Vervolg
George HERREGODS - Deel 3.
Hugo Lauwens bezorgde me een leutig verhaal van de hand van de Oud-Carabinier Albert Hendrickx dat deze laatste ooit publiceerde op Facebook, een leuk verhaal over zijn legertijd in 1960-61 waarin een hoofdrol was weggelegd voor Georges Herregods :
Hoe de aalmoezenier Herregods aan een aap kwam.
“Toen de eerste mars-compagnie in juni 1960 in Belgisch Kongo verbleef en daar in volle opdracht op een bepaald ogenblik bezoek kreeg van onze aalmoezenier in Leopoldstad was de verrassing zeer groot want niemand had hem op dat moment verwacht. Hij was met de mars-compagnie van het Bataljon Bevrijding meegereisd en kon het uiteraard niet laten zijn ‘Carpatjes’ een bezoekje te brengen. De aalmoezenier had evenwel een vurige wens : hij wilde absoluut van de gelegenheid gebruik maken om tijdens zijn verblijf op zoek te gaan naar een papegaai om die dan vanuit Afrika naar België te smokkelen. Tot op het laatste ogenblik bleef hij vasthouden aan zijn vurige wens, maar waarschijnlijk zijn er andere voor ons onbekende krachten in het spel geweest en op het ogenblik dat de ‘deal’ moest doorgaan was de papagaai plots veranderd in een aap ! Begin juli werd de mars-compagnie in onze voormalige kolonie door de toenmalige kolonel Vivario bedankt voor de bewezen diensten en mochten de leden gepakt en gezakt via het vliegveld van Kitona terugkeren naar België met in de getalsterkte een extra individu. De passage via de douanebeambten verliep probleemloos…’Carpatjes’ zijn nu eenmaal traditioneel niet groot van gestalte zodat ons klein aapje nauwelijks opviel ! Bij de aankomst in België werden de Carabiniers hartelijk begroet door de minister van landsverdediging waarbij de minister ook en vooral veel aandacht had voor het extra lid van de mars-compagnie : “Simba” werd er door de minister in hoogst eigen persoon begroet en verwelkomd. In Siegen kreeg ons aapje een vast verblijf, niet in de kapel van onze aalmoezenier, maar wel in blok 12 op het eerste verdiep en…om problemen te vermijden werd het terug in een gesloten kooi geplaatst. Op geregelde ogenblikken mocht het wel zijn wandeling maken, uiteraard onder begeleiding en met een stevige halsband. Gedurende een aantal jaren ging het relatief goed maar het aapje werd een aap en de ‘streken’ evolueerden naar ‘apenstreken’… soms kon hij uit zijn kooi ontsnappen en dat uiteraard tot groot jolijt van vele Carabiniers. Wanneer hij evenwel weer eens uitbrak en zich op eigen houtje een wandeling veroorloofde werd iedereen in de kazerne gealarmeerd. Na een tijdrovende zoektocht werd hij gevonden op het terras van Jerome Van Thuynne en het is daar dat hij waarschijnlijk zijn laatste apenstreken heeft mogen ten beste geven voordat hij voor goed en voor altijd van het openbaar strijdtoneel verdween. Zijn gedrag liet een langer verblijf in de ‘Carpattenfamilie’ niet meer toe en er werd voor onze ‘Simba’ een ander onderdak gezocht en ook gevonden. Hopelijk heeft hij op zijn nieuwe verblijfplaats nog volop kunnen genieten en dromen van zijn heerlijke tijd in de kazerne ‘Kolonel Bremer’ !”
Ontelbare pennenvruchten liet Georges Herregods na in de Leestse Milac-periodiek. In ‘De Band’ van februari 1976 publiceerde hij :
Alle dagen vlees en soep zonder werken bij den Troep…
"Ik hoor mijn vader zaliger nog over den troep vertellen : hoe ze ’s avonds vooraleer “z’er inkropen” eerst hun luizen zaten te vangen : ze hielden daartoe hun broek met de naden boven een kaarsenvlammeke. Men kon de luizeneikes horen knetteren en de luizekes zelf vielen geroosterd in het vuur. Sindsdien is er heel wat water door de Zenne gelopen. De tijden zijn veranderd. Ook de troep is er niet op verslecht. Anciens die tien jaar geleden van de klas ‘zwaaiden’ kunnen hun ogen niet geloven als ze tegenwoordig een moderne kazerne van dichtbij zien : ge kunt zelfs de ‘muur’ niet meer doen, want er is geen omheining meer, geen muur, geen draad, niets : systeem van vertrouwen noemen ze dat. Waar is de tijd dat z’uit gamellen moesten fretten : stomp met boeletten en ’s anderendaags boeletten met stomp ! Thans is dat selfservice : G.B. systeem, alle dagen keus tussen drie menu’s. En een rollend tapijt verdwijnt met uwen afwas ! Vooral de menselijke kant is verbeterd : jongens die getrouwd zijn of met familieproblemen zitten, krijgen een kazerne tegen hun deur en slapen elke nacht in hun eigen bed. Het verlofsysteem werd interessanter. En het strafreglement van 1830 werd eindelijk wat aangepast! Toch blijft de troep voor wie binnen moet nog steeds een avontuur, een ontgroening, waar hij in zijn leven iets van overhoudt, ten goede of ten kwade : nieuwe horizonten, nieuwe kameraden, ver van huis op eigen poten. ’t Is niet al slecht wat er aan is : wie optimist is en wat haar op zijn tanden heeft, zal er ook veel deugd aan beleven…
Vervolgt…
Foto’s :
-Simba in zijn kooi.
-De aalmoezenier in 1965 in de ‘Kolonel Bremer’ kazerne in Siegen, met Frans De Gendt uit Kapelle-op-den-Bos.
-Centraal op de foto aalmoezenier Herregods in één van de kazernes in Duitsland waar hij actief was.
-De Chiromeisjes van Leest in 1984 tijdens hun bezoek aan de aalmoezenier in Keulen. (Foto : Marina De Wit) Boven : Mies Lauwens, Marina Huys, Chis Lauwens, Erika Verbruggen, Kathleen Verbruggen, Chris De Laet, Erne Peeters en Anne De Prins. Onder : Lief Verbruggen, Nancy De Nijn, Marina De Wit, Leen De Bondt, Ann Van Roy (leidster), Els Verbruggen (leidster) en Monique Van den Sande.
|