Akte n°108 In het Jaar een duizend achthond een en vijftig, den een en twintigsten Augustus, verscheen voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Roosendaal: Hugo Matheus Josephus van Welij, oud dertig jaren, zaakwaarnemer, wonende alhier, dewelke ons heeft aangegeven dat, op den negentiende Augustus dezes jaars om elf ure des avonds, binnen deze gemeente, Wijk letter B nummer acht en dertig, een kind is geboren van de vrouwelijke kunne van hem comparant en van Johanna Maria Rubert, zonder beroep, wonende alhier en aan hetwelk hij verklaard heeft te geven de voornamen van Justina Johanna Petronella Jocoba. Welke aangifte en verklaring is geschied in tegenwoordigheid van Pieter Jongenelen, oud twee en veertig jaren, winkelier en van Hermanus Henricus Posthumus, oud zeven en dertig jaren, klerk, beide wonende binnen deze gemeente, als getuigen hiertoe door de aangever gekozen. Waarvan akte, welke wij dadelijk in dubbel hebben opgemaakt, en na door ons aan de comparant en de getuigen te zijn voorgelezen, met dezelven geteekend hebben.
|