Wijzigingen – Aanvullingen.
1960 – 7 maart : Jeugdvergadering KWB.
“Voor het eerst ging in onze gemeente een jeugdvergadering door. Daarop werden alle meisjes en jongens uitgenodigd beneden de 25 jaar die studeren of gaan werken. 25 mensen gaven gehoor aan de oproep. Tussen de aanwezigen mochten wij ook E.H. De Schrijver, bestuurder der Sociale Werken te Mechelen en E.H. Onderpastoor verwelkomen. Om 08u15 opende de voorzitter van de KWB de vergadering met een gebed en heette de aanwezigen welkom. Daarna nam de heer Vik Van der Veken, propagandist van het A.C.W. het woord en sprak over de problemen van onze jonge arbeiders(sters). En wanneer we weten dat van de 2.100.000 arbeiders(sters) in ons land, de jeugd voor 1/4de vertegenwoordigd is, dan kunnen we best begrijpen dat er voor die jonge mensen iets moet gedaan worden. Hoe stellen zich nu die problemen : 1) op godsdienstig plan : gaan ze naar de kerk omdat ze moeten gaan of niet. 2) op zedelijk plan : film, lectuur-gesprekken-daden. 3) sociaal-economisch plan : ze zijn niet altijd bewust betreffende werkuren-uurloon-werkloosheid. Wist u dat 65% van onze werklieden tussen hun categorie moet gezocht worden? Om die problemen tegen te werken werd in de schoot van de christelijke organisaties een jeugdprogramma opgesteld dat tegen 1964 werkelijkheid moet worden. Dit programma bevat 8 punten : 1) jeugdvertegenwoordiging in ondernemingsraden en syndicale organisaties. 2)onderworpen en aangepaste arbeidsduur. 3) maatregelen voor gezondheid en veiligheid. 4) een aangepast loonstelsel. 5)reglementering leercontract. 6) beroepsopleiding-avondschool. 7) cultureel verlof (minder dan 18 jaar, 18 dagen verlof – speciale verlofdagen om lessen te volgen die invloed hebben op hun arbeidsleven). 8) onthaal op arbeidsmidden bij indiensttreding. Dit was in korte trekken de inhoud van die zeer nuttige lesavond. Moge onze jonge arbeiders(sters) in de toekomst de vruchten plukken van zulk schoon plan. Tot slot traden dan nog op de jonge troubadours (K.A.J.-ers) van Booischot, die dienen gelukgewenst met hun geslaagde opvoeringen.” (DB, maart 1960)
1960 – 9 maart : Diefstal fietsen.
Aan de voorgevel van café De Zwaan Dorpstraat werden tussen 22 en 23 uur twee fietsen gestolen. De eigenaars waren Florent Daelemans (Alemstraat 9) en Constant Goovaerts (Foto onderaan)(Winkelstraat 3). Geschatte waarde : 2.000 fr per fiets. (VVH)
1960 – 13 maart : Massarecollectie B.J.B. van gewest Mechelen Zuid te Leest.
“Veel meisjes woonden deze samenkomst bij en zijn dan ook tot vijf uur gebleven want er stond nog meer op het programma dan sermoenen beluisteren. Onder de middag leerde Jeanne Van Praet onze meisjes dansen en zingen. Na het lof begon dan de algemene vergadering. Daar moest nog wat inspanning gevraagd worden van allen. De leden van Heffen, Tisselt en Blaasveld woonden ze ook bij. De zo noodzakelijke godsdienstles kon niet uitgesloten worden, ze werd vervolgd door een uiteenzetting over de mijarc door de gewestleidster Paula Tek van Tisselt. Na een half uur ontspanning kwam dan de beroepsles over het wassen en nieuwmaken van een das. Deze vergadering was de beste van het jaar met een zo talrijke opkomst ; beste jonge meisjes van Leest, wij verwachten u in onze volgende vergaderingen ; gij weet het ook ; hoe meer zielen hoe meer vreugde. Komt eens meepaarten in de vriendschap van elk van onze meisjes. Wij rekenen op uw komst…tot een volgende keer? HDP.” (DB, april 1960)
1960 – Zondag 20 maart : Arrondissmentele KWB-studiedag te Mechelen.
Onder het 500-tal wijkmeesters en bestuursleden ook 7 uit Leest. De studiedag vond plaats in het Volksbelang te Mechelen. (DB, maart ’60)
1960 - Zondag 20 maart : Viktor De Laet over de verkeersproblemen in Klein Brabant.
“Op zondag 20 maart werd er in Mechelen een zeer belangrijke en dringende vergadering gehouden met als spreker onze dorpsgenoot Viktor De Laet. (Zie foto onderaan) Het ging over de verkeersproblemen in Klein Brabant. Tengevolge van de industrialisatie van het betrokken gebied, en de uitbreiding daarvan is het verplaatsingsprobleem voor de werklieden van zeer groot belang. Voor werklieden die in de streek van Bornem, en in ploegen werken, is de toestand zeer hachelijk. Vele werklozen zouden werk vinden indien de verplaatsingen met trein of autobus mogelijk was, naar gebieden als Antwerpen, Mortsel, Brussel, Haren, Vilvoorde, Kap-op-den-Bos en Mechelen ? Het wegverkeer is sedert jaren ongelooflijk toegenomen, tengevolge van de autostrade Brussel-Antwerpen en door het leggen van de brug in Temse. Door het invoege brengen van de brug in Tisselt zal langs die verbinding het verkeer langs de kant van Mechelen nog toenemen. Het is verheugend vast te stellen dat al de gemeentebesturen van dit gebied, het initiatief genomen hebben om hun wegennet te verbeteren. De toegangswegen langs de Zennekant alleen van Mechelen, nl. Leest-Battel en Kap-o-d-Bos-Leest-Hombeek-Mechelen beantwoorden niet meer aan de vereisten van de tijd. Voor de laatste drie gemeenten zullen binnenkort, dank zij het gedurig aandringen, en het gemeen overleg tussen de betrokken gemeenten, de verbeteringswerken aanvangen, dankzij het toezeggen van subsidies door de Openbare Diensten. Voorwaar goed nieuws !” (DB, april 1960 – Parochiale Kroniek – Boerengilde)
1960 – Zondag 20 maart : Jaarlijkse muziekavond “Arbeid Adelt”.
Voor een volle zaal “de Rozelaar” dankte de voorzitter voor de opkomst en verstrekte uitleg over het programma. In het publiek een flinke vertegenwoordiging van de andere Leestse fanfare Sint-Cecilia. Tussen twee optredens van “Arbeid Adelt” door bracht het duo “Daghet” met zang-mandoline-guitar een zeer gewaardeerde afwisseling. Hinderend was sporadisch rumoer achteraan in de zaal. Tot slot werd dirigent Van der Taelen door de voorzitter in de bloemen gezet, waarna laatstgenoemde nogmaals alle aanwezigen dankte voor hun komst. (DB)
1960 – 21 maart : Ongeval.
“Maandag 21 dezer deed er zich te Mechelen in het Stedelijk Gasthuis een ongeval voor, waarvan onze dorpsgenoot Vloeberghen Jan, het slachtoffer werd. Werkzaam zijnde boven een lift stortte deze naar beneden en werd Vloeberghen alhoewel hij wou wegspringen, toch nog gevat en het been verpletterd. Hij werd ter plaatse voor verzorging en verdere behandeling gehouden.” (De Band-1960)
1960 – 22 maart – G.v.A. : Ongeval.
Op de Ganzendries te Mechelen botsten de bestelwagen bestuurd door de Leestenaar Joannes De Smedt en een personenwagen bestuurd door Corneel Bogaerts uit Mechelen. Gelukkig enkel stoffelijke schade.
1960 – Zondag 27 maart : “Rust Roest” bracht “De Zonderlinge Gast”.
“De Band”, mei 1960 : “Deze toneelkring vertoonde in Ons Parochiehuis het boosaardig, dramatisch spel van A. Van de Velde : “De Zonderlinge Gast”. Dit werk, geschreven in de periode van het Vlaams expressionisme (1924), getuigt van vakmanschap. In een lyrische taal behandelt schrijver de godsdienstige problematiek : “De mens is geluk en roem of geluk en liefde”. De dood treedt op en zal de juiste inzichten geven. De regisseur A. Hellemans stond voor een netelige kwestie, omdat zulke stukken niet gemakkelijk tot de gewone man doordringen. Volgens ons heeft hij een aanneembare oplossing gevonden door dit toneelwerk realistisch voor het voetlicht te brengen. De talrijke toeschouwers, waaronder ook kinderen, hebben allen stil en aandachtig geluisterd naar wat zich op het podium afspeelde. De vertolking mogen we als geslaagd noemen. Een vlotte rolkennis. Met de weinige middelen waarover deze kring beschikt voldeed het decor. Geluid en licht waren in orde. De individuele prestaties waren niet allen op dezelfde hoogte, hetgeen we als normaal mogen noemen. Uitblinkers waren zeker Begga (M. Selleslagh), een natuurlijke en doorvoelde zegging. De Gast (E. Beterams) beschikt over een goed stemorgaan om het als toneelspeler ver te brengen. De handelingen moeten echter beter verzorgd worden. Een hartelijk proficiat voor zijn welsprekende mimiek. De man der wet (F. Van Neck) speelde gelijk we van hem gewoon zijn. Hij is een toegewijd toneelspeler. Arjaan (A. Hellemans) had het zeer moeilijk om de vaderrol te vervullen, want regie houden en tevens als speler optreden is niet altijd aan te bevelen. Niettegenstaande dit heeft hij zijn uiterste best gedaan om ervan te maken wat hij kon. De overige spelers misstonden niet in het geheel. Het samenspel was degelijk. Wij wensen Rust Roest nog vele jaren vruchtbare werking. Altijd maar hoger op weze hun doel. Dit was beoordeling van de toneelcriticus S.E.AM. en wij voegen hierbij een hartelijk proficiat aan allen die meewerkten aan deze welgeslaagde opvoering van “De Zonderlinge Gast”.
1960 – Zondag 27 maart : Prins Carnaval verkiezing bij de Chiro.
Albert Daelemans werd Prins Carnaval verkozen bij de Chiro-kerels. Karel De Borger werd zijn “prins-knecht”. Het galadiner bestond uit fritten met schep. Hierna het verslag uit “De Band” : “De meer dan verwarde toestand die bij de Chiro-kerels heerste is dan eindelijk zonder stukken of naweeën opgelost. Het was immers zondag 27 maart ll. de “cruciale” dag ; de dag waarop de onderscheiden kandidaten die opgekomen waren voor de “Prins Carnaval-verkiezing” via de micro, hun laatste slogans over het zo rustige Leest zouden laten weerklinken. Ieder weldenkend burger was bezorgd om het lot dat in de toekomst zou beschoren worden en met spanning werd dan ook de uitslag verbeid. Rond 10 uur begon de stemming en wanneer alles was opgeteld en gecontroleerd werd de uitslag aan de menigte ter kennis gebracht. Deze luidde : behaalde de meerderheid der stemmen : lijst nr. 1 met als kopman DAELEMANS Albert. De Prins-Carnaval was er ! Gejubel langs alle kanten, alles stond in rep en roer, en alras werd een aanvang gemaakt met de kleding van “DE PRINS”. Wanneer deze in zijn Prinsenkledij zijn intrede deed, viel hem een warme ovatie te beurt, zowel van voor- als tegenstanders, het lot had immers toch beslist ! In gloedvolle bewoordingen dankt hij de menigte die hem vertrouwen had geschonken en bezwoer het door hem vooropgestelde verkiezingsprogramma te zullen uitwerken. Bij de heildronk te zijner ere werd dan ook een woord gezegd door de E.H. Proost, die hem geluk wenst voor zijn verkiezing tot Carnavalprins, en tevens de wens uitdrukte dat met de Overheid een gezonde samenwerking zou groeien. Als Prins-knecht werd DE BORGER Karel door Zijne Hoogheid aangesteld. Een gala-diner, frieten en schep, had voor de talrijke genodigden plaats en wel in de beste atmosfeer, waarna iedereen werd uitgenodigd tijdig op te komen voor het half-vasten-avondfeest. De groep, jonge heren, anderen met hun verloofde vormden de stoet ; het was een bonte wemeling van kleuren en klederdracht die optrok naar het “Duivenlokaal”, van de welgekende en Chirobeschermster Emmerence, waar een dankwoord werd gezegd en een goede pint gedronken. Het feest had dan plaats in de grote zaal van het Pensenstraatje. Het was een zeer afwisselend programma : kwis voor verliefde paartjes-dansnummertjes e.a. Dat de Prinscarnaval wel een sympathieke jongen moet zijn, bewijst het feit dat bij zijn verblijf aan het “duivenlokaal” een “jong charmant meisje” een lachje voor hem had, wat haar een pint kostte. Zij was ook de eerste die de eer had hem de arm te mogen geven.”
Foto’s : -Ook de fiets van Constant Goovaerts werd gestolen. -Viktor De Laet handelde over de verkeersproblemen in Klein-Brabant. -Links “Rust Roest”-regisseur Alfons Hellemans geflankeerd door zijn buren slager Ferdinand “Nante” De Prins en Jan Lauwens. -Albert Daelemans anno 2018, werd in 1960 prins carnaval van de Chiro verkozen.
|