SALA familie Sala - Visino - Pognana - Tavernerio - Roveredo - Pusiano
04-09-2008
Geboorte Reinerus Arnoldus Sala kind van Johan Casper Engelbert en Maria Jacoba de Bruijn - 1880
In het jaar achttien honderd en tachtig, den drie en twintigsten der maand September, is voor ons, Eliazer Efhraim Denekamp, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Schoonhoven, Provincie Zuid-Holland, verschenen Johan Casper Engelbert Sala, oud vijftig jaren, van beroep Rijksontvanger, wonende te Schoonhoven, die ons heeft verklaard, dat op Dinsdag den een en twintigsten der maand September dezes jaars, des middags ten drie ure, binnen deze gemeente is geboren een kind van het mannelijk geslacht uit zijne echtgenoote Maria Jacoba de Bruijn, oud drie en veertig jaren, zonder beroep, wonende alhier, en aan dat kind te willen geven de voornamen van Reinerus Arnoldus. Welke aangifte en verklaring zijn geschied in tegenwoordigheid van Willem … van Schaik, oud vier en zestig jaren, van beroep secretaris, wonende te Schoonhoven en van Hendrik Gerardus Geelhoed, oud vier en dertig jaren, van beroep beambte Secretaris, wonende te Schoonhoven, als getuigen. En wij hebben deze akte, na gedane voorlezing, geteekend met de comparant en getuigen.
Geboorte Johanna Maria Cornelia de Wijs kind van Christianus Johannes Franciscus en Maria Henrica Mursay - 1889
In het jaar een duizend acht honderd negen en tachtig, den dertigsten January, is voor ons ondergeteekende Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente ’s-Hertogenbosch, verschenen Christianus Johannes Franciscus de Wijs, koopman, oud twee en dertig jaren, wonende alhier, welke in tegenwoordigheid van twee getuigen, als van Franciscus Xaverius Luijkx, collecteur der Staatsloterij, oud vijf en zestig jaren, en Theodoor van Guliek, zonder beroep, oud vier en twintig jaren, wonende binnen deze gemeente, ons heeft verklaard, dat zijne huisvrouwe Maria Henrica Nicolaasina Cornelia Mursay, zonder beroep, bevallen is van een kind van het vrouwelijk geslacht, geboren den dertigsten dezer maand, om vijf ure des morgens, in hunne woning op den hoogensteenweg Wijk C, vier honderd drie en veertig, welk kind zal genaamd worden Johanna Maria Cornelia, van welke verklaring wij de tegenwoordige akte hebben opgemaakt, die, na voorlezing, is geteekend door ons, den comparant en de getuigen.
Geboorte Maria Johanna Geertruida Roozekrans kind van Martinus Johannes en Geertruida Christina Buijs - 1889
Op heden den zevenden Mei achttien honderd negen en tachtig, is voor ons, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand te Haarlem, verschenen Martinus Johannes Roozekrans, oud negen en twintig jaren, van beroep koopman, wonende in deze gemeente, die ons heeft verklaard, dat op den vijfden dezer, des voormiddags ten zeven ure, in het huis staande aan de Lange Veerstraat nummer 7, is geboren een kind van het vrouwelijk geslacht, uit Geertruida Christina Maria Buijs, zijne echtgenoote, zonder beroep, wonende alhier, aan welk kind hij comparant de voornamen geeft van Maria Johanna Geertruida. Deze aangifte is aan ons gedaan in tegenwoordigheid van Antonius Lindeman, oud acht en veertig jaren, van beroep winkelier, wonende alhier en van Gerrit Hendrik …, oud negen en twintig jaren, van beroep winkelier, wonende alhier. En is hiervan terstond opgemaakt deze akte en na voorlezing onderteekend door ons, den aangever en de getuigen.
Geboorte Geertruij Marijnen kind van Jan en Antonia van den Broek - 1842
In het Jaar een duizend acht honderd twee-en-veertig, den veertienden April voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Heusden, is verschenen: Jan Marijnen, oud zes en veertig jaren, van beroep bouwman, wonende te Heusden, welke ons heeft aangegeven, dat op Donderdag den veertienden April om vier uren des voormiddags, ten zijne huize in deze stad is geboren een Kind van het vrouwelijk geslacht, dochter van den aangever en van zijn huisvrouw Antonia van den Broek, oud een en veertig jaren, wonende te Heusden, en aan hetwelk is gegeven de voornaam van Geertruij, waarvan deze akte is opgemaakt in tegenwoordigheid van Adrianus van Oudheusden, oud acht en twintig jaren, hovenier, wonende te Heusden en van Hendrikus van Holvoort, oud twee en dertig jaren, wagenmaker, wonende te Heusden, en is deze na voorlezing geteekend door ons en de comparanten.
16-09-1881 C.F. Sala - Een Nederlandse reiziger in Liberia bezweken
- Onder het opschrift: "Een Nederlandsch reiziger in Liberia bezweken", leest men in het "Tijdschrift van het Aardrijkskundig genootschap" : Onze lezers zullen zich herinneren, dat in het 3e nommer van dit deel, blz. 90, een verslag voorkomt van eene reis naar Liberia door de heeren Büttikofer en Sala ondernomen, om op last van den hoogleeraar Schiegel, directeur van 's rijks museum te Leiden, voorwerpen van natuurlijke historie te verzamelen.
De heer Sala wordt door prof. Schiegel in de inleiding tot dat artikel genoemd: een ervaren jager en technicus, die vroeger eene reeks van jaren deels op Java, deels in Angola had doorgebragt". Inderdaad bezit het Leidsche museum een aantal voorwerpen, door hem op zijne vroegere reizen in Afrika verzameld.
"De belangrijke resultaten van de reis der heeren Büttikofer en Sala zijn in het verslag in ons tijdschrift in het licht gesteld; maar de persoonlijke ontmoetingen en ervaringen der reizigers bljjven in dat berigt zeer op den achtergrond.
Het is echter te Leiden niet onbekend gebleven, dat zij met veel vermoeijenissen en ontberingen hebben te kampen gehad, en dat het klimaat van Afrika hun niet gunstiger is geweest, dan zoo menigen reiziger, die in dat werelddeel het slagtoffer van zijn weetlust is geworden.
Van vroegere ernstige ziekten zijn althans vage berigten tol ons gekomen; thans blijkt het, dat ook Nederland zijn offer heeft moeten brengen aan de in onze dagen zoo algemeene zucht om "het donkere werelddeel" voor wetenschappelijk onderzoek, beschaving en handel te ontsluiten. C.F. Sala, Leidenaar van geboorte, is op 11 Junij jl. te Cape Mount in Liberia overleden. In een volgend nummer zullen wij welligt nadere bijzonderheden kunnen mededeelen".
Categorie:1 SALA CAROLUS FRANCISCUS NATUURKUNDIG ONDERZOEKER SALA WERREL
03-08-2008
14-07-1881 Onderzoeker Carolus Franciscus Sala overleden te Afrika
Wij ontvingen het treurig bericht van het overlijden van onzen geliefden Broeder en Behuwd-broeder den Heer C.F. SALA op den 11den Juni 11. te Cape Mount in Liberia (Westkust van Afrika), alwaar hij zich in gezelschap van den Heer J. BÜTTIKOFER met natuurkundige onderzoekingen bezig hield.
leiden, 13 Juli 1881. Uit aller naam: J.H. SALA.
14-07-1881 Leidsch Dagblad
LEIDEN, 13 Juli. Heden is alhier het bericht ontvangen van het overlijden te Cape Mount van den heer C.F. Sala, die in Afrika bezig was met het verzamelen van voorwerpen voor het Museum van Natuurlijke Historie alhier.
Reeds eenige malen zond hij belangrijke zendingen herwaarts. Naar wij vernemen, deed hij dit op verzoek en voor rekening van prof. H. Sehlegel, directeur van genoemde inrichting. Eenige jaren geleden was hij met hetzelfde doel alleen derwaarts gegaan.
De laatste maal vertrok hij in gezelschap van den heer J. Büttikofer, een Zwitser, in wiens gezelschap hij zich aan de westkust van Afrika mede met natuurkundige onderzoekingen onledig hield, tot den 11den Juni jl. de dood een eind maakte aan zijn werkzaam en voor de wetenschap zoo nuttig leven.
Leidsch Dagblad 14-07-1881
Carolus Franciscus Sala Een Nederlandse expeditie naar Afrika
EENE NEDERLANDSCHE EXPEDITIE NAAR AFRIKA. III.
Exploraties als de hier bedoelde hebben dus tot hoofddoel de thans levende dierenwereld in al hare schakeeringen en plaatselijke afwijkingen zoo nauwkeurig mogelijk te leeren kennen, om daarvan de blijvende gedenkteekenen aan het nageslacht te kunnen overleveren. Worden zij, als boven werd aangestipt, door het particulier initiatief ondernomen, dan zal vanzelf het gebied, waarover zij zich uitstrekken, betrekkelijk beperkt moeten blijven.
In dat geval verdient het ook steeds aanbeveling liever een beperkt gebied zeer grondig, dan een wijder veld meer oppervlakkig te onderzoeken. In het laatste geval zal wellicht een grooter aantal belangwekkende nieuwe vondsten kunnen verkregen worden; maar de blijvende wetenschappelijke waarde zal door de vluchtigheid zonder twijfel schade lijden.
Zoo is dan ook aan de leden der Nederlandsche Zoölogische expeditie naar West-Afrika door haren leider een betrekkelijk beperkt gebied aangewezen en zal het onderzoek niettemin gedurende een zestal jaren onafgebroken moeten worden voortgezet.
Allereerst ligt het binnenland van Liberia aan de beurt, daarna waarschijnlijk een gedeelte van de kust van Guinea, vervolgens het Camerongebergte en eindelijk de meer zuidelijke streken aan de monding van den Gaboon en den Ogowé, daar waar men het vaderland van den gorilla te zoeken heeft.
Op 17 November 1879 vertrokken de beide deelnemers aan de expeditie de heeren Joh. Büttikofer en C.F. Sala uit Rotterdam met een der schepen van de firma Hendrik Muller Szn. naar Monrovia, de hoofdplaats, van Liberia.
Zoowel toen als later heeft deze firma op de meest vrijgevige wijze de expeditie gesteund en hare communicatie met het moederland vergemakkelijkt. De heer Büttikofer, Zwitser van geboorte, was sedert eenigen tijd als amanuensis aan 's Rijks museum te Leiden verbonden, onderscheidde zich reeds in zijn geboorteland door zijne groote voorliefde voor de jacht en zijne grondige kennis van de inheemsche dierenwereld.
In het Leidsche museum vond hij ruimschoots gelegenheid deze kennis ook tot de dierlijke bewoners van andere werelddeelen uit te breiden, en toen eenmaal het plan tot de expeditie naar Afrika bij den hoogleeraar-directeur Schlegel de rijpheid nabij was gekomen, had ook de heer Büttikofer zich zóó grondig op de hoogte gesteld van alles wat er tot heden van de fauna dier streken bekend is, dat hij de aangewezen man was om de leiding der expeditie op zich te nemen.
De uitkomsten hebben reeds bewezen dat hij hiervoor ten volle berekend is, en dat veel tijd en geld bespaard wordt door deze grondige bekendheid met de te onderzoeken landstreek, daar van de algemeene, reeds lang bekende diervormen geene of slechts zeer weinige exemplaren verzameld worden en vooral op de zeldzame en meer kostbare voorwerpen de aandacht meer in het bijzonder kan gericht blijven.
Zijn medegezel, de heer C.F. Sala, die nu bijna twee jaren geleden de reis met hem aanvaardde, is hem onlangs door den dood ontvallen. Met groote energie had ook hij aan de werkzaamheden deelgenomen, niettegenstaande hij in den laatsten tijd met de ziekte, die hem ten grave sleepte, te kampen had. Sala was Nederlander van geboorte, was vroeger in kolonialen krijgsdienst en had na dien tijd ook reeds onderzoekingsreizen in Afrika ondernomen.
In 1861 was hij namelijk voor het Leidsche museum in Angola en Mossamedes werkzaam, leerde daardoor het klimaat en de bewoners kennen, en was als hartstochtelijk jager en voortreffelijk schutter een krachtig element voor het welslagen van de expeditie. Binnenkort zal in de door zijn dood opengevallen plaats voorzien worden door het uitzenden van een geschikten plaatsvervanger.
De heer Büttikofer blijft daarbij, als tot heden, het hoofd van de expeditie. In korte woorden zij het mij vergund hier enkele van de avonturen en wederwaardigheden te bespreken, die in het eerste jaar van hun verblijf in het Afrikaansche binnenland aan de leden dezer Nederlandsche expeditie zijn overkomen.
Dank zij der bemiddeling van den Nederlandschen consul en den vice-consul, de heeren Modderman en Wiegman, werden door het gouvernement van Liberia aan onze reizigers tal van faciliteiten verzekerd en togen zij kort na hunne ontscheping (in Januari 1880) met al hunne kisten en bagage landwaarts in, en wel steeds langs de oevers der St.-Paulsrivier.
Na een kort verblijf in het vriendelijke huisgezin van den missionaris, den heer Day, te Millsburgh, slaagden zij er in dragers te verkrijgen, die hen naar Bavia, een negerstad, die hooger op aan de rivier gelegen is, geleidden. Een tweede legerplaats werd later te Soforé, nog meer het binnenland in, gevonden, en in het najaar van 1880 waren zij met de gemaakte verzamelingen weder te Monrovia terug, evenwel niet zonder in hooge mate aan ziekte en ontbering te hebben blootgestaan en de negers van eene uiterst ongunstige zijde, als volleerde dieven en doortrapte oplichters, te hebben leeren kennen.
Beviel dezen het dragen niet langer of verlangden zij meer loon, zoo werden kisten en pakken eenvoudig neergezet en zoo hunne eischen niet ingewilligd werden, was men op deze wijze geheel aan hunne genade overgeleverd. Zelfs ontzagen zij zich niet ditzelfde systeem in toepassing te brengen, toen zij Büttikofer, die door ziekte en krampen geheel buiten staat was te gaan, huiswaarts droegen. Zonder omwegen werd hij op vele honderden ellen afstands van de hut, die door hem bewoond werd, in het bosch nedergelegd en door de dragers verlaten.
Leidsch Dagblad 19-09-1881.
(Carolus Franciscus Sala zoon van Carolus Antonius Sala en Maria Sebilla Spekman overleed 10-06-1881 op 42 jarige leeftijd in Robertspert (Liberia Afrika) en is daar begraven.
Enige exemplaar ter wereld De Büttikofer-ral van Naturalis is het enige exemplaar van de soort dat bewaard is gebleven. Deze vogel werd in 1865 gekocht van de Amsterdamse handelaar G.A. Frank. Aanvankelijk meende men dat het een jong van een Zuid-Amerikaanse ral was. In 1893 stelde Johann Büttikofer, conservator in Leiden, vast dat het ging om een aparte soort, die hij Stictolimnas sharpei noemde. De naam is een verwijzing naar de Britse ornitholoog Richard Bowlder Sharpe die hem op deze merkwaardige ral had gewezen. Zoals wel vaker gebeurt bij dieren die via handelaren in musea terechtkomen, had men geen idee waar de vogel vandaan kwam. Büttikofer meende dat het om een Zuid-Amerikaanse soort ging, maar was daarbij waarschijnlijk beïnvloed door de eerdere, foute determinatie.
Büttikofer en Sharpe hadden mogelijk gehoopt dat de vogel ooit nog ergens aangetroffen zou worden. Helaas werden er echter geen exemplaren meer gevonden, zodat we ervan uit mogen gaan dat de soort is uitgestorven. Ongeveer een eeuw nadat de vogel beschreven was, probeerde de Amerikaanse ornitholoog Storrs Olson het raadsel van de ral op te lossen. Het was hem opgevallen dat de ral sterke gelijkenis vertoonde met de geelbandral, Gallirallus philippensis. Deze ral komt voor op de Filippijnen, de oostelijke eilanden van Indonesië, Nieuw-Guinea, Australië, West-Polynesië en Nieuw-Zeeland. Aangezien de twee soorten op elkaar lijken, suggereerde Olson dat ze uit hetzelfde gebied moesten komen. Hij geloofde niet dat de Büttikofer-ral van één van de Pacifische eilanden kwam. De meeste rallen daar hebben namelijk hun vliegvermogen verloren, terwijl deze ral goed ontwikkelde vleugels heeft. Volgens Olson zou de vogel mogelijk afkomstig zijn van Java, Sumatra of Borneo.
Museumexemplaar Behalve Naturalis heeft geen enkel ander museum ter wereld de Büttikofer-ral in zijn collectie.
Categorie:1 SALA CAROLUS FRANCISCUS NATUURKUNDIG ONDERZOEKER SALA WERREL
02-08-2008
15-04-1871 De heer Sala hoofdopzigter Zoölogische botanische tuin
- Het bestuur van den kon. zoölog. botanischen tuin alhier heeft den heer Sala, thans werkzaam aan het museum van natuurlijke historie te Leiden, benoemd tot hoofdopzigter aan die instelling.
Leydse Courant 15-04-1871
Carolus Franciscus, zoon van Carolus Antonius Sala en Maria Sibilla Spekman werd geboren te Leiden op 14-05-1839 en overleed op 17-06-1881 in Liberia Afrika op 42 jarige leeftijd.
Het bevolkingsregister van Leiden vermeld hem op tienjarige leeftijd (periode 1849 - 1849) als schoolleerling wonende in wijk nummer 4 op het adres Breedstraat huisnummer 232
Het centraal bureau voor genealogie verwijst naar de biografische index, een toegang op biografische naslagwerken waarin korte levensbeschrijvingen te vinden zijn van personen die een vooraanstaande rol in het maatschappelijk leven hebben gespeeld.
Carolus Franciscus Sala - Naturalist Bron: Type-cataloque of the Decapod Crustacea in the collections of the Nationaal Natuurhistorisch Museum, with appendices of pre-1900 collectors and material.
Carolus kwam ook voor op de kieslijsten van de gemeente Leiden. Bron: Leydse Courant 25-09-1848
Categorie:1 SALA CAROLUS FRANCISCUS NATUURKUNDIG ONDERZOEKER SALA WERREL
01-08-2008
07-01-1890 Carolus Franciscus Sala ovl. Afrika slachtoffer der wetenschap
Leiden, 6 Januari.
Bij de firma E.J. Brill alhier verscheen vóór eenige dagen het eerste deel van „Reise-bilder aus Liberia" van onzen stadgenoot den heer J. Büttikofer, conservator aan het Museum van Natuurlijke Historie. In vloeienden, opgewektcn stijl verhaalt ons de koene, onverschrokken natuurvorscher zijn leven en lotgevallen te midden der inboorlingen van Afrika's binnenland.
Dezen mochten niet altijd vroolijk of opgewekt genoemd worden; hij en ook zijn vriend en reisgenoot C.F. Sala, eveneens een onzer stadgenooten, hebben met ontzaglijk veel moeilijkheden, met onnoemlijk vele wederwaardigheden, voornamelijk met ziekten, te kampen gehad.
Zooals bekend is, is de laatste dan ook een slachtoffer der wetenschap geworden; zijn lichaam rust op het oogenblik in Afrika's schoot.
Verder teekent de schrijver in levendige kleuren de weelderige natuur dier streken; hij maakt ons bekend met de zeden, gewoonten en gebruiken dier natuurmenschen en menigmaal doet hij ons dezen bewonderen.
Wie zich den inboorling voorstelt als een bekrompen wezen, zonder gevoel voor het brave, edele of rechtschapene, dwaalt. Als bewijs hiervan diene het volgende, aan Büttikofers werk ontleend.
Terwijl een der talrijke negerkoninkjes ziek en hulpeloos te bed (1) lag, ontvlucht eene zijner vrouwen, die zich niet op eene bepaald liefderijke behandeling van de zijde haars echtgenoots had mogen beroemen; zij weigerde dan ook om tot haren gemaal terug te keeren.
Aan een ander negervorst werd de taak opgelegd als scheidsrechter in dat geding uitspraak te doen en deze velt het volgende vonnis:
dat de vrouw van haren man wegloopt, als hij haar slecht behandelt, vind ik zeer gerechtvaardigd en wijl die slechte behandeling door verschillende getuigen bewezen is, zou ik de eerste zijn om de vrouw, waarover het geding loopt, in het gelijk te stellen. Dat zij hem echter in den steek laat op een oogenblik, dat hij zich onmogelijk zelf kan helpen, dat bewijst een slecht hart en daarom veroordeel ik de vrouw om tot haren man terug te keeren.
Dit vonnis is wel niet overeenkomstig onze hoogzedelijk Europeesche begrippen, maar het bewjjst in elk geval dat het billijkheidsgevoel bij die lieden zeer ontwikkeld is.
Categorie:1 SALA CAROLUS FRANCISCUS NATUURKUNDIG ONDERZOEKER SALA WERREL
18-07-2008
Geboorte Henrica Cornelia dochter van Cornelis Johannes van Houten en Maria Antoinetta Theresia van Langenhuijsen
No. 357 In het jaar achttien honderd drie en tachtig, den zes en twintigsten der maand October, is voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand te Gorinchem, Provincie Zuid-Holland, verschenen Cornelis Johannes van Houten, oud veertig jaren, koopman, wonende te Gorinchem, die ons verklaarde, dat op den vijf en twintigsten October dezes jaars, des morgens ten acht ure, alhier is geboren een kind van het vrouwelijk geslacht, van hem komparant en zijne huisvrouw Maria Antoinetta Theresia van Langenhuijsen, zonder beroep, mede wonende alhier, aan hetwelk hij ons verklaarde te willen geven de voornamen Henrica Cornelia. Van welke verklaring wij akte hebben opgemaakt in tegenwoordigheid van, Joannes van Houten, oud vier en veertig jaren, koopman en Jacobus Gregorius Antonius Johannes van Nieuwenhuijsen, oud negen en twintig jaren, winkelbediende beiden wonende te Gorinchem. En hebben de komparant en getuigen deze akte, na gedane voorlezing, nevens ons onderteekend.
Geboorte Joanna Elisabeth dochter van Cornelis Johannes van Houten en Maria Antoinetta Theresia van Langenhuijsen
No. 346 In het jaar achttienhonderd zes en zeventig, den zestienden der maand December, is voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand te Gorinchem Provincie Zuid-Holland, verschenen Cornelis Johannes van Houten, oud drie en dertig jaren, koopman, wonende te Gorinchem, die ons verklaarde, dat op den zestienden December dezes jaars, des namiddags ten kwart over twaalf ure, alhier is geboren een kind van het vrouwelijk geslacht, van hem comparant en zijne huisvrouw Maria Antoinetta Theresia van Langenhuijsen, zonder beroep, mede wonende alhier, aan hetwelk hij ons verklaarde te willen geven de voornamen Joanna Elisabeth. Van welke verklaring wij akte hebben opgemaakt in tegenwoordigheid van Johannes Wilhelmus Petrus Hoeben, oud zeven en veertig jaren, koopman en Thomas Dietz, oud, twee en veertig jaren, winkelbediende beiden wonende te Gorinchem. En hebben de komparant en getuigen deze akte, na gedane voorlezing, nevens ons onderteekend.
Geboorte Johannes Antonius Maria zoon van Adriaan van Liempt en Johanna Maria Sonderegger
No. 457 In het jaar een duizend acht honderd zes en negentig, den achtsten juni, is voor ons ondergeteekende Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente 's Hertogenbosch, verschenen Adriaan van Liempt, bouwkundige, oud drie en vijftig jaren, wonende alhier, welke in tegenwoordigheid van twee getuigen als van Johannes ... ,timmerman, oud twee en veertig jaren en Alphonsus Wertenbroek, klerk ter secretarie, oud drie en twintig jaren, wonende binnen deze gemeente, ons heeft verklaard, dat zijne huisvrouw Johanna Maria Sonderegger, zonder beroep, bevallen is van een kind van het mannelijk geslacht, geboren den zesden dezer maand om half een ure des namiddags in hunne woning in de Tuldenstraat wijk . acht en veertig, welk kind zal genaamd worden Johannes Antonius Maria, van welke verklaring wij de tegenwoordige akte hebben opgemaakt, die, na voorlezing, is geteekend door ons den comparant en de getuigen
Geboorte Gerardus Johannes zoon van Johannes Hendrikus Sala en Catharina Petronella Knaapen
No.1057. In het jaar een duizend acht honderd vijf en zeventig, den zesden der maand September des middags te twaalf uren, is voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken stand der gemeente Leiden verschenen: Johannes Hendrikus Sala, oud vijf en veertig jaren, spiegelfabrikant wonende op de Breestraat alhier, welke ons heeft verklaard dat, Catharina Petronella Knaapen, zijne huisvrouw, te zijne huize, op den vierden September achttienhonderd vijf en zeventig des nachts te kwart over een uren, bevallen is van een kind van het mannelijk geslacht, aan hetwelk hij bij deze geeft de voornamen van Gerardus Johannes. Van welke verklaring wij deze acte hebben opgemaakt in tegenwoordigheid van Marinus Petrus Meerburg, zes en dertig jaren, commissionair, wonende op de Breestraat alhier en van Corneille Guillaume Nieuw..., oud zes en vijftig jaren, beambte ter secretarie, wonende op de Mare alhier. En is deze akte na gedane voorlezing door ons, den declarant en de getuigen geteekend.
Geboorte Dominicus Johannes zoon van Johannes Hendrikus Sala en Catharina Petronella Knaapen
No. 1405. In het jaar een duizend acht honderd drie en zeventig, den zeventienden der maand November des voor middags te half twaalf uren, is voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken stand der gemeente Leiden verschenen: Johannes Hendrikus Sala, oud drie en veertig jaren, spiegelfabrikant wonende op de Breestraat alhier, welke ons heeft verklaard dat, Catharina Petronella Knaapen, zijne huisvrouw, te zijne huize, op den vijftienden November achttienhonderd drie en zeventig des avonds te half negen uren, bevallen is van een kind van het mannelijk geslacht, aan hetwelk hij bij deze geeft de voornamen van Dominicus Johannes. Van welke verklaring wij deze acte hebben opgemaakt in tegenwoordigheid van Daniel Antonius Sala, acht en dertig jaren, instrumentmaker, wonende te 's Gravenhage alhier en van Johannes van Wijngaarden, oud een en veertig jaren, boekhouder, wonende te Zoeterwoude. En is deze acte na gedane voorlezing door ons, den declarant en de getuigen geteekend. Wordende tevens goedgekeurd de doorhaling van een woord in deze acte.
Geboorte Leonardus Theodorus Maria Ouwerkerk kind van Anthonius Ludovicus Ouwerkerk en Arnoldina Johanna Dorothea Verhoeven
Plaats Leiden Datum 11-03-1891 Kind Leonardus Theodorus Maria Ouwerkerk Plaats geboorte Leiden Datum geboorte 11-03-1891 Woonplaats kind Leiden Vader Anthonius Ludovicus Ouwerkerk Beroep winkelier Moeder Arnoldina Johanna Dorothea Verhoeven Beroep zonder Archiefnr 0516 Inventarisnummer 4756 Aktenummer 312 Inventaris beginjaar 1891 Inventaris eindjaar 1891 Aktejaar 1891
In het jaar een duizend acht honderd een en negentig, den elfden der maand Maart, is voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Leiden verschenen: Anthonius Ludovicus Ouwerkerk oud vier en veertig jaren, winkelier wonende te Leiden, welke ons heeft verklaard, dat Arnoldina Johanna Dorothea Verhoeven zonder beroep, wonende te Leiden, zijne huisvrouw, ten zijne huize op den elfden Maart achttienhonderd een en negentig, des voormiddags te half vijf ure, bevallen is van een kind, van het mannelijk geslacht, aan hetwelk bij deze geeft de voornamen van Leonardus Theodorus Maria Van welke verklaring wij deze akte hebben opgemaakt in tegenwoordigheid van Nicolaas Stadhouder, oud zes en veertig jaren, winkelier wonende te Leiden en van Cornelis Lubertus van der Lelie, oud zes en dertig, jaren, coupeur wonende te Leiden En is deze akte na gedane voorlezing, door ons den declarant en de getuigen geteekend.
Geboorte Martinus Pieter Oudshoorn kind van Martinus Pieter Oudshoorn en Petronella Josina Paters
Plaats Leiden Datum 17-03-1828 Kind Martinus Pieter Oudshoorn Plaats geboorte Leiden Datum geboorte 17-03-1828 Woonplaats kind Nieuwe Rijn wijk 7 nr 31 Vader Martinus Pieter Oudshoorn Beroep broodbakker Moeder Petronella Josina Paters Archiefnr 0516 Inventarisnummer 4689 Aktenummer 349 Inventaris beginjaar 1828 Inventaris eindjaar 1828 Aktejaar 1828
In het jaar een duizend acht honderd acht en twintig, den achttienden der maand Maart des voormiddags ten tien ure, is voor ons Wethouder der Stad Leijden, als gecommitteerd tot het werk van den Burgerlijken Stand derzelve Stad verschenen, Martinus Pieter Oudshoorn, oud twintig jaren, broodbakker wonende aan den Nieuwen Rijn Wijk 7 No. 31 welke ons heeft verklaard, dat Petronella Josina Paters, zijne huisvrouw op den zeventienden Maart achttienhonderd 1828, des middags ten een ure, bevallen is van een kind, van het mannelijk geslacht, aan hetwelk bij deze geeft de voornamen van Martinus Pieter. De gemelde verklaring is geschied in tegenwoordigheid van, Johannes van der Post wonende op de Turfmarkt Wijk 6 No. 1429, oud zeven en dertig jaren, Commis ter secretarij en van Christiaan van der Post, wonende op de Turfmarkt Wijk 6 No.1429 , oud drie en dertig jaren, Commis ter secretarij. En hebben de declarant en de getuigen, na gedane voorlezing, met ons geteekend.
Geboorte Adriana Elisabeth Maria Nijdam kind van Assuerus Nijdam en Adriana Johanna Maria Schilte
Kind Adriana Elisabeth Maria Vader Assuerus Nijdam Moeder Adriana Johanna Maria Schilte Plaats Delft Geboortedatum 06-02-1890 Delft Akte Jaar 1890 Nummer 87
In het jaar een duizend acht honderd negentig, den zevenden der maand Februari is voor ons ondergeteekende, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand van Delft verschenen: Assuerus Nijdam, Apotheker, oud negen en dertig jaren, wonende alhier, welke ons heeft verklaard, dat Adriana Johanna Maria Schilte, zijne echtgenote, zonder beroep, op den zesden dezer maand, des namiddags ten half twee ure, is verlost in het huis aan de Burgwal wijk vier nommer drie alhier, van een Kind van het vrouwelijk geslacht, waaraan hij de voornamen Adriana Elisabeth Maria heeft gegeven. De gemelde verklaring is geschied in tegenwoordigheid van Cornelis Johannes Schilte, oud acht en dertig jaren, Koopman en van Maximiliaan Mattheus Schilte, oud drie en dertig jaren, Sigarenfabrikant, wonende beiden alhier. En hebben de vader en de getuigen deze akte na voorlezing nevens ons onderteekend
Geboorte Arnoldus Johannes Jongmans kind van Adrianus Jongmans Alida Spoelstra
Plaats Leiden Datum 19-05-1836 Kind Arnoldus Johannes Jongmans Plaats geboorte Leiden Datum geboorte 19-05-1836 Woonplaats kind Leiden, Mare, wijk 6, no. 1194 Vader Adrianus Jongmans Beroep kledermaker Moeder Alida Spoelstra Archiefnr 0516 Inventarisnummer 4697 Aktenummer 502 Inventaris beginjaar 1836 Inventaris eindjaar 1836 Aktejaar 1836
In het jaar een duizend acht honderd zes en dertig, den negentienden der maand Mei des na middags ten twee ure, is voor ons Wethouder der Stad Leijden, als gecommitteerd tot het werk van den Burgerlijken Stand derzelve Stad, verschenen Adrianus Jongmans, oud vier en twintig jaren, kledermaker wonende op de Mare Wijk 6 No. 1194 welke ons heeft verklaard, dat Alida Spoelstra zijne huisvrouw op den negentienden Mei achttienhonderd zes en dertig, des morgens ten tien ure, bevallen is van een kind, van het mannelijk geslacht, aan hetwelk hij bij deze geeft de voornamen van Arnoldus Johannes. De gemelde verklaring is geschied in tegenwoordigheid van Dirk Boogers wonende in het Noordeinde Wijk 1 No. 30, oud een en vijftig jaren, Timmerman en van Johan Ulrich van der Mark, wonende op de Oude vest Wijk 5 No. 326, oud twee en twintig jaren, zonder beroep. En hebben de declarant en de getuigen, na gedane voorlezing, met ons geteekend.
Geboorte Anthonius Ludovicus Ouwerkerk kind van Ferdinandus Johannes Gerardus Ouwerkerk en Antonia Hamerslag
Plaats Leiden Datum 18-07-1846 Kind Anthonius Ludovicus Ouwerkerk Plaats geboorte Leiden Datum geboorte 18-07-1846 Woonplaats kind Leiden, Nieuwe Rijn Vader Ferdinandus Johannes Gerardus Ouwerkerk Beroep winkelier Moeder Antonia Hamerslag Archiefnr 0516 Inventarisnummer 4707 Aktenummer 773 Inventaris beginjaar 1846 Inventaris eindjaar 1846 Aktejaar 1846
In het jaar een duizend achthonderd zes en dertig, den twintigsten der maand Julij des namiddags ten half een ure, is voor ons Wethouder der Stad Leijden, gedelegeerd Ambtenaar tot het werk van den Burgerlijken Stand derzelve Stad, verschenen Ferdinandus Johannes Gerardus Ouwerkerk, oud zes en twintig jaren, winkelier wonende op de nieuwe Rijn, welke ons heeft verklaard, dat Antonia Hamerslag, zijne huisvrouw, op den achttienden Julij achttien honderd zes en veertig, des nachts ten drie ure, bevallen is van een kind van het mannelijk geslacht, aan hetwelk hij bij deze geeft, de voor namen van Anthonius Ludovicus. Van welke verklaring wij deze acte hebben opgemaakt in tegenwoordigheid van Izaak Jacobus Dirk Buijs wonende op de nieuwe Rijn negen en twintig jaren, apotheker en van Franciscus Johannes Schimmel wonende op de Breedestraat oud vijf en twintig jaren, winkelier. En is deze acte na gedane voorlezing door ons, de declarant en de getuigen geteekend.
Geboorte Magdalena Petronella Oudshoorn kind van Martinus Pieter Oudshoorn en Josephina Maria Schretlen
Plaats Leiden Datum 22-12-1864 Kind Magdalena Petronella Oudshoorn Plaats geboorte Leiden Datum geboorte 22-12-1864 Woonplaats kind Donkersteeg Vader Martinus Pieter Oudshoorn Beroep broodbakker Moeder Josephina Maria Schretlen Archiefnr 0516 Inventarisnummer 4727 Aktenummer 1543 Inventaris beginjaar 1864 Inventaris eindjaar 1864 Aktejaar 1864
In het jaar een duizend acht honderd vier en zestig, den drie en twintigsten der maand December des voormiddags ten elf ure, is voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Leiden verschenen, Martinus Pieter Oudshoorn, oud zeven en dertig jaren, broodbakker wonende in de Donkersteeg, welke ons heeft verklaard, dat Josephina Maria Schretlen, zijne huisvrouw op den twee en twintigsten December achttienhonderd vier en zestig, des avonds ten tien ure, bevallen is van een kind, van het vrouwelijk geslacht, aan hetwelk hij bij deze geeft de voornamen van Magdalena Petronella. Van welke verklaring wij deze acte hebben opgemaakt in tegenwoordigheid van Hubertus van den Romburg, oud negen en dertig jaren, winkelier wonende in den Donkersteeg en van Ernst Heinrich Martinus Schlette, oud drie en twintig jaren, beambte ter secretarie wonende op de Beestenmarkt En is deze acte na gedane voorlezing, door ons den declarant en de getuigen geteekend.
Geboorte Francina Huberta Prinzen kind van Hubertus Petrus Prinzen en Antonia Hockers
Plaats Helmond Geboortedatum 26-04-1836 geboorte Kind Plaats Helmond Datum 26-04-1836 Kind Francina Huberta Prinzen Vader Hubertus Petrus Prinzen Moeder Antonia Hockers Opmerkingen Vader: beroep Fabrikant leeftijd 40 Moeder: leeftijd 36 Woonplaats ouders: Helmond BS Helmond Deel 5 Jaar 1836 Akte 66
In het jaar een duizend acht honderd zes en dertig, den zes en twintigsten der maand April om vier ure des namiddags, verscheen voor ons Burgemeester, Beambte van den Burgerlijken Stand der gemeente Helmond provincie Noord-Brabant, Hubertus Petrus Prinzen oud dertig jaren, van beroep fabrikant wonende te Helmond, dewelke ons heeft vertoond, een kind van het vrouwelijk geslacht, geboren op heden te elf ure des morgens, van hem comparant en van Antonia Hockers, zijne huisvrouw, oud zes en dertig jaren, mede wonende te Helmond, en aan hetwelk hij verklaard heeft te geven de voornamen Francina Huberta welke verklaring en vertooning zijn geschied in bijwezen van Willem van Hoek, oud twee en zeventig jaren van beroep bakker en van Peter Swinkels, oud acht en twintig jaren van beroep fabriekwerker beide alhier woonachtig; nadat aan de comparanten van deze akte voorlezing is gedaan, hebben dezelve met ons ondergeteekend.