1959 Juni : Duivenbond Recht voor Allen.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Op zondagen 7, 14, 21 en 28 juni en op 5 juli 1959 : grote vijfdaagse
met oude
duiven uit Quievrain.
Lokalen te Battel, te Heffen, te
Hombeek-Heike en te Leest : De Croes, Dorp 24
en Geerts, Kleine Heide 19.
Duivenmelkers en Leest
Albert Huysmans (DB, mei 1979) :
Tot voor de Eerste Wereldoorlog
had elke duivenmelker de hulp van snellopers die na een sprint van 10 meters
elkaar aflosten. Soms moesten de ringen, van af het hok uit een slechte
richting geworpen of door mispakken der wachtenden, sakkerend ten gronde worden
gezocht om dan met tijdsverlies het stempellokaal te bereiken.
Duivenlokalen: in 1831 in
Rome, 1919 Klein Heide, 1930 Het Fort.
LG, blz. 197 :
De Luchtreiziger, zo
luidde de naam van de duivenmelkersbond van Leest, die zijn lokaal had in café
Rome bij Pier Sijmons in de Dorpsstraat (vlak tegenover het latere
St.-Cecilialokaal). Voor 14-18 hingen in dit café wel twintig regulateurs aan
de muur : de winnaar kreeg immers een slingeruurwerk.
Vroeger moest men de
duif na haar aankomst in een zakje steken, om er dan mee naar het lokaal te
hollen, zo hard men lopen kon. Enkel het merk aangebracht in de vleugel was het
enige en officiële bestatigingsmiddel. Later kwamen de caoutchouc-rekkers en
de konstateurs op de markt. Oef ! Wat was dat een vooruitgang en voor de melker
werd het aardig wat gemakkelijker. Wat was dat toch een tijd, toen we soms
uren, zoniet dagen, in de lucht stonden te turen, van het uur der lossing nooit
iets afwetend.. (Gust De Prins in De Band van maart 1976-zie verslag hieronder)
Lange tijd was er slechts
één konstateur op het dorp. Dan was het een kwestie van rap te
zijn : de duif werd
opgevangen in de duiventil, het ringetje werd van het pootje gerukt en naar
onder geworpen. Beneden stond iemand klaar om ermee naar de konstateur te
spurten. Het werd een aflossingskoers naar het lokaal.
Website De Luchtreizigers Leest Geschiedenis 18/7/2004:
Reeds van bij de
stichting van de duivenbond, rond 1905, noemde deze De Luchtreizigers. Het
lokaal was toen gevestigd in café Rome in de Dorpsstraat, tegenover het lokaal
van de fanfare. Nadien is het verhuisd naar café De Zwaan op de hoek
Dorpsstraat, Kouter.
Daar bleef de duivenbond
gevestigd tot Sinksen 1974. Toen is bij stemming beslist om naar onze huidige
locatie te trekken, namelijk café In den Bareel, tegenover de kerk.
Louis Polfliet zaliger
uit de Kouter was toen de voorzitter. Andere oud-voorzitters zijn Emiel De
Maeyer, Eugeen Vloeberghen en Kestens Henri.
Vroeger waren er twee
duivenbonden in Leest : Leest-Dorp en Leest-Heide.
In 1991 echter hield de
duivenbond van Leest-Heide, De Snelle Vlucht, het voor bekeken.
Toen ook in 2001 de
duivenbond van Tisselt met ons fusioneerde kwamen we uit op ongeveer
70 (noot: of meer cijfer na
de 0 is onleesbaar) hoklijsten, (leden).
Vroeger maakten we deel uit van het samenspel Het Zesverbond, met als
maatschappijen : Leest-Dorp, Leest-Heide, Battel, Hombeek-Dorp, Hombeek-Heike
en Heffen. Sindsdien hebben we een verbond dat luistert naar de naam Tussen
Vaart & Zenne met als maatschappijen : Leest-Dorp, Tisselt
(tot 2001), Blaasveld en
Ramsdonk over het spel op Quievrain. Voor ons Noyonspel maken ook nog Wolvertem
en Meise deel uit van dit samenspel..
Gazet van Mechelen 14 april 1983 :
Recht voor Allen
(Zesverbond)
Samenspel met De
Luchtreizigers (Leest), De Verenigde Vrienden (Hombeek), Het Vliegmachien
(Heike), De Snelle Vlucht (Leest-Heide), De Jonge Liefhebbers (Heffen) en De
Luchtklievers (Battel).
Voorzitter : Frans V.D.
Broeck.
Secretaris : Jan Geerts.
Kassier : Jos Geerts.
Vergezeller : V.D.Eynde
Van Dijck.
Toegelaten afstand
Quiévrain 91 km.
Voor Quiévrain wordt
ingekorfd volgens beurtrol. Voor Noyon wordt samengespeeld met Noord-Brabant en
Hombeek.
Inkorven bij De Laet,
Dorp Leest, van 14 tot 15u.
De Band, maart 1976 : Bij
duivenmelker Gust De Prins.
Dit artikel over één van
onze oudste Leestenaars Gust De Prins lag klaar om te verschijnen, toen we de
dorpsklok hoorden luiden over zijn dood. Daardoor wordt dit artikel tragisch
actueel. Gust De Prins, de guide genoemd, omdat hij als oudstrijder 14-18 bij
het eliteregiment de Gidsen (les Guides) had gediend. We laten dit artikel
verschijnen in aandenken aan hem.
Op bezoek bij de oudste
duivenmelker van Leest : Gust De Prins uit de Alemsteraat !
Wij waren nog geen vijf
minuten bij hem thuis of hij had al een duifje ter hand. Er steekt kwaliteit
in dat beestje ! zegt Gust, en hij kan het weten na een tachtigjarige ervaring
als duivenmelker. Gust is nog een vooroorlogse crack en heeft zijn naam eer
aangedaan in zijn duivenmelkersloopbaan. Het grootste succes als
duivenliefhebber kende hij in het jaar 1969, dan won hij immers de
interprovinciale vlucht vanuit Bordeaux, ingericht door het Zuid-Antwerps
verbond, en daar namen bijna 1.700 duiven aan deel : een uitslag die iedere melker
wel eens op zijn palmares zou willen schrijven. In datzelfde jaar wist hij nog
een
mei- prijskamp weg te
kapen over gans de provincie Antwerpen, waaraan duizenden duiven deelnamen.
Voor die overwinning mocht hij een gouden uurwerk in ontvangst nemen.
Het jaar nadien won hij
nog twee Angouleme
Hij begon met de duiven
in 1897, toen hij 13 jaar was, en men de hedendaagse vervoermiddelen nog moest
produceren. Wekelijks stapte het Gustje van toen, met de mand aan een stokje
gehangen, en het geheel op zijn schouders tillend, naar Mechelen.
Een wandeling van zowat
om en rond de 15 km. Dit alles om toch maar met de duifjes te kunnen spelen.
Hij kan nog vertellen van
de tijd toen men de duif na haar aankomst in een zakje moest steken, om er dan
mee naar het lokaal te hollen, zo hard men lopen kon. Enkel het merk
aangebracht in een vleugel was het enige
en officieel bestatigingsmiddel. Later, en gelukkig maar, zegt onze gast,
kwamen de caoutchouc-rekken en de constateurs op de markt.
Wat was dat toch een tijd
toen we soms uren, zoniet dagen, in de lucht stonden te turen, van het uur der
lossing nooit iets afwetend.
Zijn Vale vloog als
jonge duif achtereenvolgens, en wat meer is, met succes Etampes, Orleans,
Bourges, Angouleme, en na 14 dagen rust nogmaals Angouleme, waar hij
gewestelijk geklopt werd door duivensportrubriekleider Georges Smedts uit
Walem, en dus met een tweede plaats vrede moest nemen. Een zeer mooie uitslag
alleszins voor een pieper. Als jaarse kreeg de duif in kwestie datgene wat hem
in feite toekwam : een jaartje rust.
Dit jaar deed hij zijn
reputatie alle eer aan, achtereenvolgens vanuit Noyon- Dourdan- Orleans en om
te besluiten Bordeaux.
Wat ik van de duif zelf
onthouden heb is haar middelmatige lichaamsbouw rijk begiftigd met de
kwaliteiten van een echte crack, een blik die alles vertelt. Het is een duif
die steeds, met een behouden vaart natuurlijk, de man uit de Alemstraat nog
veel en schone successen moet bezorgen
WEDUWSCHAP : hij is wel
91 geworden, maar heeft nog een hart van een tiener en klampt zich aan de
modernste methodes vast om zich te verdedigen. Zo past hij het weduwschap toe,
een proces dat hij heel normaal zijn verloop laat kennen, en toch deed Gust met
zijn ondertussen Bordeaux gedoopte crack iets waar vele melkers zouden voor
terugschrikken en wat velen afraden. Ook zoon Louis, heel en al duivenmelker,
raadde het hem af, maar de ondervindingrijke De Prins handelde naar eigen
goeddunken : voor de inkorving kreeg Bordeaux zijn duivin te zien en meer dan
onrustig, zegt Gust die meent dat een duif nooit levendig genoeg kan zijn, ging
hij de mand in. Een feit is zeker, hij
hield zijn slag thuis
Nietwaar zoon Louis ? die
deze handelswijze afkeurde, toen hij te 17u30 de duif van zijn rek ontdeed, kon
hij niet vlug genoeg uit zijn handen zijn, dit om toch maar bij zijn duivin te
geraken, een beloning waar hij in feite een ganse dag voor had gestreden. En of
hij er tegen sprak, zegt Gust verder.
VERZORGING : onze gast
beschikt over een bereidwillige zoon die bij hem inwoont en eveneens een hart
heeft voor hok en duif. Toch houdt hij er zelf nog aan dagelijks zijn hok te
reinigen, dat getimmerd is onder Boomse pannen. De duiven krijgen er dagelijks
van de beste mengeling, hebben een prima huisvesting, rijk bedeeld met verse lucht
wat veel bijdraagt tot een goede gezondheid, dat, en dagelijks wat aviol. Want
gezondheid en ras zijn zn beste troeven voor succes.
We vonden Gust zon
sympathiek oud man, maar ene met een jong hart.
August Frans De Prins was te Leest geboren op 23 december 1884 en hij
overleed er op 6 maart 1976.
Uit zijn gedachtenisprentje :
Wij hebben hem gekend
als een zeer actieve persoon, die zelfs tot op hoge ouderdom geen rust kende maar
vol levensmoed onder ons leefde.
Vader was goed en zacht
van harte, bescheiden in zijn woorden, zacht in zijn gesprekken, gedienstig en
behulpzaam voor ieder.
Vader was een man van de vrede.
Hij heeft de vrede liefgehad : hij leefde in vrede met God, in vrede met de evenmens,
zelf vastgeankerd in de inwendige vrede des harten.
Gust was lid van de Kristelijke Bond er Gepensioneerden, Voorzitter ter Ere
van de Nationale Strijdersbond, afdeling Leest, Oudstrijder 1914-1918 en
bezitter van het Erekruis met Rozet van de N.S.B. alsook van andere eervolle
onderscheidingen.
Bijlagen:
-Duivenmelkers op de
uitkijk, tekening van Georges Herregods.
-Toelatingsbewijs voor
het houden van duiven van Frans Vloebergh.
-Gust De Prins, door de
ogen van G. Herregods.
|