|
Op den 15den Januarij jl. werd door de afdeeling Leiden en omstreken der Holl. maatschappij van landbouw eene vergadering gehouden, die in meer dan een opzigt belangrijk moet heeten.
In deze vergadering toch werden de prijzen, aan de bekroonden op de nationale en internationale tentoonstelling te 's Gravenhage toegekend, op eene plegtige wijze en met toepasselijke aanspraken uitgereikt;
en wel aan de hh. N.J. Stallinga, D.A. Sala, mej. D.L. Stikkelorum, te Leiden, W.A. van Rijn, te Zoeterwoude, P. Vromestijn, G. Zirkzee, J.D. Speet, J.L. Hoos, te Leiderdorp, W. van 't Hoff, W.C. Biben, J. Duivenvoorde, te Voorschoten, P. van der Voort, te Alkemade en F.A. W. Weeningh, te Koudekerk.
Deze prijzen bestonden uit de groote gouden medaille, de gouden medaille, verguld zilveren, zilveren en bronzen medailles, benevens geldprijzen en getuigschriften, waaruit blijkt, dat deze afdeeling op eene waardige wijze op de tentoonstelling is vertegenwoordigd geweest.
Er werd een besluit genomen om op den 28sten Maart a.s. den gedenkdag van het 25-jarig bestaan der afdeeling feestelijk te vieren; waarbij men het voorregt hoopt te hebben dat de waardige voorzitter, prof. A.H. van der Boon Mesch, al dien tijd onafgebroken het voorzitterschap heeft bekleed.
Na afloop der werkzaamheden hield de voorzitter op de hem zoo geheel eigen, boeijende en onderhoudende wijze eene belangrijke voordragt over de verschillende oorzaken van de uitputting van onderscheidene gronden, verklaard door de natuurkundige wetenschappen en opgehelderd door de geschiedenis van vroeger en later tijd, toegelicht door eene teekening van Verschillende gewassen.
Leydse Courant 18-01-1873
|
