Jan-Piet
Leveugle die de Leestse fanfare naar een nieuwe wereldtitel leidde. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
1981 Zondag 19 juli : Kon.Fanfare
St.-Cecilia WERELDKAMPIOEN
Wereldtitel voor Sint-Cecilia uit Leest.
De
Kon. Fanfare St.-Cecilia uit Leest o.l.v. Jan-Piet Leveugle heeft op het
Wereld Muziek Concours te Kerkrade (Nederland) de wereldtitel gewonnen in de
ere-afdeling voor fanfares.
Dit
Wereld Muziek Concours wordt om de vier jaar georganiseerd door de stichting
WMC.
Deze
vereniging groepeert alle belangrijke verenigingen van Kerkrade en omstreken.
Op
het Wereld Muziek Concours traden dit jaar korpsen uit 29 landen op, tot zelfs
uit de Verenigde Staten van Amerika en Canada, Indonesië en Nieuw-Zeeland.
De
Leestse fanfare nam voor het eerst aan deze wedstrijd deel in 78 in de
uitmuntendheidsafdeling voor fanfares. Deze eerste keer werd al direct de
wereldtitel gewonnen in deze afdeling. Dirigent en muzikanten hadden zich toen
al erg hard moeten inspannen om deze titel te behalen.
In
1976 werd Jan-Piet Leveugle als dirigent aangetrokken nadat hij al een jaar de
drumband van de fanfare onder zijn leiding had staan. Hij zou met de fanfare
terug vanaf de laagste afdeling starten.
Nog
datzelfde jaar werd de vereniging provinciaal kampioen Fedekam in de 3de
afdeling fanfares.
In
1977 werd het korps Belgisch kampioen in de 2de afdeling.
In
1978 werd de 1ste afdeling overgeslagen en trad het korps op in de
uitmuntendheidsafdeling. Na een paar overwinningen in vrije muziekwedstrijden
werd de vereniging wereldkampioen in deze afdeling met 311/360 punten en een
eerste prijs.
In
1979 werden weer een paar vrije wedstrijden gewonnen.
In 1980 werd er weer eens aan een Belgisch kampioenschap meegedaan. Het
fanfarekorps werd weer Belgisch kampioen in de afdeling uitmuntendheid
fanfares bij het Muziekverbond van België.
Ere-Afdeling
Van
4 tot en met 27 juli ll. werd dan weer eens het WMC georganizeerd.
Een aantal vooraanstaande Belgische korpsen schreef in. Sint-Cecilia Leest zou
deelnemen in de ere-afdeling fanfares. Kenners hadden de Kon. Fanfare
St.-Cecilia Mechelen-Leest rekening gehouden met de prestaties van 1978 en met
het peil van de Belgische korpsen in t algemeen- een nipte eerste prijs
toegemeten (288/360 punten).
Ze
werden echter in aangename zin verrast toen dit korps zijn eerste maten had
gespeeld.
Ze
stonden verwonderd van de prachtige sound die dit korps produceerde.
Daarbij
werd er een maand voor de wedstrijd keihard gewerkt door dirigent en
muzikanten. De laatste week voor de wedstrijd was er elke dag een repetitie die
2 à 3 uur duurde.
De
jury gaf aan de K.F. St.-Cecilia uiteindelijk 324/360 punten, een eerste prijs
met felicitaties. Het is de eerste keer dat een fanfare in de ere-afdeling een
zo hoog puntenaantal behalen kon. (GvM, 3/8/1981)
De Leestse fanfare daarover in De
Band van augustus 1981 en in haar ledenblad :
Op
zondag 19 juli ll. namen we met succes deel aan het Wereld Muziek Concours te
Kerkrade in de 2de divisie fanfares. We behaalden een eerste prijs
met onderscheiding of een totaal van 324/360 punten.
Felicitaties
en gelukwensen werden reeds met pakken uitgedeeld en ontvangen. Langs deze weg
houden we er nogmaals aan de dirigent en muzikanten van harte geluk te wensen.
Iedereen
heeft hard gewerkt, zeker de laatste weken. De laatste week is wat betreft onze
vereniging een uniek gebeuren geweest op het gebied van de voorbereiding. Alle
dagen waren er repetities, uitgezonderd één dag ! Nu hebben we bewezen dat er dank zij werken en oefenen
heel wat kan bereikt worden. We danken ook de heren Jan Segers en Andreé Van
Driessche voor hun gewaardeerde adviezen bij de voorbereiding van de wedstrijd.
Al die dingen samen hebben geleid tot deze 1ste prijs met
onderscheiding.
Met
dit optreden en met dit resultaat zullen sommigen nu toch een aantal dingen moeten
toegeven :
1.
Onze dirigent, J.P. Leveugle, wordt bij onze noorderburen en bij mensen van
brass bands gerekend tot de topdirigenten. Nu zal hij ook in ons land wel bij
de top gaan gerekend worden. Dat hebben we ondervonden na de uitvoering en
zeker na het bekend maken van de resultaten.
2.
Praktisch alle korpsen zijn aangetreden met beroepsmusici. Wij hadden er ook
één willen meenemen, nl. André Philippe, om de partij van kleine cornet te
spelen. In Alfons Van Asch bezaten we echter iemand die ook naast de cornet
soli deze hoge noten kon blazen op een gewone cornet. Bij ons was er dus geen
enkel beroepsmusicus bij !
Nu
we dat weten, hebben we veel meer deugd aan dit resultaat.
Het
is een succes voor de groep als geheel. Er waren juist 60 deelnemers en onder
hen was er geen enkel beroepsmuzikant.
3.
We behaalden 90% van de punten. In 1978 en in 1974 werd er in deze afdeling
nooit zon hoog puntentotaal gegeven. Het was dus een glansprestatie !
Maar
wij
hebben ook naar het programma van Rond de Kiosk geluisterd. En nu moeten we
toch zeggen dat we ons verplicht werk al veel beter hebben gespeeld. Er zijn
nog teveel muzikanten die zoveel faalangst en spanning te verwerken hebben,
voor, tijdens en zelfs na de wedstrijd dat ze er bijna kapot van gaan. Het zijn
natuurlijk de solisten die daarvan het meest te lijden hebben, want met hun
prestatie staat of valt het ganse korps.
Eén
van die solisten, nl. tuba-speler Freddy Walschaers, als muzikant zelfs bekend
in Nederland, kon zich nog het best schikken in die zware verantwoordelijkheid.
Toen die aan zijn solos begon, kregen zelfs de juryleden er het bekende
kippevel van, zo juist en met zon muzikale spanning en draagkracht werden
deze gebracht.
Wij
weten niet hoe het mogelijk is dat buitengewoon goede muzikanten zon schrik
hebben voor een voor hen gewone opdracht. Als die solo-trekjes gespeeld moesten
worden door gewone muzikanten, den mochten deze schrik hebben. En meer dan
waarschijnlijk zouden deze mislukken ook !
Maar
gelukkig is er helemaal niets mislukt en de juryverslagen spreken van
uitstekende vertolkingen van de solisten. Dit bewijst alleen maar dat al deze
muzikanten echte klasse hebben ! Je kon wel als je ze op de repetitie had
horen spelen- ontdekken dat het anders klonk in de Rodahal van Kerkrade.
Als
ze nu eens eindelijk gaan geloven dat ook Vlaamse amateurs wat kunnen en niet
moeten onderdoen voor de buitenlandse solisten, dan zullen zij en ook wij nog
verder staan.
Want
daarop komt het bij ons nog in de meeste gevallen aan : geloven in jezelf dat
je wat kunt en dat je voor de anderen niet moet onderdoen ! Geloven dat wat een
ander kan, ieder van onze muzikanten ook kan !
Ondertussen
is het W.M.C. 1981 volledig klaar met de afwerking van het programma.
Zondag
26/7 trad de laatste fanfare in de 2de divisie op. Het was de
fanfare Concordia uit Horst-Meterik in Nederland. Zij konden niet het
puntentotaal bijeenspelen dat door onze vereniging werd behaald. We zijn dus
voor een tweede keer WERELDKAMPIOEN en nu in de ere-afdeling fanfares !
Dus
nogmaals proficiat aan dirigent en muzikanten omdat ze de besten waren ! Maar
we moeten nog verder ! Met het voorradig talent moeten we in 1985 ook wat
kunnen bereiken in de superieure afdeling fanfares. En wie weet
?
Wij
danken alle supporters. Er waren er veel van onze vereniging van Leest en zelfs
van andere korpsen. Als muzikanten hebben we veel steun gehad aan uw
aanwezigheid ook al zagen we u niet zo dadelijk zitten.
|