Eindhovens Nieuws 22-11-1952
Uit Woensels verleden.
De afgravingen in de voorbije zomer bij de nieuwe tunnel, die de Fellenoord met de Demer moet verbinden, hebben niet dat gebracht, wat ik mij er van had voorgesteld. De naam (toponiem) Hemelrijken zou volgens dr. Lindemans duiden op een oude begraafplaats. Alles wees daarop n.l. de hoge zandrug in de nabijheid van een water en de naam, het klopte allemaal volgens Heembeoefenaars. Bij vroegere gravingen waren door N.v.d. Water daar al potjes gevonden en volgens zijn uitleggingen leken deze wonderwel op kleine Frankische urnen, doch om vast te stellen welke mensen hier begraven waren moest ik zo'n potje hebben. De wetenschapsmensen vragen bewijzen; voordien is alles nog maar hypothese. Over medewerking had ik niet te klagen, doch speurwerk ter plaatse waar men met een machine graaft is moeilijk. Iedere dag ging ik kijken en er kwam nogal wat materiaal voor de dag uit de jaren 13 à 1400. Ook enige scherven Pingsdorfer (zeer bijzonder) uit de jaren rond 1000 en het onderstuk van een grote pot, die vermoedelijk wel 70 cm. hoog is geweest en door een deskundige werd vastgesteld als zijnde laat Frankisch, dus rond het jaar 800. Dat alles vond men op de plek door mij aangewezen. Was er nu niets bij, dat op urnen geleek? zult u vragen. Ja toch wel, maar het liep me niet mee. Een der mannen had een potje gevonden zoals door mij beschreven en had het even opzij gezet. Jammer genoeg vergat hij het na zijn dagtaak mee te nemen naar de opzichterswagen. Toen ik des-anderen-daags op de stortplaats kwam, wilde hij het potje ophalen, doch er lagen nog slechts enige scherven, die wel van urnen konden geweest zijn, doch dit was niet met zekerheid vast te stellen. Het is bij dit ene geval gebleven. Al de andere zullen indertijd wel uitgegraven zijn, want toen heeft v.d. Water er enige tientallen weggeworpen, slechts één had hij thuis voor de schouw gezet. Iemand heeft het rond 1943 meegenomen. Deze kwam grondwerk bestellen, zag het potje, interesseerde zich er voor en kreeg het mee. Ik hoop, dat deze heer mijn artikel zal lezen en de goedheid heeft mij even te berichten, dat hij in het bezit is van dat potje. Hij mag het gerust behouden, het gaat mij er om even vast te stellen, wat het is. Zou het een urn zijn, dan hebben wij de oudste begraafplaats van Eindhoven gevonden of beter gezegd van Woensel, daar deze plaats ouder is. De bedoeling van deze speurderij is, om als straks onze nieuwe archivaris of bibliothecaris in opdracht van ons Gemeentebestuur een nieuwe Eindhovense geschiedenis schrijft, onze Heemvereniging aan hem zoveel mogelijk bouwstenen wil verschaffen. Nu nog iets anders. Velen uit Woensel kennen het "Slotje" aan de Frankrijkstraat 10, schuin tegenover de Runstraat. Een oude Woenselse dame, die tegenwoordig in Putny-Londen woont en daar ook het Eindhovens dagblad leest, schrijft mij, dat in haar jeugd, dat moet zeker 70 jaar geleden zijn, bij laag water in de zomer, in de grachten van het "Slotje" de zware fundamenten te zien waren van een gebouw dat vroeger daar gestaan moet hebben. Deze gracht werd gevoed door de Zoei. In een vorig artikel heb ik verklaard, dat de Kattestraat haar naam dankt aan het feit, dat deze een verhoogde weg is geweest door land, dat dikwijls onder water stond. In het boek "Oud Eindhoven"is dit tegengesproken: er was geen water, doch hier is het bewijs. Dat "Slotje" nu was vroeger bewoond door dr. Lungen en voordien door de familie Tengnagel de Raedt. Weet mogelijk iemand nog iets meer van dit oude gebouw, waarvan de fundamenten nog wel aanwezig zullen zijn? Men heeft de gracht door gebrek aan water dichtgegooid. Deze zaak begint mij te interesseren.
Zoals ik al eens geschreven heb, begon bij de Frankrijkstraat het grote Domeingoed, dat zich uitstrekte tussen de Oude Bossebaan en de Postdijk en eindigde tegen het water bij de Demer. De Kronehoef en Kronehoefstraat zijn er nog naar genoemd. Bij zo'n grote hoeve stond dikwijls een herehuizing en deze was omringd door een gracht. De boerderij zelve lag ook in het water. Vele oud-Woenselnaren weten nog dat daar de Wetering lag en dat er een loop liep van deze boerderij die bij de smederij van M.v.d. Ven aan de Boschdijk deze weg passeerde en zo langs de Bussels bij Philips glasfabriek in de Wijntgraaf uitkwam. De naam Wijntgraaf is een verbastering van Dwijngraaf, zijnde een sloot, die men onder dwang heeft gegraven.
Omtrent dit domeingoed is nog weinig bekend. Wel echter, dat in de grote weide, die lag vanaf het oude Eindhoven, en zo Fellenoord, Kruisstraat, St. Antoniuskerek, Lijmbeekstraat, in November 1813 de Kozakken hebben gebivakkeerd. Deze kwamen ons toen verlossen van het Franse juk. Eindhoven heeft in die dagen heel wat voor hen moeten opbrengen, maar dat was de vrijheid wel waard.
Zie hier een lijstje van wat het onze voorouders gekost heeft:13563 vaten haver, 501000 pond stro, 25000 takkenbossen, 164 karren hout, 133 koeien, 3175 kannen, dat waren liters jenever enz. Zij dronken de jenever uit bierglazen en daar zij gewend waren aan sterke Russische Wodka, vermengden zij onze jenever met peper, die zij daarvoor in beslag namen. Zij kampeerden in het stro rond de houtvuren, zoals dat in die dagen gewoon was. Van onze huismoeders hadden zij vlug geleerd hoe zij spekstruif (pannekoek) moesten bakken en zo had iedere kozak aan de zadelknop een struifpan hangen, die hij zo terloops had meegenomen waar hij ze vond.
Zou deze gebeurtenis niet in een naam ter plaatse bewaard kunnen blijven? De stad Antwerpen heeft er een hele wijk naar genoemd nl. Moskou en het is niet de enige plaats die dat gedaan heeft.
A.v. Lieshout
|