1986 – 7 augustus : Overlijden van de Leestse Ereburger Hendrik DIDDENS
Hendrik Diddens is niet meer
“Hendrik Diddens is overleden”. Het werd ons donderdagavond gemeld. We werden er stil van. De man die we van in onze jeugd zo goed kennen, de man die zoveel jaren later in 200 afleveringen het werkdocument “Woordenboek van het Mechels dialect” in deze kolommen publiceerde, de man die tijdens het 11 juli-feest j.l. de harten veroverde van alle aanwezigen toen hij in een vraaggesprek met presentator Francis Verdoodt enkele Fabels van de Voddemet debiteerde, die Hendrik Diddens is op 72-jarige leeftijd overleden.
Een hartaanval werd hem fataal. De rouw die zijn echtgenote en kinderen treft is groot.
Hendrik Diddens is een geliefd man, ook ver buiten zijn familiekring.
Op een andere plaats in deze krant wordt een overzicht gegeven van de gepubliceerde werken van Hendrik Diddens. Dat zijn er heel wat.
In onze eigen Gazet van Mechelen is Hendrik Diddens een vertrouwde figuur. Vooral in de periode dat zijn “Woordenboek” liep kwam hij regelmatig eens poolshoogte nemen van wat er allemaal verkeerd liep, want het bleek dat de fonetische weergave van “Mechelse klanken” niet zo’n logische zaak is voor een computer uit de 20e eeuw.
Hendrik Diddens bekeek het allemaal even nuchter, met een glimlach er bovenop.
Dat z’n woordenboek succes kende was voor hem geen verrassing. Dankzij de reacties van de lezers, kon hij zijn fichebakken verder aanvullen en verbeteren om daardoor met nog beter gedocumenteerde gegevens te werken aan de uiteindelijke uitgave van “Het woordenboek van het Mechels dialect”.
De plannen bestonden (en bestaan nog) om tegen het eind van dit jaar dit Woordenboek op de markt te brengen. Hendrik Diddens zal het niet meer meemaken.
Diddens was een trouwe klant van deze krant. We denken dan vooral ook aan “Mijn kinderjaren in de Hanswijkenhoek” reeks die in 1959 ook in de Gazet van Mechelen verscheen en die in 1960 door de uitgeverij De Vlijt werd uitgegeven. Hierin beschrijft “den Didden” zoals in Mechelen dikwijls gezegd wordt, zijn kinderjaren in Coloma. Dat is tegelijk ook een stevige portie geschiedenis van die wijk die toen in volle opgang kwam. Maar tussendoor klopte Hendrik ook bij ons aan met de vraag een artikel te publiceren over dit en dat.
Het samenstellen van het “geslacht Diddens” was ook één van zijn realisaties waaraan hij met veel plezier en met evenveel stiptheid gedurende jaren werkte.
Hendrik Diddens is niet meer. Wij zullen zijn telefoontjes aan onze redactie missen. Maar zijn echtgenote en kinderen en kleinkinderen missen een liefhebbende vader en grootvader. Aan hen onze kristelijke deelneming. Frans Teughels.”
Hendrik Diddens overleden
“Donderdag j.l. overleed Hendrik Diddens in zijn woning te Mechelen. Deze Mechelse auteur, die op 17 juli 1914 te Mechelen het levenslicht zag, werkte de jongste jaren veel aan het samenstellen van ‘Het Woordenboek van het Mechels dialekt’ waarin in Gazet van Mechelen, gespreid over 200 afleveringen, een werkdocument verscheen.
Maar niet alleen met dit Woordenboek kwam Herndrik Diddens, een op rust gestelde onderwijzer, in de actualiteit.
In de reeks ‘Historische verhalen’ verschenen van hem 21 afleveringen, uitgegeven bij De Sikkel, Antwerpen.
Hendrik Diddens schreef in 1954 een bijdrage over het Jezuitencollege te Antwerpen, in 1939 over Mgr. Scheppers n.a.v. het eeuwfeest van de congregatie van de Broeders van Scheppers.
In 1960 werd door uitgeverij De Vlijt het boek ‘Mijn kinderjaren in de Hanswijkenhoek’ op de markt gebracht waarin Diddens zijn jeugd beschrijft in de buurt waar hij geboren is.
Onder hoofdstuk ‘monografie’ werd in 1972 bij Godenne Brussel het werk ‘Albe aan boord van het woord’ uitgegeven en op het vlak van poëzie publiceerde Hendrik Diddens in 1952 ‘Tot halverwegen’ en in 1954 ‘Kleine Keuze’.
Na de publicatie in de vorm van afleveringen van ‘Woordenboek van het Mechelse dialekt’ lag het in de bedoeling van de auteur om dit Woordenboek aan het eind van dit jaar op de markt te brengen.
Hendrik Diddens gaf dit jaar, in eigen beheer ‘Fabels van de Voddemet’ uit, een, zoals hij zelf noemt, ongetatoeërde rijmkroniek in het algemeen beschaafd Mechels.
Zowel in deze werken als in de historische verhalen en in al wat Hendrik Diddens publiceerde, komt de subtiele feeling voor mensen en dingen uit het verleden, sterk tot uiting.
Dat heeft velen aangenaam getroffen bij het lezen en herlezen van de werken van Hendrik Diddens.
De uitvaartliturgie wordt woensdag te 10.30 uur gehouden in de kerk van St.-Jan Berchmans te Mechelen.” (GvM, 9/8/86)
In ‘De Band’ van september verscheen volgend In Memoriam :
“Als trouwe lezer van ‘de Band’ en af en toe medewerker, is te Mechelen de heer Hendrik Diddens in de Heer ontslapen. Was Hendrik destijds te Leest geraakt om er de stamboom van de familie Diddens op te zoeken, is hij als geboren Mechelaar in zijn oprechte gehechtheid aan volk en taal van het dorpken zijner voorvaderen blijven houden.
Was Hendrik’s tong eerder karig, een beter toehoorder vond men niet. Genietend kon hij luisteren, liefst van al wanneer gesproken werd in de eigen gewestspraak. Dan kwamen soms glanskens in de ogen en zou hij nooit hebben onderbroken tenzij om af en toe een klein boekje uit de zak te nemen en vlug een paar woordjes te noteren, of met een paar korte zinnetjes zijn eigen mening te vertellen. De pen echter was zoveel vlotter, dat getuigen de menige verhalen en gedichtjes welke hij over volk en grond, waarvan hij zielsveel hield, gemaakt heeft, en waardoor hij terecht, als was het misschien niet de enige, dan toch als eerste mens het Ereburgerschap van onze gemeente heeft gekregen.
Als laatste van zijn werken vernoemen we nog ‘de Fabeltjes van de Voddemét’ en het verklarend woordenboek van het Mechels dialect dat eerlang nog verschijnen zal.
Met Hendrik hebben we een goed christen, edel Vlaming en groot kunstenaar verloren. God hebbe zijn ziel.”
Jaar van het dorp – Genealogische eligie Over de ruikende Zenne bedachtzaam de pastorie het gedrongen vierkante kerktorentje het doordedagse dorpsplein van Leest voorbij… Kinderen bedrijven in de zon lichtvoetig avonturen van tijdeloze verbazing; ééntje lacht marginaal naar de man. Op zijn aamborstige fiets schrijft die man met grote onhandige krullen alle dorpstoponiemen voorvaderlijk bij elkaar doelloos van het Hoogveld over het Hertveld naar het Schotelveld maar aarzelend een ommetje langs de Kleine Heide, de Grote Heide de Neerkouter en de Rennekouter wenkt de cijnsmeester van de Kortenbergse abdis hem warempel naar de Tiendeschuurstraat. Zwaar ademt hij Op de gesloten luiken van een onzichtbare witte pachthoeve. Hier hebben ze gewoond zeven generaties van zijn naam en van zijn bloed; hun licht ontvlambaar karakter flitst uit geloof en boete met een krakende krachtterm op : werkelijk, hij aardt naar geen vreemden. Stamouderparen, vrijgezellen, kinderen, vooral kinderen, onbeschrijfelijk véél kinderen één na één onloochenbaar zijn dood-en-vergeten verwanten. In de oude parochieregisters stonden ze allemaal opgetekend; jaren geleden heeft hij het geduldig opgezocht. Over de ruikende Zenne bedachtzaam de pastorie voorbij het gedrongen vierkante kerktorentje en daaromheen het kerkhof van Leest : hier rust het gebeente van zijn voorgeslacht stof en as honderd zeventig doden van zijn naam en van zijn bloed. Liniaalrecht gaat zijn oude liefde van Mechelen naar Leest zijn stad aan de Dijle zijn dorp aan de Zenne. Misschien dragen zijn vrienden het dode lichaam van deze man ooit eens de richting van zijn heimwee uit… Hendrik Diddens.
Foto’s : -Hendrik Diddens werkte bestendig aan het afwerken van z’n Woordenboek van het Mechels dialect, een levenswerk. -Het schutblad van het ‘Woordenboek van het Mechels dialect’.
Vervolgt…
|