Vervolg Stanne Van den Broeck.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Constant Van den Broeck was te Leest
geboren op 25 september 1880 als zoon van Karel (Leest°28/8/1852,+10/3/1944) en
Rosie Campion (°Leest 31/1/1852,+25/7/1923).
Zijn ouders hadden een boerderijtje in
de Koeistraat (de huidige Elleboogstraat) nr. 16.
Stanne was de oudste van zeven en diende
van kindsbeen af zijn steentje bij te dragen in het gezin. Zijn vader teelde
koren, vlas en Deinze-patatten : rode, blauwe en bleekblauwe aardappelen die
toen 5 frank kostten voor 100 kilogram.
Bemesten en bewerken van het veld
gebeurde met de hand. Eggen werden door vader of moeder en de hond getrokken.
Ze hadden een klein stukje land in huur of moesten bij de grotere boeren
paardenarbeid verrichten en bij oogsten was de 25ste hoop voor
hen.
Vanaf 8, 9 jaar moesten de kinderen
helpen met de oogst.
Stanne ging maar halve tijd naar school
in één van de twee bestaande Leestse klassen, bij de zeer strenge meester
Dumont.
Na zijn plechtige communie, hij was pas
twaalf, was het gedaan met de school.
Hard werk kwam in de plaats : mesten,
kruiwagens trekken, hooien, oogst mee binnenhalen.
Het was een harde maar goeie tijd
volgens Stanne, de mensen hielpen mekaar, ze trokken daar tijd voor uit.
De tijd voor zijn huwelijk trok hij op
met zijn twee vrienden August De Wit en Constant Diddens. s Zondags gingen ze
naar de mis en dan spraken ze af wat ze zouden doen.
Geregeld gingen ze dansen op de
kermissen van Leest en Hombeek.
Een pint kostte 2 cent, evenveel als een
danske. Het was de tijd dat de staminees nog goeie zaken deden en men polka,
wals, kwadrille en scottisch danste.
Als er geen meisjes aanwezig waren
dansten de jongens met elkaar, dat deden de meisjes overigens ook. Maar elke
dans met een meisje kostte de jongen 2 cent.
In 1900 werd hij opgeroepen om zijn
militaire dienstplicht te volbrengen.
De lottrekking gebeurde in Willebroek.
Uit een mand moesten de potentiële soldaten een koker trekken. Stanne trok het
nummer 61 en was er ingeloot.
Hij moest 28 maanden dienstplicht
kloppen bij meestal Franstalige oversten en daarna moest hij zoals de andere
afgezwaaiden in revue. Dan moest hij naar Hombeek en op het gemeentehuis
aldaar controleerden gendarmen het uniform, het livrei van de soldaten.
In 1908 trouwde hij met Amelia
Vleminckx, een buurmeisje uit de Koeistraat, haar ouderhuis was een staminee
In de Kantien.
Omdat er op het land niet veel te rapen
viel begon Stanne in 1913 als lijnlegger in het Mechelse Arsenaal te werken en
na de oorlog werd hij er maneuver in de ijzergieterij.
Hij slaagde in het examen van schilder
en zou de rest van zijn carriëre treinwagons schilderen.
De eerste wereldoorlog
De oorlog was voor hem een verassing.
Toen hij opgeroepen werd dacht hij dat het maar voor enkele weken was maar t
was voor vier jaar en half.
Toen Antwerpen viel volgde een
tiendaagse mars naar Frankrijk en vandaar ging het naar het IJzerfront.
Als travailleur werd hij zowat overal
ingezet, meestal buiten het geschut van de vijand.
Dag en nacht aan tracés werken, dat
bestond uit het herstellen van wegen, nieuwe wegen aanleggen, bomkraters
dichtgooien, bruggen leggen.
Te Wulpen zat hij middenin het
oorlogsgeweld. Terwijl schrapnels en obussen rondom insloegen moesten Stanne en
zijn collegas travailleurs doorwerken.
Ooit diende hij twee kamions lijken te
lossen.
Toen de Duitsers terugtrokken werden de
mannen van de Staat, waaronder Stanne, naar Adinkerke gestuurd. Stanne
herinnerde zich dat plakkaat nog aan de muur, daarop stonden de bevrijde
gebieden aangeduid. De soldaten uit die gebieden mochten huiswaarts keren,
behalve de spoorwegarbeiders, zij moesten nog maanden, ook na de
wapelstilstand, blijven werken.
De reden : het gesanctioneerde Duitsland
diende locomotieven naar Adinkerke over te brengen en als schilder in t
Arsenaal bij de Spoorwegen werd Stanne weerhouden om zijn werk ter plaatse
verder te zetten, dit tot februari t jaar nadien.
Twee dagen minder dan vier jaar en half
is hij van huis weggeweest.
Na deze oorlog ontving Stanne 8
frontstrepen en tal van eretekens.
De tweede wereldoorlog
In mei 1940 was het bijna gedaan met
Stanne. Dronken Duitsers kwamen over de Kouter van Hombeek naar Leest en onder
het mom van burgers hebben op ons geschoten namen ze, onderwijl in de lucht
schietend, gijzelaars.
Samen met 51 anderen werd Stanne
opgepakt en in de school tegen de muur gezet.
Onder hen pastoor Beukelaers en meester
De Leers.
Een Duits officier vroeg naar de Knip.
Stanne en Staf van de Metser moesten meegaan met twee soldaten die het geweer
in aanslag hielden. De Duitsers zochten een wei voor hun 120 paarden. In de
wijk de Knip waar de houten molen van de familie Lauwers gestaan had, bleek de
weide te klein. Uiteindelijk werden de paarden ondergebracht op de wei van
Pieter De Prins van de Rendelbeekhoeve.
Toen vroegen de Duitsers om stro
teneinde 120 man te slapen te leggen.
Bij Van Praet vond Stanne twee botten en
in t Seel was stro genoeg. Toevallig passeerde Stan van Busschot daar met
een kar stro, alles werd daar opgeladen en toen
mochten de twee gegijzelden beschikken.
Sommigen van de andere gijzelaars werden
tot s anderendaags vastgehouden.
Eén van zijn hobbys was de vogelvangst,
hiervoor breidde hij zelf de netten.
Verder hield hij van kaarten, tuinieren,
TV-kijken, kranten lezen en wandelen.
Jarenlang was Stanne habitué op een
camping te Westende (Camping Westende).
Op 16 augustus werd hij ook daar
gevierd. De viering werd om 11 uur ingezet met een muzikale mis in open lucht
waarna een receptie volgde. In de namiddag werd een rondgang gehouden op het
kampeerterrein waarbij Stanne in een open wagen plaats had genomen naast Miss
Westende en die opgeluisterd werd door de blaaskapel Landon uit Diksmuide.
Na de koffietafel werd een volksbal in
open lucht gehouden alwaar de honderdjarige de dans opende.
Stanne was op 7 mei 1908 met Amelie
Vleminckx in het huwelijksbootje gestapt.
Beiden schonken het leven aan vijf
kinderen waarvan één zeer vroeg stierf. De overige vier en nog in leven :
Bertha (°24/4/1909, +25/10/1982), huwde met Hombekenaar Victor Verbist
(°11/2/1906, +11/9/1989), Louis (°24/10/1910, +20/6/1990), trouwde met Maria
Rottiers (°29/5/1904, +16/7/1978), Maria
(°24/6/1912, +30/4/2007), gehuwd met Jan De Smedt (20/2/1911, +5/4/1973) en
Victor (°13/8/1919) die gehuwd was met Elizabet Moeyersoms.
Verder bestond zijn nageslacht (in1980)
uit 3 kleinkinderen, 6 achterkleinkinderen en 2 achterachterkleinkinderen.
Zijn echtgenote was hem op 28 oktober
1966 ontvallen, ook zij werd 83, en vanaf dan werd Stanne met veel liefde
verzorgd door zijn dochter Maria, een weduwe.
Fotos :
-Stanne
genoot van elk moment.
-Sfeerfotos
van de stoet
|