In de voetsporen van Van Gogh wandeling bij De Haagse School
Detail
U loopt het Noordeinde helemaal uit. Aan uw linkerhand, op nummer 96 staat het zogenaamde Marishuis, zo verbouwd in 1916 voor kunsthandelaar S.J. Sala, met in de gevel stenen reliëfs met de koppen van Jacob, Willem en Matthijs Maris.
In tegenstelling tot Vincent, had Jacob Maris een goed contact met de Heer Tersteeg van kunsthandel Goupil en verdiende goed. Toch had de medaille ook een keerzijde, want Tersteeg had Jacob en Matthijs vast in de greep van een contract en met name Matthijs leed eronder dat hij in zijn kunst niet zichzelf kon zijn, maar werd gedwongen "om voor het centje" werk te maken waar hij eigenlijk niet achter stond. Uiteindelijk zou hij er ook aan onder door gaan. Het ontlokte aan Vincent deze ontroerende passage in een brief aan Theo, waarin, lijkt het, hij zich als een verwante geest beschouwt : "Als men Thijs Maris niet te beroerd en te melankoliek gemaakt had om te werken, misschien had hij iets verbazends gevonden.
Ik denk zo dikwijls aan die kerel, Theo, want wat is zijn werk wonderbaar. Het is dromerij, maar wat een meester!" (brief 408)
Zie bijlage volledig pdf document
|