Vervolg 22 februari 1959 – Plechtige aanstelling burgemeester Verschueren
Pieter De Prins, aftredend burgemeester :
Alles heeft een eind, zelfs de openbare opdrachten. Maar alles kan herbeginnen, ook de openbare opdrachten. Zeker zal ik mij niet als profeet voordoen, dit is een gevaarlijk spel, en gevaarlijke spelen zijn niet meer voor mijn leeftijd. Tenminste mogen wij hopen dat, voor het werk verricht tijdens deze enkele jaren, de bevolking zich onpartijdig zal tonen in haar beoordeling, en ik denk dat wij in dit geval de toekomst optimistisch mogen tegemoet zien. (...) Ik heb misschien mijn plicht vervuld. Maar U, burgemeester en de heren van de gemeenteraad, U deed het met een geweten, een verkleefdheid, een begrijpen en een kennis van de publieke en sociale vraagstukken, die mijn bewondering uitmaakten gedurende de enkele jaren die wij samen doorbrachten. De bewijzen van de doeltreffendheid van uw optreden zijn gemakkelijk te geven. Zij springen in het oog. Bekijk de financies. Kunnen ze gezonder zijn ? En de begroting ? Deze is in evenwicht. En welke werken werden de laatste tijd uitgevoerd ? De herstelling van kerk en pastorij. De vernieuwing van de Grote Heide, Scheer- en Vinkstraten in cementbeton, alsmede de Kleine Heide en Bist. De bekleding met cut-bac verharding der Tisseltbaan, Elleboogstraat, Winkelstraat en Tiendeschuurstraat. De verbeteringswerken van het gemeentehuis en het schoolhuis zijn in aanvang genomen. (...) Ja, heer burgemeeester, ik ben U en de andere raadsleden veel schuldig. En niets vermag mij uw kostbare samenwerking te doen vergeten. (...)
Floriaan Meyers, schoolbestuurder:
In naam van het onderwijzend personeel en van gans de schoolgaande jeugd heet ik U van harte welkom als burgemeester van Leest. (...) Dat U nog altijd de waardering en de genegenheid van de bevolking geniet, bewijst de aanwezigheid van zovelen op deze luisterrijke plechtigheid. Het moet voor U een gelukkig en tevens een aandoenlijk ogenblik wezen te mogen bestatigen, dat Gij nog niets van de vroegere sympathie hebt verloren. (...) Mijnheer de Burgemeester, U weet dat ik steeds dankbaar geweest ben tegenover de familie Verschueren en ik zou het mijn ganse leven betreuren door een kleine vergissing dat wederzijds vertrouwen in het gedrang te brengen. Indien het mij echter veroorloofd is enige suggesties naar voren te brengen en uw bijzondere aandacht durf te vragen, dan doe ik zulks maar alleen in het belang van het kind. Het zal U zeker niet ontgaan zijn en U zult wel opgemerkt hebben bij Uw bezoek, enkele dagen geleden, in tegenwoordigheid van de heren schepenen, dat de school een nijpend gebrek aan degelijk materiaal heeft om een onderwijs te verstrekken, dat onder alle opzichten volledige voldoening kan schenken. (...)
Z.E.H. Coosemans, Pastoor:
Bij deze plechtige aanstelling houd ik er aan U van harte een voorspoedige ambtsperiode toe te wensen. Wij staan hier in de schaduw van het Kruis op de schouw, van Kristus-Koning, het Opperste Gezag, van wie alle gezag voortkomt. Hij legt vandaag een deel van zijn gezag op uw schouders, weliswaar langs een omweg maar in werkelijkheid is Hij het toch die van zijn gezag meedeelt. Van heden af hebt Gij te zorgen niet alleen voor uw eigen welzijn, maar ook, en nog wel op de eerste plaats voor het algemeen welzijn. Voorwaar geen gemakkelijke taak ! Wij leven in een tijd dat de levensstandaard van de mensen heel wat is gestegen. Wat voor vijftig jaar als een luxe werd beschouwd, wordt nu als een dringende noodzakelijkheid aanzien. De evolutie van het mensdom gaat nu veel rapper. Wat vroeger op tien jaar gebeurde, gebeurt nu op een jaar. De wetten en reglementen die Gij zult moeten toepassen worden dan ook maar steeds ingewikkelder en talrijker. (...) Wat vandaag verplichtend is, is morgen misschien verboden. Er is ook zoveel dat de mensen scheidt : standsbelangen, rijkdom, bekwaamheden. Maar dieper dan al dat uiterlijke is er toch iets dat hen bindt. Hier te Leest zijn het allemaal gedoopte mensen met dezelfde levensbeschouwing. Die geestelijke band is sterker dan de band van het bloed en voor die geestelijke band moet alle verdeeldheid wijken. Hier te Leest lopen de grenzen van de parochie samen met die van de gemeente. Ik heb geen andere parochianen dan burgers van Leest en alle burgers van Leest zijn parochianen. Meer dan op welk ander gebied ook zijn we dus geroepen om samen te werken. Weliswaar is de taak die ons is opgelegd enigszins verschillend : de Uwe is meer van tijdelijke aard en de mijne meer van geestelijke aard. Maar het geestelijke en het tijdelijke zijn niet te scheiden, maar vullen elkander aan. Ons werkterrein is dus hetzelfde. Mijnheer de Burgemeester, U moogt dan ook op mijn medewerking rekenen. Ik eindig dan met de vurige wens dat we Leest weer wat schoner en gelukkiger mogen maken.
Jan De Decker, namens al de parochiale organisaties:
(...) Met een bijna kinderlijk vertrouwen richten wij ons tot u om u te zeggen dat wij zo vrij willen zijn, op u en op uw gezag beroep te doen om op tijd en stond een hulp te zijn voor onze parochiale werken. Het is toch ook een zegen voor de burgerlijke overheid als het op alle gebied goed gaat in de gemeente en daaraan werken wij toch ook krachtdadig mee. (...) Heer Gemeentebestuurder, het gezag dat u zult uitoefenen is een DIENST die moet : voorzien, organiseren, gebieden, coördineren, controleren en besturen. Dat gezag en deze dienst betekenen dat u zoveel mogelijk uitgaat van het genomen initiatief, dat u waardeert waar het openbloeit, aanvult waar het, vooral FINANCIEEL, ontoereikend is, richt en leidt waar het in gebreke blijft, vormt en bevordert waar het vatbaar is voor verrijking, beveelt waar het verkeerd loopt en terechtwijst waar het stremt in onwil. Vooral zult u in al die delicate schakeringen open oog en nog meer open hart hebben voor het eigen karakter, de eigen gevoelens en de levensproblemen van hen die u te leiden en te besturen heeft. Samen met onze hulde en onze diepgemeende gelukwensen, hopen wij dat het u mag gegeven zijn er het uwe toe bij te dragen opdat uw burgers geestelijk-schoner en cultureel-rijker kunnen “gewonnen en getogen” worden in een Leestse atmosfeer waarin het goed is te leven –soms-, soms ook bitter... (...)
Vervolg 22 februari 1959 – Plechtige aanstelling burgemeester Verschueren.
In de trouwzaal van het gemeentehuis had de officiële hulde plaats. Op het balkon waren luidsprekers opgesteld zodat het publiek de toespraken kon horen. Aan de eretafel hadden plaats genomen : de burgemeester en z’n dame, oud-burgemeester De Prins en Z.E.H. Coosemans, pastoor. Rondom de eretafel bemerkten wij : E.P. Clementiaan o.f.m., onderpastoor, de oude en de nieuwe gemeenteraad, de secretaris en afgevaardigden van onderwijzend personeel en plaatselijke organisaties.
Het woord werd achtereenvolgens gevoerd door : oud-burgemeester De Prins, pastoor Coosemans, meester Meyers, Jan De Decker, Frans Van der Taelen, August Lauwers en Louis Verbruggen waarna de burgemeester alle sprekers bedankte.
Het officieel gedeelte van de viering werd ten gemeentehuize besloten met het drinken van (meerdere romers) champagne. Aan de schoolkinderen werd de volgende dag vrijaf gegeven. Zij werden verder nog bedacht met chocolade. In de zaal “Sinte-Cecilia” bij Frans Huybrechts werd door de burgemeester een “tournéé génerale” aangeboden...”
Vervolgt…
Foto’s :
-Op het kerkhof legde de burgemeester een ruiker neer bij het gedenkteken van de gesneuvelden en oorlogsslachtoffers.
-De nieuwe burgemeester schreed, geassisteerd door zijn voorganger, het gemeentehuis binnen.
-Aan de eretafel in de trouwzaal van het gemeentehuis.
-De nieuwbakken burgemeester sprak zijn dorpsgenoten toe. Op de foto zijn echtgenote Catharina Lauwers, pastoor Coosemans, Prosper Busschot, secretaris Bradt, Ferdinand De Prins en pater Clementiaan (Clement De Wilde).
-Het publiek op het dorpsplein luisterde aandachtig toe.
1959 – Zondag 22 februari : Cultuurdag van de B.J.B.-meisjes gewest Mechelen.
“Dat de BJB-meisjes het menen met hun jaarleuze : “Geen woorden maar daden”, dat hebben ze afgelopen zondag eens te meer bewezen. Te kwart voor tien reeds, was het op de speelplaats van het instituut der Ursulinen één bonte wemeling van blauw-gele uniformen. Even na 10 uur werd, na een flinke stapoefening, de openingsformatie gehouden onder leiding van A. Van Hoeymissen, clubleidster. De gewestleidster verwelkomde de ruim 250 aanwezigen en gaf tevens een korte uitleg over de betekenis, het programma en het verloop van de voormiddag. Stijlvol, en onder het zingen van stapliederen, trokken de deelneemsters naar de onderscheidene lokalen waar de schiftingswedstrijden plaatshadden.”
De resultaten van Leest : in de proclamatie van het zangtornooi kwam Leest, samen met Blaasveld, Grasheide en St. Kat. Waver met onderscheiding uit. In het verteltornooi haalden de Leestenaars J. Beullens en R. Goovaerts grote onderscheiding.
1959 – 22 februari : Plechtige aanstelling te Leest van burgemeester Verschueren.
“De Band” wijdde in het nummer van maart 1959 een artikel aan de nieuwe burgemeester en zijn aanstelling :
Ons dorp in feest !! Emiel Verschueren – Inhaling en Viering.
“...maandagavond 16 februari kwamen afgevaardigden van plaatselijke organisaties op het gemeentehuis bijeen om de officiële viering van de nieuwe burgemeester te regelen. Deze vergadering werd voorgezeten door schepenen Frans en Ferdinand De Prins. Waren verder aanwezig : Louis Verbruggen en Jozef De Decker (C.O.O.), Flor Meyers, schoolbestuurder, Constant Busschot (Boerenfront), Jan Verbruggen sr (Boerengilde), Frans Van Der Hasselt (Arbeid Adelt), Victor Selleslagh (Rust Roest), Richard Van Praet en Louis Solie (KWB), August Lauwers en Frans Polspoel (St.-Cecilia), Alfons Hellemans sr (Davidsfonds), Maria Rheinhard (Vrouwengilde), Edward Van Steenwinckel (Kerkfabriek) en Jan De Decker (Milac). Schepen Frans De Prins aanvaardde het voorzitterschap van het feestcomité.”
Zondag 22 februari : feestelijke dag.
“Te 15 uur bood burgemeester Verschueren een receptie aan in zijn woning. Oud-burgemeester Pieter De Prins overhandigde aan zijn opvolger de driekleurige sjerp. Namens de K. Fanfare St.-Cecilia werd aan de nieuwe burgemeester een bloemtuil aangeboden door Leopold Piessens, terwijl de muzikanten een feestmars uitvoerden. Ondertussen regelden Richard Van Praet en Emiel Polfliet de volgorde van de optocht, waarin werden opgemerkt : de Chiro met haar muziekkapel, vaandels en vendelvlaggen. De jongensschool, de meisjesschool, Oud-soldatenbond, Boerenfront, Katholieke Werkliedenbond, BJB-meisjes, Vrouwengilde, Toneelkring “Rust Roest”, BJB-jongens, Boerenbond, Kon. Fanfare St.-Cecilia, Kerkfabriek, Commissie van Openbare Onderstand en de Gemeenteraad. De burgemeester en zijn dame, oud-burgemeester De Prins, Z.E.H. Pastoor, W.E.P. Onderpastoor en de schepenen volgden in een wagen. De optocht ging langs de Elleboogstraat, Tisseltbaan en Dorp naar het kerkhof waar de burgemeester een mooie ruiker neerlegde bij de gedenksteen der Gesneuvelden en Oorlogsslachtoffers. Een minuut stilte werd in acht genomen. De K.F.S.C. voerde er de Nationale Hymne uit. Bij de poort van het kerkhof werd een erehaag gevormd door de schoolkinderen. Na verloop van de korte plechtigheid op het kerkhof, schreden de burgemeester en zijn gevolg naar het gemeentehuis terwijl een grote menigte hem toejuichte.
Vervolgt…
Foto’s:
-Pol Piessens overhandigde bloemen namens de fanfare.
-De Chiro met vaandels en vlaggen in de optocht.
-De Kon. Fanfare St.-Cecilia passeert de Tisseltbaan.