1987 – Zondag 4 januari : Chirokoningen bezochten Leest “Zondag 4 januari zullen tientallen koningen door onze straten trekken. De bedoeling van deze activiteit is geld in het bakje te brengen om onze nieuwe chirolokalen te kunnen bekostigen. We rekenen op uw milde steun.” (‘DB’, januari ’87)
1987 – Donderdag 8 januari : K.W.B. Zaalvoetbal (‘DB’, januari ’87)
1987 – Zaterdag 10 januari : Teerfeest Landelijke Gilde Voor de liefhebbers was er in het parochiecentrum om 12 uur een biefstuk met daarna de mogelijkheid om een kaartje te leggen. Om 18 uur eucharistieviering in de parochiekerk voor de overleden leden en een bijzondere omhaling voor het ontwikkelingswerk “Ieder voor allen”, waarmee een landbouwproject in de derde wereld werd ondersteund. Nadien werd het feest verder gezet in de parochiezaal met het feestdiner, een tombola en dans. (‘Parochieblad’ 8/1/87)
1987 – 10 januari – Gazet van Mechelen :Een vinding van Jos en Henri Verbeeck.
Gedroogde groenten, een unieke Leestse specialiteit.
Jos en Henri Verbeeck, die van hun familietuinderbedrijf een speciaalzaak maakten, legden zich als enigen in ons landje toe op het verwerken van tuinbouwgewassen tot gedroogde groenten. Wat meer is, zij verwerken de groenten zelf van inzaaien tot eindproduct. Hier wordt nog zuivere edele maar noeste handenarbeid verricht.
Beide broers groeiden op tussen de landbouwgewassen. Vader Verbeeck (Noot : Jef), een echte doe-het-zelver, had een tuinbouwbedrijf waarop in de jaren ’40 een waaier van verschillende teelten werd gekweekt. Gezien landbouwmachines in die tijd nog niet zo gangbaar en specifiek waren, trachtte de man het werk te verlichten door zelf een aantal tuigen in elkaar te knutselen. Zo bouwde hij, samen met zijn broers, een automatische groentenwasser, een tractor, een motoculteur en een speciale landrol, die later zelfs gebrevetteerd werd.
Om de teelten optimaal te kunnen verzorgen werden stelselmatig minder soorten gewassen gekweekt. Al vrij vlug legde men zich toe op voornamelijk prei en selder. Het voordeel hiervan was ook, dat men slechts enkele landbouwmachines nodig had om het grootste gedeelte van het werk te verrichten.
Gedroogde groenten
In 1968 huwde Henri en ging met zijn vrouwtje bij haar ouders in Weerde inwonen. Hij keerde het tuinbouwbedrijf de rug toe en verdiende zijn boterham als vrachtwagenchauffeur.
Toen hij drie jaar later, in 1971, de kans kreeg het ouderlijk tuindersbedrijf over te nemen aarzelde hij niet. Opnieuw naar Leest dus. Het werd hard zwoegen, maar twee jaar later was het bedrijf reeds verdubbeld en vijf jaar nadien bouwden ze hun eigen huis.
De specialisatie naar enkele teelten bracht met zich mee dat men dikwijls moest verkopen aan te lage prijzen. Deed men dat niet, dan bleef men met een hoop overschot, en een financiële kater zitten. Voor dit probleem zocht Henri naar een oplossing. Tot hem in het acherhoofd een lichtje ging branden : de gedroogde groenten uit Nederland !
Samen met zijn broer Jos, die inmiddels afgestudeerd was als ingenieur, zocht hij koortsachtig naar mogelijkheden om op verantwoorde wijze de groenten tot een gedroogd eindproduct te verwerken.
Allerhande proeven werden gedaan, zelfs de linnendroogkast van vrouwlief kwam er aan te pas !
Tot de landbouwconsulent van de provincie Antwerpen, die regelmatig aan huis kwam, hen voorstelde om eens een kijkje te gaan nemen in het Rijksinstituut voor Land- en Tuinbouwtechniek in Merelbeke.
Het toeval wou dat daar, onder leiding van Prof. Maton, juist een project “luchtdrogen” op zijn einde liep. Niemand had zich evenwel aangeboden om de mogelijkheden in praktijk om te zetten, en zoals dat met zovele projecten gebeurt, bleek ook dit gedoemd om ergens in een of ander archief te belanden. De gebroeders Verbeeck waren echter wel erg geïntresseerd en staken één en ander op zodat ze de dag nadien thuis onmiddellijk aan de slag gingen.
Weer werden heel wat testen doorgevoerd en dagen en nachten knutselden ze aan hun eigen project. Uiteindelijk geraakte hun eerste grote warme luchtdroger klaar. Het was een kast met zowat de afmetingen van een grote container, waarin via boven elkaar lopende transportbanden de groenten doorheen een warme luchtstroom werden geleid. Het eindproduct bleek een gebruiksklaar ingrediënt te zijn voor allerhande kooksoepen.
Na wat proefdraaien hadden ze al vlug een ton gedroogde prei klaar, maar er was nog niet naar een afzetmarkt gezocht.
Via de Dienst voor Buitenlandse Handel kwamen ze aan de adressen van kandidaat-kopers. De normen qua zuiverheid bleken enorm streng. Voor Henri en Jos was ook dit geen onoverkomelijke hindernis. Gezien ze zelf hun groenten wonnen, wisten ze wat ze in huis hadden. En via hun pel-, was- en maalmachines en hun reinheid van handelen rolde er een zuiver kwaliteitsproduct van de band. Het vertrouwen van de klanten werd langzaam ingewonnen en de productie en afzet vergrootte.
Ontwikkeling
Gedurende een paar jaar werd de mechanisatie verder ontwikkeld. Op vraag van de klanten werden meer soorten gewassen geteeld en verwerkt, zodat het bedrijf uitbreiding nam. Tot plots in mei 1984 het noodlot toesloeg. Rond 8 uur ’s morgens stegen er donkere rookwolken uit de hangar. Henri snelde er naar toe, maar de plastieken dakplaten hadden reeds vuurgevat. Van de ganse preiproductie konden slechts 9 zakken gerecupereerd worden. Gans het dak was vernield.
Ook de warme luchtdroger stuk. Veel tijd om de verdere toekomst te overwegen was er niet, want in juni begon het bloemkoolseizoen reeds. In slechts 3 maanden werd de hele zaak terug heropgebouwd. Ondertussen was ook de vriesdrogerij in aanbouw, zodat de gebroeders Verbeeck in die tijd heel wat slapeloze nachten doormaakten.
Vriesdrogen
Het vriesdrogen, dat onder de hoede van Jos Verbeeck staat, is gebaseerd op het drogen van de groenten, door het onttrekken van lucht. Hierdoor ontstaat een vacuum, waarin de groenten als het ware koken bij een temperatuur van -20° C. Het eindproduct is bijna gaar.
Gezien groenten bestaan uit 93% water en 7% droge stof houdt men van 5 kilo groenten slechts ca. 1 kilo droge stof over. Dit brengt met zich mee dat men heel wat ton groenten moet oogsten, wil men een redelijke hoeveelheid droge stof kunnen verkopen.
De gebroeders Verbeeck bewerken dan ook heel wat landbouwgrond en puren daaruit 75% van hun totale droge groentenomzet. Elke dag wordt ongeveer 10 ton groenten gedroogd. Bijna gans hun productie is voor het buitenland bestemd, voornamelijk Duitsland en Engeland.
Voortdurend controleren ze de bacteriologische zuiverheid van hun eindproduct want kwaliteit is en blijft de hoofdtroef.
Momenteel wordt de kweek van groenten bij Verbeeck opnieuw gediversifieerd, zodat nog beter aan de vraag van het kliënteel kan voldaan worden. Of hoe een klein familiebedrijfje uitgroeide tot een uniek gespecialiseerd tuinbouwbedrijf. (JT).
Foto’s : -Vader Jef Verbeeck naast zijn zelf geconstrueerde tractor. -De zelfgebouwde monumentale kast waarin de groenten hun laatste bewerking ondergaan : het drogen. -De werkruimte van Jos Verbeeck, met moderne installaties waarin groenten gedroogd worden op -20 gr. C.
De dirigenten van ‘St.-Cecilia’, links Edward De Maeyer, rechts Frans Violet. (Archief fanfare)
1987 – Januari : Wel, kom jij ook in de Landelijke Gilde ? “Voor 550 franks ben je lid tot 1 januari 1988 !!! Nog niet overtuigd ? -Uw lidgeld is fiscaal aftrekbaar. -Gratis dienstbetoon. -Gratis juridische bijstand. --Belangrijke kortingen bij ABB-Verzekeringen (voor alle leden : 5% op de premie omnium auto, 10% op de premie verkeerspolis. Voor leden boeren en tuinders : 10% op de premie brand, 10% op het premiegedeelte L.O in de bedrijfspolis). -1.000 frank korting bij Sefibe. -Een prachtige wandkalender. -Een kleurrijk en interessant maandblad ‘Levend Land’. -Waardebons van 1.000 frank en meer. -Gratis advertentie in het weekblad ‘De Boer en de Tuinder’. -Lidmaatschap van een vereniging waarin iedereen zich thuis voelt.
WIE ZIJN WIJ ? Het werkgebied van onze Gilde is L E E S T. Aantal leden : 139, waarvan 65 land- en tuinbouwers, 74 niet land- en tuinbouwers.
Onze doelstellingen : -Een leefbaar en gezond platteland. -Streven voor het behoud van het landelijk karakter van ons dorp. -Vorming en ontspanning. -Een gezinsvriendelijk beleid.
Een greep uit ons programma : -Eéndaagse en tweedaagse reis. -Voorjaars- en najaarsfietstocht. -Ledenvergaderingen over actuele onderwerpen. -Gezinsvergadering samen met KVLV. -Tweejaarlijks oogstfeest. -Bloemenactie in het voorjaar.
Heeft U interesse om lid te worden van onze Gilde ? Neem dan contact op met één van onze bestuursleden :
-Jos De Smet, Francois Selleslagh, Jan De Prins, René Bernaerts, Robert De Rooster, Jos Slachmuylders, Fons Verbruggen, Leo Verbruggen, Dolf Peeters, Jan Teughels, Clement De Rooster, Miel Peeters of pater Karel Van Aken.” (Folder Landelijke Gilde)
1987 – Vrijdag 2 januari : Nieuwjaarsviering In de parochiezaal voor de volksdansgroep “Korneel”. Volleybal – KWB vierde nieuwjaar in het groot Chirolokaal. (‘Parochieblad 1/1/87)
1987 – Zondag 4 januari : Aperitiefconcert Van de K.F. Sint Cecilia o.l.v. Frans Violet, om 11 uur in de parochiezaal.
Vijf jaar Aperitief
“Op zondag 4 januari waren er weer vele Leestenaars en muziekliefhebbers in onze parochiezaal bij elkaar gekomen om samen met de geestelijke overheid en de muzikanten van de Kon. Fanfare St.-Cecilia uit Leest het aperitiefconcert bij te wonen.
Dit concert werd voor de vijfde maal door de St.-Niklaasparochie georganiseerd en de muzikanten en hun bestuursleden kregen ter gelegenheid een lustrumbloempje opgespeld.
Frans Violet en Eduard De Maeyer hadden een zeer licht en gevarieerd programma bij elkaar gezocht. Dat hun keuze gewaardeerd werd, kon je wel uitmaken uit het verdiend applaus na elke uitvoering. De muzikanten deden dan ook hun best om van dit optreden een gelegenheid te maken om hun kunnen ten toon te spreiden. Dat er in de Leestse fanfare verschillende muziekvirtuozen zitten, kon je doorheen het ganse programma wel horen. Maar ook op samenspel verdienden alle muzikanten een pluimpje. Onze dirigenten hadden weer enorm gepresteerd.
O.l.v. Eduard De Maeyer werd het oratorium ‘For unto us’ uit de Messias van Georg Friedrich Händel gebracht. Jürgen Hempel, de arrangeur, had het stukje in een moderne discoversie gestoken en de fanfare swingde er op los.
Hierna werd het wedstrijdstuk ‘A Handalian Suite’ van Denis Vright gebracht. Met dit stuk wisten Frans Violet en zijn Leestse muzikanten de provinciale titel in Mechelen te behalen.
Pastoor Frans Lornoy had tijdens het jaar van de muziek onze fanfare een muziekstuk van zijn collega, Jos Lerinckx, geschonken. Deze ‘Pallietermars’ kon geen betere afsluiting van het Felix Timmermansjaar zijn.
In het volgend stuk kwamen de jeugdigen weer aan bod. Benny Anderson en Björn Ulvaeus, de mannelijke helft van de groep Abba, kenden een enorm succes met ‘Super Trooper’. Deze nummer-één-hit werd voor band gearrangeerd door Brian Quin. Onze drummer, Serge, gaf een gave partij weg en loodste de fanfare mee in een moderne muziekroes.
Of Leroy Anderson uit een Timmermansfamilie afkomstig is, hebben we niet kunnen achterhalen. Toch toondichtte hij het amusante stukje ‘Sandpeper Belle’. Dit is een muziekwerk met een solo voor ‘schuurpapier’ ! Omdat op dat moment het ballet van Vlaanderen in staking was, werd er beroep gedaan op onze eigen solisten om dit ballet met schuurpapier ten tonele te voeren. Onder begeleiding van de andere muzikanten schuurden Hans Verschueren, Ann Van Roy en Serge Piessens er op los.
In het volgende werk ‘Cornets a gogo’ kregen we andere solisten te horen. D. Broadbent liet onze cornetten onbekende hoogten en laagten tegemoet gaan. Maar onze jongens en meisjes lieten zich niet schuren en brachten muziek van de bovenste plank.
‘Fantasy on British Sea Songs’ is een graag gehoorde en gespeelde compositie van Gordon Langford. Hij plakte enkele bekende zeemansliedjes aan elkaar en overgoot het met een typische Britse brass-sound. Onze doorwinterde muziekmatrozen hadden al woestere zeetjes doorvaren en niemand leed schipbreuk. Aan wal gekomen, wisten zelfs de beste stuurlui onze zeebonken met applaus te bedanken.
Met ‘Fox from the North’ werd een stukje Hollandse toondichtkunst gepresenteerd. Jacob De Haan krijgt blijkbaar meer en meer voet aan wal in de Vlaamse muziekwereld.
Wie als sinds de 19e eeuw de mensen bekoort, is zeker en vast de ‘Strauss-familie’. Een nieuwjaarsconcert zonder deze walskoningen kan er geen zijn. Op de bekendste concerten als die van Wenen en Leest wordt er dan heerlijk gedanst in 3/4 of 6/8 maat.
Zo werd de overbekende ‘Radetsky March’ van vader Johan Strauss senior in de zaal gepompt tot dat deze bijna overliep van het laaiende enthousiasme van het publiek.
Ook zoon Johan Strauss liet zich van z’n beste kant zien met z’n ‘Tritsch-Tratsch Polka’.
Onze muzikanten bewezen eens te meer dat moderne en klassieke muziek goed bij elkaar kunnen passen als men de juiste dosis neemt en natuurlijk een puike uitvoering brengt !
Als dank voor het uitbundig applaus van de toehoorderd werd ‘Wien bleibt Wien’ van Johan Schrammel als bisnummer gespeeld.
Het aperitief achteraf was een welgekomen opwarmer.
De Pater wist me nog te vertellen dat men zich kalmer heeft gedragen dan tijdens de vorige uitgaven. ‘Ze waren rustig van ’t jaar !’ Op wat of wie hij dit bedoelde, laat ik aan U over.
In ieder geval maken we een afspraak voor volgend jaar. Natuurlijk hoef je zo lang niet te wachten om onze muzikanten aan het werk te horen. U bent altijd welkom op de vele andere concerten. Tot dan !
(N.v.d.r.) Onze reporter ter plaatse schuimde na het optreden het publiek af om enkele reacties van toehoorders los te werken. Ziehier het resultaat :
Marc Leemans(Leestenaar) : Prachtig. Vooral de Pallietermars van Jos Lerinckx vond ik mooi. Dat was voor mij emotioneel even moeilijk omdat deze pastoor-componist een oud-leraar van mij is. Hij gaf les in St.-Rombautscollege en in Leuven. Cornets a gogo vond ik ook geweldig !
Hans Hermans(Herbergier ’t Heike – lid) Ze hebben me driemaal geflitst omdat ik op tijd wou zijn !
Warre(dirigent) Kortweg goed. ’t Was nieuw. ‘k Ben content !
Mille Verschueren(muzikant – bestuurslid) De klank bleef wel hangen boven het podium. De muziekstukken vielen mee bij het publiek.
Géne Vloeberghen(muzikant) Dat kunnen ze nooit meer spelen ! Zo’n schoon concert !
Jef Van Asch (muzikant) Cornets a gogo was het beste ! Ge hoort dat we met geschoolde muzikanten zitten. Ge voelt en hoort ook dat Violet voor ons staat. We zijn niets verslapt door de dirigentenwissel. ‘k Heb veel waardering voor dit alles.
Pater-Pastoor Rustiger dan vorig jaar. ’t Is heel interessant om elkaar hier te ontmoeten. In muziek ben ik gene held; maar ’t was fijn !
Mr De Groef & Mr Vervloesembestuursleden K.H. St.-Cecilia Humbeek Prachtig ! Lichte muziek, een aperitiefconcert waardig. ’t Was zeer aangenaam. Kort en goed !
Luc Plasqui(koster) Anders dan anders. Lichte muziek. ‘k Hoor graag klassieke stukken maar dit programma was voor ’t publiek aanspreekbaarder. Artistiek vond ik het dus andere jaren hoger.
Yves De Wit(penningmeester) De spaarkas zou fier mogen zijn. We zullen het weten te waarderen op de Ceciliafeesten. Het programma was het beste dat we voor een aperitiefconcert kunnen spelen hebben. Super Trooper en Fox from the North vond ik geweldig !
Josée (echtgenote van Jefke Lauwers – bestuurslid) ‘k Had graag meer ‘Wiendermusik’ gehad.
Maria Lauwens(echtgenote van Dré Walschaers – muzikant) Meer Strauss en Stolz op het programma. De sfeer was heel goed ! Precies de mannen van James Last; allez, dezelfde stijl zowat. ‘k Dacht dat ik op het nieuwjaarsconcert van Herbert von Karajan was.
Jos Van Aken(muzikant Tisselt) Kortweg : heel goed !
Frans Violet(dirigent) Ik vond het iets beter als vorig jaar. En seffens gaan we kickeren maar dat moogt ge niet in ‘T & T’ zetten !
(Bart Lauwens in ‘Toeters en Trompetten, Jg 7, nr.1 en ‘DB’, maart ’87)
1987 – Januarinummer ‘De Band’ : Die van de ‘Waran’.
“Een paar honderd meter over de Leestbrug, richting Mechelen vanaf de Sint-Annakapel, daar begint de Warande.
Midden een schoon stuk natuur staan er een dertigtal huizen, meestal bewoond door dezelfde families, al verscheidene generaties na elkaar.
Velen zijn familie van mekaar en de oude gewoonten leven er nog altijd voort.
Op het hof van de weduwe Victor Diddens staat er een lange zitbank, die bij goed weder steeds overbezet is door de buren. Meestal worden er dan nog stoelen bijgesleurd. Hier kan men zijn dagelijke mizerietjes en belevenissen kwijt. Stanne Van den Broeck was er zelfs voor een tiental jaren een regelmatige bezoeker.
Herbergen zijn er niet meer, alhoewel er voor wereldoorlog I nog een drietal waren. Dat was dan ten tijde van de velodroom, de ‘pist’ zoals men zei. Deze werd door een aantal warandenaars zelf gebouwd onder het waakzaam oog van de families De Rooster en Verelst.
Op tweede Paasdag 1911 werd ze met kanonschoten en een concert ingehuldigd en opengesteld. Eén van de bekendste deelnemers was wel de legendarische wielercrack Cyriel Van Hauwaert. Er reden ook Battelaars en Leestenaars mee, zoals : Juul Verelst, Cois Lambert en den Boonen.
Bij wijze van sensatie reden er ook af en toe twee meisjes van Leest op de piste. Eén ervan is zelfs later nog…kloosternon geworden !
De grote attractie was toch wel de Cyriel. Die kwam zelfs per auto er naartoe. Mens in dien tijd nen auto ! Dat wekte natuurlijk enorme belangstelling en niet het minst bij het jonge volkje.
Uit veiligheidsoverweging parkeerde hij die auto steeds op het hof van Theophiel De Rooster.
De toen nog piepjonge Vikke De Rooster (de vrachtvoerder uit Heffen) had er enorme belangstelling voor. Hier wat betasten, daar wat voelen…tot hij de ‘jepappen’ van de luchtbanden ontdekte. Als je daar met een stokje op duwde kwam er wind uit. In een minimum van tijd stonden de vier banden dan ook plat. Als Van Hauwaert na de wedstrijd zijn auto daar zo zag staan, vloekte hij nog harder dan dat hij gereden had. Het ergste van dat alles was dat er toen nog geen autobandenpompen bestonden en dat de banden bij middel van zuurstofflessen opgeblazen werden. Zuurstofflessen en een telefoon, die waren er op de ‘Waran’ niet. Dan maar met de fiets naar het station van Mechelen, om van daar uit naar Brussel, waar de autofabriek was, te telefoneren om de nodige zuurstofflessen. Na enkele uren waren die er dan en de banden konden opgepompt. De dader heeft men toen niet gevonden.
De pist is er natuurlijk niet meer. De vorm ervan kan men echter nog gedeeltelijk terug vinden naast de boerderij van Clement De Rooster en de hof van Lucien Verbruggen. Een gedeelte van de komhelling, een drie à vier meter hoog, dat isal wat er overblijft. De piste werd trouwens in 1921-22 gesloten en afgebroken.
Die plek daar is echter wel beroemd. Volgens de legende zou Napoleon daar een veldslag geleverd hebben en tijdens die veldslag zou hij er zijn zadel verloren hebben, dat belegd was met goud. Vele kinderen van Battel en Leest die dat van hun ouders horen vertellen hadden, zijn daar wel eens komen graven. Ook de toeristische dienst van de stad Mechelen deed er destijds opzoekingen onder de leiding van de heer Stadeleir.
Er werd dan gependeld, maar meer dan een verroeste ijzeren ton, dagtekenend van de tijd van de piste, werd er niet gevonden.
De bewoners van de Warande lachten steeds als er gependeld werd, want zij waren de mening toegedaan dat dat zadel al lang gevonden was. Op de Warande leeft er namelijk iemand al jaren op zijn middelen. Het goud van het zadel ?...
Verder voelen de bewoners van de Warande zcih meer Leestenaar dan Battelaar. Alhoewel ze van de parochie Battel afhangen, gaan ze meestal naar de kerk te Leest. Ook de meesten van hen worden te Leest begraven. De bakker, de kruidenier, de beenhouwer en de cafébaas aldaar krijgen ook menig Warandenaar over de vloer. Ook de kinderen gingen meestal naar de lagere school te Leest.
Is er te Leest wat te doen, de Warandenaar is er.
Er werden ook veel huwelijken tussen Warandenaars en Leestenaars gesloten. Zo was mijn moeder van Leest en mijn vader van de Warande.
Met de overheid liep het niet altijd zo gesmeerd…Zo liep mijn zuster Christine school te Leest. Door de pastoors van beide parochies werd er lang gebakkeleid over het feit waar ze haar Plechtige H. Communie zou doen. Tenslotte deed ze die noodgedwongen in Battel. Zelfs meester De Leers heeft daar toen niets kunnen aan veranderen.
Al bij al is het oude ras van de Warandenaars stilaan aan het uitdunnen en zij die er nog zijn, hopen later eens een rustig plekje achter de kerkhofmuur te Leest te kunnen vinden.
Vele groeten van de ‘Waran’ en tot…ziens !
P. Diddens.”
“Die van de fijne”.
De bijnaam van de Geerts uit Leest wiens naam op de onderstaande affiche ‘fijne’ genoemd wordt, intrigeerde me. Elke Leestenaar kent wel iemand in het dorp die ‘de fijne’ genoemd wordt of wiens voornaam eindigt op ‘van de fijne’…
Zou deze renner daarvan aan de basis liggen ?
Bijna heel mijn jeugdjaren bracht ik door in de Scheerstraat (thans Ten Moortele) en de woning tegenover mijn ouderhuis werd ook bewoond door ‘een fijne’ : Frans Geerts, gehuwd met Paula Soli en de vader van Edward en Greta Geerts.
Frans en Paula zijn helaas overleden maar twee van hun drie kinderen gelukkig niet en zij konden een tip van de sluier oplichten.
In de gemeenteschool van Leest deelde ik de eerste zes studiejaren de bank met een petekind van Frans Geerts : Frans Geerts, niet toevallig een naamgenoot en een zoon van zijn broer Marcel uit het Pensenstraatje. Mijn overbuur stond er immers op dat al zijn petekinderen zijn voornaam droegen. Met mijn leeftijdsgenoot heb ik al die schoolse jaren lief en leed gedeeld. Samen leerden we, met harde hand, en met de griffel op de leisteen, schrijven bij meester De Leers. Samen stapten we over naar de klassen van meester Meyers en meester Huysmans. In die tijd was godsdienst zeer belangrijk. Naast de catechismusles hadden we nog een vak dat ‘gewijde geschiedenis’ heette. Ook een vorm van godsdienstonderwijs : parabels moesten de soms abstracte catechismuslessen wat aanschouwelijker voorstellen. Frans en ik worstelden ons door de akten van geloof, hoop, liefde, berouw…en hij sloeg alles op als een spons. Natuurlijk werd er ook moedertaal onderwezen en moesten we opstelletjes schrijven, mijn lievelingsvak, maar ook Frans was daarin een uitblinker. In die tijd (jaren ’50) werd de ‘prijsuitdeling’ op het einde van elk schooljaar met meer cachet gevierd dan in deze moderne tijden. In aanwezigheid van de ouders -op hun paasbest- en de notabelen van het dorp, aangevoerd door de Burgemeester en het voltallig Schepencollege.
De eersten van elke klas ontvingen uit handen van de Burgemeester een ‘kroon’, een lauwerkrans, die door de primussen met fierheid werd gedragen. Frans en ik kwamen steevast in aanmerking voor dat kleinood maar de eerlijkheid gebiedt me om toe te geven dat hij de meeste ‘kronen’ in de wacht kon slepen, Frans kon immers ook tekenen.
“Frans van de fijne” was ook een crack in het construeren van ‘boog en pijl’ noodzakelijk als we “cowboy en indiaantje” speelden. Met wat buigzaam hout en een touw verrichtte hij wonderen en met twee stokjes, wat papier, een touw en een papje van bloem en water ontwierp hij ‘vliegaards’, waar Daedalus een puntje kon aan zuigen. Dat ‘vliegeren’ zou later uitmonden in een hobby die hij tot op heden nog steeds beoefent : modelbouw van diverse types vliegtuigen. Toestellen die hij zelf ontwerpt, ontwikkelt en in mekaar flanst…
Van ‘ne fijne’ gesproken.’
Via Edward en Greta Geerts heb ik de identiteit kunnen achterhalen van de Leestse renners die in 1920 deelgenomen hebben aan de “Groote 3 urenkoers” : Jos. Van der Goten “de onvermoeibare wegloper die de koers zal schoon maken” en Geerts “de fijne” die door zijn menigvuldig uitschieten de koersen schoon maakt”.
Edward Geerts heeft Jos Van der Goten goed gekend. Deze laatste woonde een tijdlang aan Steinemolen en baatte later op het Heike in Hombeek nog een café uit.
De andere Leestenaar op de affiche is Egied Jozef Geerts, nonkel ‘Jef’ volgens Edward Geerts, de oudste broer van zijn vader Frans.
Maar waar kwam de bijnaam ‘fijne’ vandaan ? Volgens Edward zou zijn nonkel Jef die geërfd hebben van zijn vader, dus de grootvader van Edward : Viktor Josephus Geerts. De bijnaam sloeg niet alleen op de fysieke kenmerken van de stamvader maar ook op zijn technisch en ander vernuft, karakteristieken die veelvuldig terug te vinden zijn bij zijn nakomelingen.
Naast Viktor en de coureur Jef zouden er nog verschillende Geertsen met “de fijne” aangesproken worden.
Viktor Josephus Geerts, (‘de eerste fijne’) werd geboren op 31 oktober 1879 en was een eerste maal gehuwd met Maria-Theresia Van Moer die hem vier kinderen schonk : Emerentia, Egied ’Jef’, Frans en Marcel.
Viktor Geerts bewoonde een tijdlang een klein huisje in de Scheerstraat, waar later eeuweling Constant Van den Broeck zijn huis zou bouwen. Viktor was ‘voorslager’ (smid) in het Arsenaal te Mechelen.
Nadat zijn eerste vrouw overleden was (rond 1931), hertrouwde hij met een weduwe (Stans) die al twee mannen, in ietwat mysterieuze omstandigheden, had verloren. Het klikte niet tussen de kinderen Geerts en hun stiefmoeder en de twee jongsten hadden een panische angst voor haar, met als gevolg dat ze vaak van huis wegliepen. Uiteindelijk groeiden ze grotendeels op bij respectievelijk hun zuster Emerence in de Molenstraat (Frans) en bij hun broer Jef (Marcel). Frans zou later vaak tegen zijn eigen kinderen vertellen dat ze bij hun stiefmoeder zelfs niet durfden te eten uit angst vergiftigd te worden...
Viktor moest van zijn nieuwe vrouw zijn huisje in de Scheerstraat verkopen en heeft dan een boerderijtje gekocht aan de Leestsesteenweg op de Warande.
Hij zou zijn tweede huwelijk slechts drie jaar overleven.
-Emerentia Geerts(° 09.07.1902, +08.11.1976) huwde in 1924 met Jozef Frans Steenmans die haar twee kinderen schonk : Maria en Yvonne.
Emerence woonde in de Molenstraat te Leest omtrent de plaats waar thans dokter M. Deruyver gehuisvest is.
-Egied Jozef ‘Jef’ Geerts, de ‘fijne’ van de affiche, (°19.12.1903, +17.12.1974) huwde een eerste maal met Joanna Delphina Spoelders waarmee hij vier kinderen kreeg : Viktor, Marie-Louise, Frans en Herndrik. Na het overlijden van zijn echtgenote huwde hij een tweede maal in 1953 met Maria-Amelia Goossens die hem in 1955 een dochter schonk : Maria Francine Geerts.
Jef Geerts woonde een tijdlang op den Triest in Kapelle-op-den-Bos en is na zijn huwelijk naar Ruisbroek (Pullaar) gaan wonen. Hij was arbeider in de Eternit fabrieken van Kapelle-op-den-Bos.
-Frans Ludovicus Geerts (°15.10.1917, +16.01.1984) was zoals vermeld, na het tweede huwelijk van zijn vader, bij zijn oudere zuster Emerence in de Molenstraat gaan wonen.
Hij wou graag verder studeren en is als jonge wees bij de pastoor om een lening gaan vragen, dat werd in die tijd nog gedaan. De pastoor weigerde, wat bij Frans resulteerde in een levenslange afkeer voor het katholicisme. Nooit, uitgenomen de rites de passage zoals een huwelijksplechtigheid of een begrafenis, zou hij nog een stap in een kerk zetten.
Voor zover haar mogelijkheden het toelieten heeft zijn zus hem financieel geholpen, maar uiteindelijk heeft hij zijn studies voor scheikundige voor het grootste gedeelte zelf gefinancierd.
Hij vond werk als laborant in een Vilvoords bedrijf maar opteerde na enkele jaren voor een job bij de overheid. Hij ging aan de slag bij de NMBS waar hij zich opwerkte tot bureelhoofd.
Na zijn huwelijk in 1939 met Paula Soli verhuisde hij naar het Pensenstraatje om zich uiteindelijk in de Scheerstraat te vestigen. Het echtpaar kreeg drie kinderen : Edward, geboren 15 juli 1939, Maria José Paula, geboren op 26 juli 1945 en datzelfde jaar op 9 december overleden en Greta, geboren 14 maart 1947 .
Zijn hobby’s waren voetballen (actief) en reizen. Ook hij kreeg de erenaam ‘de fijne’.
-Marcel Geerts Victor(°10.11.1922, +10.12.1983) kon het ook niet vinden met zijn stiefmoeder en zou bij zijn broer Jef intrekken op den Triest in Kapelle-op-den-Bos.
Na zijn huwelijk met Jeanne Van Cauwenbergh (°16.12.1923, +17.04.2005) vestigde hij zich in het Pensenstraatje naast het huisje van zijn broer Frans. Uit dit huwelijk ontsproten 7 kinderen : Jan, Josée, Frans (mijn jeugdvriend en klasgenoot), Godelieve, Paula, Rosa en Annie.
Marcel was werkzaam als elektrieker in de Eternit fabrieken van Kapelle-op-den-Bos.
Zoals zijn vader en zijn broers werd ook hij ‘de fijne’ genoemd.
Tot zover de kinderen van stamvader en eerste ‘fijne’ Viktor Josephus Geerts.
Mijn jeugdvriend en voornoemde Frans Geerts werd op 12 juni 1948 geboren en hij huwde op 10 april 1974 met Jeannine Doms (°26.02.1953) die hem één dochter schonk : Wendy Geerts, geboren op 25 maart 1977.
Frans, wellicht de laatste ‘fijne’ van zijn dynastie, kan men nog steeds aan het werk zien achter zijn woning in de Tiendeschuurstraat waar hij een startbaan van 90 m heeft aangelegd voor zijn vliegtuigjes.
Marcel Van Hoof.
Foto’s :
-Affiche van de “Groote 3 urenkoers” op de Velodroom van de Warande. Bij de deelnemers twee Leestenaars : Jos Van der Goten en Jef ‘de fijne’ Geerts.
-Huwelijksfoto van stamvader Viktor Josephus Geerts en zijn tweede vrouw Stans.
-Van links naar rechts : Gerard Jacobs (“Gerard van de Kets”), zijn vrouw Stephanie De Boeck, Paula Soli en Frans Geerts. Vier buren en vrienden gekiekt in Volendam.
Bert Apers, Hans De Maeyer, Bart Fonteyn, David Janssens, Mariska Liekens, Sabrina Robbens, Lindsay Slachmuylders, Steve Van Cauter, Vincent Van Cauter, Inge Van den Heuvel, Katleen Van Laenen, Luc Van Linden, Inge Van Praet, Kristof Verbeeck, Benny Andries, Pieter Brasseur, Karen Cordemans, Veerle Duran, Kris Kerremans, Geertrui Libbrecht, Wouter Mollemans, Jan Peeters, Koen Schelkens, Bert Van den Heuvel, Franke Vandenwijngaert, Johan Verbruggen, Leen Verbruggen en Bram Willemen.
1987 – Soldaten lichting 1987
Clymans Rudiger Codde Stef
Cumps Christophe De Schoenmaeker Danny
Dons Willem De Laet Dirk
De Win Dirk De Win Johan
De Broey Alain Diddens Ivan
De Nyn Christiaan De Borger Ivan
Daelemans Jan De Wever Werner
Fierens Ronald Geerts Ronald
Hellemans Bart Keulemans Jan
Lemaire Koenraad Mertens Wouter
Mertens Alwin Polspoel Marc
Piessens Serge Soort Bart
Schipman Kurt Schipman Günther
Van den Heuvel Michel Van Camp Daniël
Van Hoof Ronald Van den Brande Johan
Van der Elst Gunther Van den Sande Christian
Van den Brande Johan Verbruggen luc
Van Winghe Paul Van Medegael Jan
Vertommen Luc Verschuren Luc
Vermeulen Jurgen Vermeulen Arne
Voet Rafaël Vloeberghen Eduard
Vloeberghen Eric Vloebergh Erwin
Verbruggen Koenraad.
Uitstel of vrijlating diende aangevraagd te worden in de maand januari van 1986.
(‘DB’, januari ’86)
1987 – Een jaarabonnement voor het ‘Heimatblad voor Soldaten en Sympathisanten De Band’ kostte 200 fr. voor een gewoon en 250 fr. voor een postabonnement.
Verantwoordelijk uitgever was nog steeds Robert Verbruggen uit de Elleboogstraat.
Een kiekje van de“Toeterboys” uit de periode 1980-85. (Foto familie Lauwens-Piessens)
1986 – Zondag 28 december : Leestse Zaalcup Wisselbeker Vic De Maeyer De vriendenkring van ZVK Leest bood aan meer dan 100 Leestenaren, verdeeld over 12 ploegen, de gelegenheid om in het Sportcentrum Leest te zaalvoetballen voor de trofee Vic De Maeyer (café “Bij Fikke”). De winnaar ontving de gelijknamige trofee en mocht deze behouden tot eind oktober 1987. Bovendien werden nog 2 bekers geschonken door Louis Vloebergh : één voor de beste Leestse speler en één voor de topschutter van het tornooi. (Folder)
De Kon. Fanfare St.-Cecilia had ook een ploeg afgevaardigd : de ‘Toeterboys’. In ‘Toeters en Trompetten’ (jaargang 6, nr.2) verscheen daar volgend (ingekort) verslagje van :
“Enkele muzikanten en jonge bestuursleden binden af en toe de sportsloefen aan om een partijtje zaalvoetbal te spelen tegen één of andere vriendschappelijke ploeg. Er werden al enkele wedstrijden en tornooien afgehaspeld met wisselend succes. Onze ‘Toeterboys’ worden gesponsord door muzikante en hairstyliste Linda (van het bekende kapsalon). De uitrusting werd ons ter beschikking gesteld door oud-muzikant Luc Verschueren-Moernaut. Het is Franky Lauwens die steeds de beste ploeg tracht samen te stellen om het meest plezier te beleven op het terrein. Dat hij daar dikwijls in slaagt, bewijst het spelpeil dat we de laatste matchen behaald hebben. Als het zo doorgaat spelen en blazen we alle pannen van het dak !”
In hetzelfde blad (jaargang 7, nr.1) :
“…We waren in een zware schiftingsreeks getrokken. ’s Morgens om 10.30 uur betraden we wat onwennig in onze azuurblauwe shirts het veld van het sportcentrum te Leest. Onze eerste tegenstander was V.V. Leest. We hadden hun veteranenploeg verwacht maar kregen onverwachts hun juniorenploeg voorgeschoteld. Onze hoop zwakte plotseling tot het nulpunt maar de match moest nog gespeeld worden. Iedereen zette zich voor 100% in en dit resulteerde in een prachtige overwinning (V.V. Leest-Toeterboys : 2-3).
De volgende schiftingsmatch werden we overspeeld door de VEVOC ploeg. Dankzij enkele lucky-goals overdonderden ze ons met 4-0 cijfers. Ons moreel was te zeer aangetast om nog terug te komen. Hadden we die match met één doelpunt minder verloren dan zat er nog een dichte ereplaats in. Nu moesten we in onze reeks voor de 5de en 6de plaats spelen tegen ZVK Bareel. De eindstand was ZVK Bareel-Toeterboys : 5-1. Maar ja, wat wil je tegen een competitieploeg beginnen. Laat die mannen maar eens een instrument bespelen…!
In de namiddag werden de andere reeksen gespeeld. Het viel op dat er heel wat sterke ploegen deelnamen. Maar ja, in Leest zit heel wat talent.
’s Avonds gingen de finales door. Om 19.00 uur traden we tegen de Familyboys aan met de 11de plaats als inzet. Door onze inspanningen en een glansprestatie van onze doelman mochten we voor de tweede maal het zegegebaar maken. We wonnen met 1-0, een Arsenal-score.
Onze trofee die we uit de handen van Vik De Maeyer kregen, staat nu te pronken tussen de andere (n.v.d.r. veel grotere bekers).
In het referendum van de beste Leestse speler stond onze doelman Jan Verschueren op de eerste plaats met doelman Günther Vermeulen en Vevocspeler Johan Brasseur. Uiteindelijk werd deze laatste de beker overhandigd. Maar Jan Verschueren moest niet onderdoen voor de beste toernooispeler.
Onze spelerskern bestond uit : Jan Verschueren (doelman 1ste klas), Franky Lauwens (captain), Albert Van Alsenoy (sluitstuk van de verdediging), Rik Verschueren (sluitstuk van 8 balken), Hans Verschueren (7 balken), Frank Foqué (witte bliksemschicht), Jan De Decker (snel als de wind), Freddy Walschaers (torpedo-voet), Ronny Van der Auwera (supersub), Polle Van Roy (ontwikkelt ter plaatse), Bart Lauwens (noteerde al voetballende alle gegevens…behalve de scorepunten…).
Als gerenomeerde ploeg hebben we een aantal hoofdsponsors die ons financieel een handje toesteken. We danken hen voor die warme sympathie.
De azuurblauwe uitrusting werd ons geschonken door de familie Verschueren-Moernaut. De witte uitrusting kregen we van Haute Couture Nicole. De vaste kosten werden door Haute Coiffure Linda gefinancierd. De variabele kosten werden door onze spelers zelf gedragen…(n.v.d.r. stille wenk…)”
1986 – 30 december – Gazet van Mechelen :
Chiro stevent op de 100.000 leden af
“In de week vlak voor Kerstmis en nu vlak voor Nieuwjaar houden enkele honderden Chirojongens en –meisjes uit Antwerpen en de Kempen in het eigen domein Heidebrand te Westmalle een scholingsbivak. Het is een vijfdaagse praktische kampperiode die volgt op een eerder ontvangen basisvorming voor Chiro-leiders, jongeren van 16 tot 19 jaar en ouder. Gespreid over alle Vlaamse provincies volgen nagenoeg een vierduizendtal jongeren jaarlijks dergelijke leider-cursussen. Nationaal Voorzitter Jan Maertens, een 27-jarige burgerlijk ingenieur bij Bell Telephone, stammend uit een groot Westvlaams gezin, van kindsbeen af lid van de Chiro steekt er al zijn vrije tijd en nog veel meer in. Maar met welke bezieling ! ‘Momenteel, zegt hij, hebben wij in het Vlaamse land 98.000 leden in onze beweging waarmee we als Chiro meteen ook de koploper zijn van alle jeugdbewegingen.’ …
Scholing Jan Maertens hecht enorm veel belang aan de scholingsbivakken, die meestal lopen gedurende de kortere schoolvakantieperioden en die telkens vijf volle dagen in beslag nemen. De basisvorming, die eerder in het jaar vooral theoretisch georiënteerd was, wordt dan getoetst op de praktische toepassingen vooral toegespitst op het vertrouwd leren geraken met de psychologie, de belangstelling en de mogelijkheden van de leeftijdsgroepen waarmee ze zich als leider of leidster bezig houden. Daarop kan, steeds op volkomen vrijwillige basis, nog een zogeheten voortgezette vorming volgen, die zich richt naar een of andere specialiteit zoals expressie, speltechniek, e.a. Ten slotte is e r nog de kadervorming voor gewest- en verbondsmedewerkers.
Geestdrift … Initieel blijft Chiro ook anno 1987 aan godsdienstige vorming van de jongeren doen. ‘Chiro is ook nu nog steeds van Christelijke inspiratie en stoelt op de Evangelische waarden’, aldus Jan Maertens, ‘zij het dan in een verpakking die anders is dan vroeger, omdat zij zich richt naar de jongeren van nu, die anders dienen aangesproken te worden dan de jongeren van tien-twintig jaar geleden’.
1986 – 31 december : Diner Oudejaarsavond Sportcentrum Leest Aanvang 21 uur. Op het menu : -Aperitief – Profiteroles. -Noorse visschotel of scampis. -Madrilleense Consommé. -Chateaubriand met groentenkrans. -Bavaroise met peer. -Koffie. Prijs : 950 fr. (Folder)
1986 - December : Brief uit Chili van Jeanne De Boeck
“Lieve Familie, Lieve Zusters en Beste Vrienden,
Weer vieren wij het vredefeest van Jezus’geboorte. Arm kwam hij op de wereld. Er was geen plaats voor hem. Ook hier in de Hogar komen honderden voor wie er geen plaats is. Ik hoop en wens aan u allen een zalig Kerstfeest en hoop met uw hulp verder deze honderden Christussen te blijven ontvangen. Tevens wens ik U een voorspoedig Nieuw Jaar. Ik hoop U binnen een paar maanden de grote vreugde te kunnen meedelen van het volledig afgewerkt zijn van de nieuwe bouw. Ze zijn nu bezig de lift te plaatsen. Dan nog enkele kleinigheden en we kunnen beginnen met het installeren van de bedden. De eerste verdieping werkt op volle toeren. Zeer veel volk in de polykliniek. Ik werk nu van maandag tot vrijdag van 8 tot 13 uur in de polykliniek want we hebben iemand aangenomen die al de aankopen doet en alles ophaalt. In de namiddag ga ik soms weg om zieken te bezoeken en andere nodige bezoeken te brengen.
De tweede verdieping heeft reeds 22 zieken (vol) mannen en vrouwen. Er zijn er reeds 6 gestorven sedert 15/8. Allemaal kankerpatiënten, maar ze zijn mooi en in vrede gestorven.
Wat ben ik gelukkig dat, na 18 jaar, dit grote en schone werk werkelijkheid is geworden. Wat zou ik blij zijn moesten jullie dat eens kunnen zien. In de kindertehuizen ook alles goed. Er zijn reeds vijf kinderen naar huis gegaan of gaan werken. Er zullen nog wel een vijftal weggaan maar er zijn er weeral vijf nieuwe want er is een zeer groot tekort aan open plaatsen. Ook ging één van mijn kindjes in adoptie naar België. Zeven kinderen deden hun eerste communie en twee werden er gevormd. Voor elk sacrament moeten ze zich twee jaar voorbereiden. Nu zondag, 21 december, zullen er tien andere hun eerste communie doen samen met achttien kinderen van de Campo die ik zelf voorbereid heb. Dit zal de eerste keer zijn dat de ceremonie zal doorgaan in ons gymnasium in de Campo.
Eindelijk zijn de kisten aangekomen. Ik deed reeds twee kisten open van de medicamenten. Er is meer dan de helft verdwenen, zelfs de gekochte in Orbifarma. En de nationale gezondheidsdienst wast zijn handen in onschuld. ’t Was om te wenen. Zoveel werk in België en dan die uitslag en zoveel nood hier. In de hospitalen hebben ze nog geen aspirine om aan de zieken te geven. Met weemoed zullen wij er ons weeral moeten bij neerleggen en doen wat we kunnen zonder medicamenten, hopende één of andere uitweg te vinden voor de toekomst.
Nu bereiden we ons voor om Kerstmis te vieren en dan op de komst van de paus, die in Santiago de Hogar de Cristo zal bezoeken en waar ik ook uitgenodigd ben.
Nogmaal zalig Kerstfeest en gelukkig Nieuwjaar. Dank voor uw hulp in het voorbije jaar en ik hoop dat U me niet vergeet in ’87. Zeer genegen, Juanita.” (‘DB’, januari ’87)
1986 – Dat jaar telde Leest 2.250 inwoners. Er werden 29 kinderen gedoopt, 28 gevormd. 9 parochianen gingen een kerkelijk huwelijk aan en 18 ontsliepen in de Heer. (‘DB’, januari ’87)