Wijzigingen - Aanvullingen
1957.
1957 – Taksplaten 1957.
Handelskarren : 420 fr. Fietsen : 100 fr. Bromfietsen : 135 fr. Honden : 200 fr. Gareel : 1.050 fr. Landbouwkarren : 105 fr. (“DB”, december 1956)
1957 – Abonnement op De Band.
Een jaarabonnement op de periodiek van Milac kostte 70 frank voor 12 nrs. De K.W.B. trakteerde een jaarabonnement voor de paters die in Afrika actief waren : De Laet en Selleslagh en voor broeder Romanus in Canada. (“DB”, december 1956)
1957 – Soldaat Alfons POLFLIET (foto onderaan) vanuit Mechelen.
“Nog enkele lawaaierige uren en onze mutatie is een voldongen feit. Ik zelf heb enkele ogenblikken geluk gehad. Nog 14 maanden zal ik dezelfde sergeanten mogen aanschouwen in hun glorieuze pracht. Vanaf woensdag ga ik over naar de 100e Cie TTr als installeerder. Nu mijn opleiding achter de rug is, acht ik het mijn plicht u allen te danken voor hetgeen u voor mij deed de eerste vier maanden van mijn legerdienst. Langs deze weg wil ik ook luitenant Geerts bedanken.”
-Alfons Polfliet vanuit Mechelen, 17/10/1957 :“De tijd vliegt snel, zegt een Vlaams spreekwoord. Helaas is dit niet het geval onder onze legerdienst. Vijftien maanden zijn wij de automaat geweest die elk ogenblik van de dag klaar moest staan om aan de grillen onzer militaire bazen te voldoen. Sinds enkele weken moeten een 35 koppige anciens het hoofd bieden aan nieuwe reglementen in deze anders zo vredige 100e Compagnie TTr. Ik acht het mijn plicht u te bedanken voor al hetgeen gedaan werd voor mij tijdens m’n legerdienst : van de eerste dag af als bleu tot op dit ogenblik als kandidaat-burger. Misschien was mijn briefwisseling met Milac niet altijd correct : ge moogt het niet beschouwen als een ondankbare houding tegenover het ontzaggelijke werk welk dat door Milac verricht wordt voor onze soldaten, maar wel aan het tekort aan nieuws uit de Mechelse kazerne die toch maar enkele minuten van Leest is verwijderd. Ik sluit met u allen nogmaals te bedanken. Ik bied u tevens mijn hulp aan indien u deze zou van pas komen in het burgerleven. Hartelijke groeten aan alle bleu’s en anciens van Leest.”
1957 – 5 januari : Grote Veldrit te Leest.
Gewonnen door de Hombekenaar René Verschueren. (foto onderaan) Zijn zoon Patrick zou later profrenner worden bij o.a. Lotto en in 1988 de “Schaal Sels” op zijn naam schrijven. (“DB”, februari ’58 en KH)
1957 – 13 januari : Toneel met Jongenschiro.
De Chirojongens voerden “De Tarcitius van Moskou” op evenals het blijspel “Cleopatra”. (DB)
1957 – 20 januari : Jaarlijks Bal van de Koninklijke Fanfare “St-Cecilia”.
(“DB”, februari ’58)
1957 – Zondag 20 januari : Feestvergadering B.J.B.-meisjes.
“De B.J.B.-meisjes waren in uniform naar het Lof gekomen om een kleine plechtigheid bij te wonen. Gedurende het Lof hernieuwden ze hun toewijding aan Onze Lieve Vrouw. Hierna gingen zeven meisjes naar voren om hun belofte af te leggen : “IK AANVAARD APOSTEL TE ZIJN VAN CHRISTUS EN ZIJN KERK EN, GELIJK MARIA, CHRISTUS TE DRAGEN NAAR MIJN MEDEMENSEN.” Ze kregen voor het eerst hun B.J.B.-kenteken en moesten hun handtekening zetten in ’t boek van de B.J.B. Ze kregen hun erelintjes die ze gedurende een gans jaar verdiend hadden. De nieuw-ingelijfden zijn : Hilda DIDDENS, (foto onderaan) Maria EMMEREGS, (foto onderaan) Paula MOONS, Jeanne POLSPOEL, Maria SOMERS, Godelieve VERBRUGGEN en Maria VLOEBERGHEN. Na het Lof hadden we onze feestvergadering. De nieuwe leden werden door Eerw. Heer Pastoor en door alle meisjes hartelijk gefeliciteerd. Voor en na de godsdienstles hadden we een korte zangstonde; we leerden een nieuw lied : “het Weverkijn”. We leerden ook hoe we een taart moesten versieren voor ons doopselfeestje. Ondertussen was de koffie klaar en spraken we onze koeken en taarten aan. Elke wijk had gezorgd voor een ontspanningsnummertje, zodat er heel veel plezier werd gemaakt. E.H. Pastoor had gezorgd voor de muziek, zodat we ook konden dansen. Na het afscheidslied en de afwas eindigde deze gezellige bijeenkomst.
-Voor onze LOURDESACTIE hadden alle stemmen op de bestuursvergadering besloten tot de minutenverkoop. Ieder lid zou alzo 37 minuten verkopen, elk aan 2 fr stuk. De persoon die de minuut gekocht heeft waarop de wekker blijft stiltaan, heeft de wekker gewonnen.” (Leonie Muysoms in De Band nr. 2 van 1957)
1957 – 30 januari : Soldaat Milicien Constant DE PRINS vanuit het Militair Hospitaal te Leopoldsburg.
“Groot was mijn ontroering toen dinsdagmorgen de facteur op de kamer kwam met al die geschenken van MILAC. Groter werd m’n ontroering nog toen ik uit een aanmoedigende brief vernam dat Milac voor mij een abonnement besteld had op ‘Gazet van Mechelen’. Voor mijn makkers op de kamer was het allemaal iets ongelooflijks. Ik voelde mij wel een beetje verlegen, aan Milac niet meer te hebben geschreven. Ik beloof u, in de toekomst beter en vlugger mijn nieuw adres te laten weten. Hartelijke groeten en tot ziens.” (foto onderaan)
-Turnhout 25/6/1957 : “Beste vrienden, neemt me niet kwalijk dat ik zo lang heb gewacht om verslag uit te brengen over mijn LOURDESREIS, ik had dit al zo lang moeten doen maar ja, zo is nu eenmaal S.M. DE PRINS. Eerst en vooral moet ik Milac danken voor de toelage van 350 frank als zakgeld. Ik tracht nu mijn geheugen nog wat op te frissen, mijn gedachten nog eens te plaatsen bij al wat ik zal terugzien te LOURDES, de zieken, de aanroepingen, enz. enz. Het was vrijdag 10 mei te 15u30 dat ik blij en opgetogen de kazerne Majoor Blairon te Turnhout verliet, want ik wist wat me te wachten stond : een reis naar LOURDES, naar MARIA de Moeder Gods. Zo vertrok ik, zaterdagmorgen thuis via Schaarbeek, waar ik samen met een 1100 militairen in de trein stapte die ons automatisch naar Lourdes bracht. Van de reis met de trein is er niet veel speciaal te vertellen tenzij we enige haltes hadden, er was zelfs één bij rond Bordeaux, waar we voor één uur de trein verlieten om eens buiten het station te gaan. Zodra we in de omgeving van Lourdes kwamen en al mooie zichten kregen, begonnen we te zingen van ‘Te Lourdes op de bergen’. Ginder in de statie rond zondagmorgen rond 10 uur aangekomen, stonden onze bussen klaar om ons naar ‘onze’ hotels te brengen, ik moest op autobus ‘Estival’ die me vanzelf naar hotel ‘Estival’ bracht. We verbleven er met een 20-tal militairen en Aalmoezenier Clays. Weldra gingen we ons klaar maken voor de H. Mis. Daarna hadden we ons eerste ontbijt in Frankrijk op ‘vaste’ grond. Het was dan iets na de middag en we waren vrij tot 5 uur; we maakten een toerke door de stad. Vele soldaten gingen voor de Mis in het hospitaal de zieken afhalen. Een huivering ging door ons allen bij het horen van de aanroepingen door de zieken… ’s Avonds hadden we dan de kaarskensprocessie. We maakten het voornemen ons leven te beteren, dieper christelijk te worden enz. m a a r…We hebben ook één dag vrijaf gehad voor een uitstap naar Gavernie ; de weersomstandigheden werkten tegen. Te Gavernie hebben we een paard gehuurd om er in volle draf mee rond te kletsen en tussendoor wanneer er ergens een schone juffrouw was, legden wij het er op toe dat zij juist bij een plaske water stond om… (dit kunt ge wel raden). Ik ben ook van ’t paard gevallen en in een plas water terecht gekomen. Van Gavernie reden we naar de pont d’Espagne. Deze uitstap mocht er wel bij komen : al waren we wel bedevaarders, we waren van belange geen kloosterlingen. De laatste avond namen we afscheid van de grot waar we nog duchtig werden toegesproken door Aalmoezenier WILLEMS. Zaterdagmorgen rond 8 uur stapten we in Schaarbeek van de trein. De complimenten aan allen ! Tot ziens !”
-Turnhout 7/2/1958 : “Nu ik op mijn laatste militaire adem aan ’t draaien ben, voel ik het als een plicht, Milac nog eens een briefje toe te sturen : ik doe het met veel plezier. Op het ogenblik dat ik deze regels schrijf, ben ik vrij van dienst want ik heb gisteren nog twee spuitjes tussen mijn arme militaire schouderblaadjes gekregen. Voorts is het met mij heel goed maar binnen negentien dagen wanneer ik met mijn kitzak op de schouder, de sjerp om de hals, de kazerne zal verlaten, zou het nog veel beter kunnen zijn. Alhoewel met groot plezier binnengegaan, met nog groter plezier mijn soldatendienst vervuld, zal ik met nog veel meer genoegen afzwaaien. Ik durf eerlijk vertellen dat het leger af en toe mijn voeten uithing… In afwachting van de grooooote dag, 27 februari 1958, hoop ik in het burgerleven spoedig ‘ingeburgerd’ te zijn en zo stillekensaan op zoek te gaan naar een…vrouwke, o pardon, liefje wou ik zeggen… Om te sluiten stuur ik mijn beste dank aan Milac voor al hetgeen zij gedaan heeft voor mij en dit nog doet voor de anderen. Beste groeten en tot ziens, Super ancien De Prins Constant.”
Constant ‘Stanne’ De Prins was te Leest geboren op 16 juli 1937 en hij overleed ten gevolge van een tragisch ongeval in het Academisch Ziekenhuis van Jette op 19 maart 2003. Stanne was een zoon van beenhouwer Ferdinand en van Alida De Wit. Hij was gehuwd met Paula Heynderickx.
Vervolgt.
Foto’s :
-Fons Polfliet in 2014.
-Hombekenaar René Verschueren won de veldrit te Leest.
-Hilda Diddens, hier met echtgenoot Swa Van den Bergh, bekwam haar erelintje van de BJB.
-Ook Maria Emmeregs, op de foto anno 2013, bekwam een lintje.
-Stanne De Prins tussen zijn moeder Alida “Lida” De Wit en zijn grote broer Jan.
|