Marcella
Van Aken, zuster Albert Marie.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Vervolg Christine De Laet
-1941
: Feest van het Goddelijk Moederschap van O.L.Vrouw. Mevrouw Van Aken (Marie
Van den Brande) uit de Bist, brengt haar Marcella naar t klooster van het H.
Hart Heverlee.Ik weet niet wie, op die zaterdag 11 oktober, God het aangenaamst
moet geweest zijn : of het kind dat zich zo totaal en onherroepelijk aan Hem
geeft, of de moeder, die in algeheel zelfvergeten, Hem dit kind terugschenkt :
want die moeder brengt haar enig kind
en ze is weduwe.
Haar
echtgenoot, Kamiel Van Aken, werd haar vroegtijdig door de dood ontrukt. Twee
harer kinderen ontvielen haar : Maria, een wichtje nog, daarna en vooral de
veertienjarige Julia, een meisje van veel verwachting. Na het afsteren van haar
zuster Monika, nam Mevrouw Van Aken het
verweesd achterblijvend neefje, Albert Denys, bij zich op. Ze zwoegde en wroete
op de hoeve voor de kinderen en voor haar bejaarde ouders, tot deze laatsten
tot de eeuwige vergelding werden geroepen. Uitgeput van de haar krachten te
boven gaande arbeid, en onder de klamp van reumatisme, stortte moeder zelf
ineen en werd voor weken aan een ziekbed gekluisterd, terwijl Marcella en Albert
deden wat ze konden. Ook familie en geburen sprongen behulpzaam bij. Zodra
moeder echter passabel hersteld is, staat ze alweer koen aan haar taak.
Maanden
verliepen nu. Albert had inmiddels kennis aangeknoopt met een Leuvens meisje
dat reeds een vaste positie had : hij scheen dus spoedig aan tantes zorgen te
kunnen ontgroeien.
Marcella,
op de Normaalschool te Heverlee, was een spiegel voor haar gezellinnen en een
klepper ook : steeds primus van de klas. Wat beleefde moeder een vreugde aan
dat kind. Nog een paar jaartjes en Marcella zou in t onderwijs staan, terwijl
moeder rustig op de hoeve haar dagen zou slijten. Moeder droomt haar schone
droom
tot plots in dit volmaakt huiselijk geluk, als een voltreffer de vraag
klinkt : moeder, mag ik naar t klooster gaan ?
Mevrouw
Van Aken staat als verwezen aan de grond genageld. Wie die het niet heeft
ondervonden, bevroedt er, wat in zulke omstandigheden een moederhart lijden
kan
Wat moet er van haar geworden ?...
1941
: Wat zal het verder verloop zijn van de wereldramp ? Honderden jongens worden
dagelijks naar Duitsland gevoerd. Morgen zou ook Albert volgen
En Marcella ook
nog zo jong
ampertjes zestien jaar : ze had immers nog tijd genoeg voor een
beslissing. Maar toch zon ernst boven haar jaren in dit kind
Moeder zegt niet
neen : ze wacht, ze onderzoekt, ze bidt
ze verlangt, wat ook van haar gevraagd
worde, in offergave en overgave, vaardig te staan voor Gods wil.
Een
half jaar verder. Op een avond komen ze met hun beitjes, moeder en Albert, hier
dapper aanzeilen om de schikkingen mee te delen : Albert zal huwen en bij t
gezin van zijn vrouw komen inwonen. Moeder, uit liefde tot haar aangenomen
kind, dat ze met al haar zorgen en toewijding wil omringen zolang ze kan, komt
mee. Zij die met al de vezels van haar wezen had wortel geschoten in de goede
boerendoening te Leest, wordt nu, zo oud ze reeds is, naar de stad verplant :
een veldbloem onder een stolp gebracht, een boom van te lande, die niets liever
doet dan weelderig groeien in de gezonde buitenlucht, waar hij onbelemmerd vrij
naar oost en west zijn forse armen kan uitslaan, nu ingemuurd en als de adem
afgesneden
De
hoeve wordt verkocht
Realiseren we, wat dit feit betekende in 1941 ? Verhuizen
naar de stad waar iedereen uit wegvluchtte toen, wijl elkeen er verhongerde.
..De boerderij te Leest, het ouderlijk erfstuk, dat heilig pand waar alle
dierbare herinneringen mee verbonden zijn, en waar het hart als het ware, zich
met al zijn grijpvermogen wil blijven aan vastklampen, wordt afgestaan.
Roekeloosheid en hoogste wijsheid. Moeder spreekt haar fiat uit over haar
ganse toekomst. Ze geeft haar kind, en in een elan van Godsvertrouwen, waagt ze
de sprong in het duistere onbekende. Het is hard doch heerlijk met volle
overgave in het leven te staan, met Newmans bede op de lippen : Heer, ik
vraag U niet de verre weg te zien, ik vraag U slechts licht voor één stap.
Moeder
zette haar zwoegen voort. Bonnemama zaliger, vergde op het einde veel zorgen,
en hoe teder mild ontving ze die. Er is een oude oom, er zijn de kinderen
vooral : Godelieve, Magda, Elly komen achtereenvolgens het gezin vergroten.
Tante en Pekke is in de weer, zonder verpozen, van s morgens tot s
avonds, voor elk en elkeen. Ze is waarschijnlijk de ziel van het gezin. Het
moge weer zijn of geen, te 6u. s morgens ziet men haar schaduw langs de huizen
glijden, en verdwijnen in de kloosterkapel van de Sint-Martensstraat. De
dagelijke H.Mis en communie zijn de kern en krachtcentrale van moeders leven,
het geheim van haar onverstoorbaar christelijk optimisme. En voor en na,
schuiven de kralen van haar paternoster door de knoestige werkvingers, voor
levenden en overledenen, voor al de belangen van Gods kerk.
Nacht
11-12 mei 1944 : een vreselijk bombardement zaait dood en vernieling over de
weerloze stad. Bij dageraad komen hier de vluchtelingen toe : bleke bange
mensjes, met holle verdwaasde blik. En daar is plots moeder ook : zulk weerzien
na zulk een nacht !
Een
van-kelder-voorziene klas wordt in een bijgebouw klaargemaakt. Het huisraad
wordt overgebracht. Moeder en gezin blijven, met vele anderen, enkele maanden
te gast bij ons, tot de achteruitrukkende Duitse legers, op de voet gevolgd door
de Engelsen, hier binnenvallen met tweeduizend bedden en t commando : alles
leeg en weg, voor de inrichting van een algemeen hospitaal. De vluchtelingen
sukkelen terug naar huis. Moeder gaat heen, als gisteren, als immer, met
moedig, eerbiedafdwingend betrouwen de heilige en heiligende wil van God
aanklevend. Het leven kent geen ontgoochelingen voor grote zielen.
Mevrouw
Van Aken leeft stellig intens van geesteswaarden. Van cinema en al dat modern
(en dikwijls aangebrand) goedje, vermoedt ze ternauwernood het bestaan. In
augustus, als de anderen naar zee of elders uitvliegen, neemt ze haar
ontspanning : dan komt ze nog eens weer naar de lieve heimat te Leest, naar de
oude trouwe geburen van voorheen, en nog een scheutje verden dan ook, naar
Kapelle, naar Louise, haar zus, en Georges en zijn gezin, en brengt ze
eventueel mee naar Heverlee, want driemaal s jaars op onze bezoekdag, komt ze
naar hier. De deur gaat open. Moeder, telkens wat ouder, wat strammer, wat
gehavender door de last der jaren, doch gewaarmerkt met de vredige glimlach van
een edele ongebogen ziel. Verzusterd als ik ben met zuster Albert Marie, haar
geliefd kind, in eenzelfde roeping en religieuze gemeenschap, is ze werkelijk
onze moeder geworden. Haar warme greep omklemt ons beider hand in één impuls
van hartelijkheid. En dan gaat moedertje aan t vertellen, met de rake
pittigheid en sappige kleurigheid van de malse Leestse volkstaal. Mevrouw Van
Aken heeft een radde tong : een andersdenkende zou er deerlijk bij van zijn
pluimen laten, want ze heeft, in dienst harer christelijke overtuiging, een
verbluffend combatieve durf en vaardigheid. Ons dierbaar Leest leeft
sprankelend in haar voort. Een woord van paus Pius XI wordt in haar schone
werkelijkheid ook afgeslagen stukken gouderts bevatten goud. (DB, nr.3 1955)
De lans die ze hier brak was voor de
moeder van Marcella Van Aken (°05/03/1925, +13/08/2006) die ze meestal moeder
of Mevrouw Van Aken noemde. Vooraan in dit artikel gaf ze haar meisjesnaam
mee : Marie Van den Brande. In een brief naar De Band van 1974 noemde ze de
moeder van haar vriendin Marie Alewaters :
ik
lees nog veel, de wijze raad indachtig : dat houdt de mot uit de benen. Die
pittige spreuk is van iemand van jullie, die vol volkse geestigheid zat tot in haar
tenen : Marie Alewaters : we zeiden Marie Van Aken. (ik heb jaren geleden eens
een artikel over haar geschreven voor De Band, weet je
nog
?). Ze is de moeder van onze zuster Albert-Marie, Marcella Van Aken, uit de
Bist, die in de zomer ook wel eens even
naar Leest komt doorgaans. Ze is schoolhoofd in ons bijhuis te Hamme-Mille, en
al geef ik dit hier als een achteraanbengelend berichtje, ze doet het ginds
prima. Petje af voor Marcella, ze is een hele piet!
Marcella Van Aken was verre familie van
de familie De Laet. Zij trad binnen bij de zusters annuntiaten te Heverlee in
1941 en legde haar geloften af in 1943 en 1946.
Ondertussen was ze er onderwijzeres
gediplomeerd (Franse taalrol, 1945 met daarbij het getuigschrift van grondige
kennis van het Nederlands). Van dan af gaf ze les in Franstalige scholen van de
congregatie. Zo in Schaarbeek (1945-1952), Nodebais en Hamme-Mille (1956-1986)
waar ze bovendien chef décole (of schoolhoofd) was. Tussen haar twee
verblijven in Nodebais in, werkte ze ook een poos in Heverlee.
Na haar pensioen was ze nog werkzaam in
Woluwé-Saint-Pierre en verbleef (sinds 1998) in huize Bethanië te Heverlee.
Ze overleed te Heverlee op 13 augustus
2006 en is aldaar begraven.
(De Sint-Niklaasparochie in Leest,
2009 - Wilfried Hellemans)
|