijke band is sterker dan de band van het
bloed en voor die geestelijke band moet alle verdeeldheid wijken.
Hier te Leest lopen de grenzen van de parochie samen met die van de gemeente.
Ik heb geen andere parochianen dan burgers van Leest en alle burgers van Leest
zijn parochianen. Meer dan op welk ander gebied ook zijn we dus geroepen om
samen te werken. Weliswaar is de taak die ons is opgelegd enigzins verschillend
: de Uwe is meer van tijdelijke aard en de mijne meer van geestelijke aard.
Maar het geestelijke en het tijdelijke zijn niet te scheiden, maar vullen
elkander aan. Ons werkterrein is dus hetzelfde. Mijnheer de Burgemeester, U
moogt dan ook op mijn medewerking rekenen. Ik eindig dan met de vurige wens dat
we Leest weer wat schoner en gelukkiger mogen maken.
Louis Verbruggen,
secreatris van de Commissie van Openbare Onderstand :
(...)..na de weken van
aarzeling die uwe benoeming hebben voorafgegaan, heeft de hogere Overheid niet
anders kunnen besluiten, diende rekening te houden met de uiting van de
volkswil op 12 oktober ll., en heeft ten slotte de ware democratie gezegevierd.
(...)
Gedurende uw eerste
ambtsaanvaarding, heeft de Commissie nooit tevergeefs beroep op u gedaan ; de
laatste zes jaren hebt gij gezeteld in het Komiteit van verzoening, opgericht
in de schoot van de openbare onderstand ; wanneer de vergadering geen éénparig
besluit kon treffen, hebt gij welbewust van uwe verantwoordelijkheid als
voorzitter van dit organisme, steeds voor alle gevallen een minnelijke
schikking weten voor te stellen, welke altijd voldoening heeft geschonken aan
de noodlijdenden van de gemeente.
(...)
Jan De Decker, namens al
de parochiale organisaties:
(...)
Met een bijna kinderlijk
vertrouwen richten wij ons tot u om u te zeggen dat wij zo vrij willen zijn, op
u en op uw gezag beroep te doen om op tijd en stond een hulp te zijn voor onze
parochiale werken.
Het is toch ook een zegen
voor de burgerlijke overheid als het op alle gebied goed gaat in de gemeente en
daaraan werken wij toch ook krachtdadig mee. (...)
Heer Gemeente-bestuurder,
het gezag dat u zult uitoefenen is een DIENST die moet :
Voorzien, organiseren,
gebieden, coördineren, controleren en besturen.
Dat gezag en deze dienst
betekenen dat u zoveel mogelijk uitgaat van het genomen initiatief, dat u
waardeert waar het openbloeit, aanvult waar het, vooral FINANTIEEL,
ontoereikend is, richt en leidt waar het in gebreke blijft, vormt en bevordert
waar het vatbaar is voor verrijking, beveelt waar het verkeerd loopt en
terechtwijst waar het stremt in onwil. Vooral zult u in al die delikate
schakeringen open oog en nog meer open hart hebben voor het eigen karakter, de
eigen gevoelens en de levensproblemen van hen die u te leiden en te besturen
heeft.
Samen met onze hulde en
onze diepgemeende gelukwensen, hopen wij dat het u mag gegeven zijn er het uwe
toe bij te dragen opdat uw burgers geestelijk-schoner en cultureel-rijker
kunnen gewonnen en getogen worden in een Leestse atmosfeer waarin het goed is
te leven soms-, soms ook bitter...
(...)
August Lauwers,
secretaris van de Kon.Fanfare St.-Cecilia :
(...)
Uwe benoeming, heer
burgemeester, mag om verschillende redenen verdiend genoemd worden. Zo zal het
dan in 1959 zestig jaar geleden zijn dat uw vader, Theofiel Verschueren
zaliger, de basis legde aan het tot stand komen van onze vereniging en wel als
de stichter van de fanfare Sinte-Cecilia mag genoemd worden.
En gij, heer
burgemeester, die toen nog uw kinderjaren doormaakte, u was er zich wellicht niet
van bewust welk een edel werk vader zaliger daarstelde, en wat een schitterende
loopbaan u als politieker te wachten stond.
Wanneer we de
geschiedenis van onze vereniging doorbladeren, dan komt de naam Verschueren
vanaf ons ontstaan tot op heden veelvuldig voor.
Wij waren er ons van
bewust dat u er prijs op stelde, al was het dan nog in de herft van uw
levensdag, nog eenmaal als hoogste burgerlijk gezagsdrager in onze gemeente te
worden aangesteld : deze wens is thans in vervulling gegaan.
Driemaal hebt gij uw
kandidatuur gesteld bij de gemeenteraadsverkiezingen, driemaal de lijst
St.-Cecilia de overwinning helpen bezorgen en driemaal wist gij het hoogst
aantal voorkeurstemmen te behalen vandaar dat uw benoeming gewettigd is.
Uw heraanstelling als
burgemeester is ook een bewijs dat uw houding en handelingen gedurende de
laatste 20 jaar onaanvechtbaar en onberispelijk waren.
Een reden te meer dat gij
het ambt van burgemeester waardig zijt.
Onze gedachten gaan
vandaag ook naar uw voorganger, onze voorzitter, de heer Pieter De Prins, die
ondanks zijn wankele gezondheid steeds trouw op post is geweest, en de belangen
van alle Leestenaren op een eerlijke manier heeft gediend.
(...)
De Burgemeester dankt :
Zeer Eerwaarde Heer
Pastoor, Eerwaarde Heer Onderpastoor, Eerwaarde Zusters, Mevrouwen,
Mijneheeren, Beste medeburgers en vrienden,
Ik dank u allen oprecht
voor de vele blijken van genegenheid en aanhankelijkheid die ik in het verleden
en bijzonder vandaag mocht in ontvangst nemen.
Het is zeer schoon, maar zoveel was wel niet nodig.
Het doet mij genoegen dat
omzeggens de ganse gemeente zich bij deze hulde heeft aangesloten en aldus haar
tevredenheid over mijn benoeming uitdrukt.
Onze kleine landelijke
gemeente telt zovele verenigingen die mij allen hun beste wensen toestuurden :
ik dank ze allenvoor de eer mij aangedaan.
Ik heb nooit mijn
verantwoordelijkheid ontweken ; gelijk ik in het verleden geweest ben, zal ik
in de toekomst zijn.
En als laatste, maar niet
het minste, gaat mijn dank naar hen die vele jaren naar best vermogen onze
gemeente hebben gediend : als schepene, mijn vriend Prosper Busschot en als
burgemeester, mijn vriend Pieter De Prins. Hij zorgde voor de aflossing van de
wacht, als ik mij zo mag uitdrukken. En nu zijn gezondheidstoestand de taak
voor hem te zwaar maakt, heeft hij mij terug de wachtpost toevertrouwd, ons
daarbij de jonge steun van zijn zoon als schepene toezeggend.
Ik wil onder U staan als uw gelijke, als iemand die de vriendschap en het
vertrouwen waard is van alle eerlijke mensen.
Ik dank u nogmaals allen,
nu ik weet dat ik tussen alle rangen, boven alle persoonlijke meningen uit,
vele vrienden tel. Ik dank ook de nieuwe schepenen en gemeenteraadsleden voor
het vertrouwen in mij gesteld.
En als O.L.Heer mij
temidden van mijn brave vrouw, kinderen en kleinkinderen nog enkele jaren
gezondheid wil schenken, laat ons dan samenwerken voor een steeds schonere en
welvarende gemeente onder de nationale leuze : Eendracht maakt macht en Leest
ten bate. Ik dank U.
Als vooraanstaande Blek had Miel Verschueren het niet onder de markt met
de oppositie van de Sussen.
Volgende folder werd, tijdens de gemeentekiezing, in de Leestse
brievenbussen gestopt :
Hulde aan Verschuren
Hij is daar weer het ferm
baaske
dat 8 jaar speelde kromme
haaske
hij mag nog geren een
lekker glaaske
en loopt dan zat als een
dwaaske
twas oorlog, voor
mijnheer emiel
viel den trein aan boske
altijd stil
hij gaf ook 2 engelsen
een ferme pil
en schonk aan den duits
zijn zoon siriel
Die zoon die zou er zich
mee moeien
de duits die kwam de beesten schoeien
de mensen voelden hun
koleire broeien
maar mieleke hield toch
al zijn koeien
toen kon hij veel pakken
boter vouwen
de duits die kwam ook
paarden sjouwe
dan maar t portret van
zijn zoon openvouwen
en Mieleke kon zijn
paarden houwen
In zijn jonkheid hat hij
aventuren
nu geeft hij weer
blomkolen in zijn geburen
maar ze zullen hem
wandelen sturen
dan kan t melk van die
koei verzuren
Want nu denkt hij met een
koe te winnen
wat peist dat vent wel te
beginnen
die koei komt nooit voor
de pinnen
want de beste zullen
winnen
Want nooit meer gelukt
Verschuren
met al die fijn geslegen
kuren
om de gemeente in den
ambras te sturen
neen dat kunnen we niet
verduren.
Fotos:
-Oud-Burgemeester Pieter
De Prins.
-De speech van pastoor
Coosemans.
-August Lauwers.
|