1986 – September : De leerkrachten van de Stedelijke Basisschool
Leerkrachten van de kleuterafdeling : -Ella Janssens. -Annie Vloebergh.
Leerkrachten van de lagere afdeling : -Monique De Winter. -Jan Teughels. -Carina Vercammen. -Paul Van Dessel. -Stan Gobien (schoolhoofd).
Daarbij kwamen nog de bijzondere leermeester godsdienst, zedenleer en lichamelijke opvoeding. (Infobrochure S.B.S)
1986 – September : Nieuws uit Chili
“Lieve vrienden,
Ik ben weeral goed aangekomen in Concepcion, donderdag 12/6 om 20 u. ’s avonds.
Ik zou vooreerst willen danken voor al de vriendschap en de waardering die ik van alle kanten mocht genieten. Het is telkens een grote opgave voor ons om op verlof te komen en ons te vernieuwen op alle gebied, vooral een tijd om al de problemen van hier te vergeten en zich eens thuis te voelen tussen zijns gelijken. Dank om te helpen hierin te slagen. Dank ook voor al de materiële steun.
Ik heb een hele hoop nieuws. Eerst en vooral over mijn ontvangst hier. In de huizen van de kinderen hadden ze me de ene verrassing op de andere voorbereid. In elk van de huizen hadden ze een reuzentaart. In de campo hadden ze zangen voorbereid en gitaarspelen. Ze hadden zelf voor elk van de kinderen pantoffels gemaakt en nog voor de tentoonstelling en hebben wel 30 oude muziekplaten beschilderd en geplooid als mandjes.
Prachtig werk ! Ook in de serre hadden ze nu in de winter prachtige sla en tomaten.
In het huis beneden hadden ze ‘schilderijen’ in kruisjessteek. Maar daar is een kindje van 5 jaar zeer ziek : TBC met bijna de twee longen aangetast. Gelukkig is de besmetting niet overgegaan op de andere kinderen.
In de twee huizen van Concepcion bleven ze niet ten achter. Ze hadden schortjes gemaakt en andere mooie werkstukjes in stof of breiwerk. In het andere huis hadden ze schilderijen gemaakt met droge blaren, bloemen en zaden op hout en ook vele werkjes met schelpen uit de zee. Daarbij hadden ze verleden zondag toneel gespeeld voor de mensen van de wijk en hadden me een verrassing voorbereid. Ze hadden hiermee 5.593 pesos verdiend om te helpen aan de bouw van het hospitaal.
Dan zondag was het onthaal hier in de kapel. Met een speciale vredekus en een warme omhelzing en dan brak een spontaan applaus los in de kapel. Dan weer tot inkeer komen om te communiceren. Daarna een cocktail. Ik was weeral seffens ingeburgerd en ook al aan ’t werk. Vandaag en ook gisteren hadden 6 van onze grotere kinderen vergaderingen en gebedsstonden in de grote parochie. Ze waren zeer tevreden.
En nu wat algemeen nieuws. Vooreerst over het weer. Het giet hier al 4 dagen, met zeer sterke winden, het schijnt wel een orkaan te zijn. De rivier stond op haar hoogtepunt en nu vandaag was er overstroming. ’t Is te hopen dat het nu een beetje beter zal worden.
Daarbij bomaanslagen, dan hier, dan daar, maar alle dagen en telkens vallen er doden.
De bouw is wel wat gevorderd, maar alle dagen komen er andere fouten aan het licht die moeten verbeterd worden. Ik denk wel dat we reeds een deel zullen kunnen inhuldigen tegen 18 augustus, dag van Pater Hurtado. We zijn nu bezig met het opzoeken van een firma voor de lift, het ijzerwerk voor de trap en de verf. De ‘amigas’ hebben een modeshow gehouden en hebben aldus 150.000 pesos (40.000 fr.) bijeengebracht. Zo krijgen we stilaan wel wat bijeen om verder te kunnen werken.
Tot volgend praatje. Nogmaals hartelijk dank voor alles en tot volgend schrijven.
Een zeer warme omhelzing uit Chili. Juanita.” (‘DB’,juli ’86)
1986 – septembernummer ‘De Band’ : Nieuws van Pater René De Laet
“Ne mens bouwt maar één keer in zijn leven” zegt men hier. Een missionaris is altijd aan het bouwen. René De Laet is 62 jaar en heeft er 36 jaar Congo en Zaïre opzitten. Als we hem vragen wat eigenlijk zijn werk is als priester, haalt hij met trots een plan voor een nieuwe kerk uit zijn boekentas en hij begint te vertellen : “Die kerk moet er komen in Alagi : dat is een centrum op 30 km van mijn missiepost. Daar wonen ongeveer 15.000 mensen. Die streek is geïsoleerd, vroeger was ze zelfs onbewoond. De mensen zijn enkele jaren naar die streek komen wonen omdat er toen goud gevonden werd. Ook zijn er velen gekomen toen er in het Noorden hongersnood was door overbevolking en de blanke administraties hen de mogelijkheid bood naar de vruchtbare grond van Alagi te verhuizen. Alagi zelf moet ge u niet voorstellen als een gemeente, het is een klein centrum en vele gehuchten verspreid over een sector van 40 op 30 km. Nu hebben wij er 25 kapellen staan. Op 6 plaatsen zijn er schooltjes met 1 of 2 leerjaren en in het centrum van Alagi hebben wij een volledige lagere school. Er is ook een moederhuis en een dispensarium, maar die zijn in een vervallen staat en meestal zonder geneesmiddelen.
In één woord : het is een gebied dat verwaarloosd werd. Wij met de missie, willen die streek in ontwikkeling brengen. Wij gaan er een kerk bouwen. Maar voor ge er aan begint moet ge er eerst de weg naar toe bouwen : 30 km baan. Zo gaat dat in Zaïre.
Het plan van de kerk is opgesteld door een Duitse broeder en een Franse pater gaat de bouwwerken leiden. De stenen worden ter plaatse gemaakt door vrijwilligers. De klei komt uit de grond ter plaatse, het hout om de steenoven te stoken is ook geen probleem, en sinds maanden sleurden ze met rotsblokken die ze in de grond vinden, om er de fundaties mee te maken. Het grote probleem is cement, die moet uit Bunia komen (70 km) en kost zeer duur en is meestal niet te krijgen. Het metsen zelf en de schrijnwerkerij zal allemaal geen probleem zijn : die vinden wij ter plaatse, want veel van die mensen werkten vroeger aan de goudmijnen en hebben daar wel leren bouwen. De mensen zijn enthousiast. Een voorbeeldje om dit te illustreren. De balken voor het gebinte zijn 4 m lang. Die lagen bij ons op de missiepost, 30 km van Alagi. Met een kamion konden ze niet vervoerd worden want die geraakt niet door de weg door. Met een paar honderd mensen zijn ze van Alagi naar de missiepost gekomen en hebben die 80 balken van 4 m lang op hun schouders, te voet, 30 km gedragen.
Zo een inzet te zien van de mensen doet u als missionaris deugd !
De mensen doen dat uit overtuiging, ze zijn door niets gedwongen. Ze zijn zeer godsdienstig. Ze doen het ook omdat ze inzien dat dit het begin is van een algemene opgang van hun streek : le développement intégral.
Want naast de bouw van een kerk voorzien wij de overname van het vervallen moederhuis en het dispensarium. Drie inlandse zusters gaan hiervoor instaan, die zusters zullen ook meegaan op tournée in al de gehuchten en daar de zieken verzorgen. Ook op gebied van onderwijs zullen wij grote inspanningen doen. Slechts weinigen kunnen nu naar school gaan. Voorlopig vangen wij de kinderen die niet naar school kunnen of willen gaan, op, en geven hen gedurende 4 jaar 2 dagen in de week, gedurende 2 uren onderricht. Dit wordt gegeven door vrijwillige cathechisten : naast voorbereiding op eerste en plechtige communie, leren ze er ook lezen, rekenen, handwerk. Deze werking gaan wij uitbreiden. Als ge een beetje daarop nadenkt dat zijn problemen zo hoog als een berg : boeken, papier, leien, borden, krijt, breigerief : het is bijna allemaal onvindbaar of het kost stukken van mensen !
Tot daar het verhaal van pater René De Laet. Het is een stukje leven met al zijn moeilijkheden in het huidige Zaïre, maar ook met hoop in de toekomst van een man die in God gelooft.
René dankt alle mensen van Leest en erbuiten die hij nu al ontmoet heeft. Het doet deugd bij al die mensen zoveel belangstelling voor uw werk te vinden en de vele steun die hij kreeg zal goed gebruikt worden.
René vertrekt half september terug naar zijn werkterrein.
(Meer over René De Laet in deze Kronieken : 6 maart 1960)
Foto’s : Pater René De Laet tijdens verschillende fasen van zijn avontuurlijk leven.
|