In het jaar een duizend acht honderd drie en negentig , den zesden Juny zijn voor ons ondergetekende Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente ’s-Hertogenbosch verschenen: Adrianus Johannes Stuijver, tweede Luitenant Kwartiermeester van het Indisch leger, oud zeven en twintig jaren, geboren te Soerabaija (Nederlands Indië), wonende te Roermond, meerderjarige zoon van Willem Stuijver, overleden en van Wilhelmina Lefebre, zonder beroep, wonende te Roermond ter eener, - en Anna Casparine Louise Ludwig , zonder beroep, oud vier en twintig jaren, geboren te Deventer, laatstelijk te Heythuijsen thans alhier woonachtig, meerderjarige dochter van Fredericus Arnoldus Ludwig en van Hendrika Sala, beiden overleden ter andere zijde; welke comparanten ons verzocht hebben tot het voltrekken van hun voorgenomen huwelijk over te gaan, waarvan de twee afkondigingen in deze gemeente, zonder stuiting, zijn geschied overeenkomstig de Wet, op zondagen van de een en twintigsten en acht en twintigsten Mei jongstleden tot welk einde zij aan ons hebben overgelegd de stukken hierna genoemd, als vooreerst de verklaringen waaruit blijkt dat de afkondigingen te Roermond en te Heythuijsen hebben plaats gehad, ten tweede het geboorte extract van den bruigom, ten derde het dood-extract zijns vaders, ten vierde het geboorte extract der bruid, ten vijfde het dood-extract haars vaders, ten zesde het dood-extract harer moeder waarin zij genaamd is Henriëtte Leopoldine Sala. De moeder van den bruigom hier tegenwoordig heft verklaard haar toestemming te geven tot de voltrekking van dit huwelijk. Hebbende de bruid en de hierna gemelde getuigen onder eede verklaard de eenzelvigheid van personen des doodakte harer moeder, waarna wij hun in het openbaar hebben afgevraagd, of zij elkander aannemen tot echtgenooten en getrouwelijk al de pligten zullen vervullen, door de Wet aan den huwelijken staat opgelegd, hetwelk door hen bevestigend beantwoord zijnde, hebben wij in de naam der Wet, verklaard, dat zij door den echt zijn verenigd. Van al hetgeen wij Ambtenaar voornoemd, hebben opgemaakt de tegenwoordige akte van huwelijk, in bijwezen van na te melden getuigen Richardus Johannes Schouten, paardenarts der eerste Klasse, oud negen en veertig jaren, Adrianus Johannes Jacobus Dumans, tweede luitenant der Infanterie, oud acht en twintig jaren, wonende alhier, Jacobus Rodolph Jans, zonder beroep, oud negen en veertig jaren, wonende te Utrecht en Theodorus van der Zanden, hoofd eener school, oud veertig jaren, … neef der bruid, wonende te Erp en hebben de Comparanten en de getuigen, na gedane voorlezing, deze met en benevens ons geteekend
|