1955 – 6 oktober : Soldaat Milicien Theo FIERENS vanuit Helchteren. (Foto onderaan)
“Het is nu al de 6de en ik heb DE BAND nog niet ontvangen. Ge kunt wel denken dat ik er ‘kort’ op sta om dit boekje te lezen, het is toch zo aangenaam. Het eten is eerste klas. De kapitein had me gevraagd een mars voor het kamp te schrijven : dit heb ik dan ook gedaan. Hij was er zeer tevreden over. De mars zal opgenomen worden op band en misschien uitgezonden worden tijdens het 'Half Uur voor de soldaten'. Mijn beste groeten aan de soldaten en in het bijzonder aan de muzikanten van de Koninklijke Fanfare ‘Ste Cecilia’.
-Neheim, 30/10/55 : “Gisteren avond ben ik hier in Duitsland aangekomen na een treinreis van 21 uur. Het is hier heel mooi en de kazerne is modern ingericht. Elke dag kunnen we een stortbad nemen. Het eten is SUPER goed. We liggen met 9 man op een kamer. Buiten de kazerne is er niets te zien. Er bestaat een orkest dat elke week een bal opluistert. Hartelijke groeten aan alle Leestenaars, aan de muzikanten van ‘Ste Cecilia’, aan mijn beste ouders, vrienden en kennissen en bijzonder aan mijn verloofde !”
-Neheim, 3/11/1955 : “Ge schrijft mij dat ik de soldaat ben die het meest met de Milac in briefwisseling ben. Wel dat er soldaten zijn die durven schrijven, dat ze geen tijd hebben om brieven te pennen, dat kan ik niet begrijpen. Het verre Duitsland schrikte mij wel wat af, maar nu ik ingeburgerd ben en aan het regime gewend, verkies ik Duitsland nog niet boven België, maar ik moet bekennen dat er heel wat voordelen aan verbonden zijn. Nochtans valt het me zwaar dat ik de lessen voor trompet niet meer kan volgen, dat ik zolang weg ben van ouders en verloofde en van de fanfare. Voorts is het hier schitterend. We gaan met ons orkest meedoen aan de ‘Orkest-wedstrijd voor Liefhebbers’ die volgend jaar voor de militairen wordt ingericht. Het is vandaag de 3de : waar blijft DE BAND ? In de voormidddag hebben we ons bezigheid aan de radio-posten. In de namiddag is er auto-scholing. Donderdags- en zaterdagsnamiddags repeteren wij met ons orkest.”
-Neheim, 1/5/1956 : “De ganse maand zijn we op maneuvers geweest en dan heeft men niet zoveel tijd om te schrijven. Ik ben zeer tevreden dat DE BAND tenminste verschijnt want ik heb er aan gemist en niet alleen ik, maar ook de jongens van de kamer. Ik kan al gaan aftellen want ik ben reeds 9 maanden binnen. We zijn een maand in Elsenborn geweest en ik heb daar ook Jan Moons gezien, de dag voor hij afzwaaide en ik kan je verzekeren : het was een gelukkige kerel, hoor. Het was heel slecht weer : regen, sneeuw, vriezen, enz. De nieuwe uitgave van DE BAND is fel veranderd tegen vroeger. Er is zeer veel vooruitgang merkbaar. Beste groeten aan alle mensen van Leest, aan alle soldaten, maar bijzonder aan mijn liefste meisje.”
-Neheim, 4/12/1956 : “Ik Heb nu reeds 16 maanden legerdienst achter de rug, dus ongeveer 480 dagen. Veertien dagen ben ik van wacht geweest en drie keren van zondagwacht. Heb ook nog 14 piketten gedaan. Van de 54 dagen die me nog te doen vallen, heb ik nog 14 dagen verlof te goed. In die 480 dagen heb ik 6 dagen koeken gekregen. Ik was van wacht. Het was heel koud, regen en wind. Van 22 tot 24 uur stond ik in het wachthuisje en grote kou had ik. Er hing daar een blad of drie met reglementen en een stuk mica er voor. Dit kon ik goed gebruiken om de uitkijkgaten in het wachthokje te dichten. Ik in regen en kou staan en de papieren in ’t droge hangen : dat kon ik niet verdragen. Ik sleurde er 2 af en maakte daarmee ruitjes. Nu was het warmer. Maar ’s anderendaags ’s morgens moest ik op rapport komen. De kapitein gaf me enkel een vermaning maar de R.S.M. was hiermee niet akkoord dat ik voor dit ‘vergrijp’ niet gestraft werd…Gevolg, nu werd het 6 dagen kwartierarrest…De volgende dag was er weer een verrassing ’s avonds kwam Sint Niklaas in de refter en hij schafte alle straffen af. Ziedaar de geschiedenis van mijn dagske koeken ! Ik sluit dan met u allen een vrolijk kerstfeest en een zalig en gelukkig Nieuwjaar te wensen : aan alle Leestenaren, de soldaten, het bestuur van Milac, aan het bestuur, de chef en de muzikanten van de Koninklijke Fanfare ‘Ste Cecilia’, en in het bijzonder aan mijn liefste ouders en aan m’n allerliefste meisje Verschueren Jeanne.”
1955 – Zondag 9 oktober : Algemene Vergadering Parochiale Vrouwenbond.
“Na de godsdienstles door Z.E.H. Pastoor, werd de zeer interessante en leerrijke les gegeven over “Wellevendheid en Voornaamheid”. De 90 aanwezigen deden zich dan te goed aan de koffie met koeken, en beleefde daarna nog veel pret aan de leuke en fijn verzorgde nummertjes van de B.J.B.-meisjes.” (“DB”, nr.11)
1955 – 10 oktober : Wijding van de Kapel van O.L.V. van Fatima.
Die dag werd de nieuwe kapel gewijd door de toenmalige hulpbisschop en latere kardinaal Leo Suenens. (zie foto onderaan)
1955 – Maandag 10 oktober : K.W.B.-Filmvertoning.
“Die dag gaf de KWB een filmvertoning. De zaal was stampvol. Een spijtig geval : de aangekondigde film van “Heidi” mocht niet gedraaid worden. In de plaats daarvan kregen we als hoofdfilm : “Honderd kleine moedertjes !” Ook de bijfilmen zijn zeer goed in de smaak gevallen. Zo zal de film “Heidi” op latere datum gedraaid worden.” (“DB”, nr.11)
1955 – 10 oktober : Bij het huwelijk van Clement De Rooster en Leonie De Smet.
“Onze B.J.B.-leden hebben dus op dinsdag (Noot MVH : 10 oktober viel dat jaar op een maandag) aan elkaar hun jawoord gegeven. Het was een echt zonnige dag die God gegeven heeft aan deze twee flinke werkers in onze B.J.B.-afdelingen. Beiden zijn jarenlang de bezielers en voortrekkers geweest in het leger van de K.A. Edelmoedig hebben ze het beste van hun kunnen gegeven voor de vorming van onze buitenjeugd. Ook voor Milac en onze soldatenwerking hebben ze steeds hun beste krachten ingezet. En zo komt het dan ook dat op die dag van hun huwelijk een hele groep B.J.B.-jongens en meisjes komen meebidden en meezingen hebben, en God vele genaden hebben afgesmeekt voor het jonge huisgezin. Na de H. Mis werden de brieven voorgelezen : eerst door Jan Vertommen namens het Gewest, dan door Mariette Coeckelbergh namens de B.J.B.-meisjes en door Jef Vloeberghen namens de B.J.B.-jongens van Leest. Ze mochten dan ook verschillende geschenken in ontvangst nemen, die maar een kleine uitdrukking zijn van de dankbaarheid van onze jeugd voor hun heerlijk voorbeeld.” (“DB”, nr.11) (Foto onderaan)
Op 20 oktober 2017 publiceerde Jan Smets op zijn website “Mechelenblogt” aan prachtig artikel over Clement De Rooster en zijn familie : "Zo ver als je de rook van de schouw ziet vliegen..." Een absolute aanrader.
1955 – 16 oktober : Provinciale studiedag B.J.B.-jongens.
“Een vrij en eerlijk Ja !” dat was het wachtwoord voor het nieuwe werkjaar. Deze leuze werd nader toegelicht op de Provinciale Studiedag te Lier. Juul De Smet, de voorzitter van de B.J.B. in “De Band” van november : "Ons “ja” mag niet flauw klinken zegde men ons, maar moet vastberaden zijn. Men kan ja-zeggen op een manier van onverschilligheid, een ja waaraan men niet veel heeft. Neen, zo niet ! Op ons JA moet men kunnen rekenen en het moet vrij en eerlijk gezegd zijn. M’n goede vrienden, als ik u vraag daar in uw omgeving een flinke B.J.B.-er te zijn en niet een flauwe vent die maar gedurig schrik heeft dat ze met hem zullen lachen en daarom meedoet met de grote hoop, dan moet gij kunnen J A antwoorden en uw “ja” beleven. Voor niemand kan men minder respect hebben dan voor diegene die niet turft tonen wat hij eigenlijk is, maar die zich slechts interessant wil maken voor de andere. Wij moeten en wij willen flinke mannen zijn, gezonde buitenjongens, rasechte B.J.B.-ers, mannen op wiens gezicht de fiere dapperheid te lezen staat, mannen die vrij en eerlijk JA antwoorden tegenover hun beweging, een JA tegenover hun thuis, een JA tegenover ons Volk en Land, een JA tegenover God. Dit was mijn vraag, duurbare vrienden, ZAL OOK UW ANTWOORD ZIJN : EEN VRIJ EN EERLIJK JA ?" Juul DE SMET, voorzitter BJB.” (“DB”,nr. 11)
1955 – 17 oktober : Prijzen voor Victor Schaerlaeken.
Op 17 oktober ging te Duffel de Centrale Fokveedag der Zuiderkempen door. De Leestenaar Victor Schaerlaeken behaalde er volgende prijzen : -Groep II : stieren geboren in januari en februari 1955, eerste prijs met “Jef”. -Groep X : vaarskalveren geboren tijdens april, mei en juni 1954, eerste prijs met “Linda”. (DB)
1955 – 18 oktober : Soldaat Edmond POLSPOEL vanuit Sint-Niklaas.
18/10/1955 : “Mijn eerste indrukken over ’t leger zijn absoluut niet slecht. Het eten is zeer goed. We leren, eten en liggen ! De dag van vertrek naar ’t leger is een dag van vrees. Want men weet niet wat het leger is en gewoonlijk jagen de ‘anciens’ of de mannen die al van de klas zijn u de schrik op ’t lijf. Die praters schilderen dan de troep af als iets waar men de soldaten als varkens behandelt. Dat is geenszins waar. Hier zie ik mensen die rede verstaan en als de soldaten niet tegen werken dan werkt de overheid ook niet tegen. Langs deze weg groet ik al de soldaten van Leest, bijzonder degenen die in Duitsland liggen ; tevens de Milac (die Band van Leest moet voor geen enkel soldatenblad onderdoen !!). De jongste schacht van Leest groet u allen !”
-Edmond Polspoel vanuit Brustem, 28/4/1956 : “Hier dan weer enkele woordjes uit Brustem. Spijtig genoeg (???) kan ik mijn wedervaren niet vertellen zoals de meeste andere jongens over hun kampen of maneuvers want dat bestaat hier bij de Luchtmacht niet. Tot nu toe heb ik nog maar één herinnering die mij wel voor altijd zal bijblijven en dat is een wacht die ik gedaan heb bij een vliegtuig dat neergestort is bij ’s Herenhelderen. Niet bijzonder die wacht zelf maar wel hetgeen ik daar heb gezien : die verminkte piloot, al die stukken van het vliegtuig en het huis waarvan het dak en de bovenste verdieping gans waren weggevlogen. Eén stukje muur is blijven staan waaraan een schabje was vastgehecht met daarop een beeldje van Onze Lieve Vrouw. Dat stond daar ongedeerd onder de blote hemel met er onder een bedje van een kindje dat op ’t ogenblik van ’t ongeluk daar sliep en ongedeerd is gebleven. Al die stenen, balken en pannen lagen allemaal achter het bedje. Die mensen mogen dat beeldje wel bijzonder vereren, denk ik. Voorts is alles nog even goed in de 13de Jachtwing en als ik zo mijn ganse legerdienst kan doorbrengen dan mag ik nooit zeggen dat het bij de troep slecht is. Nog de beste groeten en zorg er nu voor dat DE BAND blijft verder bestaan want elke soldaat ziet die wel graag komen, denk ik. Nog 300 dagen, en nog altijd de jongste soldaat van Leest…”
Edmond Polspoel huwde met Melanie Selleslagh en zou nog schepen worden in de gemeente Leest.
Foto’s :
-S.M. Theo Fierens (DB nr.7 van 1956)
-De latere kardinaal Leo Suenens wijdde de kapel van O.L. Vr. van Fatima in.
-Huwelijksfoto van Clement en Leonie De Rooster-De Smet.
-Victor Schaerlaeken haalde twee eerste prijzen binnen op de fokveedag te Duffel.
-Schepen Edmond Polspoel midden vooraan, naast zijn collega Henri Van den Heuvel in 1971.
1955 – Zaterdag 3 september : De kruistocht vierde haar patroonheilige.
“De kruistocht viert zaterdag 3 september haar grote patroon Paus Pius X, apostel derveelvuldige H. Kommunie. (zie foto onderaan) Daarom wordt zondag 4 september de H. Mis opgedragen tot inzichten van de kruistocht. Deze zullen er zeker aan houden in uniform hierin aanwezig te zijn.” (“DB”, nr.8)
1955 – 10, 11 en 12 september : Grote Handelsfoor te Leest.
“De aangesloten leden van de Christelijke Middenstand organiseren voor de eerste maal een grote handelsfoor te Leest, in de zalen “Ons Parochiehuis” en “St.-Cecilia”. Vele handelaars zullen hun waren tentoonstellen. Op zaterdagnamidddag zal de tentoonstelling geopend worden door de burgerlijke overheid. De Kon. Fanfare St.-Cecilia zal deze plechtigheid opluisteren. Op zondag na de Hoogmis : bezoek van de geestelijke overheid. Dan zal de Kon. Fanfare Arbeid Adelt de genodigden afhalen aan de kerk. Op maandag wordt er in de namiddag het bezoek verwacht van al de schoolkinderen. Geen enkele Leestenaar mag hierop afwezig blijven.” (“DB”, nr.8)
1955 – 14 september : Wederoproepingen.
Die dag werden Gust Peeters (Tisseltbaan 19) en Hugo Verlinden (Kouter 13) verwacht te Beverloo voor een kamp van 15 dagen. (“DB”, nr.8)
1955 – Van 25 seeptember tot 2 oktober : Maria-Missie te Leest.
Bij het eeuwfeest van de Rozenkrans broederschap. Met medewerking van pastoor Coosemans, onderpastoor Stany De Decker en de paters predikheren Schroyen en Bodijn. (Santje onderaan)
1955 – 3 oktober : Soldaat Jaak DE KOCK uit Aken.
“Nog een maandje soldaatje spelen en dan zullen we terug de handen uit de mouwen moeten steken. Op zaterdag 1 oktober vierden we hier onze Bataljonsfeesten. Ik had het geluk mijn moeder, mijn broer Frans en mijn zuster met haar man hier te mogen verwelkomen. Een 14-tal dagen op voorhand hebben we alle dagen een paar uren drill moeten doen, hetgeen op ’t laatste wel ons voeten begon uit te hangen, en we trachtten hoe langer hoe meer naar de eerste oktober ! De 30ste september kwamen de families aan : een 250 (vier grote autobussen). Ze werden ’s avonds in hotels te Aken ondergebracht. ’s Anderendaags te 10 uur stonden de vier batterijen onberispelijk gelijnd op de parade-ground. Allen droegen de paarse nestel der Leopoldsorde. Op de eretribune hadden de personaliteiten plaats genomen. Na de aankomst van generaal-majoor Cumont, die langzaam onder begeleiding van militaire marsen, de troepen schouwde, sprak majoor Meyer, korpsoverste van het 73ste Artillerie, een rede uit. Hierna legden reserve-officieren en actieve onderofficieren de grondwettelijke eed af. De muziekkapel van de 1ste Infanterie brigade voerde schitterende parade-marsen uit. Het defilé kon beginnen. Voorafgegaan door de korpsoverste en door ‘Georgie’, mascotte-hond van het bataljon, defileerden de jeeps, de kanonnen van 155 mm tot 13 ton, voortgetrokken door de zware tractors 18 ton, gewapend met machinegeweren, en door de geweldige vrachtwagens ‘Max’ en tenslotte de Bedfords, met de aanhangwagens gevuld met granaten. Een smakelijke korpsmaaltijd verenigde militairen en genodigden. ’s Anderendaags hebben we nog een reis gehad naar Monschau en Schwammenhauel. Ik doe de beste groeten aan het Milac-comité en de K.W.B.” (DB)
1955 – 4 oktober : Familiale lessen te Mechelen.
De eerste van vier dinsdagen waarop er te Mechelen lessen gegeven werden over “Familieleven” in de maand oktober. Lesgevers waren prof Roels, André Demedts, Emiel Van Haesendonck, oud-minister Verbist, Monseigneur Cruysbergs en de man die het slotwoord verzorgde Monseigneur Schoenmaeckers. Een dertigtal mannelijke en vrouwelijke jonge Leestenaars volgden deze lessen in het St. Romboutscollege. (“DB”, nr 11)
1955 – 6 oktober : Brand in de “Jupi”.
In de schoenenfabriek van de familie Piessens “Jupi” ontstond een kleine brand in een opslagplaats. (DB-1955)
Foto’s :
- Paus Pius X, de paus van de kindercommunie.
-De voor- en achterkant van het santje dat de Maria-Missie te Leest aankondigde.
-Advertenties van de schoenen “Jupi” in “De Band” uit die periode.
1955 – Septembernummer “De Band” : Onze nieuwe kapel. KAPEL van O.L. VROUW van FATIMA.
In “De Band” nr.8 van 1955 verscheen een tekening (zie onderaan) van de kapel met volgende tekst : “Dezer dagen werd een aanvang gemaakt met het bouwen van een nieuwe kapel op de hoek van de weide van Emiel Verschueren. Ziehier enkele gegevens over deze kapel : De voorkant van de kapel heeft een breedte van 2,5 m. Het zal van voor een lage afsluiting hebben in ijzer. De boog rond de ingang wordt gemaakt in witte steen, evenals de blokken met de jaartallen op. Het dakje zal een 0,60 m oversteken over de ingang, en geschraagd worden door twee zware balken. De totale lengte van de kapel, met de oversteek van het dak bij bedraagt 3,20 m. In de kapel hebben we een grote arduinen steen onder de nis van het Mariabeeld. Neven het beeld nog twee smalle schabben. De bevloering is in groen-marmer vloeren. In de zijgevels zal langs elke kant een smal raampje komen. De nis van het Mariabeeld is 0,50 m op 0,80 m. Het beeld van O.L.Vrouw van Fatima is 0,60 m. Voor het bekostigen van het kapelleke werd er rondgehaald de som van ongeveer 22.500 fr. Dat is gemiddeld een 50 fr per huisgezin van Leest. We danken al deze milde gevers, en zo zal het werkelijk de kapel zijn van alle Leestenaren. Deze som zal waarschijnlijk niet volledig al de onkosten dekken, maar toch al een groot deel. We danken verder de mannen die het graafwerk en het gieten van de fundering hebben gedaan, en al de geburen daar, omdat ze steeds bereid zijn direct in te springen wanneer er moet geholpen worden.”
De kapel van O.L.Vrouw van Fatima werd op de wei van de familie Verschueren in de Elleboogstraat geplaatst. Ze werd ingezegend door Mgr. Suenens, die in die tijd nog hulpbisschop was. Tot bekostiging van deze kapel werd toen in de parochie 22.500 frank rond gehaald. Wilfried Hellemans in “De Sint-Niklaasparochie in Leest” : “Deze bakstenen kapel staat op de hoek van de Elleboogstraat en de Tiendenschuurstraat. Ze heeft een vierkantig grondvlak en is open. Een sober ijzeren kruis siert de top en in de zijmuren is een boograampje. Op de vier hoeken werd een steunbeer aangebouwd met bovenaan een zandstenen topstuk waarop vooraan “1855” en “1955”. Ook de rondbogige toegang is in zandsteen.Het tentdak met kunstleien is wijder dan de buitenmuren en wordt ondersteund door houten sloven. In een nis achter een glazen deurtje in de achtermuur staat een beeld van O.L.Vrouw van Fatima. Daaronder is een schab voor kandelaars en bloemen. Zoals (sinds 1977) in de St. Annakapel sluit ook hier eenzelfde smeedijzeren hekje, afkomstig uit de kerkgrille, de kapel af. Ervoor ligt een geplaveid wegje tot op de straat; eerder was het gekasseid. De kapel werd ingewijd in het Mariajaar (op 2 oktober 1955) door de toenmalige hulpbisschop L.J. Suenens.”
Met Onze-Lieve-Vrouw van Fatima wordt Maria aangeduid die tussen mei en oktober 1917 zes keer verschenen zou zijn aan de drie herderskinderen : Lucia, Francisco en Jacinta nabij het Portugese stadje Fatima. Op 13 mei 2017 werden Francisco en Jacinta heilig verklaard door paus Franciscus. (Wikipedia)
1955 – September “De Band” : Onze B.J.B.-ers en hun Werking.
“Weer eens loopt ons werkjaar ten einde, en kunnen we nog even terugblikken op een paar hoogtepunten van onze zomerwerking, namelijk het Gewestelijk Zomerfeest te Leest, dat zeker één der schitterendste geweest is van al die er dit jaar plaats vonden, en het Provinciaal zomerfeest te Lier. Voor drie jaar werd het gewest Mechelen gesplitst en kregen we hier in Leest een eigen kring voor de afdelingen Blaasveld, Hombeek, Tisselt, Leest, Mechelen en Zemst-Laar. Het doel was die afdelingen, die in dezelfde streek werkten, en dezelfde moeilijkheden en noden kenden en ook mogelijkheden, nauwer bij elkaar te doen aansluiten en hen in een eigen Gewest de kans te geven zich te ontplooien en om samen in te richten wat plaatselijk niet mogelijk was. Zo hadden we gewestelijk reeds cursussen “Gereed voor het leven”, “Veebeoordeling”, “Mechanisatie”, zijn er regelmatig recollecties en vormingsdagen, en hadden we laatst ook weer in samenwerking met de afdelingen van de andere zijden van Mechelen ons Zomerfeest hier in Leest. Van Leest, dat in dit jonge Gewest de sterkste afdeling vormde werd verwacht dat zij ook voor de andere afdelingen de voortrekkers zouden zijn. Er zijn heel wat voorbeelden om aan te tonen hoe ze die taak volbracht heeft. Voor alle verwezenlijkingen leverde ze het grootste aantal deelnemers. Het was Leest dat hier ten zuiden van Mechelen de ruitersport lanceerde. Spijtig genoeg zijn er nog geen andere afdelingen gevolgd om een gezonde wedijver te verwekken. Zoals het ging met D.L.O. en vendelen dat ook te Leest werd gelanceerd, maar “voorlopig” door Tisselt werd voorbijgestreefd. Nog tal van feiten kunnen worden aangehaald om aan te tonen welke rol een afdeling kan vervullen, om een gans gewest tot bloei te brengen. Maar na ons zomerfeest mag die schone bladzijde uit de geschiedenis van Leest nog wel eens nader belicht worden. Het doel van zulk een feest is : aan het publiek laten zien waar de B.J.B. met zijn ontspanning naartoe wil. Onze B.J.B.-ers in een sportieve strijd dichter bij elkaar brengen voor de levensstrijd die ze te voeren hebben. En ten slotte die jongens aantrekken die nog niet in de B.J.B. zijn. Zoals steeds wanneer de B.J.B. in Leest iets inricht, kwam ook ditmaal het publiek talrijk op en bracht door zijn aanmoedigingen en meeleven de steun en de stemming die er nodig waren. En omwille van de faam die Leest geniet, kwamen de afdelingen uit het omliggende met hun sterkste afvaardiging hier om te tonen wat ze konden. Leest kraaide tweemaal victorie in de aflossings- en hinderniskoers, een ongeluk hield hen van de overwinning met de Romeinse wagen. Tisselt won onweerstaanbaar de eindklassering. De strijd was vinnig, en dat hij ook de mededingers nader tot elkaar bracht bewees het feit dat Leest en Tisselt veertien dagen later op het provinciaal Zomerfeest te Lier samen de kleuren van ons gewest vertegenwoordigden, en er onder luidruchtige toejuichingen van Leestse B.J.B.-meisjes van op de tribune een 12de plaats bekwamen. Cl. De Rooster, B.J.B.-Gewestleider.”
1955 – Septembernummer “De Band” : Soldaat Milicien Antoine Lauwens.
“Soldaat worden doet iedereen gaarne, maar het gaarne blijven, is zo plezant niet ! Bleu’s als we zijn, zoeken we natuurlijk verpozing in blancoteren, schuren, koper doen blinken, enz. Nooit versagen, vooruit !”
-Antoine Lauwens vanuit Mechelen, 28/4/1956 : “Voor ’t ogenblik zijn er in onze blok grote schilderwerken bezig ; wij voeren die zelf uit. ’s Morgens staan we op om 6 uur, het eten door onze keel gestoken, een overall aantrekken, zodanig dat we om 6.30 uur al op de stelling staan. Op ’t einde van mei wordt het tienjarig bestaan gevierd van het Centrum hier. Daar tegen moet alles piekfijn in orde zijn. Die dagen zal er feest zijn met familiebezoek, Heilige Mis op erekoer, defilée in de stad. Rond Pasen ontving ik weer DE BAND. Dadelijk rukte men mij het boekje uit de hand. Het was piekfijn samengesteld. We beleven er veel plezier aan. Het krijgt de vorm van een zeer prachtig werkje te worden op gebied van lectuur, ontspanning en berichten. Stilaan zal ik mogen gaan zeggen : nog ZOVEEL weken en maanden. Voor mij is het leger toch geen eigenaardigheid : alle dagen thuis, het is precies of ik ga werken. Het enige wat er aan is : ginder gaan slapen is het gevaar te lopen koekjes te gaan eten. Beste groeten aan alle soldaten van Leest en aan jullie allen.”
-Antoine Lauwens vanuit Mechelen, 31/5/1956 : “Nu de feesten voorbij zijn, is alles zeer rap gegaan; het was werkelijk prachtig, ook het weder was niet ten achter gebleven. Vrijdagavond begon het met een taptoe van de stafcompagnie in de stad en het neerleggen van bloemen aan het monument. Vergezeld van een eigen opgerichte muziekkapel, werd er gedefileerd door de hoofdstraten van de stad. Zaterdag was er een troepenschouwing met overhandiging van paradetrommels, geschonken door de stad Mechelen. In de namiddag kregen we bezoek van de Eerste Minister, de Procureur des Konings, generaals De Groef en Galand en verder kolonels, majoren, enz.. Het was van deze gasten dat we het meest geprezen werden voor de gedane werken, geleverd de laatste weken voor de feesten. Zondagvoormiddag was er een Plechtige Mis, bijgewoond door talrijke burgers, soldaten en genodigden. In de namiddag was er bezoek van de familieleden van de soldaten die ten zeerste tevreden waren en vergast werden op sportoefeningen, volksspelen, militaire oefeningen, concert, tentoonstellingen, cinema en geleide bezoeken in de stad. Zo werd het feest besloten ter herdenking van de 10de verjaardag van het Centrum. Op 21 juli zullen er te Mechelen de garnizoensfeesten doorgaan. Vele van onze mensen zullen hiermede meer leren kennen van het leger, de geest onder de soldaten, het spel, bezigheden in vrije tijd, enz. Dergelijke feesten zijn zeer aantrekkelijk. Dit is ten andere te zien aan de talrijke opkomst van bezoekers.”
-Antoine Lauwens vanuit Mechelen 20/6/56 : “Een soldaat heeft altijd werk, zo zeggen ze toch. Toch vind ik tijd om te schrijven. Met veel genoegen hebben wij kunnen vaststellen dat De Band nog niet het toppunt bereikt heeft daar er regelmatig nieuwe zaken worden aangebracht. Dat is werkelijk verheugend, meer successen, meer vruchten. Ik geloof dat ik de enige ben van mijn compagnie die regelmatig nieuws ontvangt van de parochie. Ze kennen me hier goed : “nen brief en een boekske voor Lauwens !” Nog een 200 maal op en af bollen naar huis en dan kunnen we ons weer gaan inplanten in het burgerleven. De grootste vijand is de dwang. Voor de rest doen, wat ze u vragen en dan komt men er. Nu sluit ik want het is tijd om naar ons Moeke te gaan en…wachten op het einde…Nog….dagen !”
-Antoine Lauwens vanuit Mechelen, 13/12/1956 : “Nu ze hier ne mens al moe gezien zijn, durven ze ons al niet veel meer vragen, maar een bevlieging komt nogal dikwijls op. Wat mij betreft, alles is hier opperbest, de tijd schijnt hier te vliegen. Met al die feestdagen, vergunningsdagen en verloven, men zou al vlug een slecht gedacht krijgen van het leven. De laatste drie dagen zijn werkelijk prachtig geweest : meer thuis dan in de kazerne. Zo zouden we ons bij wijlen wel afvragen of het wel de moeite is nog terug te keren (naar de kazerne). Maar elke goede soldaat houdt van zijn kazerne ; toch zeker de laatste dagen. Nu voelen we maar eerst de eenzaamheid aan, wanneer alle makkers van onze kamer ons zijn voorafgegaan. Bij dit alles blijft het kazerneleven z’n gang gaan. Verleden week een grote defilé in aanwezigheid van alle korpsoversten van alle TTR-kazernes. Het was machtig dit te aanschouwen van achter een stukje glas. Een kwestie van meevoelen met die sukkelaars, zo twee uren aan een stuk op 2 benen staan zonder een vin te verroeren. Op Sinterklaas-morgen waren onze tafels getooid met reuze speculoosventen en zakjes snoep. Juist het gewenste om een soldaat te verleiden. Het moet niet altijd geld en sigaretten zijn die de hoofdrol spelen ; ze kunnen ons ook met andere zaken klein krijgen. De laatste tijd zijn de eetmalen fijner geworden. Alleen ’s morgens zou men onze hongerige magen wat beter mogen versterken : altijd jam, gelei, confituur en opnieuw. Gisteren hebben we weer van die heerlijke bouletten gekregen : ze waren toch zo sappig in die goeie vettige saus. Om dat vet niet te smaken, doen ze er wat appelmoes bij, dat versuikerd gans de boel in uw binnenste. Mijn beste groeten aan alle kameraden-soldaten van Leest in of buiten de kazernes.”
Antoine (‘Antoon’, ‘Toon’, ‘Toine’) werd op 2 augustus 1936 te Leest geboren als zoon van Jan en Mathilde De Bruyn. ‘Mathilleke’ was een zus van de befaamde dirigent van de Blekken Rik De Bruyn die Antoon de liefde tot de muziek bijbracht. ‘Rik van ’t Kot’ was ook een bekwaam beeldhouwer (sculpteur) en naast notenleer kreeg zijn neef er ook praktijklessen in houtbewerking. Antoine trad een tijdlang in het voetspoor van zijn oom maar na de Tweede Wereldoorlog ging het stilaan bergaf met het Mechels meubel en hij liet het houtsnijwerk voor wat het was en koos voor een job bij de overheid. Tot zijn pensioen in 1996 controleerde hij als ambtenaar bij het Ministerie van Openbare Werken nog de bruggen in Vlaams-Brabant. In 1960 huwde hij met Agnes Piessens (°14/3/1939), de jongste dochter van Frans Piessens sr. ‘Den Blokmaker’ was toen ondervoorzitter van de fanfare Sint Cecilia en Antoine was van dan af niet alleen verbonden met de ‘Blekken’ door afkomst maar ook door zijn huwelijk. In die fanfare legde hij een prachtig parcours af. Hij werd leerling-muzikant in 1950 en muzikant in 1951. In ’59 was hij lid van het feestcomité n.a.v. de tweede muziekwedstrijd die St.-Cecilia Leest toen organiseerde en het jaar nadien werd hij bestuurslid. In dat bestuur heeft hij allerlei taken uitgevoerd, soms meer dan één tegelijkertijd. Secretaris van 1965 tot 1968 en op andere momenten was hij wijkverantwoordelijke en hield hij de bibliotheek met de muziekpartituren in orde. Hij hield ook de inventaris bij van de muziekinstrumenten, van het fanfaremateriaal en van de uniformen. Vaak was hij ook secretaris van de jury op internationale concertwedstrijden. Indrukwekkend is het archief dat hij opgebouwd heeft van de fanfare. Op overzichtelijke wijze wist hij nauwgezet foto’s, belangrijke brieven en documenten, fanfaretijdschriften, leden- en muzikantenlijsten te ordenen en te bewaren, een klassement dat meer dan 200 mappen bevat. Op het Palmzondagconcert van 2015 blies Toon zijn laatste noten. Hij was 78 en had er 65 jaar onafgebroken als muzikant opzitten, een imposante prestatie. Dat jaar verruilde het echtpaar Lauwens-Piessens hun verouderde woning in de Dorpstraat voor een nieuwbouw in Zemst. Antoine en Agnes kregen twee kinderen : Bart en Ilse Lauwens die voor een nageslacht van vijf kleinkinderen zorgden. Zonder zijn archiefwerk zouden belangrijke publicaties zoals ‘Leest in Feest’ en ‘Leest Geweest’ moeilijk tot stand zijn gekomen en zou ook deze blog niet zo’n schat aan gegevens hebben bevat. Ik zal Antoon immer dankbaar blijven voor zijn bereidwilligheid om dit archief te delen en om zijn onbetaalbare hulp bij andere domeinen dan de fanfare.
Vervolgt.
Foto’s : -De tekening van het nieuwe kapelletje. -Een postkaart uit de zestiger jaren. Op de achtergrond het “Hof ter Haelen”. -Een meer recente afbeelding van de kapel van O.L. Vrouw van Fatima. -Antoine Lauwens als jonge voetballer. -Het gezin Lauwens-Piessens in 1968 met zoontje Bart en dochtertje Ilse.
1955 – Dinsdag 23 augustus : Vergadering B.J.B.-meisjes.
“Deze vergadering werd als naar gewoonte ingezet met een fijne openingsformatie en een vurig gebed. Een dankwoord werd toegestuurd aan al de meisjes die het hunnen hadden bijgedragen tot het wellukken van het werkjaar. Zeker was het voor ons ook een groot genoegen een achttal nieuwe schoolverlaters voor de eerste maal te mogen begroeten in onze B.J.B.-rangen. We wensen hen van harte geluk en hopen dat ze ook edelmoedig en blij mee ten dienste zullen staan in het jeugdleger der Katholieke Actie, zodat ze gans hun jeugd zouden trouw blijven aan ons B.J.B.-ideaal. Vervolgens werd dan het godsdienstig woordje gegeven door Z.E.H. Pastoor over “De H. Mis in de K.A.” Daarop volgde nog een kort vormingswoordje. Voor onze beroepsvorming zorgde Mariette De Prins. Het ging deze keer over “Koude Schotels”. We konden allen eens gezamenlijk proeven. Het Lieve Vrouwbeeldje dat uit Lourdes meegebracht was door Irma Selleslagh werd door het lot toegewezen aan Mathilde Verbruggen. Zo was het al weer vlug heel laat geworden, en we besloten onze vergadering met een gebed, en keerden dan zeer tevreden huiswaarts. L. De Smet.” (“DB”,nr.8)
1955 – Zaterdag 27 augustus : Jachtongeval.
Op zaterdag 27 augustus, de eerste dag dat de jacht was open verklaard, werd Charel Van Linden getroffen door hagel uit het geweer van één der jagers. Hij werd op verschillende plaatsen in zijn aangezicht en op zijn hoofd getroffen. Gelukkig bleven zijn ogen gespaard. (DB)
Karel Van Linden ook “Charel van Broses” genoemd naar zijn vader Ambrosius (“Broses”) woonde in de Hertstraat. Charel was medeoprichter van de Raiffeisenkas te Leest. (Medegedeeld door zijn kleinzoon William Van Linden)
Charel van Broses was te Leest geboren op 17 september 1881 en gehuwd met Alfonsine Van Campenhout. Hij overleed op 18 maart 1962. “Hij was eenvoudig, hartelijk en oprecht, een voorbeeld voor zijn kinderen. Voor iedereen die hem kende was hij een ware vriend..” Mooie woorden uit zijn gedachtenisprentje.
1955 – Dinsdag 30 augustus : Met de Melkerij op reis.
De aangesloten leden van de melkerij van Blaasveld (Zuivelfabriek Sint-Jozef) gingen op uitstap. Tien autocars vervoerden meer dan 300 leden. Onder hen een aanzienlijk aantal Leestenaars. De reis ging naar Holland, op het programma stond het bezoek aan oesterkwekerijen, varen te Vlissingen, enz. De kosten van de reis werden gedragen door de melkerij.
1955 – 30 augustus : Naar het selectiecentrum.
Jan De Prins uit de Juniorslaan en Marcel Diddens (Dorp, 64) werden opgeroepen om die dag voor het Selectiecentrum te Brussel te verschijnen. Beiden waren aangewezen voor de Territoriale Wacht. (“DB”, nr.8)
1955 – Septembernummer “De Band” : Ongeval.
“Door een onbekende oorzaak sloeg het paard van Juul De Smet op hol. Het kon gelukkig tijdig tot staan worden gebracht. Juul liep er een spierscheuring mee op.”
-Vanuit Amay :“Ik ben nu m’n 2de opleiding begonnen. Schietoefeningen, turnen en marschen vind ik plezant, tevens ons laatste bivak. Drie maal per week is er filmvertoning…”
-Gaston vanuit Westhoven, 19/10/55 : “Het leven hier in Duitsland bevalt mij reeds heel goed. In de dag krijgen we veel oefening of les. In de kazerne is er elke avond cinema : ze spelen mooie stukken. Elke vrijdag is er een avondmis ; er bestaat een Bond van het H. Hart waarvan ik lid ben. De 23ste november kom ik voor 6 dagen in verlof. De tijd gaat hier goed voorbij. Deze week was er in al de kazernes van Duitsland een grote “alarm-oefening”. Gedurende 14 dagen zijn we gaan varen op de Rijn, als scholing voor “vedet”. Wacht en piket moeten we veel doen. Ik ben hier nu drie weken en aan mijn derde wacht. Beste groeten aan alle Leestenaren.”(“DB”,nr.11)
-Gaston Croon vanuit Westhoven, 6/11/55 : “Het feest van St Barbara werd hier mooi gevierd. Tot nu toe ben ik nog steeds graag in Duitsland. De tijd gaat hier goed voorbij. De 18de januari kom ik denkelijk in verlof. Onlangs zijn we op maneuvers geweest te Wanne, op een 40 km van de kazerne, veel kou geleden. Alles kwam neer op infanterie-oefeningen. Ook een mars van 40 km stond op ’t programma. Een goede dag aan alle Leestenaren !”
-Gaston Croon vanuit Westhoven, 16/6/56 : “Over de maneuvers kan ik niets schrijven want ik was te Lourdes toen m’n makkers op maneuvers gingen. Deze week zijn we een vlot gaan bouwen op de Rijn. Deze morgen heb ik twee pikuren gekregen : die van “één jaar dienst”. Nu begint m’n tijd toch al te korten. Over 14 dagen heb ik m’n 16de wacht gedaan. Beste groeten aan alle Leestenaren, bijzonder aan de soldaten en aan het comité.”
Gaston Croon was te Leest geboren op 7 februari 1936 en gehuwd met José Sintebin (°Hombeek 12/10/1938, +Duffel 4/1/1985). Na haar dood was hij de partner van Yvonne Rits (°Heffen 2/12/1930, +Mechelen 9/9/2009). Hij stierf te Mechelen op 16 januari 2014.
Vervolgt.
Foto’s : - “Charel van Broses” Van Linden werd slachtoffer van een jachtongeval. -Zijn gedachtenisprentje. -“Faroke” had de zaak va zijn vader overgenomen. Met zijn tractor haalde hij de melk op, onder meer bij de boeren van Leest. -Marcel Diddens moest naar het selectiecentrum. -Gaston Croon op oudere leeftijd.