1417 ...in
Leest apud dictam Sceurcapruyn in campo
dicto Dwaesheyt...(GM)xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
SCHEURCAPPRUYN in de Winkelstraat
Oorspronkelijk sloeg de naam Scoercapruyn (1417) op een bos van 28
bunder, waarschijnlijk omwille van de grondvorm ook naaldbos geheten. Dit bos
lag grotendeels op Hombeek, tegen de Winkelstraat aan.
(Fr. De Ridder en Dr. Jan Lindemans : Geschiedenis van Hombeek,
Handleidingen van Mechelen 1946, blz.134)
Andere vermeldingen van de Scheurcappruynhoeve in de Winkelstraat :
1442 : sit in Leest apud Scheurcapruyn. (GM)
1442 : 4 juni Jan en Hendrik Maes, broers, geven aan Arnold Maes hun
broer al hun rechten op hun erf van ongeveer ½ bunder te Leest op
Scheurcapruijn tussen Perceval de Doncker en Gillis van Ranst. (IFL, blz.96,
nr.360)
1447 : 22 april : ...die lopen op de 3 dagwand van Arnold vander
Bruggen, genaamd De Dwaasheijt, op Scheurcapruijn. (IFL,blz.97 nr.366)
1451 : 22 maart Willem vander Most verkoopt aan priester Boudewijn
Creijt...op zijn erf te Leest bij Scheurcapruijn. (IFL, blz.97 nr.372)
1458 : bi den Scoercapruyn op den horic van der Winkelstrate.(RPL)
1488 : ...bij Scheurcapruijn tussen het erf van de abdij van
Rozendaal... (IFL,blz.102 nr.404)
1543 : in de prochie van Leest ende Hombeke inde Schuercrappruyn. (GM)
1453 : 20 augustus Het Gasthuis van de H.Drievuldigheid legt beslag op
een stuk land vroeger van Arnold van der Bruggen- van 3 dagwand onder Leest,
op de Scheurcapruin, langs de Heirstraat ende Winkelstraat. (MS,nr.3786)
1483 : ...bij Scheurcapruijn gelegen... (IFL, blz.102 nr.400)
1511 : ...bij de Schuurcappruin... (MS)
1561 : erve inde Scoercrappuyne. (CPL)
1599 : Willem Joosen huurt vant Clooster van Leliëndael een hoore den
Scheurcrapruyn
groot VI bunderen waarvan 3 bunderen lant gen. Volghelshoff, is geleghen
in Brabant.(GM)
1603 : ...het Scuercaproen tussen eesterbos...(Notaris
V.D.Venne,Mechelen, nr.1844)
1645 : stuck lants geh. Domdach onder Leest omtrent het
Scheurcappruyn. (AM)
In de 17e eeuw komt de Hoeffve uit Scheurcappruyn
regelmatig voor in de rekeningen van de kerkfabriek omdat er jaarlijks 4 stuiver
moest op betaald worden aan de pastorie.Zo weten we dat de hoeve toen
toebehoorde aan Mijnheer Daniels, Heer van Corbeke.
Rond 1685 werd het hof verkocht aan de pensionaris of stadsadvokaat Van
de Venne. Zijn erfgenaam kanunnik Van de Venne bezat het nog steeds in 1723.
In 1723 is er aldaar een speelgoed bewoond door Rombout Bulens en een
speelgoed Scheurcapruyn, bewoond door Karel Bulens. (DB nr.8 1955)
In 1740 is het onbewoond. In 1773 vermeldt men t speelhuys aan t
Scheurcapruyn,
ledig op de hoeve. (DB nr.8 1955)
In 1775 Scheurcapruyn verkeert in hoeve.. (DB, nr.8 -1955)
Op den werch daer men na Scheurcapruyn gaet was er een plaats van
terechtstelling, misdadigers werder er geradbraakt. (J.D.D in DB nr.8 1955)
Rond 1850 behoorde het pachthof tot het bezit van De Vaernewijck Van
Zuylen van Nijvelt uit Mechelen.
Nadien vonden we burgemeester Livinus de Laet als eigenaar terug.
In 1920 werd het hof gekocht door de familie Fierens-Van Winge van Monne Van Baelen (uit Blaasveld) en
Justine De Laet, de dochter van Livinus.
Frans Fak Fierens en Anna Van Winge bleven er tot hun dood.
In 1990 kocht architect Frederik Sabbe de hoeve van Jan Fierens, een
broer van Fak.
Frederik is gehuwd met Inge De Poorter.
Het echtpaar renoveerde de hoeve met veel respect voor het verleden.
Zo werd het bestaande grondplan behouden en de ingrepen tot een minimum
beperkt.
De oorspronkelijke oude materialen zoals vloeren, binnendeuren en
zolderingen werden opgeknapt.
Het binnenbrengen van centrale verwarming, waterleiding en de renovatie
van de electriciteit namen ze er als noodzakelijk kwaad bij.
De raam- en deuropeningen werden behouden, behalve in de oostelijke
gevel waar een raam werd toegevoegd. Deze gevel moet vroeger trouwens een
binnenmuur geweest zijn want tijdens de renovatiewerken werden er sporen van
een binnendeur in teruggevonden.
Een Rad als telraam
De almanak wees nzaomer 1568 aan. Bij de
veldbaan naar het Heike, thans de Winkelstraat, stond toen een grote hoeve.
Deze werd telkens tot nog in de 19e eeuw, volgens een al van toen
oude legende, vernoemd als die van den Duvel...
De mensen uit de omgeving vertelden dat dit erf vroeger een somber
tijdperk had
doorworsteld, met haar toen beruchte
duivelsschuur.
In die schuur stond volgende ronde tafel : in
een gekloven gat in een boomstronk, lag met zijn dom een reuze karrewiel met
tot 14 genummerde spaken, bedekt rondom met enkele plankjes...
Dit rad deed dienst als eettafel. Dat was door
de toenmalige pachter zo gepland, om een van toen vele normen van bijgeloof :
de angst, met 13 aan tafel, te omzeilen, door het aanwerven van steeds 14
werknemers. Daarmee bevond zich op de hoeve, soms een stel zonderling tewerkgesteld volkje.
Bij avond gingen de lieden uit de buurt naar
huis, doch de vreemde knechten sliepen op
de hooischelft, en sommigen zochten stiekem hun
nachtrust in de stallen tussen paarden of koeien...
Spaanse rebellerende huurlingen doorkruisten
deze streek en plunderden de bevolking, doch enkele nog geregelde troepen
trachtten toch de verstoorde orde te herstellen. Vele opgejaagde schelmen
zochten dan heil bij roversbenden, die met een duivelse terreur, het platteland
in verschrikking dreef...
Op zekere ochtend ziet de hoevevrouw, op het
erf, een bloedspoor naar gindse schuur, en bij het ingaan van den werktijd,
telt zij 13 man aan bezigheid. Ze gaat kijken en bij het rad zit daar de 14de
, die zich zijn gewond been verzorgt.
Zij vraagt waar hij daarmee is vandaan gekomen.
De kerel beweert dat hij van koorts niet kon slapen, en bij nacht bij een
wandeling langs de wei, aan prikkeldraad was verwond. De boerin biedt hem hulp
van een dokter aan, doch hij wimpelt die af en zegt :
Ik kom seffens werken...
Die namiddag komt een koopman op het hof, en
vertelt dat vorige nacht op Sempst Laer, door rovers een hoeve werd in as
gelegd, omdat de bewoners niet waren ingegaan op een bende haar verwittiging,
die gistermorgend op een briefje aan de deur gespijkerd was, met hun eis, dat
er in deze voorbije nacht, in den emmer van den bornput 5 dozijn gouden dukaten
moesten liggen, als losprijs tegenover de thans uitgevoerde bedreiging.
De boer had enkel maar kunnen schieten op de
schurk die den emmer wou lichten...
De nu volgende nacht droomt de bazin van haar
hoeveschuur : ze ziet een gehavend rad, met slechts nog 9 goede spaken,
waartussen 5 duivels haar toegrijnzen...
Uren lang vergelijkt, wikt en berekent zij, en
voor dag en dauw sluipt zij van de boerderij naar den veldwachter en terug...
Op het middaguur wordt de hoeve omsingeld door Spaanse ruiterij, en wie wou
ontsnappen, werd door de paarden omvergereden...en het werden er 5, dewelken
die zich hadden misrekend op 12 dukaten...
De schurk met de schotwonden, was hoofdman van
nog meer verspreide benden. Hij werd in Vilvoorde op de grote markt
tentoongesteld, voor 72 uren zonder eten of
drinken, gebonden met het hoofd omlaag, op een tegen de schandpaal
schuin geplaatst rad...
(Anselmus Jedrie in De Band december 1979)
Bij de Fak op Scheurcapruyn
Op het einde van de Winkelstraat dicht bij de
Kapellebaan staat het schilderachtige hoevetje van Frans Fierens en Anna Van Winge.
Frans is 75 jaar en Leestenaar, de mensen
kennen hem beter als de Fak.
Jacques Fierens en Elisabeth Cuypers waren zijn
ouders.
We waren thuis met zn gevijvenen, plus onze va
en ons moe (Noot : in feite
met zeven maar twee stierven voortijdig. Zo wist Faks nicht Lisette
Polspoel-Fierens te vertellen dat één van die twee overleed tijdens de Eerste
Wereldoorlog te Boom. Jan Fierens liep met het lijkje in een doos rond toen hij
door een peloton Duitsers werd aangemaand om de doos te openen. Toen die
Duitsers de inhoud zagen verplichtte hun officier hen om allemaal het
lichaampje te groeten) en we woonden
rechtover het Hof van Haelen in de Koeistraat. Ik was den oudste. Daar is er
één naar het klooster gegaan, de anderen zijn gaan werken. Want, godverdomme je
had meer land moeten hebben : t was te weinig om iets te verdienen en juist
genoem om te kunnen leven. In 1920 kochten we Schuercappruyn van Monne Van
Baelen uit Blaasveld en zijn vrouw Justine De Laet. Ik heb hier op Scheurcappruyn gezeten nog
voor dak mn plechtige kommunnie deed.
Ik kwam hier werken voor de Monne...
We hebben hier 50 jaar geboerd maar de doening
was te klein om echt te boeren. We hielden 6 à 7 mestmeutes en zo konden we
stillekes rondkomen.
Frans Fierens zn boerderij staat op een kaart
van 1723. Toen was het een serieuze boerewinning met paardestallen- bakhoven en
koestallen.
Wat Frans daar nog van weet ? Niet zo veel
meer,mijn vader, dien zeventig(noot
: dat is niet helemaal juist, Jaak werd geen zestig) was als hij stierf, heeft het
me verteld, die wist dat deze hoeve twee jaar leeg stond nadat hier een zekere
ouwe juffrouw vermoord was door haren knecht. Die knecht maakte haar van kant
op Tweede Paasdag en trok naar den troep. Daar heeft hij later bekend de
moordenaar te zijn en hij is in Antwerpen terechtgesteld. Op t schavot : zijne
kop eraf.
Later heeft De Laet de hoeve gekocht, die kwam
van Weert...
Dat het hier een hele doening geweest is, daar
ben ik zeker van. Toen ik in de wei aan het graven was zat ik al vlug op de
zullen, daar moeten de paardestallen geweest zijn en het knechtenhuis. En in
het veld daar heb ik nog nen grote bakoven geweten. Dien kleine bakoven voor t
huis is gezet met de stenen van de ouwe bakoven. Het woonhuis was groter, daar
is zeker 3 a 3,5 meter van afgeslagen...
Maar wat wel vreemd is ; dien De Laet dien van
Weert kwam en burgemeester werd, heeft hier geen platte kinderen meer gehad.
Monne Van Baelen had geen kinderen. Ons va en ons moe zijn hier ingetrokken en
wij, wij hebben ook geen kinderen gehad. Ik heb hier alleen mensen weten
sterven. Hier is ook eens een koe verongelukt, we hebben die op bed gelegd, en
die is hier gestorven...
(Interview Karel Soors met Frans Fierens De
Band Mei 1977)
Jan-Frans Fak Fierens was te Leest geboren op 4 mei 1902 als zoon
van Jacobus Jaak Ludovicus en Maria
Elisabeth Cuypers(°Leest 12/2/1879, +30/12/1967).
Elisabeth, die zoals zovelen van haar generatie amper kon lezen en
schrijven, was 80 toen ze voor het eerst de zee zag.
Fak was gehuwd met Anna Van Winge en overleed te Mechelen op 1 januari
1990.
Zijn bij- en roepnaam Fak had Jan-Frans te danken aan zijn jongere
broer Hendrik Constant.
Die kon Franske niet goed uitspreken en maakte er onzeFak van.
Deze laatste is er mee blijven zitten.
Zelf schreef hij zijn naam neer als Vak.
Scheurcappruyn
Mijn vaderhuis staat languit in de zon te blaken.
De
bloesem koestert zich,
en spreidt zijn zoete honinggeur.
De fruithof lijkt wel een boeket in pastelkleur.
Het bakhuis staat er wat vervallen bij te dromen.
De milde geur van t ovenverse brood ontbreekt al lang.
Alleen dient het gebouwtje nog als steun en toeverlaat,
voor blauwe regen, die is er bloemig bij gebaat.
De mispelaar weerspiegelt zich in t koele water van de beek.
De diepe bronput beantwoordt donker mijn roepen
als ik mij heenbuig over de stenen rand.
Ik wil weer drinken, zoals vroeger, uit mijn hand.
De hollandse schuur, waar eens de blonde garven
in gulle overvloed, tot glorie van de boer, gestapeld werden,
is nu herleid tot droogplaats voor het linnen.
Helaas, ook hier trad het verval tot binnen.
Wat eens een welverdiende moestuin was,
werd langzaamaan één grote hoop ellende.
Mijn oom is oud en kan het niet meer aan,
rondom hem heeft de tijd haast stilgestaan.
Geen kippen meer, geen duiven, geen konijnen,
geen paard, geen varken in de stal,
de bonte pracht van koeielijven, t is al verleden tijd.
Alleen de trouwe zwaluw verbouwt het nest met vlijt.
Het leven is verstild, verstard rondom en in de oude boerderij.
De muurklok nam pensioen, drie eeuwen keek eenieder ernaar op.
Een lange tijd, geschiedenis geworden en vertrouwen schenken.
Mijn vaderhuis ik heb u lief, k blijf altijd aan u denken.
Lisette
Polspoel-Fierens dochter van Jan Fierens en Marie Christiaens en
nicht van Fak in een
nostalgische bui half jaren 80.
1417 ...petiam terra sit in Leest in loco dicto Maelt inter Johannis
Melys et Henrici de
Rogbroec et petiam terre sitam ibidem surpa cagrum dictum t Hofacker inter
Petri Van den Elze et
Egigii Van den Elze. (GM)
1418 ...item ad
pratum dictum den Capruyn circa unum bonarium sit ibidem juxta
oudeghemmercouter
(GM)
1419 17 februari : Katharina dochter van Johannes Vleming met haar man
Henricus
Cale, Barbara haar
zuster met Anthoon Blaeuwe haar man en Margareta met
Eustacius Vallaert
haar man verkopen aan Henricus Theeuw en zijn vrouw
Katharina dochter van
Arnoldus Goessens drie naast elkaar liggen akkergronden
Genoemd Coemansbloc.
(Schepenakte van Mechelen, Parochie-archief Leest)
1422 25 mei : Kathelijne van Brussel, dochter van wijlen Jan met haar
man Gillis
vander Smessen, alias
Penneman, verkoopt aan Jan vanden Bossche, barbier, een
stuk land van ongeveer
1 bunder in de Laerstraat te Leest achter Leliëndael,
tussen wijlen Jan
Raduwaerd en wijlen Hendrik de Moldere belast met een
voorcijns van 3
schellingen payments. (IFL,blz.92)
1423 In de maendt October is soo grooten overvloet van water geweest
door
continuele regens dat
men op vele plaetsen de landen niet en heeft kunnen
besaeyen, ende de
schueren met het graan en de stallen met het vee onder
water stonden.
(KCM-Meyer)
1424 21 augustus Schepenbrief van Mechelen : Elisabeth Blox legt
beslag op een huis
van Jan Melijs onder
leest.
1424 30 oktober : Joannes Massijs zoon van Lodewijk verkoopt aan
Hendrik van den
Elze zoon van Walter een half dachwant lant te Leest
op t Hertsvelt.
(Schepenakte van
Mechelen, Parochie-archief Lest)
1427 ...in Leest juxta locum dictum Cobbegheemshof inter plat. et
Michaelis
Van der Crieken. (GM)
1430 Den 5. October, den gheseyden Hertogh van Bourgoingne als
Hertogh van
Brabant tot Loven
gehult wordende, heeft in syne blyde inkomste onder andere
aen de Brabanders
belooft dat hy maekende het dispuet datter was tusschen
die van Mechelen ende
Brussel om de ketene die de geseynde van Mechelen
op de riviere de Zenne
gespannen hielden, dat hy soude ordineren van synen
Raede weerdige
persoonen in goede getaelen beyde uyt seynen lande van Brabant
Ende oock van synen
landen van Vlaenderen om partyen gehoort daer over
Sententie te geven.
(KCM)
|