1993 – 3 februari : Overlijden van Pauline Robyns (Zuster Maria Liberta) In het St.-Erasmusziekenhuis te Borgerhout overleed Pauline Robyns, Zuster M. Liberta, dochter van O.L.-Vrouw van het H. Hart. Geboren : Leest 9 oktober 1911. Ingetreden te Buggenhout : 1/8/1932. Geprofest te Buggenhout : 2/2/1934. Vertrokken naar de Kongo-Missie : 22/4/1938. Tweede afreis : 17/5/1952. Derde afreis : Januari 1960. Teruggekeerd uit Zaïre : 10/8/1973.
“1 aug. 1932 was in het leven van Pauline Robyns een belangrijke dag. Ingaande op de uitnodiging van de Heer, trad ze toen in bij de Dochters van O.-L.-Vrouw van het H. Hart te Buggenhout als Zr. M. Liberta. Na noviciaat en professie was haar tijdelijk verblijf in Wallonië slechts een wachttijd op de verwezenlijking van haar levensdroom : haar vertrek naar de Evenaarsmissie in het toenmalig Belgisch Congo. Ruim 34 jaar zou zij daar het beste van zichzelf geven aan de missionering. In 1973 keerde zij definitief terug naar het vaderland omwille van haar gezondheidstoestand. Na een korte herstelperiode vestigde zij zich in de FDNSC gemeenschap te Deurne-Zuid. Adressen veranderen, maar haar hoofdtaak bleek steeds dezelfde : onopvallende maar hoogsttoegewijde keukendienst. Zo Moeder, zo dochter ! Had ze hierbij niet het inspirerende voorbeeld van O.-L.-Vrouw, van wie zij zich sinds haar professie op een bijzondere manier de ‘Dochter’ mocht noemen ? Ook te Nazareth had Maria de keukendienst voor haar gezin verricht, zo onopvallend dat het geschreven Evangelie er met geen woord over spreekt. Slechts uit een klein bericht van Lukas kunnen we de jarenlange duur ervan vermoeden. ‘Toen Jezus Nazareth verliet en in het openbaar begon op te treden, was Hij een jonge man van rond de dertig.” (LK 3,21) Na haast zestig jaar kloosterleven is nu de voornaamste dag van haar leven gekomen : haar vertrek in Gods eeuwigheid op 3 februari 1993, na weken pijnlijk verblijf in het St.-Erasmusziekenhuis te Borgerhout. Goede Zr. Liberta, vele missionarissen, vooral reispaters, zullen met dankbaarheid aan uw goede diensten terugdenken na de vermoeiende brousse-tochten. Geen van uw mede-zusters zullen uw zo dienstvaardig leven vergeten. Maar vooral laat uw laatste vertrek een grote leemte achter bij uw medezusters van Deurne Zuid. Een leemte van gemis en droevig ervaren om uw definitief heengaan en tegelijk de hoopvolle zekerheid dat de Heer nu zijn zaligmakende woorden tot u zal spreken : ‘In het kleine waart gij trouw, nu zal ik u het GROTE toevertrouwen’.” (Uit haar gedachtenisprentje)
Joanna Paulina Robijns (°9-10-1911, +3-2-1993) “Pauline is afkomstig uit de Blaasveldstraat en werd een dag na haar geboorte gedoopt ‘sub conditione’ (Noot MVH : in de kerkelijke doopregisters komt men regelmatig doopakten tegen waarin de pastoor in het Latijn schrijft dat hij het kind, “sub conditione”, onder voorwaarde doopt. De reden hiervoor is dat het waarschijnlijk om een “moeilijke bevalling” ging en dat de vroedvrouw tijdens de bevalling het gedeeltelijk geboren kind reeds gedoopt heeft om er zeker van te zijn dat bij noodlottige afloop het zieltje recht naar de hemel zou gaan). Ze ging in Leest naar school en werkte daarna thuis. Ondertussen was ze ijveraarster vor de E.K. en de B.J.B. en trad in bij de Congregatie van de Dochters van O.L.Vrouw van het Heilig Hart te Buggenhout (op 1/8/1932). Ze werd er geprofest als zuster Maria Liberta (2/2/1934). Van dan af werkte ze voor de zusters en de weeskinderen in de keuken te Lobbes (Henegouwen). Haar eeuwige geloften legde ze drie jaar later af (2 februari 1937). Ruim 34 jaar, van 1938 tot 1973, was ze missionaris in de Coquilhatstad/Mlbandaka-missie in Belgisch Congo/Zaïre (nu : Democratische Republiek Congo). Haar eerste afreis, per ‘congoboot’, duurde toen twee maand. Ze werkte achtereenvolgens te Bokote (1938), Ikela (1940), Boënde (1949), Bokela en in de leprozerie van Iyonda (1952). In 1960 maakte ze onafhankelijkheidsperikelen mee en werkte (tot 1969) in Bokela waar ze (in 1964 tot einde 1965) moest vluchten voor rebellen. Van Bokela ging ze weer naar Boënde (1969-1973). In Leest was ze op verlof in 1951 en 1959 en moest om gezondheidsredenen in 1973 definitief naar België terugkomen. Ze werkte dan, nog steeds als keukenzuster, in Deurne-Zuid. Na bijna zestig jaar kloosterleven en pijnlijke weken in het Sint-Erasmusziekenhuis te Borgerhout overleed ze er op 3 februari 1993. Daar werd haar uitvaart gevierd waarna ze begraven werd te Rumst (8/2/1993). (“De Sint-Niklaasparochie in Leest”, Wilfried Hellemans)
In januari 1960 vertrok de zuster opnieuw naar Afrika. Haar afscheidsfeest werd op 17 januari gevierd en daarvan verscheen in ‘De Band’ volgend verslag : “Laten we maar beginnen met het ronduit te zeggen dat deze avond als afscheid van E. Zuster Liberta een waardige en welgeslaagde avond is geweest. Ondanks het gure weder was de opkomst zeer bevredigend en mochten we andermaal meer dan twee uren nader kennis maken met het MISSIELEVEN. De feestavond werd ingezet door de ‘Koninklijke Fanfare Arbeid Adelt’ onder leiding van de heer Van der Taelen en die bracht ons om de stemming erin te brengen enkele marsen ten beste om daarna plaats te maken voor de ‘Koninklijke Fanfare St.-Cecilia’ onder leiding van de heer Rik De Bruyn welke het muzikale gedeelte besloot. De muziek had het voorbereidend werk gedaan om dan de hoofdschotel ten beste te krijgen. Terwijl plaats geruimd werd om de filmvertoning te geven werd door Mejuffer Rheinhard enkele woorjes gezegd en dan nog wel terloops voor ‘haar Linneke’ en deed vooral een beroep op de vrijgevigheid der aanwezigen om in de mate van het mogelijke geldelijke steun te verlenen. De filmvertoning zelf was een parel ! Met omlijsting van zeer gepaste muziek hebben de aanwezigen mogen kennis maken met een der schoonste missiewerken n.l. : ‘bij de melaatsen’. Zou iemand, zonder die werkelijke toestanden te hebben gezien zich wel een gedacht kunnen vormen hebben van het apostolaat dat deze Missiezusters en leken volbrengen ten bate van onze zwarte broeders en zusters ? Heeft men zich ooit kunnen indenken dat er zoveel leed heerst en wat zou er geworden van hen indien geen hulp zou verleend worden om die ongelukkigen te troosten, te verzorgen en…te genezen. Zou men dan bewondering kunnen ontzeggen aan die zusters en priesters-missionarissen die jarenlang vertoeven bij hen die bij hun afwezigheid, verstotelingen zouden zijn en blijven ? Laten wij naar met fierheid opzien ! Buigen wij eerbiedig het hoofd voor die eenvoudigen en grote helden, die de WAARHEID met woord en daad toepassen tot heil der ongelukkigen. Wat we te zien kregen was eenvoudig, enig en schoon, en allen die de gelegenheid hadden gegrepen om tegenwoordig te zijn zullen zich dat nog lang geheugen. Met een dankwoord van E. Zuster Liberta besloot deze avond in de beste stemming en elkeen toog ten zeerste voldaan naar huis. Wij wensen onze dorpsgenote een voorspoedige reis toe, het behoud van een goede gezondheid en een verder mooi apostolaat door Gods Zegen ! Spectator.”
In hetzelfde maandblad van maart 1977 publiceerde Pauline Robijns volgende brief : “…Ik ben geboren op 9 oktober 1911 te Leest, ging naar school te Leest : dan werkte ik thuis. Ondertussen was ik ijveraarster voor de E.K. en de B.J.B. waar ik veel deugd aan gehad heb en nog…Op 1 augustus 1932 trad ik in het klooster der Dochters van O.L.Vrouw van het H. Hart te Buggenhout. Na mijn eerste gelofte verbleef ik te Lobbes (Wale) en zorgde voor de keuken van de zusters en de weeskinderen. Van daaruit mocht ik op 22 april 1938 naar de missie vertrekken van ex-Coquilhadstad (op de Evenaar). Ik verbleef voorlopig te Bokote, om in 1940 op de nieuwe missiepost te Ikela te werken. In 1949 werd ik naar de poste Boende gezonden om er een zuster te gaan vervangen. Vandaar uit mocht ik in 1951 op verlof naar België. Half 1952 vertrok ik terug naar de missie en werd gezonden naar Bokela. Door bijzondere omstandigheden werd ik vandaar nog in 1952 teruggeroepen om te verblijven te Iyonda (leprazerie). Van daar uit mocht ik in 1959 weer op verlof naar België. Begin 1960 terug naar de missie van Coquilhadstad (nu Mdandaka). Dit duurde maar enkele maanden. De Congolese onafhankelijkheid maakte ons verblijf aldaar onmogelijk. Doch na enkele maanden mochten we terug naar onze missie. Toen werd ik naar de missie van Bokela gestuurd, waar we in 1964 moesten vluchten voor de rebellen. Einde 1965 mocht ik terug naar de missie van Boende, het waren mijn laatste vier jaar, wie had het gedacht. In 1973 moest ik afreizen naar België omwille van gezondheidsredenen, en niettegenstaande mijn vaste hoop te mogen terugkeren, kwam het tot een besluit in het moederland te blijven. Mijn heel missieleven, dus 35 jaar, heb ik mogen zorgen om de hongerigen te spijzen en de dorstigen te laven. N.B. : de eerste maal ben ik vertrokken van uit de Antwerpse haven, met de ‘Anversville’, met oponthout te Tenerife, dan tot Matadi, een kleine maand op het water. Van Matadi tot Leopoldville per trein, één of twee dagen. Van Leo naar Coquilhadstad 1 week boot, dan nog enkele dagen tot Bokote, mijn eerste missieverblijf. Dat maakte bijna twee maand om op bestemming te komen. Al de andere reizen zijn per vliegtuig geweest. God dank heb ik het geluk gehad mijn goede ouders vijf maal terug te zien gedurende mijn missieleven, de Goede God lone hun het offer. In de missie heb ik ook steeds hetzelfde werk gehad. Nu hier te Deurne-Zuid zorg ik ook voor de keuken. We zijn hier met 13 zusters. Enkele werken thuis, de overigen gaan uit op ziekenverpleging aan huis… Met mijne beste groeten, Zuster Liberta.”
Foto’s : -Uiterst links Pauline Robijns tijdens het kuisen van de kerk. Dat gebeurde tweemaal per jaar door vrijwilligers. Naast Pauline van l. naar rechts : Tinneke Verbeeck, Clementine Bruggemans (ook zij werd kloosterzuster), Julia Teughels, Emma Dumon (de meid van pastoor Beuckelaers), Tinneke Lamberts, Fieke Rottiers en Angèle Van Praet. (Foto : LG, blz. 307) -Pauline Robijns, zuster M. Liberta, bij haar professie op 2 februari 1934. (Foto : bezit familie Lauwens-Piessens) -Zuster M. Liberta tijdens haar tweede vertrek naar Congo in 1952. Agnes Piessens kreeg deze foto : ‘uit dankbaarheid aan mijn nichtje Agnes’, voor haar opvang en gastvrijheid. (Foto : familie Lauwens-Piessens)
|