1986 - Vervolg “Rust Roest”
Het bestuur begin ’86. Boven van l. naar r. : secretaresse Hilde De Kock, kassier Marcel Verwerft, voorzitter en huisregisseur Guido Hellemans, verslaggeefster Renild Polfliet en ondervoorzitter Fik Diddens. Onder : ere-voorzitter en stichter Alfons Hellemans (+20 april 1986) en ere-ondervoorzitter en medestichter Jaak Publie. (Foto : ‘Rust Roest Ontmaskerd, Deel II’)
De uitgave van “Rust Roest Ontmaskerd” belichtte de geschiedenis van de toneelvereniging vanaf het ontstaan in 1921 tot 1986. In 2007 schreef Guido Hellemans een vervolg. “Rust Roest Ontmaskerd , Deel II” behandelde de periode vanaf toneeljaar 1986-1987 tot einde van het toneeljaar 2006-2007. Omdat deze Kronieken een einde nemen in het jaar 2000 nog enkele wist-je-datjes die na dat jaartal gepubliceerd werden :
Guido Hellemans in ”Rust Roest Ontmaskerd, deel II” over de Ledenfeesten bij Rust Roest
“Feesten hoort bij het menselijk geleef en elke vereniging had en heeft haar jaarlijks ledenfeest. Zo ook Rust Roest. Het door mij voor het eerst meegemaakte ledenfeest had plaats in de herberg van de toenmalige speelzaal ‘Den Rooselaar’ bij Thedoor Teughels. Dat was in 1949 en ik mocht deelnemen omdat ik (voor het eerst in mijn leven) een toneelrolletje speelde in het blijspel ‘Sloeber, de geluksvogel’.
Die ledenfeesten verliepen volgens een vast stramien : welkomstwoord door de voorzitter, eetmaal, op te voeren ‘nummertjes’, zang met instrumentbegeleiding, eventueel dans en blij en opgewekt huiswaarts.
Rond 1965 kwam dit gebruik een beetje in het gedrang om daarna weer op te flakkeren.
De locaties van die feesten veranderden in de loop der jaren en hingen af van bepaalde omstandigheden als o.a. : beschikbaarheid van een geschikte ruimte, de huurprijs voor de feestruimte, een lid die familie was van een uitbater van een feestzaal, enz.
Met de mogelijkheid er een aantal te vergeten herinner ik mij de volgende : “Den Rooselaar”, “In den Bareel”, “Parochiehuis”, “Het Klooster”, “De Drij Gapers”, “Het Brughuis”, zaal bij Pol Piessens, “In ’t Seel”, alle te Leest. Te Mechelen in “De Kaarsensvlam”, zaal ‘Breughel”, de Chinees op de Antwerpse Steenweg. Ook eens te Sint-Katelijne-Waver, in “’t Seyenhof” te Blaasveld en in de Schranshoeve te Eppegem. De laatste jaren in “’t Hoekske” te Heindonk bij Luc De Wit.
Hierbij dient opgemerkt dat vooral de laatste jaren op mijn voorstel onze ledenfeesten in feite een vereenvoudigde voortzetting zijn van de toneelfeesten. De organisatie hiervan ligt in handen van Imelda. Want alhoewel er nagenoeg altijd ‘nummertjes’ werden opgevoerd is dit de laatste jaren opvallend toegenomen zodat ons ledenfeest dan een dubbel feest wordt want voor een toneelspeler is toneelspelen een feest.
Ons laatste ledenfeest op 6 juli 2007 stond in het teken van de poëzie.”
Ledenfeest 1996. (Tekst van Imelda Van der Hasselt)
“Beste Rust Roesters. Voor dit jubileumjaar, stoomde ik een briefje klaar. Geen kunst met een grote ‘K’, geen poëzie of proza, gewoon een briefje op rijm, simpel zoals we zijn.
1921 was het jaar, dat enkele mannen zeiden tegen elkaar. Willen we samen wat gaan acteren, om onszelf en de mensen te amuseren. Zo gezegd, zo gedaan, zo is Rust Roest ontstaan. De bekendste van die stichters (voor mij althans) waren Alfons Hellemans en Jaak Publie, die anderen ken ik zo niet.
Maar bij die pionierstijd blijven we niet te lang stilstaan, voor meer inlichtingen daarover kan je altijd naar het boek van Rust Roest gaan.
Ik zou liever over het einde van de jaren ’40 spreken. Daar kwam de eerste van onze generatie de kop opsteken. Guido Hellemans kwam in het gezelschap onder regie van zijn vader, hij speelde slachtoffer, minnaar en dader. En alles met evenveel fure. Hij zou helpen de groep in de juiste richting te sturen.
De jaren gingen voorbij en er kwamen regelmatig nieuwe leden bij. Zo kwam er in 1965 een jonge griet, dat was Renild Polfliet. Zij speelde de pannen van het dak, en veroverde Leest op haar gemak.
Een beetje later meldde zich nog een jonge kracht. Hij was wel van het andere geslacht. Marcel Verwerft sprong het podium op heel gezwind, en werd al vlug eenieders vriend. Ook hij werd acteur in hart en nieren. Zo mochten hij en Renild samen hun 25-jarig jubileum vieren.
Met hun drieën vormen zij toch wel het boegbeeld van ons toneel, maar alleen kunnen zij natuurlijk ook niet veel.
Daarom ga ik nog wat verder de archieven uitdiepen, daar komen de jaren zeventig al piepen.
Mijn zuster Denise begon in ’72 aan haar debuut, en ik jonge snotter volgde haar op de minuut. Ik hielp haar haar rol in te studeren, en dacht toen al bij mezelf, dit wil ik ooit zelf proberen.
In ’74 beproefde ik mijn geluk. ‘Wat doet mijn vrouw van 2 tot 5’ noemde mijn eerste stuk. En de microbe heeft ook mij serieus gebeten, want ik wil van geen wijken weten.
Maar hier zitten nog zo’n zotten bij, Jan Emmeregs is de volgende in de rij. In ’79 klopte hij bij Rust Roest aan en hij zou vele keren op en achter het podium staan. Met het juiste kostuum en de mooiste pruik van Mr. Albert, speelde hij de rol van ‘Baziel’ met heel veel gère.
Nu geeft hij de fakkel al eens graag door aan een jongere snaak, Marc Windelen bv. vervult dan met veel plezier die taak. Hij kwam in ’82 een rolletje vragen, sindsdien is Guido bij hem elk jaar gaan zagen. Marc kan zo’n beetje vanalles, hij is echt een toffe kadee, hij brengt ook dikwijls lekkere zelfgemaakte taarten mee.
Ondertussen zijn we midden jaren tachtig gekomen, in 1985 werd Raf Scheers aangenomen. Als hij niet acteert gaat hij achter de tapkraan staan, daar verdienen we tenminste nog wat aan.
In ’86 is er nog een jongeman binnengewandeld. Daar hebben Guido en Marcel direct mee onderhandeld. Eric Vandenwyngaert mocht mee komen acteren, als hij ook nog wat klusjes zo goedkoop mogelijk kon arrangeren.
Een jaar later kwam Ria Verschooten, toen is heel Leest verschoten. Want in het dagelijkse leven is Ria rustig in haar laten en doen, maar op het podium geeft ze van katoen.
Dominique die jongen stil en zoet, doet het ook heel goed. Geen rol is voor hem te groot of te klein, geen klus te zwaar of te fijn.
Maar het zijn niet alleen Leestenaars die bij Rust Roest komen, hier zitten er tussen die veel verder wonen. De gebroeders De Neve dat zijn er zo’n twee, en daar beleeft ge nogal wat mee. Sappige moppen en zotte kuren, maar hun toneelspel brengen ze met allure.
Nu iemand van de Mechelse kant, Jan Devos is hier in ’91 aanbeland. Samen met zijn zus speelde hij voor het eerst in ‘Het derde woord’, maar het laatste woord hebben we van hem nog niet gehoord. Want het is niet alleen thuis dat hij zijn best doet, op ’t podium doet hij het ook goed.
In ’92 kregen we veel nieuw bloed op de planken, in ‘Rooms begonnen’ zaten veel jonge meisjes op de schoolbanken. Cindy en Ann, zijn er daar twee van. Het zijn stuk voor stuk goeie actrices, we zouden ze voor geen geld ter wereld willen missen.
1994 was ook een vruchtbaar jaar, toen sprokkelden we nieuwe leden met drommen bij elkaar. Frauke kwam, zag en overwon, we zagen al vlug dat ze het kon. Als de school het toelaat, hoop ik dat ze vlug terug tussen ons staat.
Christof speelde eerst bij de buren, maar wou zich voor één keer aan ons verhuren. Het is hem bij ons toch ook bevallen , en is dus al dikwijls ingevallen.
Jean-Pierre is er ook van ’94 bij, voor elk stuk is hij er als de kippen bij Al is het voor hem niet altijd makkelijk want hij moet dikwijls naar het buitenland, comedie spelen vindt hij heel plezant.
Voor “’t Gezin van Paemel” in 1996, kregen we Ellen, Kathleen en Bartel erbij, ook zij stonden hun mannetje, alle drij. En zij sluiten voorlopig de rij.
Tot zover de spelende leden. Maar er zijn ook de niet-spelende en toch hardwerkende leden.
Zo heb je Julia, Palmire en Francoise bij de entree, zij heten ons publiek welkom en geven graag een programma mee. Germaine, Sylvia, Staf en zijn zonen, zorgen ervoor dat de mensen geen drank te kort komen. Baarendse maakt voor ons een mooi schilderij. Kristien zorgt voor haar man z’n kledij. Benny brengt muziek en klank, Christoph bezorgt ons elke plank. Ivan zoekt het juiste interieur, nog andere komen helpen met verf en kleur.
Nu zou ik nog graag een speciale dank uitspreken aan al die brave lieve echtgenoten die geduldig op ons zitten te wachten, die vele avonden en nachten. Door het begrip en de vrijheid die we van hen krijgen, kunnen wij onze toneelstukken aaneen rijgen. Het moet niet altijd gemakkelijk zijn, om met een Rust Roester getrouwd te zijn.
Maar ondanks alles hoop ik dat we binnen 25 jaar met z’n allen nog bijeen kunnen komen voor ons 100-jarig bestaan.”
(Ingekort uit ‘’Rust Roest Ontmaskerd, deel 2” van Guido Hellemans)
Meer over ‘Rust Roest Ontmaskerd’ in deze Kronieken onder 19/12/86 ‘Feestviering bij Rust Roest’.
|