Aanvullingen en Wijzigingen – Kronieken van Leest.
Vervolg Victor Van Hoof,
de laatste garde van Leest.
Op 1 april 1954 trad Victor in dienst en over wat volgde lieten wij hem zelf aan het woord :
“De eerste dagen voelde ik mij werkelijk als uit een zak geschud en kon zeer moeilijk mijn draai vinden. Doch ik werd op het gemeentehuis door de toenmalige secretaris Bradt zeer goed opgevangen. Ook burgemeester De Prins viel geweldig mee en van deze mensen verkreeg ik alle mogelijke medewerking. Als veldwachter heb ik met drie burgemeesters in de beste verstandhouding samengewerkt. Eerst Pieter De Prins, dan Emiel Verschueren en als laatste August Lauwers. Zonder aan de twee anderen iets te kort te doen, heb ik aan August Lauwers de beste herinneringen. Die viel niet alleen op door zijn werkkracht maar ook door zijn totale inzet, in dienst van de ganse Leestse bevolking ongeacht politieke kleur. Blek of Sus, iedereen was welkom bij hem. Hij had de moed en de ambitie om van Leest een mooie gemeente te maken. Met een minimum aan mogelijkheden heeft hij er het maximum uitgehaald.
Dan volgde in 1977 de fusie met Mechelen. Met vijf veldwachters werden we bij het Mechels politiekorps ingelijfd. We werden er goed opgevangen.
Terugblikkend op mijn loopbaan mag ik stellen dat ik een goede tijd heb gehad. Steeds een goede samenwerking met de overheid en een, op enkele uitzonderingen na, een goede bevolking. Alhoewel men het als enig politieman op een gemeente, soms wel zeer moeilijk heeft. Automatisch wordt men dagelijks geconfronteerd met het wel en wee van de inwoners. Soms met de meest tragische, doch ik heb mij voorgenomen enkel de meest plezierige te onthouden. Zo kreeg ik op een bepaalde dag een vrouw bij mij die haar beklag kwam maken over het wangedrag van haar echtgenoot. Deze sloeg haar, gaf haar geen geld en zo meer. Ondanks alles vernam ik dat ze nog steeds op hem verliefd was. Na haar jeremiade te hebben aanhoord, kon ik haar laten plaats nemen op een stoel. Met de belofte een tas koffie voor haar te laten klaarmaken, kon ik mij even verwijderen en kon ongezien een buurman vragen om haar echtgenoot naar mij te laten komen. Terwijl ze haar koffie opdronk leek ze volledig gekalmeerd. Toen ging de bel, ik opende de deur en wat een toeval, daar stond haar echtgenoot. Ik bereidde hem op de nakende confrontatie voor, doch toen ze elkaar zagen brak de hel los. Ik kon, buiten mijn verwachting, de gemoederen bedaren, ze spraken met mekaar en enkele minuten later vielen ze in elkaars armen. Hij met de belofte nooit meer te drinken en zij zou steeds tijdig het eten klaarmaken. Het mooiste was hun vertrek, zij was te voet gekomen, hij per fiets. Hij nam zijn vrouwtje in zijn armen, plaatste haar vooraan op zijn fiets en zo zijn ze samen naar huis gereden. Ik heb haar nooit meer over de vloer gekregen met klachten over haar man... Zo kan ik nog tientallen herinneringen ophalen...”
Foto’s :
-Op tweede paasdag 1954 trad Vic in dienst als veldwachter onder burgemeester De Prins. Uit die tijd dateert deze foto uit een ons onbekende krant.
-Victor in 1957 met echtgenote Maria “Leonore” Mees en Duitse herder Mirra.
-Ook hier werd de hulp van de garde gevraagd : in een anonieme, niet gedateerde brief, van voor het burgemeesterschap van Gust Lauwers. Wij vonden hem terug in zijn nalatenschap zonder verdere informatie. Een bezorgde inwoner (inwoonster) wilde dat de garde een weduwe waarschuwde voor een dorpsgenoot waarvan de naam onleesbaar is gemaakt.
-De garde van Leest bij de uitoefening van een van zijn taken in 1980.
-Victor werd na de fusie met Mechelen politie-inspecteur.
Vervolgt met : Pensioen.
|