1985 2 april Soep
van den troep : Willy Schaerlaeckens
schreef ons (vanuit Soest) :
Beste
Bandlezers,
Op
4 maart trok ik met een klein hartje naar Mechelen om me vandaar naar Antwerpen
te begeven. Al vlug zag ik hoeveel jongemannen in hetzelfde geval waren als ik;
een ganse trein nieuw opgeroepen soldaten trok naar de kazerne van Kapellen
(Ekeren). Na een fikse eerste mars van het station tot de kazerne maakten we al
onmiddellijk kennis met het leger.
Daar
aangekomen werden we in peletons en kamers ingedeeld. Tegen de avond zaten we
zo stilaan op onze plaats en konden we met een eerste kennismaking beginnen.
De
ganse eerste week was trouwens een kennismaking : nieuwe kameraden, nieuwe
chefs, een nieuwe omgeving. Ik werd dadelijk aangeduid als kameroverste. Na
enkele dagen werd ik zelfs tot peletonoverste benoemd, twee taken die niet te
onderschatten zijn. Tijdens deze eerste dagen kregen we toespraken van
verschillende mannen met een ganse strepen- en sterrenwinkel. Later werd ons
wel geleerd dat al die sterren en strepen een hele betekenis hebben.
De
rest van de week vulden we met lessen over reglementen, ontploffingen,
bewapening, het toedienen van de eerste zorgen, tactiek,
Tussen al de lessen
in gingen we ons buikje lekker vol eten, want van het eten hadden we echt geen
klagen. We waren allen wel blij dat we in het weekend naar huis mochten om eens
goed uit te slapen.
De
tweede week ging al even vlug voorbij als de eerste en vooraleer we het zelf
wisten waren we aan onze derde week bezig. Tijdens deze week begonnen we aan
onze eerste praktijkoefening : de gaskamer. Al bij al viel ook dit goed mee.
We
zaten al met onze gedachten thuis, want we hadden een dagje verlof, de
zogenaamde bataljonsdag.
De
laatste week opleiding beloofde echter wel zwaarder te worden. Het drukke
programma begon s maandags met een tochtje naar het fort van Kapellen om te
gaan schieten met de Vigneron. Dinsdag was de climax, een mars van meer dan een
uur naar Brasschaat. Daar werd alle theorie op een rijtje in praktijk omgezet.
Dat ging van sluipen, kruipen, vallen en opstaan, tot schildwacht spelen. De
aanhoudende regen en het modderparcours maakten het wel extra zwaar. De
woensdag opnieuw naar Brasschaat, maar dit keer met de bus. We gingen schieten
met de FAL. Daar ondervonden we in welke slechte staat de Belgische geweren op
dit ogenblik verkeren. Donderdagavond was het ons afzwaaifeest van Kapellen.
Met de ganse kamer maakten we er een gezellig onderonsje van.
Na
een lange treinreis zijn we nu in Soest aangekomen. De eerste dagen vallen hier
mee. Er staat me hier een rustig jobje te wachten. Het eerste wat we te horen
kregen was dat we zeker 3 weken weg zijn. Voilà, geen Paasmaandag in Leest,
maar we zullen ons hier ook wel proberen te amuseren.
Tot
schrijfs, SM Willy.(DB, mei 85)
In het heimatblad van juni verscheen het
vervolg :
In
de vorige Band kon iedereen lezen hoe het verliep in mijn opleiding. Nu komt
het vervolg vanuit Duitsland.
Op
1 april zijn we met de ganse Compagnie uit Ekeren vertrokken in de richting van
Duitsland. Een hele bende arme sukkelaars begaf zich eerst naar Schaarbeek waar
de DVT (noot : militaire trein) rond 10u20 vertrok. Na een lange reis met
veel onderbrekingen kwam om 15u45 het station van Soest in zicht. Met bussen
werden we naar de verschillende kazernes van Soest gebracht. Bijna gans ons
peleton werd ondergebracht in de 9de Linie.
Daar
aangekomen werden we per Compagnie en per kamer ingedeeld.
De
eerste dagen was het weer allemaal wat wennen aan het nieuwe milieu. Hier in
Soest zijn het bijna allemaal beroepsmensen, in onze opleiding in Ekeren kwam
je maar zelden een boeffer tegen.
Door
de soldaten die al minstens een maand daar gekazerneerd waren, werd ons verteld
dat we niet lang in Soest zouden blijven. Op 8 april, jawel Paasmaandag en
Hoogdag met een grote H in Leest, vertrokken we om 2u30 s morgens op kamp
naar de Luneburgerheide, meer bepaald naar Bergen Hohne, 260 km ten noorden van
Soest en 100 km beneden Hamburg. Ik was medebegeleider van een oude 6-tonner, dus
van slapen was er geen sprake. Na zon 100 km en meer dan 2 uur rijden (ik was
toch zo zachtjes aan het indommelen) waren we terug klaar wakker. Enkele keren
puf, puf, puf en daar stonden we langs de kant van de baan. Na een kwartiertje
was het euvel (mazoutfiltertje kapot) hersteld en konden we rustig (plus minus
50 km/u) verder tuffen. Rond 8 uur kwamen we toch in Bergen aan. Het verblijf
in Bergen viel wel mee. Het waren wel lange dagen. Om 7 u. s morgens moest ik
al op het bureel zijn om daar permanent te blijven tot ongeveer 9 u. s avonds.
Dat gaat zo als ge op het bureel van de Commandant zit. Schoon jobke, maar dan
kunt ge wel elke dag (gedurende 2 weken) wacht kloppen.
Wel ben ik (als tegenprestatie ?) met de Commandant naar de domonstratieschietoefening
gaan kijken. Er werden daar raketten van zomaar eventjes 600.000 fr. afgevuurd.
Dan met de jeep naar de schietstand want daar waren mijn medematen al aan het
schieten met de Vigneron. Halfweg het kamp ben ik vlug even naar Soest
geweest om er een kaft te gaan halen die we vergeten hadden. Typisch leger, 520
km voor een kaft !
Na
ons verblijf van 2 weken in Bergen keerden we allen terug naar Soest. Enkele
dagen op het bureel en op verlof.
Juist
voor we echter op verlof konden vertrekken hadden we nog een bataljonscross.
Hierin eindigde ik 8ste en werd meteen 1ste milicien.
Samen met nog een andere milicien en enkele onderofficieren mag ik op 15 mei
mee naar Eupen voor een cross van 8,4 km. Daar gaan we lopen voor een of andere
beker.
Na
de bataljonscross was het enkel wachten op de DVT die om 3u30 s morgens
vertrok.
Het
verlof ging allemaal veel te vlug voorbij en zo zitten we hier weer in Soest.
Hopelijk
voor niet te lang want in Leest naderen de volgende feesten.
Tot
dan misschien, Soldaat Willy.
En op 8 augustus schreef hij weer vanuit
Soest naar het heimatblad :
Het
jaarlijks verlof is weer voor velen voorbij. Ook hier in Soest is iedereen
terug aan de slag gegaan. Niet dat er anders veel gewerkt wordt, dat niet. Wij
als doodgewoon milicien genieten niet van al die voordelen. Wij moeten het
stellen met 6 dagjes verlof per maand. Maar al bj al zou ik toch niet willen
ruilen voor het boeffersleventje.
Ondertussen
ben ik hier toch al mijn zesde maand bezig en begin zo stilaan af te tellen.
Het gaat wel zo langzaam tijd worden. Nu volgen er nog zon 80 dagen.
De
voorbije maanden is er ook wel het één en ander gebeurd. In juni hadden we in
de kazerne bataljonsfeesten en een bevelsovergave. Anderhalf uur moesten we in
slechte weersomstandigheden stilstaan en dan volgde het défile. Maar achteraf
konden we genieten van 3 dagen feest. Er waren hier vele families op bezoek. De
sfeer was gans anders dan de andere dagen. Tentoonstellingen van alles wat met
het leger te maken had (tanks, geweren, raketten,
).
En
in juli stond er weeer een feest op het programma. We mochten immers
deelnemen aan het militair défilé in Brussel. Gedurende 2 weken werd elke dag
geoefend. Het moest goed zijn want Soest moest de eer verdedigen. In Brussel
verliep alles goed. Zaterdagmiddag vertrokken we hier in Soest reeds. Om 7 u.
s avonds kwamen we aan in hotel Peutie. Daar was een echt vakantiekamp met
koningseten (in vergelijking met in Soest). Maar zondagavond onmiddellijk na
ons optreden in Brussel ging het huiswaarts (lees Soest).
Het
is wel eens plezant zo door de straten van Brussel te paraderen en weten dat er
vele duizenden mensen naar jou aan het kijken zijn. En zo hebben we de Koning
ook weer eens gezien, eerst voor een gewone schouwing (de Koning reed met zijn
jeep voorbij) en achteraf gingen wij hem voorbij voor de parade. Wie weet
houden we er nog een dagje verlof aan over.
Vorige
maand ben ik hier ook nog peter geworden. Er kwamen een paar nieuwe
rekruutjes binnen en elke maand wordt er zo een verantwoordelijke aangeduid
die hen moet rondleiden. Een dagje rondwandelen in de kazerne en in de stad,
met andere woorden een extra dagje verlof.
Voor
ik mijn brief sluit zou ik nog de goedendag willen doen aan alle lezers van De
Band, maar vooral aan mijn klanten van de Juniorslaan, Lindelaan en de Oude
Tisseltbaan. Binnen twee maanden hebben jullie de oude fakteur terug.
Tot
dan, soldaat Willy. (DB,juni 85)
-Plechtige
communicant Willy Schaerlaeckens in 76.
-Afscheid
van den troep van S.M. Willy Schaerlaeckens.
|