Vervolg : Jeugdherinneringen van Lisette Fierens.
Er waren in de Kouter drie klaslokalen, eentje stond leeg. Er hingen landkaarten, er stonden reservebanken en alle gerief dat er nodig was om ons bezig te houden. Juffrouw Maria Rheinhard, de dochter van de koster, stond in voor het vijfde en zesde leerjaar. Zij was de strengste. Tussen de twee klaslokalen stond een houten deur, die open kon als één van de leraressen afwezig was. Het gebouw waarin wij zaten dateerde van de schoolstrijd in 1879. Verouderd en een beetje uitgeleefd maar het was er plezant ! Wij speelden op de koer, allez op doodgewone aarde. Er was een kasseiwegeltje van aan het poortje tot de klas. En er waren ook W.C.’s. Alles rechtdoor de put in, behalve wat er aan de rand bleef hangen, met de nodige geuren. Bij juffrouw De Boeck leerden wij stapliederen zoals : “Leopold komt weer op den troon, hij blijft onze koning”, dan liepen we langs onze rij banken. Dat was stilaan de tijd van de Koningskwestie. Juffrouw De Boeck las soms mooie verhalen voor. Wij hebben bij juffrouw Maria veel moeten leren om die twee rustige jaren van juffrouw De Boeck bij te benen. Juffrouw Maria werd ziek en wij moesten enkele tijd naar de Zusterschool. Wij kregen er les van Zuster Adela. Vanwaar men ze had gehaald was ons een raadsel. Een lief, jong zustertje, knap, superordelijk, verfijnd. Ze heeft ons zoveel meer bijgebracht. Zij mocht niet naar de school in de Kouter komen omdat de Zusters Annonciaden van Huldenberg nooit alleen over straat mochten gaan, dan moest er altijd iemand meekomen van het klooster. En zoveel zusters waren er in Leest niet. Regel is wet hé. Wij hadden diepe spijt als juffrouw Maria genezen was, echt diepe spijt.
Op het koertje van de school in de Kouter, was er niet zo heel veel plaats om te spelen, bij voorbeeld verstoppertje dat ging wat moeilijk. Koorddansen ging vanzelf, behalve als het te nat was. Wij kenden allerlei liedjes, maar één stak er boven alles uit. Dat mochten we niet zingen van de leraressen. Van “Kem e jaske gekocht, ’t es van voddekes gemokt” en zo, dat wel. Maar het volgende mummelden wij binnensmonds, we wisten wel waarover het ging en we konden zonder duidelijke woorden, het ritme handhaven. “Altijd en altijd denk ik aan hem, aan zijne liefde aan zijne stem, aan zijne kussen die hij me gaf toen ik voor de eerste keer in zijn armen lag”. Wie het ons geleerd heeft, weet ik niet, maar we kenden het allemaal. Met een balletje speelden we ook, met een jojo, draden overgeven op de handen. We hadden verschillende liedjes om af te tellen, langere en kortere. Zakdoek leggen en de ring naar Amerika verzenden, wij tekenden met een stokje platte gronden met voorplaatsen, keukens, kelders en niemand mocht de lijnen uitvegen. Meisjes hadden ook knikkers, maar daar werd weinig mee gespeeld. Viskes waren waardevol. Hinkelen was nog zo’n amusement, en klein Anna zat op enen steen.
In onze klas zat Agnes Piessens (alias “van den Blokmaker”), de jongste van veertien kinderen, bij Maria Diddens (alias van “Lewie van Jefke”) waren ze met z’n elven. Gelukkige mensen die uit een groot gezin komen. Enkelen waren kind-alleen zoals ik, helaas.
Onze kleding op school was een zwarte voorschoot van satijn, vanachter met twee knopen vastgemaakt en met een gestrikt lint. Ook een wit kraagje hoorde erbij. Vanaf het vierde studiejaar heb ik schoenen gedragen, dan was het gedaan met de klompen. Wij hadden een handgedragen boekentas, rugzakken waren niet in de mode.
De weg van en naar school, van en naar de mis werd te voet afgelegd. In de Winkelstraat woonden in ’46 twee kinderen die naar school gingen : Mariette Solie en ik. Yvonne De Boeck was drie jaar ouder dan ik, maar die was in O.L. Vrouw-Waver op internaat. Ik heb die nooit weten naar school gaan in Leest, evenmin als haar broer Willy, die even oud was als ik. Yvonne werd onderwijzeres en bleef ongetrouwd. Mariette die werd kleuterleidster in Hombeek.
Vervolgt.
Foto’s :
-Het derde en vierde leerjaar in 1947. Van links naar rechts : Agnes Piessens, Lutgard Hellemans, Aline Van der Taelen, Jeanne Verschuren, Gusta Jacobs, Maria Diddens, Angèle Fierens, Emerence Van den Heuvel, onbekend, Suzanne Leemans, Delphine Van den Vondel en Helena Mertens..
De rechterkant : Maria Teughels, Christiane Van Wauwe, Jeanne Absillis, Jeanne Polspoel, Maria Selleslagh, Emilia Verbruggen, Louisette Van Baelen, Hilda Van Steen, Lisette Fierens, Rosa Verlinden, Mariette Solie en José De Wit. Tussen hen in : Juffrouw De Boeck.
-Juffrouw “Maria” Rheinhard was de strengste.
-Het kroostrijk gezin van Frans Piessens en Melanie Robijns. Agnes, de jongste, (zie foto verderop) was toen nog niet geboren.
-Het gezin van Louis “Lewie van Jefke” Diddens - Mathilde Vloeberghen met rechts bovenaan Maria Diddens.
|