1987 – Zondag 4 januari : Chirokoningen bezochten Leest “Zondag 4 januari zullen tientallen koningen door onze straten trekken. De bedoeling van deze activiteit is geld in het bakje te brengen om onze nieuwe chirolokalen te kunnen bekostigen. We rekenen op uw milde steun.” (‘DB’, januari ’87)
1987 – Donderdag 8 januari : K.W.B. Zaalvoetbal (‘DB’, januari ’87)
1987 – Zaterdag 10 januari : Teerfeest Landelijke Gilde Voor de liefhebbers was er in het parochiecentrum om 12 uur een biefstuk met daarna de mogelijkheid om een kaartje te leggen. Om 18 uur eucharistieviering in de parochiekerk voor de overleden leden en een bijzondere omhaling voor het ontwikkelingswerk “Ieder voor allen”, waarmee een landbouwproject in de derde wereld werd ondersteund. Nadien werd het feest verder gezet in de parochiezaal met het feestdiner, een tombola en dans. (‘Parochieblad’ 8/1/87)
1987 – 10 januari – Gazet van Mechelen : Een vinding van Jos en Henri Verbeeck.
Gedroogde groenten, een unieke Leestse specialiteit.
Jos en Henri Verbeeck, die van hun familietuinderbedrijf een speciaalzaak maakten, legden zich als enigen in ons landje toe op het verwerken van tuinbouwgewassen tot gedroogde groenten. Wat meer is, zij verwerken de groenten zelf van inzaaien tot eindproduct. Hier wordt nog zuivere edele maar noeste handenarbeid verricht.
Beide broers groeiden op tussen de landbouwgewassen. Vader Verbeeck (Noot : Jef), een echte doe-het-zelver, had een tuinbouwbedrijf waarop in de jaren ’40 een waaier van verschillende teelten werd gekweekt. Gezien landbouwmachines in die tijd nog niet zo gangbaar en specifiek waren, trachtte de man het werk te verlichten door zelf een aantal tuigen in elkaar te knutselen. Zo bouwde hij, samen met zijn broers, een automatische groentenwasser, een tractor, een motoculteur en een speciale landrol, die later zelfs gebrevetteerd werd.
Om de teelten optimaal te kunnen verzorgen werden stelselmatig minder soorten gewassen gekweekt. Al vrij vlug legde men zich toe op voornamelijk prei en selder. Het voordeel hiervan was ook, dat men slechts enkele landbouwmachines nodig had om het grootste gedeelte van het werk te verrichten.
Gedroogde groenten
In 1968 huwde Henri en ging met zijn vrouwtje bij haar ouders in Weerde inwonen. Hij keerde het tuinbouwbedrijf de rug toe en verdiende zijn boterham als vrachtwagenchauffeur.
Toen hij drie jaar later, in 1971, de kans kreeg het ouderlijk tuindersbedrijf over te nemen aarzelde hij niet. Opnieuw naar Leest dus. Het werd hard zwoegen, maar twee jaar later was het bedrijf reeds verdubbeld en vijf jaar nadien bouwden ze hun eigen huis.
De specialisatie naar enkele teelten bracht met zich mee dat men dikwijls moest verkopen aan te lage prijzen. Deed men dat niet, dan bleef men met een hoop overschot, en een financiële kater zitten. Voor dit probleem zocht Henri naar een oplossing. Tot hem in het acherhoofd een lichtje ging branden : de gedroogde groenten uit Nederland !
Samen met zijn broer Jos, die inmiddels afgestudeerd was als ingenieur, zocht hij koortsachtig naar mogelijkheden om op verantwoorde wijze de groenten tot een gedroogd eindproduct te verwerken.
Allerhande proeven werden gedaan, zelfs de linnendroogkast van vrouwlief kwam er aan te pas !
Tot de landbouwconsulent van de provincie Antwerpen, die regelmatig aan huis kwam, hen voorstelde om eens een kijkje te gaan nemen in het Rijksinstituut voor Land- en Tuinbouwtechniek in Merelbeke.
Het toeval wou dat daar, onder leiding van Prof. Maton, juist een project “luchtdrogen” op zijn einde liep. Niemand had zich evenwel aangeboden om de mogelijkheden in praktijk om te zetten, en zoals dat met zovele projecten gebeurt, bleek ook dit gedoemd om ergens in een of ander archief te belanden. De gebroeders Verbeeck waren echter wel erg geïntresseerd en staken één en ander op zodat ze de dag nadien thuis onmiddellijk aan de slag gingen.
Weer werden heel wat testen doorgevoerd en dagen en nachten knutselden ze aan hun eigen project. Uiteindelijk geraakte hun eerste grote warme luchtdroger klaar. Het was een kast met zowat de afmetingen van een grote container, waarin via boven elkaar lopende transportbanden de groenten doorheen een warme luchtstroom werden geleid. Het eindproduct bleek een gebruiksklaar ingrediënt te zijn voor allerhande kooksoepen.
Na wat proefdraaien hadden ze al vlug een ton gedroogde prei klaar, maar er was nog niet naar een afzetmarkt gezocht.
Via de Dienst voor Buitenlandse Handel kwamen ze aan de adressen van kandidaat-kopers. De normen qua zuiverheid bleken enorm streng. Voor Henri en Jos was ook dit geen onoverkomelijke hindernis. Gezien ze zelf hun groenten wonnen, wisten ze wat ze in huis hadden. En via hun pel-, was- en maalmachines en hun reinheid van handelen rolde er een zuiver kwaliteitsproduct van de band. Het vertrouwen van de klanten werd langzaam ingewonnen en de productie en afzet vergrootte.
Ontwikkeling
Gedurende een paar jaar werd de mechanisatie verder ontwikkeld. Op vraag van de klanten werden meer soorten gewassen geteeld en verwerkt, zodat het bedrijf uitbreiding nam. Tot plots in mei 1984 het noodlot toesloeg. Rond 8 uur ’s morgens stegen er donkere rookwolken uit de hangar. Henri snelde er naar toe, maar de plastieken dakplaten hadden reeds vuurgevat. Van de ganse preiproductie konden slechts 9 zakken gerecupereerd worden. Gans het dak was vernield.
Ook de warme luchtdroger stuk. Veel tijd om de verdere toekomst te overwegen was er niet, want in juni begon het bloemkoolseizoen reeds. In slechts 3 maanden werd de hele zaak terug heropgebouwd. Ondertussen was ook de vriesdrogerij in aanbouw, zodat de gebroeders Verbeeck in die tijd heel wat slapeloze nachten doormaakten.
Vriesdrogen
Het vriesdrogen, dat onder de hoede van Jos Verbeeck staat, is gebaseerd op het drogen van de groenten, door het onttrekken van lucht. Hierdoor ontstaat een vacuum, waarin de groenten als het ware koken bij een temperatuur van -20° C. Het eindproduct is bijna gaar.
Gezien groenten bestaan uit 93% water en 7% droge stof houdt men van 5 kilo groenten slechts ca. 1 kilo droge stof over. Dit brengt met zich mee dat men heel wat ton groenten moet oogsten, wil men een redelijke hoeveelheid droge stof kunnen verkopen.
De gebroeders Verbeeck bewerken dan ook heel wat landbouwgrond en puren daaruit 75% van hun totale droge groentenomzet. Elke dag wordt ongeveer 10 ton groenten gedroogd. Bijna gans hun productie is voor het buitenland bestemd, voornamelijk Duitsland en Engeland.
Voortdurend controleren ze de bacteriologische zuiverheid van hun eindproduct want kwaliteit is en blijft de hoofdtroef.
Momenteel wordt de kweek van groenten bij Verbeeck opnieuw gediversifieerd, zodat nog beter aan de vraag van het kliënteel kan voldaan worden. Of hoe een klein familiebedrijfje uitgroeide tot een uniek gespecialiseerd tuinbouwbedrijf. (JT).
Foto’s : -Vader Jef Verbeeck naast zijn zelf geconstrueerde tractor. -De zelfgebouwde monumentale kast waarin de groenten hun laatste bewerking ondergaan : het drogen. -De werkruimte van Jos Verbeeck, met moderne installaties waarin groenten gedroogd worden op -20 gr. C.
|