STADSNIEUWS
De stichter van het H.-Geest-hofje.
Gedurende de Winkelweek is te Leiden in de bekende en reeds meer dan vijf kwart eeuwen beslaande kunsthandel van den heer D. Sala en Zonen aan de Breestraat een schoon stuk van Leidens historie geëxposeerd. Voor het raam prijkt het portret van een van Leidens patriciërs den liefdadigen Conelis Sprong of Sprongh, overleden te Leiden 4 Jan. 1706, die verwant was aan oude Leidsche geslachten, als De Bije, van der Graft, van Leeuwen, van Swanenburg, Duijck e. a.
Alsmede is daar tentoon gesteld het destijds door hem in 16e eeuwsche bouwtrant bewoond heerenhuis, ook aan de Breestraat, staande op de plaats, waar thans het post- en telegraafkantoor zich bevindt. Een historisch plekje voor de stad Leiden.
Vóór 1597 woonde in dat heerenhuis de eigenaar van de eerste academische drukkerij n.l. Christoffel Plantijn, mede bekend door zijn schoonzoon prof. van Rapheling. Later ging dat huis over in het Leidsche boekdrukkersgeslacht Elzevier. (Van die drukkerij is de ,,De Lakenhal" nog aanwezig een statenbijbel anno 1663, toen reeds met, Latijnsche letter gedrukt; een pracht-exemplaar).
Deze Cornells Sprong was vrije grondheer van Hoogmade, m.a.w. eigenaar van de landerijen van dit geheeïe dorp. Hij stichtte op de genoemde plek van het postkantoor een hofje voor oude vrouwspersonen, boven de 50 jaren en beschreef met eigen hand in zijn testament in alle bijzonderheid hoe en door wie dat hofje en de eig...en moesten worden bestuurd.
Dit gewichtig document (gedeelte1ijk opgenomen in de beschrijving van de stad Leiden door F. van Mieris), wordt in het archief van dit hofje bijzonder bewaard. In 1851 is dat hofje in de Breestraat vervangen door een ruimer gebouw op de hoek van. Rapenburg en Doezastraat. Onder de bekwame leiding van den heer Mr. A.J. Sormani zal nu in alles een reorganisatie plaats hebben.
Het hofje met zijn 14 bewoonsters zal straks voor nog een 7-tal ouden van dagen plaats bieden. Een nieuw gebouw in schoone bouwtrant wordt thans onder de leiding van den architect, den heer J. van der Laan, aldaar opgetrokken. In dat nieuwe gebouw zal een doelmatige, in stijl ingerichte regentenkamer komen, waarin de schilderstukken van de familie Sprongh en zijn echtenoote vrouwe Johanna Maria Witteirt een plaats zullen vinden.
In die regentenkamer zal ook gebouwd worden een brandvrije kluis voor het rijke archief, dat nu mede onder leiding van den heer Mr. Sormani geordend en beschreven zal worden; een werk, dat niet gering is te achten. De oude, bijna tot pulver geworden documenten van eeuwen terug worden tevens door een deskundige geprepareerd en gebracht in een toestand van bijna nieuw papier.
Voornamen oudheidkundigen hebben de Leidsche hofjes beschreven en ook de bouwkundige heer H. J. Jesse, o.a. in „Het Huis", doch, zoo ver mij bekend is, niet het „H.-Geest-hofje". Uit het reeds genoemde orgineele testament van Cornelis Sprong bleek mij dat, thans letterlijk in alles, naar den geest van den erflater wordt gehandeld. Moge ook deze stichting voor vele ouden van dagen in de- toekomst tot steun en ten zegen zijn.
W. v. H.
Nieuwe Leidsche Courant, 01-10-1920
|