Wijzigingen – Aanvullingen.
1959 – Maartnummer van “De Band” : Broeder Romain (Karel De Laet) vanuit Lac Sergent.
“M’n beste wensen voor u en voor uw zorgenkinderen “Milac” en “De Band” ! ’t Moet niet altijd gemakkelijk zijn al die lezers tevreden te stellen; zoveel mensen, zoveel verschillende karakters en zienswijzen. Met de beste bedoelingen geschreven, lezen sommigen juist het tegenovergestelde wat men ze klaar en duidelijk meende op papier te hebben gezet. Altijd recht door zee ; zich boven de bekrompen geesten plaatsen. Weldra zal men bemerken dat onze zienswijze niets te maken heeft met hovaardigheid, wraakzucht, maar dat zij wortelt in een groot en edel hart. Men vreest een dwingeland, men eerbiedigt een geleerde maar men bemint een goedhartig mens. Deze laatste behaalt de overwinning waar geweld en redenering faalden. Ik wens u dus veel gezond verstand, tact, een grote dosis geduld en een hart vol menslievendheid dat uw lezers kan warm maken voor de goede zaak. God zegene uw pen en uw inspanningen. Uw gans toegenegen, Broeder Romanus.”
1959 – Maartnummer “De Band” : Katholieke Werkliedenbond.
“Sommige leden zullen zich al afgevraagd hebben waarom men “Raak” niet kan bestellen langs de post. Wel, de wijkmeester komt niet om die x frank (het is noodzakelijk kwaad) maar wel om te vernemen wat er verlangd wordt, wat er in de KWB zou kunnen gedaan worden. De KWB-ers zouden dus aan hun wijkmeester hun wensen moeten bekend maken ! Al onze diensten en verwezenlijkingen moeten meer en meer afgestemd worden op gans de arbeidersstand. We staan voor het feit dat de arbeidersstand verdeeld is in twee kampen : de christelijke en de niet-christelijke. Wij willen een christelijke arbeidersstand bouwen, een christelijke arbeidersgemeenschap die niet tegen onze kameraden is die niet christelijk zijn. Gans de christelijke arbeidsersmassa behoort aan de KWB, een apostolisch-veroverende beweging. Louis Solie.”
1959 – Maart : Werkloosheid.
In maart telde Leest 12 volledig en 16 tijdelijke werkloze mannen en 4 volledig en 15 werkloze vrouwen. (DB, juni ’59)
1959 – Zondag 1 maart : Parochiale Vrouwenbond – Algemene Vergadering met voordracht.
“De kleuren van onze woning”. (DB, februari ’59)
1959 – 1 maart (en 8 maart) : Toneel van Rust Roest.
Op deze twee zondagen voerde de toneelkring “Rust Roest” het romantisch spel in 3 bedrijven “De Rebel” op. Auteur : Arie Van der Lugt. Acteurs : Frans Van Neck, Berta Willems (Mechelen), Marcel Leemans, Lutgarde Hellemans, Maria Selleslagh, Leo Hellemans, Alfons Hellemans jr, Jozef Coeckelbergh, Frans Teughels en Alfons Hellemans sr. Souffleur : Raf Selleslagh.
1959 – 2 maart : Soldatenbrieven van Alfons DE SMET.
“Op 2 maart begon soldaat Alfons De Smet zijn vrijwillige dienst als Nato-technieker. Zijn adres : Soldaat Alfons De Smet, 1e Kie, kamer 59, 3 OC/Infanterie, Kazerne Majoor Blairon, Turnhout.”(DB, april ’59)
-Alfons De Smet uit Turnhout, 2/3/1959 : “Hier zit ik vijf jaar gevangen. Hier zal ik vijf jaar hangen. Het weinige dat ik schrijf is het begin van mijn vijf jaar vrijwillige legerdienst in dienst van het land. Het is nu zeven uur en nu hebben we juist gegeten : het was negen uur geleden dat ik nog iets tussen de tanden heb gehad. De groeten aan alle Leestenaren, soldaten van Leest en ook aan de Chiro en aan de BJB.” Nota van de redactie : wij danken Alfons voor het vlug meedelen van zijn adres : de allereerste dag reeds in de kazerne !
-Alfons De Smet vanuit Turnhout, 27/4/1959 : “Ik dank Milac voor de brieven, DE BAND en het parochieblad. Wij zijn nu dicht bij het bataljonsfeest, dus we zijn druk aan ’t oefenen voor het defilé. Dan kunnen we beginnen in te pakken en te vertrekken naar Duitsland. Nog vele groeten aan Milac, Chiro, BJB en aan alle soldaten van Leest.
-Alfons De Smet vanuit Soest, 9/5/59 : “Ik stel het hier goed. Het eten is goed en zoveel ge wil, en niets doen. Ik ben nu al acht dagen in Duitsland. We hebben hoop en al 4 lessen gehad. Ik ben nu juist de wacht op. Vele groeten aan Milac, Chiro en BJB.”
-Soest, 21/9/1959 : “Deze morgen hadden we juist gedaan met eten en het klaroen blies alarm. Binnen twee uur moest gans de kazerne ontruimd worden. In de namiddag rond half twee kwamen we terug in de kazerne : scheel van de honger waren we. Vele groeten aan Milac, Chiro, BJB en alle soldaten van Leest.”
-Soest, 2/1/1960 : “Ik ben nu tien maand binnen en heb maar vijf wachten geklopt. Ik wens langs De Band aan Milac, Chiro, BJB en alle vrienden soldaten van Leest een zalig en gelukkig Nieuwjaar.”
-Soest, 11/1/60 : “Hier kom ik weer met een briefje te schrijven. Ik heb hier een week met een verstuikte voet gezeten wat nooit plezant is. Ik heb gisteren Jos VERLINDEN ontmoet en ook Jan VAN ROMPAY. Het sneeuwde hier gans de dag en nacht. Nu ga ik maar sluiten met nog vele groeten aan Milac, BJB, Chiro en alle soldaten van Leest.”
-Soest, 28/3/60 (?)(De Band vermeldt het jaar 1961) : “Hier weer wat nieuws uit Soest. Wij zijn nu juist terug van het kamp van Vogelzang en onze fameuze vuurdoop in Leopoldsburg. In Vogelzang was het uitstekend, de oefeningen niet al te zwaar voor een chauffeur althans. Wat de fuseliers betreft, die hebben het niet onder de markt gehad. Ook de onderofficieren sakkerden als ze moesten kruipen door slijk en modder. Het gevaarlijkste daar was een sectie-aanval met echte munitie (scherpe patronen) op ballonnetjes. Zo hebben we ons daar veertien dagen geamuseerd om zo te zeggen, soms donderden wij ook eens als chauffeurs, omdat we te lang ter plaatse moesten blijven. Van in Vogelsang zijn wij vertrokken naar Leopoldsburg voor de zware vuurdoop. Ik heb die gedaan, het is niet zo erg dan ze ons gezegd hadden; ze schieten op één meter boven de grond, daar kunt ge gemakkelijk op een afstand van 90 meter onder door kruipen zonder geraakt te worden. We hebben daar ook nog andere schietoefeningen gehad zoals vuren uit bewegende voertuigen, dat was een camion met een sectie in, terwijl de camion zicht voortbeweegt moesten zij schieten op schijven. Dan had ge ook nog nachtschieten. De manschappen moesten schieten bij het licht van een mortierbom. Zo hebben we dan drie dagen in Leopoldsburg doorgebracht, dan zijn we terug naar de kazerne gegaan in Soest om dan terug te zitten uitdrogen. Dat is voorlopig weer alles. Nog vele groeten aan Milac, Chiro, B.J.B. en alle soldaten van Leest.”
-Soest, 19/4/60 : “Ik dank je eerst en vooral voor hetgeen ge voor mij gedaan hebt gedurende de veertien maanden van mijn legerdienst. Met mij gaat alles nog steeds opperbest. Weinig oefening en veel rust, dat is hetgeen een soldaat moet hebben. Ik ben hier ook bij de Crossploeg van het Bataljon. We hebben hier alle namiddagen training over een omloop van bijna tien kilometers. We zijn ook de 5de april naar Düren gaan crossen, dat was een ploegencross. Een ploeg bestond uit honderd man, daar mochten er vijf van afvallen, maar er moeten er zeker 95 over de eindmeet zijn om de tijd op te nemen. We behaalden daar de 2de prijs achter het 5de Linie die eerst waren. Het verschil van tijd tussen onze beide ploegen was 16 seconden. Bitter weinig. De 7de mei gaan we naar Weiden crossen. Ik hoop dat we daar even goed zullen lopen als in Düren. Veel meer nieuws is hier niet meer te vertellen. Nog vele groeten aan Milac, Chiro, B.J.B. en alle soldaten B.V.S. en Militianen van Leest.”
-Soest, 20/5/60 : “Hier nog wat nieuws uit de kazerne. Eerst en vooral moet ik de Milac danken voor het paasgeschenk. We zijn voor 6 dagen te Sennelager geweest. Daarna moesten we terug naar de kazerne om alles binnen te leveren om naar Congo te vertrekken. We vertrekken maandag of dinsdag te Melsbroek. We zijn de 7de mei naar Weiden gaan lopen. We hebben daar de 4de plaats behaald. We moesten 3-1/2 km lopen op de minst mogelijke tijd, we hebben het gelopen op 14 minuten en 40 seconden, hetgeen niet slecht was. De kolonel was zeer tevreden, en daarbij kregen wij nog twee dagen vergunning. Langs deze weg groet ik de B.J.B., de Chiro en Sgt Van Rompaey, nu al dikken burger en vooral De Band en spoedig weerzien.” (Noot : Jan Van Rompaey begon zijn legerdienst op 2 mei 1959 in de Callemeyn-kazerne te Aarlen aan de commando-infanterieschool voor officieren en onderofficieren. Begin november werd hij gemuteerd als sergeant naar het 5de Linie te Soest.)
-Kamina, 29/5/60 : “Hier schrijf ik je nu een brief uit het verre Congo. Ik ben hier donderdagmiddag te Kamina goed aangekomen. Na een zeer schone en interessante reis genoten te hebben, rechtuit gezegd de wereld is mooi van uit de lucht gezien. En dan begint Egypte met zijn warme atmosfeer waar ze buiten op de grond slapen. Ja, zo heb ik nog vele dingen gezien en ik zou er dagen kunnen over schrijven, maar andere gedachten plagen mij. Denkelijk zal ik hier 3 à 6 maanden blijven. Terwijl ik hier van dat groot en leuk comfort geniet, is het hier natuurlijk warm, doch er is hier een licht briesje dat ons humeur opwekt, het is hier een echt verlof voor mij. We hebben vandaag in een negerdorp gaan verkennen en hebben daar ook plantages gaan bezoeken. Als slot wens ik je het beste, alsook de B.J.B., en de Chiro.”
-Kamina, 6/6/60 : “Hier breng ik je weer wat nieuws uit onze Kolonie. We hebben hier al een paar oefeningskes achter de rug. Meestal schieten en veel dril. Ik geloof dat we naar hier gekomen zijn als de ‘élitte compagnie’ want wij doen hier meer dril dan iets anders, en dril doen is niet plezant. Als we vrij zijn zitten we in de brousse, of in de plantage aan de appelsienen, annanas of bananen. Maar bananen groeien ook in de brousse. In Kamina stad is alles rustig tot nog toe. Hier zijn wel een paar accidenten gebeurd, maar dat is ook alles. We hebben verleden zondag met een paar man in de brousse getrokken en ook naar een negerdorp , waar we een goed pintje Simba (Kongolees bier) gedronken hebben. Hiermede ga ik sluiten, nog vele groeten aan Milac, B.J.B. en Chiro.”
-Soest, 6/1/1961 : “Hier nog een brief uit het verre Duitsland. Met mij gaat alles nog opperbest. Veel nieuws is hier niet, want wij doen hier niets. We staan nu al veertien dagen onder alarm voor naar België te gaan, maar nu zitten we nog steeds hier, en God weet hoe lang nog. Ik dank De Band ook voor het regelmatig opsturen van het Parochieblad en De Band. Nu ga ik eindigen met de beste groeten en een zalig en gelukkig Nieuwjaar aan de B.J.B., Milac, Chiro en aan alle soldaten van Leest.”
-Alfons De Smet uit Ruanda-Urundi (“De Band” van december 1961, brief niet gedateerd) : “Beste Leestenaren, hier wat van een ancien uit Ruanda-Urundi. Zoals u ziet, met mij gaat nog alles redelijk goed. Van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat op de baan. Als chauffeur hier is het niet al te plezant met al die bergen en ravijnen. Op een zondag zijn wij eens gaan jagen, drie officieren en ik, dit op een goede 40 km van hier af. Het dorpje heette Oakoma, het was een zeer machtige streek met zijn schone valleien en moerassen. De streken zijn veel mooier dan in Katanga, maar de bevolking veel wilder. Wij zijn hier tamelijk goed geïnstalleerd. Wij hebben hier voertuigen moeten overnemen van de Ardeense Jagers. Wij hadden vijf voertuigen maar geen enkele die bolde. We hebben van twee slechte een goede gemaakt om ’s anderendaags toch maar naar Bigali te kunnen rijden. We hebben hier anders veel regen gehad, al veel meer dan op twee maand in België. Het is hier ’s nachts tamelijk koud, en over dag verschrikkelijk warm. Wij zijn hier nu al meer dan drie maand, de tijd is al goed voorbij gegaan. Wij hebben hier nogal veel werk. Ik geloof dat we hier reeds over de helft van onze term zijn. Dat is nu alles voor het ogenblik. Beste groeten aan alle Leestenaren, de soldaten van Leest en vooral aan de Chiro en de B.J.B.”
-Kigali, 6/12/61 : “Hier weer wat nieuws uit het verre Ruanda-Burundi. Met mij gaat het nog uitstekend. Het leven hier is alles behalve aangenaam. We hebben hier eenmaal per week Bal en cinema hebben we alle dagen bij ons in de Kom., en tweemaal per week in de stad. Voor de rest is het hier hetzelfde als in Duitsland. Alleen met het verschil dat ge hier als chauffeur langere afstanden doet. Er zijn soms dagen van 300 à 400 km. Van Astrida naar Kigali is het 150 km, dan moeten we altijd nog het een en ’t ander doen en dan moeten we nog terug. En dat is twee keren per week. Verleden week moest ik naar Usum.. (onleesbaar) met mijn jeep, dat was niets maar mijn remmen werkten niet, en de weg was prima; valputten en berg op en berg af, dat was een weg van een 200 km. Dan heb ik van tijd gedacht dat ik beneden in een rups zat, maar ik ben er nog maar met de schrik vanaf gekomen. Nog vele groeten aan de soldaten van Leest, Chiro, B.J.B. en zeker aan de Milac.”
-Niet gedateerd bericht en zonder plaats van verzenden : “Hier nog wat nieuws van een ancien, teruggekeerd in het burgerlijk leven. Hiermede bedank ik De Band voor al hetgeen gedaan werd gedurende de 3 jaar dat ik bij het leger ben geweest en voor het regelmatig opzenden van andere bladen. Nog vele groeten aan alle soldaten van Leest, B.J.B., Chiro.” (DB, november 1962)
Foto’s :
-Karel De Laet (Broeder Romain) -Louis Solie. -Fons De Smet. -Links Leestenaar Jan Van Rompay in de kazerne van Soest.
|