1960 – 26 tot 29 mei : M.I.J.A.R.C.-Congres te Lourdes.
Het acroniem MIJARC staat voor Mouvenment International de la Jeunesse Agricole et Rurale Catholique. In het Nederlands : Internationale beweging van de katholieke landbouw en plattelandsjongeren. MIJARC/IMCARY werd in oktober 1954 in Annevoie, België, opgericht door de katholieke landelijke jeugdbewegingen van Duitsland, Oostenrijk, België, Spanje, Nederland, Italië en Luxemburg. Ze werden gedreven door een voorkeursoptie voor de armen en een verlangen om te werken aan het opbouwen van een authentiek broederlijke wereld waarin alle individuen kunnen leven en genieten van hun onvervreemdbare mensenrechten en de architecten van hun eigen toekomst zijn. In 1960 werd het Internationale Congres in Lourdes over “Honger in de wereld” bijgewoond door meer dan 26.000 mensen uit 58 landen en vier continenten. Het Wereldcongres in Lourdes 1960 met de deelname van 26.500 plattelandsjongeren was een belangrijke gebeurtenis, vooral in termen van het versterken van de relatie met landelijke jeugdbewegingen buiten Europa die al snel lid werden van MIJARC/IMCARY. (Wikipedia)
In “De Band” verscheen daarvan volgend verslag van Willem Slachmuylders : “Donderdag 26 mei en ook de volgende dagen zijn voor ons dagen geweest om nooit meer te vergeten, nl het vertrek naar Lourdes om daar, samen met onze vrienden uit alle delen van de wereld verbroederd deel te nemen aan het eerste wereldcongres van de “Mouvement Internationale de la Jeunesse Agricole et Catholique of M.I.J.A.R.C. Om 10u58 begon voor ons de grote trek over plus minus 1200 km vanaf Mechelen over Brussel-Bergen, de grensposten te Quevry en Feigniez; te Aulnaye kwamen alle treinen op hetzelfde spoor; zo verder via St Quentin-Noyon, we waren hier reeds 200 km van huis, verder langs Creil bezijden Parijs-Orleans-Tours of 500 km van Brussel en steeds raasde de trein over de Chàre naar Poitiers-Bordeaux, daar was het 2 u 15 en 900 km achter de rug. Van de wijnstreek stonden wij langs de “Landes” een eigenaardige streek waar de grond bestaat uit zeezand en zo ging de slapeloze nachtrit verder tot we juist voorbij het station van St Pé, het einddoel van onze reis konden begroeten : LOURDES. Zodra we de grot in het zicht kregen werd het “Magnificat” aangeheven. We waren op dat ogenblik 250 uren van huis. Van het station bracht men ons per autobus naar ons hotel. De eerste dag van het congres was het in de voormiddag voorstelling van alle landen aan O.L.Vrouw met daarna de H. Mis in de onderaardse basiliek van het Pius X. Na de middag hadden we dan een welkomspel op het stadion te Lourdes opgevoerd door de B.J.B. van Vlaanderen. In dit symbolische spel van de welkom konden we drie delen onderscheiden : 1) Jeugd is vreugd. 2) Wij heten U allen welkom. 3) Allen werken wij. ’s Avonds hadden we dan een kaarskensprocessie in eindeloze rangen met deelname van alle landen en waarin elk in zijn taal de strofen van “te Lourdes op de bergen” zong maar als één donderslag was het “een AVE MARIA” refrein. Zaterdag 28 mei of de 2de congresdag hadden we ’s morgens voor onze taalgroep een H. Mis aan de grot. ’s Namiddags de kruisviering in Pius X kerk en daarna ondanks regen en hagelbuien de sacramentsprocessie op de grote esplanade met langs weerskanten de zieken in hun wagentjes die dag in dag uit bidden en smeken om genezing. ’s Avonds in het stadion kregen we het groot spel over “Honger in de wereld”. Het was de geschiedenis van een groep landbouwers in Zuid-Amerika, die verplicht werden hun gronden te verlaten, tengevolge van een egoïstische en onzedelijke beslissing van de eigenaar. Een mooi spel dat spijtig werd ontsierd door de aanhoudende regen. Zondag 29 mei de laatste congresdag werd ingezet met een pontificale hoogmis in de Pius X kerk. In de namiddag was het de slotplechtigheid van het congres in het stadion met toespraken in alle talen en waaruit ieder het zijne kon meedragen. ‘WIJ WILLEN ALS JEUGD VAN DE KERK EN JEUGD VAN HET PLATTELAND IN DE MIJARC SAMEN WERKEN BIJ HET VORMEN VAN EEN CHRISTUS-GETROUWE EN VAKBEKWAME BOERENSTAND”, zei ons René Peeters, leider en tevens voorzitter van de Mijarc. Maandag begon voor ons de bedevaart met kruisweg, H. Mis, grotbezoek en kaarskensprocessie. Dinsdag voormiddag, kruisweg, H. Mis en daarna klauterpartij op de PIE DU JER, berg van 1.000 meter hoogte. ’s Namiddags uitstap naar Gavernie langs Tourmalet en Aubisque met te Gavernie zelf een tocht te paard en ’s avonds te Lourdes weer kaarskensprocessie. Woensdag, de laatste dag begonnen we met een dankmis en afscheid aan de Grot. Na de middag was het valiezen inpakken en te 4 uur vertrek uit Lourdes voor de lange terugreis met een zonnig hart en een gerust gemoed om dit zeer geslaagd congres. Wat ons hotel betrof, dat is mijns inziens goed meegevallen, alhoewel er anderen waren die spraken van “nooit gezien, van ze leven niet vergeten…afblijven… Namens de B.J.B.-afdeling Leest Willem Slachtmuylders.
Naast verslaggever Willem Slachtmuylders mochten ook Georges Verbruggen, Frans Huys en Louis Selleslagh naar het congres. De twee laatsten waren de winnaars van de Lourdesreis. Vervolgt met het verslag van de meisjes.
1960 – 8 mei : Openlucht vergadering van de Boerengilde
Op de weide van Jaak Lamberts werd een “Openlucht Vergadering” gehouden. Ze was ingericht door de Boerengilde van Leest. De heer Jans, staatsveeteeltconsulent, hield er voor een dertigtal leden een voordracht over het Kempisch veeras. (DB)
1960 – 8 mei : Wafelslag Landelijke Jeugd
De meisjes vroegen 6 frank voor een heerlijke wafel. (DB)
1960 – Van 10 tot 17 mei : Lourdesbedevaart Boerinnenbond
Rosalie Simons-Hellemans uit de Mechelbaan en Victorina Lamberts-Verlinden uit Rennekouter vertegenwoordigden de Leestse Vrouwengilde. (DB)
1960 – Maandag 16 mei : Toediening Vormsel
“Ongeveer een tachtigtal jongens en meisjes kregen het H. Vormsel toegediend. De vormelingen kwamen bijeen te 16 u. in de Parochiekerk om stoetsgewijs, biddend het rozenhoedje, naar de St.Martinuskerk te Hombeek te gaan. Daar werden zij gevormd door Monseigneur Schoenmaekers, hulpbisschop van Mechelen, bijgestaan door Peter en Meter, respectievelijk de heer Emiel Verschueren burgemeester van Leest en mevrouw J. De Laet (Noot Julie Meuldermans de echtgenote van Victor De Laet, als gewezen burgemeestersvrouw werd zij daarvoor gevraagd). ’s Morgens woonden zij om 6u30 de H. Mis in de parochiekerk bij.” (DB, nr. 5, 1960)
1960 – 19 mei – G.v.A. : Gestolen fiets in Leest teruggevonden
In de Kloosterstraat te Willebroek werd, ten nadele van de Ruisbroekenaar Ph. De Jonghe, een fiets gestolen die achteraf werd teruggevonden in Leest.
1960 – 21 mei - G.v.A. : Gras afgemaaid
Door Will. De Rooster en Anna Diddens werd klacht ingediend tegen Eug. V.B. uit Leest wegens het afmaaien van het gras van hun vloeibeemd.
1960 – 21 mei : Advertentie in Gazet van Antwerpen
“Grote Brusselse brouwerij zkt. depothouder voor het bedienen van haar cliënteel in de streek van Leest en omgeving. Schr. N.F.P Gazet.”
1960 – 22 mei : Plechtige communie
“De plechtige H. Communicanten zullen op zondag 22 mei vergaderen te 6u15 in de school der Eerw. Zusters. In optocht zullen zij zich naar de kerk begeven om er de vroegmis van 6u30 bij te wonen, waarin zij hun Plechtige H. Communie zullen doen. Om O9u30 Hoogmis, gedurende dewelke de vernieuwing van de doopbeloften zal geschieden.” (DB, nr. 5, 1960)
Eén van hen was Gerda De Laet, dochter van Frans en Victoire Van Dam van café “In den Bareel”. Een andere communicant was de latere kapster Viviane Rottiers. (Hun prentjes onderaan)
1960 – Maandag 23 mei : Algemene Vergadering N.C.M.V.
Die dag werd te Leest een bijzondere algemene vergadering gehouden voor de leden van afdeling Leest. Na een smakelijke biefstuk hield voorzitter Eeraerts een inleiding. Hij deed aan de talrijk opgekomen aanwezigen enkele voorstellen, w.o. de inrichting van een handelsfoor, een gemeenschappelijke publiciteit en vooral een campagne voor de zondagsrust en de zondagnamiddagsluiting door te voeren in Tisselt en Leest. Daartoe zouden speciale contacten worden gelegd om de voorgestelde plannen uit te werken. De arr.-secretaris Guido Verhaegen sprak vervolgens over allerlei middenstandsvraagstukken, w.o. de pensioenwet, de premieverkoop, de zondagsrust en de sluikwet. Na een grondige bespreking van de voorgestelde plannen werd de vergadering omgevormd in ’n gezellig onderonsje. (G.v.M., 25/5)
1960 – 23 mei : Familie De Laet bezocht het Atomium.
Op de tweede dag van de plechtige communie van dochter Gerda De Laet, bezocht de familie onze hoofdstad en speciaal het atomium.
Foto's :
-De peter van de Leestse vormelingen, burgemeester Emiel Verschueren.
-En de meter : Julie Meuldermans, de echtgenote van oud-burgemeester Victor De Laet.
-Communieprentjes van Viviane Rottiers en Gerda De Laet.
-De familie De Laet klaar om naar het Atomium te vertrekken. V.l.n.r. : vader Frans, Fony, moeder Victoire en feestvarkentje Gerda.
1960 – Zaterdag 7 mei : Voetbedevaart naar Scherpenheuvel
Modest Van Steenwinkel in “De Band” nr. 4 over de “Compagnie van Scherpenheuvel” :
Dat is van heel de maanderij de mooiste maand, de milde mei ! “Meimaand ! Mariamaand ! Bedevaartmaand ! Ook dit jaar zal onze “Compagnie” weer optrekken ter bedevaart naar Scherpenheuvel, en wel op zaterdag 7 mei. Maar wat is eigenlijk de “Compagnie van Scherpenheuvel” ? Wel, het is een groepje mensen, die jaarlijks, in naam van gans de parochie, te voet op bedevaart gaan ; ledenlijsten houden ze niet, wie een paar maal meegaat wordt vanzelf als lid beschouwd. De meeste Leestenaren zijn al wel eens mee geweest. Sommigen houden het jaren vol, we hebben er al twee van meer dan zestig, een van vijfenvijftig, twee van meer dan dertig, enkelen van twintig, anderen geven het na een paar malen op, maar wie het enkele malen volhoud, als moet hij onderweg eens op zijn tanden bijten, die is ieder jaar weer trouw op post. Ieder jaar gaan we de mensen ook eens thuis bezoeken, wat ons niemand kwalijk neemt, want ik durf beweren, er is geen enkel huis te Leest, waar onze rondgangers niet met een gul hart ontvangen worden, zelfs meer, daar waar men afwezig was, brengen de meesten zelf hun bijdrage ons na. De som die we omhalen is dan ook niet onbelangrijk. Er wordt wel eens gevraagd, wat wordt met dat geld gedaan ? Buiten de algemene onkosten, die de bedevaart meebrengt, worden jaarlijks een aantal H. Missen betaald voor de overledenen en zieken van de gemeente. Te Scherpenheuvel wordt een H. Mis opgedragen tot al de intenties ons meegegeven. Door de zorg van onze leider Frans Van den Broeck hebben we een groepje in de processie tot stand gebracht. Het Mariabeeldje, ongeveer 30 cm hoog is met de hand uit hout gesneden, draagt een brocaat zijden kleed en mantel, massief zilveren kroontje en scepter, een gouden ketting en kruisje ; dit laatste gegeven door een der leden. Hier zij ook vermeld, de draagbaar, vervaardigd en geschonken door L. De Hondt, die ook sinds 1947 zich met zijn auto edelmoedig ter beschikking stelt als vervoerder van de benodigdheden tijdens de bedevaart. Met de klederen van de kinderen, wordt voor dat groepje meer dan 12.000 frank betaald. Jaarlijks wordt er ook een grote mooie kaars geofferd : die houdt dan gans het jaar wacht ; als stille getuige van onze liefde, bij het beeld der Lieve Vrouwe. Eens werd me in een buurgemeente gezegd : als ze naar Scherpenheuvel gaan, dan gebeurt er van alles, wat daarmee bedoeld werd weet ik niet, wat ik wel weet is : wat er het meest van al bij ons gedaan wordt, dat is bidden, ook ’s avonds, als ge nog even de kerk binnen gaat, vind ge de meesten nog, stil biddend in een duister hoekje voor de beeltenis van Maria. Daarom vraag ik : ga zo veel mogelijk met ons mee ; besturen van parochiale verenigingen, zet er uw leden toe aan, richt die dag geen andere uitstappen of vergaderingen in, ook gij soldaten met verlof, en gij vooral jongeren sluit aan zorg er voor dat ons ledenaantal verdubbeld ; zeg niet, dat ken ik niet ; iedereen kan dat en er is nog nooit iemand onderweg gebleven, en indien het toch niet meer moest gaan, wij zorgen wel dat U heelhuids thuis komt. O.L.Vrouw van Scherpenheuvel draagt als kenspreuk : Ik bemin die mij bemint ! De Leestenaren beminnen Maria nog, zie naar de vele kapelletjes die onze gevels versieren. Daarom, ga mee, laat deze schone gewoonte die ons voorouders meer dan een eeuw volhielden niet verloren gaan. TER ERE VAN MARIA. Tot welzijn van onze parochie.”
Het verslag van de tocht van dat jaar verscheen in De Band van juni : “Zaterdag, drie uur in de morgen, stil en verlaten ligt het dorpsplein, alleen de kerkdeur is een lichte vlek in het donker. Daar naderen vlugge stappen, het zijn de bedevaarders voor de H. Mis, kwart na drie, wanneer allen ter H. Tafel naderen. Na de mis bijeenkomst aan de Sint Annakapel, 13 vrouwen en meisjes en 34 jongens en mannen. E.P. Onderpastoor zegt een kort woordje en na de gebruikelijke gebeden (het is intussen kwart na vier geworden) op weg voor de eerste tocht Mechelen- Bonheiden. Reeds bij de eerste stappen begint het bidden van de Rozenkrans, Wees gegroet Maria... Na een korte pauze, onder een stralende meizon, en langs geurende dennenbossen, naar Keerbergen, steeds maar biddend, Wees gegroet... Daar wordt het ontbijt genomen, de eetlust verscherpt door de frisse ochtendwandeling, de broodzakken worden bijna leeggegeten. Vlug wat, want de tocht gaat verder naar Tremelo. Over een gloednieuwe baan stappen 45 mensen blijgezind naar Baal en Betekom, ondertussen biddend, Wees gegroet... Even rusten en dan verder. Om tien voor twaalf wordt Aarschot bereikt, juist tijd voor het middagmaal. Maar zo goed als deze ochtend smaakt het toch niet meer ! Nu al moe ? Dat mag nog niet, om 13 uur gaat het verder naar Rillaar en door ’t golvend Hageland klinkt onophoudend, biddend, zingend, spelend, Wees gegroet Maria... Om half vier wordt het doel bereikt : “SCHERPENHEUVEL”. Om vier uur lof, gedaan door onze Onderpastoor, enkele stille stonden rondgang, rond het altaar van O.L.Vrouw. Gezamelijke Rozenkrans en H. Kruisweg. De rest van de avond is iedereen vrij. ’s Avonds nog vervoegt Georgette Daelemans (foto onderaan) de groep en na veel over en weer geloop geraakt ieder rond tien uur tussen de lakens. De nacht is kort, om 4 uur al H. Mis en te Communie, daarna met spoed de baan op. We zijn al een kwart uur over tijd. Even voor Aarschot ontmoet men de eerste Leestenaars per fiets. Te Aarschot ontbijt, doch niet te lang, het is nog ver en ’t beloofde warm te worden. Van Betekom langs de oude weg naar Tremelo en Keerbergen. Daar werd het middagmaal genomen, iedereen krijgt een bord soep of een glas bier op kosten van de Compagnie. Daar ook vernemen we het droeve nieuws “het overlijden van onze leider”. (noot : Voorzitter van de Compagnie Frans Van den Broeck, foto’s onderaan) Rond één uur gaat het verder. Hoog op het kruis vooraan wapperen vrolijk de vlaggetjes in de wind, de zon schijnt ongenadig, hier en daar een lach, een zucht, men wordt moe, maar verder gaat het Wees gegroet Maria...naar Bonheiden toe. Nog twee uurtjes stappen over Mechelen en Battel. Even rusten en dan met Pater Onderpastoor en de Benjamin van de Compagnie op kop naar de Sint Annakapel. Een hartelijk onthaal door familie en vrienden, een ontroerend woord van onze onderpastoor die we danken omdat hij ons steeds wil vergezellen. De gewone gebeden, de zegen en het proficiat van de E.H. Pastoor en dan naar de kerk voor de zegen met het H. Sacrament. Dan gaat iedereen naar huis, oververmoeid maar zeer tevreden.” (Zie ook 1843 en 13/5/1958)
Deze editie was de eerste waarin ik zelf heb meegestapt. Ik was nog geen twaalf en de jongste van de bende. Wat me van deze tocht nog is bijgebleven zijn de moederlijke zorgen van “Emmerance van de Croes. (M.V.H.)
“De Band” versloeg de uitvaart van de voorzitter van de Compagnie Frans Van den Broeck : “Terwijl de zon van haar stralen liet genieten, en een zwak windje af en toe als fluisterend voorbij ging trok een treurende stoet langs de reeds verdroogde velden ter kerke. Omringd door getrouwen van de Compagnie van Scherpenheuvel, en gevolgd door een schare dorpsgenoten werd de lange weg al bidden afgelegd. Wees gegroet Maria, vol van genade…weerklonk het als een blijvende echo, want het stoffelijk overschot van wijlen Frans Van den Broeck, de trouwe dienaar van de Hemelse Moeder werd naar Haar toe gedragen. De eerste keer ging hij tot Haar in ’t jaar 1896, de laatste keer deed hij de weg in 1958 om uiteindelijk door Haar opgenomen te worden als uitverkorene op 8 mei 1960. Terwijl de bedevaart-kinderen op pelgrimstocht waren naar O.L.V. van Scherpenheuvel, werd hem, hun vader, de reis voorbehouden : de eeuwige reis van het aardse naar het hiernamaals. De aanwezigen in de H. Mis voelden het zo intens aan, dat een der besten was heengegaan ; feestelijk was de uitvaart bij de orgelklanken en zang : “De Engelen geleiden U het paradijs binnen ; bij uw aankomst nemen de Martelaren u op en geleiden u in de heilige stad Jerusalem. Moge het koor u ontvangen, en moogt ge met Lazarus, eens zo arm, de eeuwige rust vinden”. Rondom het open graf stonden zijn bewonderaars geschaard en werd door zijn pelgrimsdochter “Emmerence” (Noot : Emmerence Van Den Heuvel) , die op de dag van zijn overlijden, haar zilveren jubileum als bedevaardster herdacht, afscheidswoorden uitgesproken, waarin de kinderlijke gevoelens vertolkt werden. Wij willen deze uitdrukking aan onze lezers niet ontnemen, want schoner kon het niet, omwille van zijn eenvoud, zonder praal of pracht, maar sober en echt én recht uit het hart : Beste vriend Frans, geachte familie, het is voor ons een droeve plicht en een harde taak die op onze schouders weegt, de beste van de onzen te vergezellen naar zijn laatste rustplaats. Als ik zeg, de beste uit de onzen, dan weet niemand wat zulks betekent vriend Frans : wij bedevaarders, pelgrims van O.L.Vrouw, wij weten het maar al te best, wij weten wie wij verloren hebben. 62 jaar hebt gij aan het hoofd onzer Compagnie gestaan, 62 jaar hebt gij u geofferd voor ons, uw kinderen, want voor u waren wij uw bedevaart-kinderen ; steeds stond gij paraat om moed in te spreken ; zelfopoffering aan te moedigen wanneer de vermoeidheid zich van een pelgrim meester maakte ; met uw vrolijke verschijning, uw vaderlijk gemoed, hebt ge steeds onze Compagnie weten hoog te houden ; wij mogen er prat op gaan dat wij steeds van u, beste vriend, zulke goede raadgevingen hebben mogen ontvangen. Wat een harde pijn en zware beproeving was het niet voor u, toen wij verleden jaar voor het eerst een “geestelijke leiding” mede kregen van uit het dorp, en gij weerhouden waart door ziekte van uw zuster, en dus niet kon mede vertrekken naar het genadeoord van O.L.Vrouw van Scherpenheuvel ! Hoe moet uw hart niet gepopeld hebben gedurende die twee dagen verwijdering van ons, en hoe blij waart ge niet als gij de goede stand van de Compagnie mocht in ontvangst nemen, met kloeken moed en vast vertrouwen hebt gij een vol jaar gewerkt en gezwoegt, van links naar rechts gelopen om alles weer in orde te maken voor de grote tocht ; hoe verlangend was uw hart niet ook onder een geestelijke leiding te mogen gaan. Helaas, het heeft niet mogen zijn. O.L.Heer en O.L.Vrouw verkozen u. De bloem was te schoon om hier op de wereld te verwelken, daarom is O.L.Vrouw ze komen plukken, terwijl wij met hart en ziel met u verenigd waren, is Zij, de Hemelse Moeder, met u meegegaan. De slag was hard, maar als bedevaarders moet men alles kunnen verdragen, zelfs de zwaarste onder alle slagen. En nu beste vriend Frans, ons aller vader, wij zeggen u niet vaarwel, maar wel tot weerzien in den hemel. Iedere dag zal ons hart bij u zijn.”
Foto’s : -Verslaggever en deelnemer Modest Van Steenwinkel. -Georgette Daelemans, de latere zuster Karisia van de Norbertinessen, vervoegde de groep in Scherpenheuvel. -De voorzitter van de Compagnie van Scherpenheuvel Frans Van den Broeck na zijn 60ste deelname gefeliciteerd door pastoor Coosemans. -De voorzitter, hier met de pet in de hand, tussen een schare bewonderaars. -Emmerance Van den Heuvel en Gusta Polfliet na één van hun deelnames.
1960 – Meinummer “De Band” : Nieuws van de B.J.B.-meisjes.
“Voor onze congressisten van de Mijarc zijn nu de dagen geteld. We weten het voor hen, nog zoveel keren dit of dat en we zien Lourdes echt. Dat is voor Jeannine Van de Poel (foto onderaan), Jeanne Buelens en Hilde Silverans, de gelukkigsten uit onze afdeling. Zij hebben gedurende maanden gespaard en als beloning werd dan ook onder hen de frisco niet, maar het frisco-geld verdeeld. In de Maria-maand zullen ze de Lourdesgrot gaan bestormen met gebeden, gezangen en ook gunsten voor hen, maar zeker voor onze afdeling.”
1960 – Mei : Advertentie in “De Band” van “het Klein Huizeke” :
“SWANA INTERLOK”, koopt u met uw ogen toe ! Maar waar ? Aan welke prijs ? Een goede raad : kom bij ons eens kijken. “In ’t Klein Huizeke” Gustaaf Van Ingelgem-Vloeberghen, Dorp 61 Leest. Ook ’s zaterdags op de Grote Markt te Mechelen. Grote keus in allerhande textielwaren.
Staf Van Ingelgem en Leonie Vloeberghen handelden in textielwaren waarmee ze ook de markten aandeden. Zij bewoonden een aantal jaren het zogenaamd “Klein Huizeke” in de Dorpstraat. Staf was te Heffen geboren op 17 april 1926 en hij overleed in het A.Z. Sint-Jozef te Mechelen op 27 juli 1993. Hij was gehuwd met Leonie Vloeberghen (°Leest, 29/6/1926, +Mechelen 11/10/2014). Zij waren de ouders van Robert, Els, Maria, Franky, Leona en René.
1960 – Mei : Kaarskensprocessie.
“Tijdens de meimaand werd iedere week de Kaarskensprocessie gehouden om 20 u., naar een der kapellekens o.a. van de “Boerinnengilde”, “Fatima”, “Sint Jozef” en “Sint Anna”. Indrukwekkend, voorafgegaan door de geestelijke overheid, is het opstappen met een brandende kaars in de hand van de meer dan 80 deelnemers(sters), biddend de Rozenkrans, afgewisseld door zang, om alzo in het openbaar getuigenis af te leggen van hun diepe liefde aan O.L. Vrouw. Na het bidden van de Rozenkrans voor het kapelleke, een toespraak van de Z.E. Heer Pastoor en het geven van de Zegen, gaat dan iedereen met lichten tred huiswaarts.” (DB, nr.5, 1960)
1960 – 7 mei : Huwelijk Louis Polfliet met Leontine Geens.
Ter gelegenheid van dit huwelijk werd er door een vertegenwoordiger van de Koninklijke Fanfare Sint-Cecilia volgende rede uitgesproken : “Geachte Bruid en Bruidegom, familieleden en vrienden van St.Cecilia. Onze fanfare stelt zich steeds en in alle omstandigheden ten dienste van haar leden om aan elke gebeurtenis de nodige medewerking te verlenen. Zij heeft er prijs opgesteld om ook vandaag hier aanwezig te zijn, want nadat ons de vraag was gesteld om aan dit feest een weinig luister bij te zetten, waren we allen ten zeerste verheugd. Gaat onze gelegenheid naar al onze leden, dan vergt een spelend lid voorzeker onze bijzondere belangstelling. Dit is nu ook weer het geval en het verschaft ons een oprecht genoegen ter gelegenheid van Uw bruiloft U beiden onze welgemeende en oprechte gelukwensen te mogen aanbieden. Ieder van ons weet en begrijpt ten volle dat er van elke muzikant een tamelijk zware inspanning wordt gevergd en dat zij steeds ijverig en met volle toewijding meewerken aan het ideaal dat wij allen zo zeer betrachten. Wij kunnen wel aanmoedigen, maar zij arbeiden aan het prestige dat onze maatschappij hoog moet houden. Het is dan ook met een waar genoegen dat we graag een kleine poos, hoe kortstondig zij ook weze, bij U vertoeven en even een glimp opvangen van het stralend geluk waarvan Gij zo lang hebt gedroomd en dat nu werkelijkheid is geworden. Niet alleen gij beiden kent een onbegrensd geluk vandaag, maar ook uw vrienden en vooral uw ouders delen in deze vreugde. Nu begint voor U een gans ander leven. Een nieuwe toekomst roept U. Het nestje is klaar en wacht nog alleen op zijn bewoners, waar lach en leute zullen heersen en het huiselijk geluk hoogtij zal vieren. Laat dit genot immer voortbestaan. En…komen er soms minder prettige dagen, laat dan uw goed humeur daar niet onder lijden en houdt het hoofd manhaftig recht, want na regen komt toch steeds zonneschijn. Mag ik ieder van U twee wat zeggen ? Wel, dan wend ik me in de eerste plaats tot U Bruidegom. Louis, wij weten dat Gij vele duifjes bezit en er zeer aan gehecht zijt. Nu komt er nog eentje bij waarvan U nog meer zult houden. Dit gunnen we U van ganser harte. Toch verwachten we dat uw jonge bruid U nog wel de nodige tijd zal verlenen om ook in de toekomst nog regelmatig aanwezig te zijn op de repetities en uitstappen. Bouw nu maar verder aan de toekomst. Schenk ons talrijke muzikanten, een hele zwerm als ’t kan, waarmee uw vader, Leontine, eens hij op rust is, onvermoeid zal kunnen stoeien. Wees gerust, hij zal er goed over waken en zich als grootvader echt gelukkig voelen. Ziedaar de gedachten die ons bezielen. We nemen weldra afscheid van U allen hier op dit huwelijksfeest en wensen U verder nog een prettige avond. Leontine en Louis, Goed heil en proficiat !”
Na zo’n gelegenheidstoespraak werd dan gewoonlijk door de voorzitter van de fanfare een huwelijksgeschenk aangeboden namens de vereniging. Daarna nam ofwel de bruid of de bruidegom het woord en bedankte de fanfare waarna zij beiden met de nodige kussen werden gelukgewenst. Op het huwelijksfeest kregen de aanwezige fanfaremensen daarna een druppel en een sigaar, dikwijls van beiden meer dan één… (“Leest in Feest”, Stan Gobien. Blz. 201)
Louis Polfliet, die te Leest geboren was op 27 mei 1935, overleed op 15 oktober 2000 in het Imeldaziekenhuis te Bonheiden. Leontine was te Mechelen geboren op 8 december 1939 en zij overleed in het WZC Akapella te Kapelle-op-den-Bos op 19 juli 2024.
Foto’s :
-Jeannine Van de Poel, op de foto naast haar broer Walter, was één van de gelukkigen die Lourdes mochten bezoeken.
-Het “Klein Huizeken” in de jaren ’50.
-De nieuwe woning anno 1979, rechts de woning van Armand De Bleser en Mariette De Bont.
-Huwelijksfoto van Staf Van Ingelgem en Leonie Vloeberghen.
-Louis Polfliet en Leontine Geens op hun huwelijksdag in 1960.
1960 – 24 april : “Het Vliegend Wiel” verzocht om toelage.
Die dag schreef de wielerclub “Het Vliegend Wiel” het gemeentebestuur van Leest aan om financiële steun te verkrijgen voor de organisatie van een wielerwedstrijd :
“De Wielerclub “Het Vliegend Wiel”, waarvan het lokaal gevestigd is bij Edgard Robeyns, in de Juniorslaan, en opgericht werd tot steun van de jonge wielrenner Frans Selleslagh, heeft de eer U eerbiedig te verzoeken, om toelagen te bekomen, voor de sportmanifestatie, welke genoemde club van plan is te laten doorgaan ’s zondags, met Leest – Heidekermis. Deze sportmanifestatie, zal bestaan, uit een koers voor nieuwelingen, aangesloten bij de Koninklijke Belgische Wielrijdersbond, en waarvan de uit te reiken prijzen, minstens 3.000 frank moeten bedragen. Hopende, Geachte Heren, op een gunstig gevolg te mogen rekenen tekenen wij met voorname hoogachting. Voor de club, de Secretaris E. Polspoel.”
De ondertekenaar van dit verzoek Edmond Polspoel was een schoonbroer van Frans Selleslagh.
Frans Selleslagh
Frans Selleslagh werd op 16 januari 1942 te Kapelle op den Bos geboren in het kroostrijk gezin van Edward Selleslagh (°Leest 13/7/1907, +Mechelen 12/6/1992) en Maria Hendrickx (°Zemst 13/9/1909, +Leest 24/5/1996) uit de Alemstraat.
Frans Selleslagh trad in het voetspoor van zijn broers Louis en Victor, beiden verdienstelijke wielrenners. Later zou een zoon van hun zuster Elodie Selleslagh, Eddy Van Hoof, het tot beroepsrenner schoppen en zelfs tot helper van “de kannibaal” Eddy Merckx. Zelf behaalde Frans vele overwinningen en ereplaatsen en op elke koers die hij reed was hij vergezeld van een schare trouwe supporters. Hij eindigde zijn wielercarriére in 1964 bij de liefhebbers. Van beroep was hij automechanieker en jarenlang actief in Garage Hanswijk van de familie Zwaan aan de Leuvensesteenweg te Mechelen.
Frans is gehuwd met Denise Olbrechts (°Kapelle op den Bos 12/1/1947) die hem twee kinderen schonk : Geert en Wendy. Het echtpaar woont in de Wagenmakersstraat waar ze een huis gebouwd hebben. In juni 2016 werden ze in de Keldermanszaal van het Mechelse stadhuis, samen met elf andere koppels, gevierd voor hun vijftigjarig huwelijk.
1960 – 25 april : Voorbereiding tot de plechtige communie en vormsel.
“Van maandag 25 april af herbegon de dagelijkse catechismusles als voorbereiding tot de plechtige communie en vormsel voor de jongens en meisjes van 1e en 2de jaar, met de mis van 8 u en de volgende dagen met de mis van 7 uur. Daarna les tot 8 uur om de kinderen die gecommuniceerd hebben, toe te laten te eten en op tijd in de school te zijn.” (DB)
Foto’s :
-Frans Selleslagh na één van zijn vele overwinningen.
-Overwinning in de spurt in Humbeek in het jaar 1960.
-Vieren met zijn supporters na zijn overwinning in Humbeek.
-Tussen zijn trouwste supporters na zijn overwinning in St Lamberechts Woluwe in 1960.
-Frans Selleslagh en Denise Olbrechts tijdens hun gouden huwelijksjubileum.
1960 – 10 april : De Kon. Fanfare Sint-Cecilia nam deel aan publicitaire optocht.
Op 10 april 1960 werden de muzikanten verkleed als melkventers van Bonilac. In Schaarbeek werd deelgenomen aan een publicitaire optocht. (Foto onderaan) (“Leest in Feest”, Stan Gobien, blz.43)
1960 – 12 april : Winkeldiefstal bij weduwe Piessens.
“Bij de weduwe Piessens, Dorp Leest, bood zich rond half tien een jonge man in de winkel aan om wat inlichtingen. Na een ontkennend antwoord verliet deze de winkel en de nietsvermoedende winkelierster keerde terug naar binnen. Kort daarop ging andermaal de winkelbel en wanneer de huisvrouw in haar winkel een klant meende te zullen ontmoeten, stelde zij vast, en zulks tot haar grote verbazing, dat er zich niemand in haar huis bevond. Bij nazicht bleek de tooglade ledig. Er werd aangeklopt bij familieleden in de buurt en een achtervolging per auto werd ingezet. De dief werd uiteindelijk gevat aan de Brusselpoort te Mechelen en overgeleverd aan de politie.” (De Band, mei 1960)
In Gazet van Antwerpen van 14 april vonden we volgend artikel over de diefstal onder de titel : Jeugdige inbreker aangehouden. “Door de politie werd dinsdag de 18-jarige V.V. Ferd. uit Mechelen gevankelijk opgeleid, en ter beschikking gesteld van de Procureur des Konings. De kerel pleegde voor een paar dagen te Leest een diefstal in de volgende omstandigheden : samen met een gezel, de 20-jarige B. Cyr. insgelijks uit Mechelen, was de aangehoudene bij Wed. Piessens te Leest binnengegaan om z.g.z. de weg te vragen. Terwijl zijn compagnon de nodige uitleg kreeg van de vrouw hogervernoemd stopte V.V. zich weg in de winkel en roofde uit de tooglade een som geld van 700 frank. Hiervan kreeg B. Cyriel ook een gedeelte. Bij zijn ondervraging door de politie bekende V.V. Ferd. Eveneens de dader te zijn van de diefstal voor enkele dagen gepleegd in het schoenenmagazijn van P. Piessens in de Lange Schipstraat. Door middel van sleutels die hij vooraf had weggenomen in de woning van laatstgenoemde op de G. Gezellelaan drong de inbreker in de magazijnen en maakte er zich meester van een som geld van 7.000 frank en enkele paren schoenen.”
In “De Band” van september verscheen de uitspraak van de Boetstraffelijke Rechtbank van Mechelen : 1 jaar, 5 maand en 15 dagen voorwaardelijk. Hier was echter sprake van 3 betichten.
1960 – 16 april : Begrafenis 5-jarige Willy Gobien.
Op paaszaterdag vond de begrafenis plaats van de 5-jarige Willy Gobien uit de Juniorslaan. Het jongetje was aangereden door een motorijder uit Kapelle-op-den-Bos waarbij hij een schedelbreuk had opgelopen. Hij was overgebracht naar de Mechelse Sint-Romboutskliniek waar hij overleed aan zijn verwondingen. Willy was het zoontje van Marcel en van Maria Van Crombruggen. De begrafenis werd bijgewoond door de schoolkinderen van Leest. (DB-mei,1960)
1960 – Zondag 17 april : “Posse Leest”.
Met “Posse Leest” werd er te Leest een wielerkoers georganiseerd. Het betrof een wegwedstrijd voor nieuwelingen. De afstand bedroeg 73 km en de inrichters hadden voor 3.000 frank aan prijzen gezorgd. Het vertrek was om 15 uur aan café ‘De Nieuwe Kuip”, bij L. Van Camp, Juniorslaan Leest. (G.v.A., 14/4)
1960 – Maandag 18 april : Tweede Paasdag – Begankenis.
De jaarlijkse begankenis naar de Heilige Cornelius, de patroon tegen de vallende ziekten, ging zoals de traditie het wou door op tweede paasdag. Missen waren er om 6, 7, 8, 9 (hoogmis) en 10 uur. Plechtig lof te 14 uur. Na elk van deze plechtigheden kon men de relikwie van de H. Cornelius vereren. (G.v.A., 16/4)
1960 – 24 april : Algemene Vergadering Vrouwengilde.
Met een voordracht die handelde over “Gezond wonen”. (DB)
Foto’s :
-Sint Cecilia fungeerde even als “Bonilac”-fanfare te Schaarbeek.
-Agnes Piessens voor de schoenwinkel van haar familie in 1959.
-Het doodsprentje van de verongelukte Willy Gobien uit de Juniorslaan.
-Een heiligenprentje van Sint Cornelius.
-Een oeroude affiche van zijn begankenis waarvan we de datum niet hebben kunnen achterhalen.