Op bezoek bij Giele Slachmuylders, de oudste inwoner van Leest
Giele Slachmuylders werd te Hombeek geboren de 18e januari 1865 in de Bankstraat. Nu woont die goeie, brave man op de Steinemolenhoeve, (Noot : de geschiedenis van deze hoeve is terug te vinden in deze Kronieken jaar 1347) daar aan het viaduct van de Kapellebaan. In de omgeving kent men hem best als ‘Giele van d’hoef’ ; zo spreekt men ook van Jan en Frans van d’hoef, zijn twee zonen die daar bij hem inwonen. Toen ik er binnen kwam, was Giele bezig met bidden aan zijn Paternoster. Zijn schoondochter –een vriendelijk vrouwtje- zei me dat Giele er veel paternosterkens ‘doorhaalt’ op ’n dag. Ik riskeerde het toch maar, Giele in z’n gebed te storen. Hewel Giele, zei ik, ik ben eindelijk eens afgekomen op verzoek van de ‘grote baas’ om u eens te horen vertellen over de goeie oude tijd. Om het u gemakkelijk te maken zal ik vraagskens stellen. -Ge zijt in Hombeek geboren, hoelang hebt gij er gewoond ? -Tot ik 27 jaar was, dus (ik tel voor hem) tot 1892. -Waart ge toen al getrouwd ? -Ik trouwde op mijn 35 jaar, dus in 1900. Juust. -Hoe zag er de streek uit Giele, in uw jonge tijd ? -Huizen waren er nog niet zoveel. En degene die er stonden waren opgetrokken in stro en leem. Er waren enkele grote boeren en vele kleine boerkens. Op het land won men sloren (koolzaad), vlas, patatten Krüger, industrie, de Deinze-patatten, rode, blauwe en bleekblauwe patatten. De opbrengst was niet zo groot en ze waren niet zo vroeg, dat schol wat. In ’t volle seizoen, als er vele waren, kostten de patatten 5 fr de 100 kg ; de vroege gingen tot 13 à 14 frank. Ik heb eens geweten dat men te Mechelen aan de statie 23 frank betaalde voor 100 kg. -Giele, waren de mensen content in uwen tijd ?Hij richt zijn hoofd op en met een kordaat ‘J A !’ wil hij zeggen : ‘veel contenter dan nu’. De mensen waren meer bevriend met elkaar, voegt hij er aan toe, ze konden elkaar beter betrouwen. -Kreegt ge altijd roggebrood ? -In de week wel, maar ’s zondags kregen we elk één witte boterham. -In welk jaar hebt ge de eerste velo zien bollen en hoe zag die er uit ? -In 1870, ik was toen 5 jaar oud. Het waren andere velo’s dan nu : een klein wiel van achter, een groot wiel van voor ; freins waren er niet aan. -Hoe moest gij dan remmen als ge de berg afreedt ? -Ge moest dan maar wrikkelen met uw voorste wiel, van links naar rechts tot ge stil stond. Ge stond op een zijstuk aan ’t achterste wiel met uw ene voet, ge duwde uwe velo vooruit en intussen sprong ge op uw zadel …
Er waren ook houten velo’s, zegt Giele lachend, zonder banden : men maakte zich banden van koorden en van versleten zelen van windmolens, zelen dus waarmee men de zakken op en af had getrokken. Weinig mensen konden zich de luxe permitteren van een velo. We gingen dan maar te voet, naar Londerzeel, naar Willebroek, naar Mechelen, naar O.L. Vrouw Waver, vooral als ’t kermis was…Voorts bleven we thuis de zondag en wij kegelden, schoten doel met 20 man (die de roos schoot, kreeg de hele pot : 20 centen) of we gingen vissen. Als we van huis gingen, dan moesten die van 14 à 16 jaar voor de donkerte terug thuis zijn. Die van 16-20 jaar mochten al wat langer weg blijven, maar er werd toch achter hun ‘veren’ gezeten. In de zomer mochten we langer wegblijven (volgens de klaarte), in de winter iedereen binnen te 7 uur ’s avonds.
-En het ‘verkeren’ Giele ? -Wel dat ging niet zo straf als nu. Eens per week, de zondag, mochten we eens naar elkaar toe. Het gebeurde wel eens, als men weinig werk had, dat men er ook in de week al eens op af trok. De koppels mochten bij mekaar blijven tot de ouders gingen slapen. -Werd er vroeger veel gedanst ? -In alle staminees zat er toen een harmonicaspeler om polka, wals, kwadrille, scottisch te begeleiden. Als de jongens alleen waren, dansten ze met elkaar, de meisjes deden in dat geval hetzelfde. Voor elke dans moest men 3 centen betalen, wat gelijk stond met een streep (glas) bier. Soms mochten de meisjes daar ook eens van drinken. -In een juninummer van verleden jaar, heeft Victor Van den Bempt iets verteld over het ‘loten’. Weet gij nog iets over die tijd, Giele ? -Ik ben geen soldaat moeten worden, omdat ik me er uit had getrokken : twee van m’n broers hebben een remplacant kunnen vinden, mits te betalen natuurlijk. De ouders van een soldaat trokken per maand 10 frank, terwijl de soldaat zelf een ‘solde’ had van 15 centen ; daarvan moesten ze o.a. de blink kopen om het paardengetuig te poetsen. Enkel de ouders die niet al te welstellend waren, trokken die 10 frank. Het gebeurde wel eens dat iemand aan zijn gebuur zijn hond verkocht (waarvoor hij anders 2 frank belasting moest betalen…) ; zo werd hij dan gerekend bij degenen die voor hun zoon-soldaat konden trekken, omdat hun financies niet hoog genoeg meer stonden. -Wel, Giele, gij zijt hartelijk bedankt omdat ge ons zo bereidwillig te woord hebt gestaan, en ook gij, Frans en Louis, die nu en dan een handje hebben toegestoken. Tot ’n volgende keer ! De Interviewer.” (Noot : Jan De Decker)
Willem Jan Dagobert ‘Giele’ Slachmuylders was te Hombeek geboren op 18 januari 1865 en hij overleed te Leest op 12 september 1962, hij was 97 geworden. Giele was gehuwd met Maria Rosalia Lauwens van Zemst-Laar. In 1894 had hij, als enige Leestenaar, een jachtbrief afgeleverd gekregen (GA).
“De goede vader is heengegaan. God heeft hem getrouw bevonden in het vervullen van zijn plicht. Als oudste inwoner van het gewest was zijn leven één offer, één gebed, vooral tijdens de laatste maanden, wanneer hij zijn einde nabij wist. Gelaten, tot het einde is hij de weg gegaan zoals Gij, o Heer, hem had bevolen. Hij was eenvoudig, hartelijk en oprecht, een voorbeeld voor zijn kinderen. Voor iedereen die hem kende was hij een ware vriend.”
1959 – Zondag 14 juni : Verkeersongeval aan de Koepoort.
“Een scooter, bestuurd door Alf. Polfliet uit Leest, met op de duozitting zijn echtgenote Maria Robijns, kwam zondagnamiddag op genoemde plaats in aanrijding met een personenauto bestuurd door R. Tillemans uit Verrebroek. De twee eerstgenoemden liepen hierbij tamelijk ernstige verwondingen op en moesten ter verpleging naar het O.L.V.-gasthuis worden overgebracht.”
Alfons Polfliet was te Leest geboren op 9 juli 1901 en hij overleed te Mechelen op 10 november 1979. Hij was medestichter en bestuurslid van de Bond der Gepensioneerden Battel.
1959 – 16 juni : Pater Clementiaan O.F.M. vierde de 15de verjaardag van zijn priesterschap
“De Band” van juni 1959 : “Wij kennen onze onderpastoor als een edel mens, een vroom priester, een echte vriend, een noeste werker, een goed hart. Wij betuigen hem onze aanhankelijkheid, onze vriendschap, onze trouw en onze toewijding.” (Foto onderaan)
1959 – Van 21 tot 28 juni : Lourdesbedevaart georganiseerd door de KWB.
Deze achtdaagse periode was de eerste van de 5 waarop KWB-Leest bedevaarten naar Lourdes organiseerde. De andere perioden waren van 30/6 tot 6/7 (7 dagen met een ingelast verblijf te Lyon en een bezoek aan het eeuwfeest van Ars), van 19/7 tot 26/7 (8 dagen) en van 10/8 tot 17/8 (8 dagen). (DB, januari ’59)
1959 – 22 juni : Overlijden van Joannes Baptista DE SCHOENMAEKER.
Echtgenoot van Ursula Peeters. Hij was te Leest geboren op 18 juli 1886 en overleed te Mechelen op 22 juni 1959, voorzien van de sacramenten der stervenden. De plechtige lijkdienst, gevolgd van de begrafenis op het stedelijk kerkhof te Mechelen, vond plaats op donderdag 25 juni te 10 uur in de parochiekerk van het H. Hart. Rouwadres : Auweghemvaart 118 Mechelen. (G.v.M; : 23/6)
Joannes Baptista (“Jang”) DE SCHOENMAEKER (VERDICKT) was een voorkind van Joanna Catharina Verdict (°Leest 12/12/1864 +Leest 28/6/1923). Vader Victor De Schoenmaeker (°Heffen 1/7/1863 +Leest 7/10/1932) aanvaardde hem en gaf hem zijn naam mee. “Jang” huwde voor de kerk op 35-jarige leeftijd op 13/8/1921 te Berchem (St.-Willibrordus) met Ursula (“Tizzela”) PEETERS die hem één dochter schonk : Mariette, evenals haar moeder een naaister. Ursula was te Bornem geboren op 17 maart 1888 en overleed te Mechelen op 2 september 1969. Het gezin woonde in Battel aan de vaart. Later is Tizzela nog een textielwinkeltje begonnen in Mechelen. Zij was een zus van Ida Peeters, de moeder van Mathilleke De Bruyn uit de Kouter die gehuwd was met Jan Lauwens en van “Rik van ’t Kot” de populaire dirigent van de Blekken. In de familie Lauwens noemde men Ursula ‘Tanteke’.
Jang De Schoenmaeker was een echte kindervriend en bekend om zijn vele fratsen. Zo hield hij ervan de kinderen van alles op de mouw te spelden en gekke streken met hen uit te halen. Als dat gelukt was gniffelde hij binnensmonds, een typisch kenmerk van hem. Hij woonde aan de vaart te Mechelen en reed met bier van brouwerij “Het Anker”. (Foto van Jang en Ursula onderaan)
1959 – 26 juni : Soldatenbrieven van Francois Boey :
Brasschaat 26/6/59 : Het eten is hier goed. Nu onze opleiding gedaan is, zijn we heel wat rustiger. Maandag 29 juni vertrekken we van hier. Ik moet niet naar Duitsland, ik weet op dit ogenblik nog niet waarheen. Ik dank u voor De Band, parochieblad en de Gazet van Antwerpen. Beste groeten aan alle soldaten en vrienden, aan de muzikanten en vooral aan onze Chef van de Koninklijke Fanfare ‘St.-Cecilia’.
Brasschaat 29/6/59 : In mijn nieuwe eenheid vind ik het strenger dan in het opleidingscentrum. Bij het avondmaal zag ik ’n vriend uit Leest, Leo Hellemans. Nog tien maanden geduld en dan ben ik weer daar in dat kleine dorpje Leest. Beste groeten aan al de soldaten uit Leest, aan de muzikanten en aan de Chef, ook aan de Milac.
1959 – 29 juni : Dienstplichtige Leo HELLEMANS vanuit Brasschaat.
“Het wordt tijd dat ik eens aan U ga denken, vooral daar gij reeds van in ’t begin aan mij gedacht hebt door me het ‘Handboek van de Soldaat’ te bezorgen en door mij nu dagelijks een gazet op te sturen. Binnen twee weken is onze infanterieopleiding gedaan en begint de artillerie-opleiding. Een goeie dag aan alle Leestenaren en tot weerziens. Nogmaals hartelijk dank aan Milac.” (Foto van Leo als kind onderaan)
1959 – 29 juni : Naar het Klein Kasteeltje.
Die dag werd Urbain Kerssebeeck (Juniorslaan 25) in het Klein Kasteeltje verwacht voor zijn “drie dagen”.
1959 – 29 juni : Prijsuitreiking St.-Romboutscollege Mechelen.
In de krant van 30 juni 1959 verscheen een verslag van de “Plechtige prijsuitdeling in het St-Romboutscollege”. Wij pikten er de uitslagen van enkele Leestenaars uit :
Oude Humaniora- Diploma’s van derde rang : Jan Verbruggen, Leest.
Moderne Humaniora - Einddiploma’s – Eerste wetenschappelijke –Diploma’s van eerste rang : -Firmin Van den Brande, Leest.
Vijfde Moderne C : -1e pr. : Edward Rottiers, Leest.
Zesde Moderne B : -1e pr. : Roger Silverans, Leest.
Foto’s :
-Pater Clementiaan was 15 jaar priester.
-Jan Baptist “Jang” De Schoenmaeker en zijn echtgenote Ursula “Tizzela” Peeters.
-Links de kleine Leo Hellemans naast zijn oudere broer Alfons, de latere bakker.
-Eduard Rottiers met zijn zusje Viviane op bezoek bij Sinterklaas.
1959 – Maandag 1 juni : Openbare verkoop op de Biest.
G.v.M., 30 mei : “Deurwaarder Henri Heremans, zal op maandag 1 juni 1959 van 15 u. namiddag overgaan te Leest langs de nieuwe betonbaan Biest, aldaar, tot de openbare verkoop van belangrijk materiaal voor aannemers van wegeniswerken…” Het betrof hier het faillissement van de aannemer Francois Paulus uit Leuven. (Onderaan de advertentie uit G.v.M.)
1959 – 1 juni : Leo Hellemans begon zijn militaire dienst.
Hij startte zijn dienstplicht in de Veldartillerieschool te Brasschaat. (“DB”, juni ’59)
1959 – Zondag 7 juni : Duivenbond “Recht voor Allen”.
7 juni was de eerste van vijf zondagen van de “grote vijfdaagse” met oude duiven uit Quievrain. Lokalen te Battel, Heffen, Hombeek-Heike en te Leest : De Croes, Dorp 24 en Geerts, Kleine Heide 19. (DB, juni ’59)
1959 – Zondag 7 juni : Frisco-dag ten voordele van de Aangenomen bewaarschool.
De leerlingen van de gemeentelijke meisjesschool verkochten frisco’s ten voordele van de aangenomen bewaarschool. (DB, juni ’59)
1959 – 11 juni : Naar het Klein Kasteeltje.
Die dag werden Rik Muysoms (Bist 9) en Armand De Bleser (Dorp 59) verwacht in het Recruterings- en Selectiecentrum te Brussel. (DB, juni ‘59) (Foto’s onderaan)
1959 – Zondag 14 juni : Vergadering voor de moeders van de Chirojongens.
“De Band”, juli 1959 : “Die dag ging in “Ons Parochiehuis” een vergadering door voor de moeders van de Chirojongens. Een 20-tal moeders waren aanwezig; bevredigend. Leider Louis Vloebergh heette de moeders hartelijk welkom en handelde over de rol van de moeder in betrekking tot het aanstaande bivak waaraan een 60-tal jongens zullen deelnemen, van 16 tot 26 juli te Lichtaart. Daarna kwam E.H. Bestuurder aan de beurt. Spreker deed vooreerst een oproep tot de moeders opdat ze met de plaatselijke Chiroleiding zouden meewerken aan het geluk van hun jongens dat zich niet alleen beperkt tot de eigen familiekring, maar dat, gezien de huidige ontvoogding van het kind, breder moet worden gezien en begrepen. Vele ouders begrijpen hun kinderen niet in hun persoonlijke groei om hun eigen leven te hebben, ’n leven dat gezond is, lichamelijk en moreel. Nog te veel ouders hebben een verkeerd gedacht over onze Chirojeugd. Wanneer wij onze jongens in bruin uniform zien opmarsjeren of men ontmoet ze zingend langs de straat, dan is men wel eens geneigd te denken dat de Chiro enkel een jeugdbeweging is voor ontspanning van de jeugd. Pret en ontspanning, luidruchtigheid en lawaai : het komt er bij en het neemt zelfs de meeste uren in beslag, maar de priesters en de leiders die de Chiro in ’t leven hebben geroepen, hebben ook nog aan wat anders gedacht. Er zit een ziel in die beweging, een ideaal dat door elke jongen moet worden nagestreefd en door de beweging in haar geheel. Ze is, aldus spreker, een vormingsschool tot deelname aan de katholieke actie in elke parochie. Evenals elke andere katholieke jeugdbeweging helpt zij het godsdienstig leven van haar leden tot hogere bloei te brengen, hen dichter bij Christus Koning, “hun” Koning, te brengen. Hierna werd door Eddy Beterams, kerelsleider, de dagorde van het bivak uiteengezet. Een bivakmoeder toonde dan ’n model-matrasje, praktisch vervaardigd en gaf aan de moeders uitleg hoe zij het voor hun jongens klaar spelen. Dan werden nog enkele zaken geregeld en werd meegedeeld dat men op de edelmoedige en offervaardige hulp zou kunnen rekenen van Mevrouw Maria Silverans, Maria Van der Haegen (Wwe Sijmons) en van Mevrouw De Prins Constance. Gedurende de ganse vergadering was de stemming gemoedelijk. We danken er alle moeders voor.”
Aan het bivak dat jaar namen een 60-tal jongens deel. Dit ging door van 16 tot 26 juli te Lichtaart. (Verslag in deze Kronieken : 16/7/1959)
Foto’s :
-De aankondiging van de openbare verkoop van het faillissement van aannemer Paulus.
-Leo Hellemans begon in 1959 zijn militaire dienst.
-Rik Muysoms en Armand De Bleser deden hun “drie dagen” in het Klein Kasteeltje.
-Louis Vloebergh leidde de vergadering voor de Chiromoeders.
“Op zondagen 7, 14, 21 en 28 juni en op 5 juli 1959 : grote vijfdaagse met oude duiven uit Quievrain. Lokalen te Battel, te Heffen, te Hombeek-Heike en te Leest : De Croes, Dorp 24 en Geerts, Kleine Heide 19.” (DB) Hierna enkele sprokkels over de Leestse duivenmelkers :
Duivenmelkers en Leest
Albert Huysmans (DB, mei 1979) : “Tot voor de Eerste Wereldoorlog had elke duivenmelker de hulp van snellopers die na een sprint van 10 meter elkaar aflosten. Soms moesten de ringen, van af het hok uit een slechte richting geworpen of door mispakken der wachtenden, sakkerend ten gronde worden gezocht om dan met tijdsverlies het stempellokaal te bereiken. Duivenlokalen: in 1831 in Rome, 1919 Klein Heide, 1930 Het Fort.”
LG, blz. 197 :‘De Luchtreiziger’, zo luidde de naam van de duivenmelkersbond van Leest, die zijn lokaal had in ‘café Rome’ bij Pier Sijmons in de Dorpsstraat (vlak tegenover het latere St.-Cecilialokaal). Voor 14-18 hingen in dit café wel twintig ‘regulateurs’ aan de muur : de winnaar kreeg immers een slingeruurwerk. Gust De Prins (DB, maart 1976) : “Vroeger moest men de duif na haar aankomst in een zakje steken, om er dan mee naar het lokaal te hollen, zo hard men lopen kon. Enkel het merk aangebracht in de vleugel was het enige en officiële ‘bestatigingsmiddel’. Later kwamen de caoutchouc-rekkers en de constateurs op de markt. Oef ! Wat was dat een vooruitgang en voor de melker werd het aardig wat gemakkelijker. Wat was dat toch een tijd, toen we soms uren, zo niet dagen, in de lucht stonden te turen, van het uur der lossing nooit iets afwetend..’ Lange tijd was er slechts één constateur op het dorp. Dan was het een kwestie van rap te zijn : de duif werd opgevangen in de duiventil, het ringetje werd van het pootje gerukt en naar onder geworpen. Beneden stond iemand klaar om ermee naar de constateur te spurten. Het werd een aflossingskoers naar het lokaal.”
Website De Luchtreizigers Leest – 18/7/2004: “Reeds van bij de stichting van de duivenbond, rond 1905, heette deze De Luchtreizigers. Het lokaal was toen gevestigd in café Rome in de Dorpsstraat, tegenover het lokaal van de fanfare. Nadien is het verhuisd naar café De Zwaan op de hoek Dorpsstraat, Kouter. Daar bleef de duivenbond gevestigd tot Sinksen 1974. Toen is bij stemming beslist om naar onze huidige locatie te trekken, namelijk café In den Bareel, tegenover de kerk. Louis Polfliet zaliger uit de Kouter was toen de voorzitter. Andere oud-voorzitters zijn Emiel De Maeyer, Eugeen Vloeberghen en Henri Kestens. Vroeger waren er twee duivenbonden in Leest : Leest-Dorp en Leest-Heide. In 1991 echter hield de duivenbond van Leest-Heide, ‘De Snelle Vlucht’, het voor bekeken. Toen ook in 2001 de duivenbond van Tisselt met ons fusioneerde kwamen we uit op ongeveer 70 (noot: of meer cijfer na de 0 is onleesbaar) hoklijsten, (leden). Vroeger maakten we deel uit van het samenspel Het Zesverbond, met als maatschappijen : Leest-Dorp, Leest-Heide, Battel, Hombeek-Dorp, Hombeek-Heike en Heffen. Sindsdien hebben we een verbond dat luistert naar de naam ‘Tussen Vaart & Zenne’ met als maatschappijen : Leest-Dorp, Tisselt (tot 2001), Blaasveld en Ramsdonk over het spel op Quievrain. Voor ons Noyonspel maken ook nog Wolvertem en Meise deel uit van dit samenspel.”
Gazet van Mechelen 14 april 1983 : “Recht voor Allen (Zesverbond) - Samenspel met De Luchtreizigers (Leest), De Verenigde Vrienden (Hombeek), Het Vliegmachien (Heike), De Snelle Vlucht (Leest-Heide), De Jonge Liefhebbers (Heffen) en De Luchtklievers (Battel).
Voorzitter : Frans V.D. Broeck. Secretaris : Jan Geerts. Kassier : Jos Geerts. Vergezeller : V.D.Eynde – Van Dijck. Toegelaten afstand Quiévrain 91 km. Voor Quiévrain wordt ingekorfd volgens beurtrol. Voor Noyon wordt samengespeeld met Noord-Brabant en Hombeek. Inkorven bij De Laet, Dorp Leest, van 14 tot 15u.”
De Band op bezoek bij duivenmelker Gust De Prins (maart 1976) :“Dit artikel over één van onze oudste Leestenaars Gust De Prins lag klaar om te verschijnen, toen we de dorpsklok hoorden luiden over zijn dood. Daardoor wordt dit artikel tragisch actueel. Gust De Prins, de ‘guide’ genoemd, omdat hij als oudstrijder 14-18 bij het eliteregiment ‘de Gidsen’ (les Guides) had gediend. We laten dit artikel verschijnen in aandenken aan hem."
Op bezoek bij de oudste duivenmelker van Leest : Gust De Prins uit de Alemsteraat ! Wij waren nog geen vijf minuten bij hem thuis of hij had al een duifje ter hand. ‘Er steekt kwaliteit in dat beestje !’ zegt Gust, en hij kan het weten na een tachtigjarige ervaring als duivenmelker. Gust is nog een vooroorlogse crack en heeft zijn naam eer aangedaan in zijn duivenmelkersloopbaan. Het grootste succes als duivenliefhebber kende hij in het jaar 1969, dan won hij immers de interprovinciale vlucht vanuit Bordeaux, ingericht door het Zuid-Antwerps verbond, en daar namen bijna 1.700 duiven aan deel : een uitslag die iedere melker wel eens op zijn palmares zou willen schrijven. In datzelfde jaar wist hij nog een 1 mei-prijskamp weg te kapen over gans de provincie Antwerpen, waaraan duizenden duiven deelnemen. Voor die overwinning mocht hij een gouden uurwerk in ontvangst nemen. Op een sappige manier vertelde hij hoe hij begon met de duiven : dat begon in 1897 toen hij 13 jaar was en men de hedendaagse vervoermiddelen nog moest produceren. Wekelijks stapte het Gustje van toen, met de mand aan een stokje gehangen, en het geheel op zijn schouders tillend, naar Mechelen. Een wandeling van zowat om en rond de 15 km. Dit alles om toch maar met de duifjes te kunnen spelen. Hij kan nog vertellen van de tijd toen men de duif na haar aankomst in een zakje moest steken, om er dan mee naar het lokaal te hollen, zo hard men lopen kon. Enkel het merk aangebracht in een vleugel was het enige en officieel bestatigingsmiddel. Later, en gelukkig maar, zegt onze gast, kwamen de caoutchouc-rekken en de constateurs op de markt. Oef ! Wat was dat toch een vooruitgang en voor de melker werd het aardig wat gemakkelijker. Wat was dat toch een tijd, zo gaat hij verder, toen we soms uren, zo niet dagen, in de lucht stonden te turen, van het uur der lossing nooit iets afwetend. Wie weet, staat zijn overwinning van nu niet in verband met de dagen van toen ? Want toen ik Gust de vraag stelde wat er hem in feite toe aanzette op zo’n hoge leeftijd nog aan fondvluchten deel te nemen (hij is immers niet aan zijn proefstuk toe), kreeg ik een lachend maar gemeend antwoord, dat mij eerder onverwacht aankwam : ’t is omdat ik graag op duiven let. Misschien omdat ik het vroeger van jongs af zo dikwijls en zo lang heb moeten doen. Anderzijds, gaat hij verder, is het voor mij, nu ik de negentig overschreden heb, een aangename tijdsbesteding. En, voegt hij er aan toe, mijn duiven komen veel beter af van de grote etappes dan van vite vluchten, alhoewel, zoals u hoger hebt kunnen opmerken, hij daar af en toe ook wel eens primeert. Eerlijk bekent Gust dat hij in de behaalde uitslag nooit had geloofd. Wel in een mooie uitslag, maar een overwinning, neen zeg, dat had ik zelf niet durven dromen. Dat de “Vale” zo’n dingen kon vertelt hij verder, neen werkelijk, het klonk ongelooflijk. En toch is hij niet de eerste de beste; Als jonge duif vloog hij achtereenvolgens met succes Etampes, Orleans, Bourges, Angouleme, en na 14 dagen rust nogmaals Angouleme, waar hij gewestelijk geklopt werd door duivensportrubriekleider Georges Smedts uit Walem, en dus met een tweede plaats vrede moest nemen. Een zeer mooie uitslag alleszins voor een pieper. Als jaarse kreeg de duif in kwestie datgene wat hem in feite toekwam : een jaartje rust. Alles beperkte zich dat jaar tot een Orleans-vlucht, waar hij zijn kat stuurde. Dit jaar deed hij zijn reputatie alle eer aan, achtereenvolgens vanuit Noyon- Dourdan- Orleans en om te besluiten Bordeaux. Wat ik van de duif zelf onthouden heb is haar middelmatige lichaamsbouw rijk begiftigd met de kwaliteiten van een beste crack, een blik die alles vertelt. Het is een duif die steeds, met een behouden vaart natuurlijk, de man uit de Alemstraat nog veel en schone successen moet bezorgen… WEDUWSCHAP : hij is wel 91 geworden, maar heeft nog een hart van een tiener en klampt zich aan de modernste methodes vast om zich te verdedigen. Zo past hij het weduwschap toe, een proces dat hij heel normaal zijn verloop laat kennen, en toch deed Gust met zijn ondertussen ‘Bordeaux’ gedoopte crack iets waar vele melkers zouden voor terugschrikken en wat velen afraden. Ook zoon Louis, heel en al duivenmelker, raadde het hem af, maar de ondervindingrijke De Prins handelde naar eigen goeddunken : voor de inkorving kreeg ‘Bordeaux’ zijn duivin te zien en meer dan onrustig, zegt Gust die meent dat een duif nooit levendig genoeg kan zijn, ging hij de mand in. Een feit is zeker, hij hield zijn slag thuis, nietwaar zoon Louis die deze handelswijze afkeurde, toen hij te 17u30 de duif van zijn rek ontdeed, kon hij niet vlug genoeg uit zijn handen zijn, dit om toch maar bij zijn duivin te geraken, een beloning waar hij in feite een ganse dag voor had gestreden. En of hij er tegen sprak, zegt Gust verder. VERZORGING : onze gast beschikt over een bereidwillige zoon die bij hem inwoont en eveneens een hart heeft voor hok en duif. Toch houdt hij er zelf nog aan dagelijks zijn hok te reinigen, dat getimmerd is onder Boomse pannen. De duiven krijgen er dagelijks van de beste mengeling, hebben een prima huisvesting, rijk bedeeld met verse lucht wat veel bijdraagt tot een goede gezondheid, dat en dagelijks wat aviol. Want gezondheid en ras zijn z’n beste troeven voor succes. We vonden Gust zo’n sympathiek oud man, maar ene met een jong hart.”
August De Prins werd te Leest geboren op 23/12/1884. Hij huwde met Maria Van Boxem (°Leest 5/2/1886, +Leest 2/2/1971). De echtverbintenis werd afgesloten op het Leestse gemeentehuis door de toenmalige burgemeester Jaak Bernaerts in 1910 en kerkelijk ingezegend door pastoor Verbist. In de eerste wereldoorlog diende Gust bij de gidsen, een eliteregiment van het paardenvolk. Daarom noemde men hem ‘de guide’, naar het Frans ‘guides’. Hij woonde in de Alemstraat en stond bekend als een goed hovenier. Omdat zijn landbouwbedrijf te klein was om er veel uit te halen, schakelde hij reeds vroeg over op groententeelt in volle grond : vooral spinazie en bloemkolen. (LG, blz 275)
Foto’s : -Rechts Gust De Prins naast zijn vriend Karel De Laet (Broeder Romain) ergens achter het front tijdens de eerste wereldoorlog. (Foto : LG blz. 274) -Gust op de foto fier poserend met zijn “Vale” en geflankeerd door zijn echtgenote, haalde in 1968 de krantenkoppen na een zoveelste prachtige overwinning. (Foto : F.V.d.R.) -In 1970 was het weer prijs, hier op de foto met zijn zoon Mon en een kleinzoon. -Gust en Maria omringd door hun familie tijdens hun gouden huwelijksjubileum. -Pastoor Lornoy celebreerde de dankmis bij de diamanten bruiloft van Gust en Maria.
“Sinds verleden jaar bestaat er in onze gemeente weer een flinke groep aangesloten CVP-leden. Dit jaar hebben enkele nieuwe leden onze rangen komen vervoegen. Aan allen een welgemeende dank vanwege de partijleiding. Hun lidmaatschap is immers een materiële en morele steun aan de enige politieke groep in ons land die in staat is de belangen van de christelijke gemeenschap op de meest rechtvaardige wijze te verdedigen. In de CVP overheerst thans de geest van de jeugd en van de vernieuwing, het is daarom ook de partij van de toekomst. Waarop heeft een CVP-lid recht ?
1) op medezeggenschap bij de verkiezingen van plaatselijke, arrondissementele en nationale partijbesturen;
2) op medezeggenschap bij de samenstelling van alle kandidatenlijsten van de CVP;
3) op alle mogelijke raad en hulp van de CVP-mandatarissen en partij-instanties;
4) op het maandelijks ledenblad : “De Stem van het Volk”.
Voor een goede groepswerking en om de leefbaarheid op lokaal plan te bestendigen moeten wij echter dringend zorgen voor een goed bestuur, gekozen tussen de leden en door de leden, met eerbiediging van alle democratische wetten. Alle leden zullen tijdig op ’n algemene vergadering worden uitgenodigd. De niet-leden zullen nog de kans krijgen om lid te worden (40 frank voor gezinshoofd of 1e lid en 20 frank voor de overige leden).(A.D.V.)”
De oprichting van de C.V.P., afdeling Leest
De exacte initiële oprichtingsdatum hebben we niet kunnen achterhalen. Sommigen beweren 1971, anderen in de jaren ’60. Volgens Machteld Verbruggen werd deze C.V.P.-afdeling opgericht en beklonken in de Kouter nr. 29, in de woning van haar ouders Jeroom Verbruggen en Paula Bradt. Zij staafde dit met de eerste twee onderstaande foto’s.
Een tweede start in 1996
Na de breuk in de Mechelse CVP en de oprichting van de nieuwe partij CDV, in 1996, waartoe ook de belangrijkste Leestse politicus Gust Emmeregs was toegetreden, stond de werking van de CVP te Leest op een laag pitje. Op 26 maart 1996 werd er in het parochiehuis een nieuwe stichtingsvergadering georganiseerd in aanwezigheid van talrijke Mechelse CVP-mandatarissen. Het nieuwe bestuur van CVP-Leest werd voorgesteld met Ward Leemans als voorzitter en Maurice De Wit als secretaris.
1959 – Juninummer “De Band” : VERHOOG UW STANDING MET DE LOTTO.
“Leestenaren, verhoogt uw standing in uw huishouden, met u wekelijks LOTTO-kaarten aan te schaffen aan de prijs van 10, 20 en 5 frank. Met LOTTO kunt ge : 100.000, 15.000, 5.000, 1.500, 500 of 150 frank winnen. Als u niets gewonnen heeft, dan heeft u niets verloren : LOTTO behoudt zijn aankoopwaarde van 20, 10 en 5 frank en dit gedurende twee jaar na datum van uitgifte. DAAROM, LEESTENAREN SPEELT VOORTAAN L O T T O SPEELT ZEKER. Plaatselijk verdeler : APERS Frans, Scheerstraat 13 b Leest.” (Advertentie in DB)
1959 – Juninummer “De Band” : Landbouwtelling.
“Het gemeentebestuur deelt mede : alle inwoners die vanaf 1 are grond verbouwen (zelfs moestuinen voor eigen gebruik) dienen hiervan verplichtend aangifte te doen op het gemeentehuis. De achterblijvers dienen zich onverwijld in regel te stellen.”
Foto’s :
-Oprichting van de C.V.P.-afdeling Leest met v.l.n.r. : Herman Bradt, Karel Duysburgh, Fons Verbruggen en Jeroom Verbruggen.
-V.l.n.r.: Jeroom Verbruggen, Fons Verbruggen, Herman Bradt, Georges De Laet en vooraan met masker Paul Bradt.
-Nationaal CVP-Voorzitter Tindemans bezocht de Leestse afdeling in mei 1981. Hij was eerste minister van twee regeringen en recordhouder van het aantal voorkeurstemmen in 1979.
-De nieuwe ploeg in 1996 : voorzitter Ward Leemans, secretaris Maurice De Wit, penningmeester Alfons Leemans en de leden Simonne Moerenhout en Jan Emmeregs, hier in gezelschap van de Mechelse” delegatie met schepen Nobels, CVP-voorzitter Mariën en OCMW-voorzitster Lieve Keuleers.
1959 – Juninummer “De Band” : Jaarverslag van de vereniging voor Rundertuberculosebestrijding
"Het is altijd goed, op het einde van een werkjaar, even terug te kunnen blikken op de bekomen uitslagen en het is voorwaar verheugend te kunnen zeggen : “het was goed”. – Wij hebben de wind in de zeilen. De ouderen zullen zich wel herinneren hoe de gezondheidstoestand van onze veestapel was voor 20 jaar. Aan de hand van cijfers zal men nu kunnen oordelen over de bekomen uitslagen van een, in organisatorisch verband, gevoerde strijd voor de uitroeiing van de rundertuberculose. De huidige toestand is het resultaat van 20 jaar werking, van 20 jaar strijd, moeilijkheden, zware financiële offers die tal van boeren zich hebben getroost, niet alleen voor zichzelf maar ook voor het welzijn van gans de gemeenschap. Ook deze laatste zou dit niet mogen vergeten.
Hoe is de verdeling van de veeestapel op onze bedrijven ?
-minder dan 5 dieren 58 -van 5 tot 10 dieren : 58 = 71% -van 11 tot 15 dieren : 27 -van 16 tot 20 dieren : 12 = 24% -meer dan 20 dieren : 9 = 5%.
Besluit : Nu sinds verleden jaar de verplichte tuberculosebestrijding bij het vee in gans het land werd ingevoerd, is het aantal positief reagerende dieren van de totale veestapel gekend. De laatste cijfers van voorbije winter wijzen te LEEST op een daling van 50 à 60 stuks, wat het aantal reageerders op ongeveer 100 zou brengen. Vier jaar geleden hadden wij nog 20% reagerende dieren ; verleden jaar nog 11% en nu staan wij waarschijnlijk op een percentage van 8%. Wanneer de uitzuiveringen blijven doorgaan in het tempo zoals wij dit sinds verleden jaar kennen, dan is het bijna zeker dat binnen 1 à 2 jaar gans de veestapel van Leest vrij zal zijn van t.b.c. Het tot op heden bereikte resultaat is niettemin schitterend te noemen ; het is het zoveelste bewijs van de vooruitstrevende geest die de overgrote meerderheid onzer boeren bezielt.
VERENIGING DER RUNDERTUBERCULOSEBESTRIJDING LEEST
De voorzitter A. Van den Brande. De ondervoorzitter Victor Schaerlaecken. De secretaris Alfons Verbruggen. Bestuursleden : Felix Van der Hasselt en Egied Selleslagh.
1959 – Juninummer “De Band” : Victor De Laet verkozen tot afgevaardigde Hoge Landbouwraad.
“Victor De Laet sr, werd door de “Provinciale Landbouwkamer van Antwerpen” als afgevaardigde bij de HOGE LANDBOUWRAAD gekozen. Wij wensen hem van harte proficiat met deze eervolle benoeming en hopen dat hij nog vele jaren als lid van die hoge adviserende vergadering de landbouwbelangen zou mogen dienen.”
“De nieuwe samenstelling van de C.O.O. ziet er uit als volgt : -Polspoel Frans, voorzitter. -Van den Brande Albert, Verwerft Frans, De Decker Frans en Piessens Leopold.
Plaatsvervangers : -Polspoel Benedikt, Huys Bert, De Smedt Jan, De Prins August en Geens Juul. -Secretaris : Louis Verbruggen. -Ontvanger : Alfons Hellemans.
Gemeentehuis
Na de verbouwings- en herstellingswerken heeft ook het interieur van ons gemeentehuis een fris en fraai uitzicht gekregen. We mogen er fier op gaan dat wij nu, naast een mooie kerk, ook een mooi gemeentehuis hebben. Zodra de hopeloos verouderde meubilering door een moderne zal zijn vervangen, zal Leest over een gemeentehuis beschikken dat zijn gelijke niet vindt in de omliggende gemeenten.
Foto’s :
-Oud-Burgemeester Victor De Laet werd afgevaardigde van de Hoge Landbouwraad.
-C.O.O.-Voorzitter Frans Polspoel met zijn echtgenote Stefanie Maes.
1959 – 17 mei : Soldaat Roger LAUWERS vanuit Aken.
“We zijn juist terug van een kampperiode in Den Helder (Holland). Denkelijk kom ik de 7de juni naar huis. De goede dag aan al de mensen van Leest en in het bijzonder aan Milac.” (“DB”, juni ’59)
-Roger Lauwers vanuit Aken, 7/7/59 : “Donderdag doen we een oefening van één dag op de Botrangeberg. Te Elzenborn zullen soldaten zijn van Soest, Kassel, Düren, Westhoven en uit België. Ik wens het allerbeste aan deze Leestenaren en in ’t bijzonder aan de Milac die voor onze soldaten zo goed is.”
-Roger Lauwers uit Aken, 17/8/59 : “Ik ben blij dat de Milac een bezoek brengt aan de B.S.D. We zijn volop in voorbereiding van de bataljonsfeesten, op 12 en 13 september. Hartelijke groeten aan allen.”
-Roger Lauwers uit Aken, 18/1/1960 : “Hier kom ik dan weer met een briefje; met mij is alles heel goed. Nu volgende week, de 25ste januari, word ik overgeplaatst naar een andere kazerne in Keulen, dit komt omdat ik nu als NATO één jaar dienst achter de rug heb en ik hoop maar dat ginder alles net zo goed zal gaan zoals het hier is gegaan, want hier in Aken hebben we geen klagen gehad van oefeningen. Als ik in Keulen zal zijn ben ik ook niet ver meer van mijn broeder Willy die in Westhoven gekazerneerd is. Ik eindig dan maar mijn briefje met de beste groeten van Roger Lauwers.”
-Roger Lauwers vanuit Longerich, 6/3/60 : “Hier ben ik dan met een paar woordjes. Ik ben dus uit Aken weggegaan en ben naar hier in Longerich gemoeten bij Keulen. Ik ben het hier ook al heel goed gewoon geworden. Oefeningen hebben we hier maar weinig, maar de wacht kloppen dat is wat anders, dan heb ik het liever omgekeerd. Het weder is hier nu ook heel goed geworden en echt winter hebben we nu dit jaar in West-Duitsland niet gekend. Ik sluit dan maar met de beste groeten aan al de mensen van Leest en bijzonder aan Milac.”
-Roger Lauwers vanuit Keulen, 22/5/60 : “Hier kom ik dan weer met een briefje en eerst en vooral bedank ik Milac voor de lekkere sigaartjes die ik heb ontvangen. Met mij gaat hier alles opperbest. Er is nu ook sprake dat we tegen de 1ste augustus voor goed naar België komen, naar Leopoldsburg of Tienen, er is maar één of twee bataljons die uit Duitsland naar België terug komen en onze kazerne zal dan worden ingenomen door de Duitsers. Tegenwoordig heb ik hier mijn volle werk aan het repareren van auto’s, want tegen als we terug naar België komen moet alles piekfijn in orde zijn, en de 9de juli zijn het dan ook de bataljon feesten. Ik eindig dan maar weer met de beste groeten aan alle Leestenaren en bijzonder aan Milac.”
-Roger Lauwers vanuit Siegen, 9/4/1961 : “Hier kom ik dan met wat nieuws uit Siegen. Na 16 maanden gedaan te hebben in Duitsland, ben ik dan voor 7 maanden in België geweest en dan heb ik nu ook weer mijn verplaatsing gekregen naar Siegen. Ik ben hier nu twee dagen in het bataljon bevrijding maar het ziet er toch niet zo goed uit als in de vorige kazernes waar ik geweest ben. Het eten : daarover is het hier geen klagen en oefeningen zijn er toch ook niet te veel maar de grote strengheid die hier is, is wat anders en toch moet ik mij daar ook weer voor aanpassen. Ook nog een goede dag aan al onze soldaten van Leest.”
1959 – 18 mei : De Leestse Boerenkapel op de radio.
“Maandag 18 mei van 11 tot 11u15 en van 11u45 tot 12 uur werd door het N.I.R., in uitgesteld relais, van uit de parochiezaal te Leest, een optreden uitgezonden van de Boerenkapel van Leest o.l.v. Theo Fierens. Volgende stukken werden uitgevoerd : Liechtensteiner Pölka, In de Rozentuin (wals), De Postkoets, Gloria (Rheinlander), Boemel Petrus, Heimliche Liebe, Anthonie-mars, Regina wals, Der Schönste Strauss, Bloempolka, In de Meitijd (Tirolerwals), Casino-polka, Groet aan Marieken wals en Kadettenmars. De uitvoering, die werkelijk op een hoog peil stond, vond een grote weerklank bij de muziekliefhebbers en sympathisanten.” (DB, juni ’59)
1959 – 20 mei : Lourdesbedevaart van de Vrouwengilde.
Bertha D’Hollander, winnares van de gratis reis naar Lourdes, uitgeloot door de Parochiale Vrouwenbond, en Frans Verbruggen, idem maar dan van de B.J.B.- jongens, waren samen met de onderpastoor van de partij. De bedevaart duurde een week. (DB, april ‘59)
1959 – Donderdag 21 mei : Aloïs Hendrickx vast benoemd.
In de gemeenteraadszitting van die dag werd Aloïs Hendrickx uit (Peulis) Rijmenam, sinds 1 september 1958 d.d. onderwijzer aan de gemeentelijke jongensschool, benoemd in vast verband. (G.v.M., 23/5)
“De Band” van december 1958 : “Zoals wij vroeger meldden, is sinds het begin van het schooljaar 1958 de Heer Hendrickx van Peulis titularis van het eerste en tweede studiejaar. Naar ons wordt verzekerd is deze jonge kracht niet alleen een flink onderwijzer maar ook een flink opvoeder. In een korte tijd heeft hij de harten weten te winnen van zijn jonge leerlingen en zeker die van de ouders die trouwens voor hem een hoge achting koesteren. Unaniem zijn de ouders van mening dat het Gemeentebestuur aan het onderwijs te Leest een zeer grote dienst zou bewijzen, door de Heer Hendrickx vast te benoemen. Samen met de ouders wensen wij dat deze flinke kracht te Leest in dienst zou blijven..”.
Jaren later zou hij overgaan naar de Vrije Basisschool (de zogenaamde meisjesschool) om daar in 1986 de afscheidnemende directrice Paula Bradt op te volgen.
Hij was gehuwd met Maria Teughels (°Leest 22/2/1937, +Mechelen 3/5/2024) die hem twee kinderen schonk. Aloïs Hendrickx was te Rijmenam geboren op 1 april 1937 en hij overleed te Mechelen in het A.Z. Sint-Maarten op 7 mei 2008.
1959 – 22 mei : Retraite van de toekomstige soldaten.
1959 – 26 mei : Uitstap van de Vrouwengilde naar de Vlaamse Ardennen en de kust.
1959 – 27 mei : Gouden Jubileum Elektriciteitsmaatschappij.
Op 27 mei vierde de Elektriciteitsmaatschappij van Noord-België te Mechelen haar gouden jubileum. Een 300 genodigden zaten aan voor het jubileummaal : Mgr. Schoenmackers, Minister Segers, de gouverneurs van Antwerpen en Brabant, senatoren en volksvertegenwoordigers en vele andere personaliteiten, ook de burgemeesters uit het omliggende, onder wie Miel Verschueren, burgemeester van Leest. (DB)
1959 – 31 mei : KWB op bedevaart naar Bornem
Foto’s :
-De programmatie van de radio-uitzendingen van 18 mei met de vermelding van het optreden van de Boerenkapel van Leest.
-Meester Aloïs Hendrickx met één van zijn vele klassen.
-De meester met het team van de Vrije Basisschool waarbij de afscheidnemende directrice Paula Bradt uiterst links. Aloïs Hendrickx staat tweede van rechts.
1959 – 14 mei : Soldatenbrieven van Maurits DE PRINS.
“Ik ben van Turnhout naar het hospitaal te Berchem gegaan. Volgens ze zeggen zal het maar voor enkele dagen zijn.”(DB, juni 1959)
-Maurits De Prins vanuit Turnhout, 24/6/59 : “Ik ben van het militair hospitaal te Berchem teruggekeerd naar Turnhout. Ik moet er alles binnenleveren. Dan ga ik naar huis voor zes maanden. Het spijt me, ik deed liever mijn term voort dan nu uitstel te bekomen. Vele groeten aan de Milac !“
-Maurits De Prins, uit Turnhout, 1/7/59 : “Ik had geschreven dat ik voor 6 maand naar huis kwam…Het is nu het geval niet. Die “paar” dagen dat ik in Turnhout nog moest zijn, zijn al een week geworden. Beste groeten.”
-Maurits De Prins vanuit Bevekom, 31/7/59 : “Het gaat hier met mij zeer goed. We lopen hier gelijk “echte” voddeventen. De eerste dag dat ik hier was, was er een vliegtuig naar beneden gestort : bij het doorbreken van de geluidsmuur was de motor ontploft en langs één kant brak de vleugel af. Ik doe de complimenten aan de K. Fanfare “St-Cecilia” en de Chef.”
-Maurits De Prins, vanuit Leopoldsburg, 10/2/1960 : “Ik heb vroeger niet geschreven en dat spijt me. Het gaat hier met mij zeer goed. De dagen gaan hier zo snel voorbij. Het werk dat men hier moet doen is nog altijd niet veel of niets. Over een week of drie heb ik hier moeten snoeien, wel interessant maar het duurde wat lang. Na het snoeien een lokaaltje schilderen wat ik nog nooit gedaan had, maar ik deed het zo goed ik kon. Met de rol ging het beter, dat is werken dat men hier doet. Ik dank Milac voor alles wat voor mij is gedaan, en nog 91 dagen en dan ben ik terug thuis.”
-Maurits De Prins, vanuit Leopoldsburg, 28/4/1960 : “Ik dank eerst en vooral Milac voor dat pakje dat ik gekregen heb en vooral wat voor mij gedaan werd tijdens mijnen term. Het gaat hier met mij zeer goed. De laatste dagen zijn in aantocht, nog 16 dagen en ik ben er voor goed van af. Ik doe de beste groeten aan de K.F. Ste Cecilia en de Chef Rik De Bruyn.”
1959 – 15 mei : Algemene landbouwtelling te Leest.
De oudste vermelding van Sinksen-kermis vonden we terug in 1599. “...betaelt aen den maeltheyd des maendags in de Sinxerdagen, wesende onse kermisdag, voor den pastor en de andere priesters die den dienst in de kerck helpen doen, met den coster en andere sangers, kerckmeesters en meijer en over 26 potten bier alsdan gedroncken...”
Buiten Sinksen-kermis waren er nog de kermissen met Pasen en Sint-Niklaas. Van wanneer de St Niklaaskermis dateert hebben we tot dusver nog niet kunnen achterhalen. In de lijst van de “vrije dagen” (voor de school) geeft men op de gemeenteraadsvergadering van 31/7/1915 aan: “...maandag en dinsdag van de kermissen Sinksen en St-Niklaas,...” De kermis op Paasdag schijnt te bestaan van 1933. Op de raadsvergadering van 6 maart 1933 werd er voor gestemd : 5 stemmen voor en 4 tegen...
1959 – 17 mei : Huwelijk Antoon Lauwens-Agnes Piessens.
Die dag vond het huwelijk plaats van Antoon Lauwens en Agnes Piessens. Zij kregen twee kinderen : Bart en Ilse. Antoon was één van de negen kinderen van Jan en Mathilleke Lauwens De Bruyn. Agnes was het jongste kind van Frans “Den Blokmaker” Piesssens en Melanie “Melle” Robijns.
Foto’s :
-Antoon en Agnes in het gemeentehuis tijdens hun huwelijk. Links de getuige van de bruid : Jan Piesssens (een broer van Agnes). Rechts de getuige van de bruidegom : Rik Lauwens (een broer van Antoon).(Foto : Hugo Lauwens)