Stedelijk Instituut voor Technisch Onderwijs (S.I.T.O.), Leopoldstraat 42 Mechelen : Eerste Orientatiejaar (A3) : De Maeyer Edward 2de prijs (1ste met onderscheiding) Tweede Orientatiejaar (A3) : Lauwers Willy, voldoening en Nuytkens Daniël, voldoening. Sectie Electriekers, 3de jaar : De Bleser Armand, voldoening. Avondafdeling, Sectie Electr., 3de jaar : Nuytkens Henri, onderscheiding. Avondafdeling, Sectie Garneerders, 2de jaar : 1ste prijs Absillis Alfons (grote onderscheiding) Avondafdeling, Sectie Automechaniek : diploma De Smedt Jean.
Sint-Romboutscollege
Oude Humaniora Rhetorica : Leo Hellemans vermelding Tweede Klasse : Jeroom Verbruggen vermelding Vierde Klasse : Jan Verbruggen vermelding en Jan Van Rompaey 6de accessit. Vijfde Klasse : Wilfried Hellemans, vermelding.
Moderne Humaniora Derde Economische Klasse : Antoine Van Praet vermelding Vierde Klasse : Firmin Van den Brande eerste prijs Zesde Klasse : Marcel De Prins 4de accessit. (Nota :1/4 der punten gaven recht op een prijs, 3/5 op een accessit en 1/2 op een vermelding.)
Instituut van het Heilig Hart Heverlee : Overgangsexamen van het 2de naar 3de jaar Froebel : Renilda Verbruggen, onderscheiding.
Normaalschool te Wijnegem : Godelieve Stuyck behaalde het einddiploma van kindertuinierster met onderscheiding. Lamberts Maria deed het overgangsexamen naar het derde jaar met onderscheiding. Godelieve Bradt deed het overgangsexamen naar het tweede jaar met onderscheiding.
Technische Scholen (T.S.M.), Jef Denijnplein 2 Mechelen : Middelbare afdeling : overgangsexamen naar het derde jaar A2 Bradt Willy onderscheiding. -Idem naar het 2de jaar A2 : Robert Verbruggen, grote onderscheiding, Guido Hellemans, onderscheiding. -idem naar het 2de voorbereidend jaar : De Prins Raymond, voldoening.
Vakafdeling : Diploma A3 : Metaalbewerking : Verlinden Jozef onderscheiding Elektriciteit : Vloebergh Jan, voldoening Houtbewerking : Louis Vloebergh grote onderscheiding en Leo Van Praet voldoening.
Overgangsexamen naar : -het 3de jaar metaalbew. Rik Van de Vondel voldoening -het 3de jaar houtbew. August Verbruggen, voldoening -het 2de jaar metaalb. Jan Van de Vondel voldoening -het 2de jaar houtbew. Theo Teughels, voldoening.
Rijksmiddelbare Jongensschool : 3de Leerjaar a : Beeckamens Roger, 11de plaats 78%. 5de leerjaar e : Lamberts Henri, 13de plaats, 70%.
Foto’s : (op voorgaand blad)
-Stanne na een van zijn vele zeges.
-Louis Selleslagh, op rijpere leeftijd, hier naast Staf Publie (Foto familie Duysburgh).
-Lowieke Geets in zijn Belgacom-periode.
-Frans Croon als kampioen van België cyclo cross ambachten te Werchter.
1956 – Augustusnummer “De Band” : Nieuws van de Leestse wielrenners.
Stanne De Prins :
Heeft een benijdenswaardige erelijst bijeen gefietst. Menig beginneling zal wel met hem willen ruilen, maar het schone komt nog, nietwaar Stanne. Onze Stanneman is immers naar de liefhebbers overgegaan en heeft er als eerste koers de 11de prijs gereden. Stanne, vooruit en hoofd omhoog want van u verwachten de Leestenaars veel.
We vernemen dat Louis ook zijn eerste prijs bij de Bond binnen schot heeft. Prachtig werk, Louis ! Volgen er nog ?
Felix Polfliet :
Is bij de liefhebbers van start gegaan en heeft de 18de prijs te Kokejane en de 15de prijs te Leerbeek behaald. Goed zo ! Volhouden man !
Louis Geets :
Krijgt momenteel een harde noot te kraken want waar alle tegenstrevers de wind in de benen hebben, werd hij door val en examens verplicht het koersen stop te zetten, zodat hij nu staat waar een ander over drie maand stond. Louis, doorbijten want na regen komt zonneschijn.
Nota : we vermelden alleen die leerlingen welke 80% en meer der punten behaalden.
1ste studiejaar / 12 leerlingen. Eerste graad : Georgette Robberechts, Maria Bernaerts, Agnes De Bruyn, Emilia Verschueren.
2e studiejaar / 10 lln. Eerste graad : Gerda De Laet, Rosette Verschueren. Tweede graad : Vera Huysmans, Marie-Louise Boonen en Christiane Verbeeck.
3de Studiejaar / 17 lln. 90% Godelieve Huysmans, 90% Marie-Louise De Donder, 85% Nicole Vleminckx, 80% Maria Janssens, 80% Greta Verlinden, 80% Celina Van Beveren, 80% Hilda Van de Vondel.
4de leerj / 18 leerlingen. 90% Maria Lauwens, 80% Gaby Nieuweling, 80% Maria Polspoel, 80% Liliane Van den Heuvel, 80% Micheline Van den Heuvel, 80% Lily De Donder.
5de jaar / 15 leerlingen. 86% Victoire Vloebergh, 86% Marie-José Beullens , 82% Elza Lamberts, 82% Clara Van Beveren, 82% Elza Vloeberghen.
Instituut “Onze Lieve Vrouw van de Ham”, Lge Ridderstraat 42, Mechelen : Beroepshandelsschool : 3de jaar Alida Polfliet 69%, 2de jaar Agnes Polfliet 60%, 1ste jaar Maria Van de Vondel 65%.
Koninklijk Atheneum : 5de Moderne : Paul Polspoel 68%, Herman Verhoeven 62%, Juliaan Polspoel 58%. 2de Economische : Louis Geets 65%, Frans Piscador 64%.
Instituut van de Zusters Apostolinnen, St.Jansstraat 6 Mechelen Rosette Van Camp 86%.
Koninklijk Lyceum, Veemarkt 39 Mechelen : Oude Humaniora 6de Latijnse : Liliane Van Trier 71%.
1956 – 17 juli :Soldaat-Miliciens Jan en Leon VAN DEN SANDE vanuit Heverlee.
“We hebben al dikwijls gedacht een briefje te schrijven naar De Band, maar het is er nog niet van gekomen met die verhuis van Leuven naar Heverlee, en ook met alle dagen te blankoteren en koper te poetsen. Het is hier veel strenger dan te Leuven. We liggen hier al bijna drie weken. Verschillende nachtoefeningen hebben we al meegemaakt. We zullen hier nog een maand blijven om chauffeur te worden en dan vertrekken we waarschijnlijk allen naar Duitsland. We danken u voor het sturen van De Band en het parochieblad : zo weten we ’t een en ’t ander over Leest. De beste groeten aan alle Leestenaren en soldaten en bijzonder aan het Milac-comitee.” (Individueel schreven Jan en Leon nog respectievelijk uit Soest : Jan, zie 11/5/1957, Leon, zie 9/10/1957)
1956 – Woensdag 18 juli : Met de K.W.B. naar het Groothertogdom Luxemburg.
Vertrek Leest rond 4 uur in de ochtend. Over Leuven, Tienen naar Hoei, Marche, Bande waar eventjes werd halt gehouden aan de kelder waarin 40 gijzelaars door de Duitsers terechtgesteld werden, en verder via Bastogne naar Esch-sur-Sure. Via Ettelbruck, Diekirch naar Vianden, met een bezoek aan de ruïnes van een kasteel en verder naar de eindbestemming Clerveaux met bezoek aan de abdij. Op de terugreis langs Jezus-Eik waar een lekkere geuze op het programma stond. Prijs per deelnemer : 200 frank. (DB)
1956 – Maandag 23 juli : Vrienden-avond van de fanfare Arbeid Adelt.
“De muzikanten en jong-muzikanten hadden die dag een vrienden-avond. Met een mars trokken ze van bij Apers naar het lokaal DE ROZELAAR, waar ze mochten aanzitten voor een gratis gezellig souper.” (DB)
1956 – 29 juli : Wijding K.W.B.-Vlag. (Foto onderaan)
Op zondag 29 juli werd de vlag van de KWB gewijd tijdens het lof. Pater Theobald, vakbondsproost hield de kanselrede. Na het lof werd op de Mechelbaan (Thans Pastoor De Heuckstraat) een optocht gevormd. Vooraan stapten de B.J.B.-ruiters, gevolgd door de Chiro met muziekkapel, afgevaardigden van de parochiale organisaties, de twee koninklijke fanfares, KWB-afdelingen uit het omliggende,(zo was er een afvaardiging van een 50-tal KWB”ers van Zemst-Laer) en sympathisanten. De optocht ging langs het Dorp, Scheerstraat, Vinkstraat en Dorpstraat naar “Ons Parochiehuis” langs kleurrijk bevlagde huizen. In “Ons Parochiehuis” had een feestzitting plaats waar het woord werd gevoerd door Louis Solie, voorzitter, dhr Ceurvelt, verbondsvoorzitter en Richard Van Praet, verslaggever. Hierna gingen allerlei vermakelijkheden (waaronder een ballonwedstrijd) en volksspelen door op het plein. Het ongure weer trad voor een stuk als spelbreker op, tweemaal werd de elektrische stroom afgesneden wegens dringende reparaties aan de leidingen in de Kouter. (DB)
1956 – Augustus : Freddy PEIRS volgde Edward Fierens op als koster te Leest.
De opvolger van koster Edward Fierens, Freddy Peirs, (foto onderaan) was op 28 september 1937 te Zulte (Oost-Vlaanderen) geboren. In augustus 1956 werd hij te Leest koster-orgelist. Hij verbleef in de Dorpstraat, naast het klooster, in een huis dat tot de kerk behoorde. Een goed jaar nadien werd hij, op 1 november, opgeroepen om zijn militaire dienst te doen en daarna nam hij een plaats aan in het bisdom Gent. Regelmatig zette de hoofdonderwijzer van de jongensschool Jan Baptist De Leers zich ondertussen in als orgelist. In 1958 werd de dokterszoon uit Kapelle-op-den-Bos Luc De Keersmaker koster te Leest (tot 1965). (‘DB’, november ’85 en ‘De Sint-Niklaasparochie in Leest’, W. Hellemans) Freddy schreef tijdens zijn soldatendienst verschillende brieven naar De Band (te lezen in deze Kronieken : 18/11/1957). De vorige koster Edward Fierens deed in zijn laatste jaar via “De Band” nog een oproep om leden te rekruteren voor het zangkoor :
SINT GREGORIUSVERENIGING
“Ja, zo is de naam van ons zangerskoor. Vanwaar die benaming ? De Heilige Gregorius werd aangesteld als de patroon van de kerkzangers, vandaar het woord “Gregoriaanse kerkmuziek”. Onze kerkzangers verdienen zeker een woord van dank en een proficiat. We hebben een schoon werkjaar achter de rug : de tweestemmige Mis van Perosi, de Mis ter ere van Onze Lieve Vrouw van Priester Verhelst. Om niet te vergeten de prachtprestatie van deze liefhebbers op Kerstmis : het lied “Herders Hij is geboren”, in drie stemmen a capella (zonder orgel) ten gehore gebracht door meester Selleslagh, meester Hellemans, Felix Van der Hasselt, Richard Van Praet (foto onderaan), die alleen de middenstem hield, Louis Verbruggen, Florent Mertens, Victor De Laet, Bert Huys en uw dienaar, dirigent. Waarom deze namen ? Omdat zij iedere week present zijn voor een uur Repetitie. Vooral van de landbouwers vraagt het een grote opoffering. Ook de uitvoeringen ’s zondags dienen aangestipt. Mannen, welgemeende dank ! En laat ik hier maar gebruik maken van de gelegenheid om meester Selleslagh op het bankje te plaatsen. Toekomend jaar zullen wij hem vieren als 50 jaar kerkzanger. Voorwaar een schoon werk. Meester, gemeend dank ik u die onafgebroken de zangen voorzingt en op Pasen en Kerstmis ons de tranen in de ogen doet komen door uw mooie sololiederen. Ad multos annos ! Jongeren, het is uw plicht van toe te treden tot het zangkoor. Er wordt van u geen geld gevraagd, maar goeie wil om u vrijwillig ten dienste te stellen van de parochie. Elke week één uur is niet te veel. Ge moet graag zingen en zeg niet dat ge niet kunt zingen : dat kunt ge allemaal. Waar zijn die zangers van de Davidsfondsavonden ? Leden van de Katholieke Aktie, geeft het voorbeeld. Desnoods kunt gij bij mij persoonlijk opleiding krijgen. En dank bij voorbaat. Ge moet het niet doen voor mij, niet voor de pastoor maar voor de Kerk van Kristus.”
In 1956 publiceerde Alfons Hellemans in “De Band” het volgende over het Leestse Zangkoor : “Het is moeilijk voor ons jongeren, vast te stellen hoelang de zangersvereniging van de kerk bestaat. Er bestaat op dit ogenblik geen enkel geschrift of oorkonde bij mijn weten waarop men steunen kan, wanneer de zangers gesticht werden. Zeker staat vast dat ze bestaan van voor 1900. Ze heetten toen “St Ceciliakring” en vierden jaarlijks bij Arnold Teughels in “De Rozelaer” op de maandag rond de feestdag van hun patrones Sinte Cecilia. Het begon met een H. Mis, daarna gezellig samenzijn. ’s Morgens en ’s namiddags “volle tafel”. Tussenin werd er duchtig gekaart en de avond gevuld met allerlei fratsen en vermakelijkheden. Talrijk zijn de zangers nooit geweest. Een 15-tal leden waaronder een voorzitter, secretaris en schatbewaarder. Ze legden maandelijks uit; boeten en andere giften spijzigden de kas. Voor de oorlog van 1914 werden er maandelijks repetities gehouden of rond de grote hoogdagen, om dan een meerstemmige mis aan te leren. Na de oorlog 1914-1918 werden er nog enkel herhalingen gehouden rond de grote feestdagen. De zangers verhuisden dan van lokaal, om hun intrek te nemen bij weduwe Selleslagh-Van den Brande. Wanneer dit” café” te niet ging, werd de herberg “In den Barreel” bij Louis Van Dam als lokaal genomen.
Sinds de oorlog 1918 bleven de volle-dag-teringen echter weg en werd er enkel nog gesoupeerd. In den beginne nog wel met “volle tafel” om geleidelijk te verminderen naar een “schotel-souper”. Eigenaardig, gedurende de oorlog 40-45 werden de wekelijkse herhalingen ingevoerd, zangherhalingen die nu nog bestaan. Thans heet de vereniging “St-Gregorius”. Van wanneer die naamsverandering gebeurd is, weet niemand.
De oudste leden van de zangvereniging zijn : Victor Selleslagh (foto onderaan) (naar het schijnt reeds 49 jaar zanger), en van na de oorlog 14-18 : Alfons Hellemans, Bert Huys en L. Verbruggen. De andere leden zijn nog maar lid sedert de tweede wereldoorlog toen Herman Rheinhard de herhalingen leidde.
De vroegere kosters sedert 1819 waren : Jozef Hellemans, onderwijzer-koster die in de jaren 1879-84 zijn betrekking van gemeente-onderwijzer opgaf om te Leest vrije onderwijzer te komen spelen aan de vrije school op de Kouter en tevens het ambt van koster waarnam. Vervolgens waren de kosters : Lodewijk Hellemans, Jozef Rheinhard, Antoon Teughels en Edward Fierens. Vermelden we : een zestal meerstemmige missen uitgevoerd waarvan één werd uitgezonden langs de micro ter gelegenheid van de Grote Missie in 1955. Het maakte grote ophef.”
Foto’s
-Wijding van de K.W.B.-vlag. Pastoor Coosemans zwaait met de kwispel, onderpastoor De Schutter houdt zijn koorkap open en verbondsproost pater Theobald assisteert. De linkse misdienaar is Sylvain Van den Avont, de rechtse Jan Spoelders. (“Leest Geweest”, blz. 190)
-De nieuwe koster Freddy Peirs.
-Een gesticulerende Richard Van Praet behield alleen de middenstem…
-Victor Selleslagh was toen reeds 49 jaar zanger.
-Meester Alfons Hellemans publiceerde zijn wetenswaardigheden over het zangkoor.
1956 – 1 juli : K. Fanfare “Sint-Cecilia” nam deel aan de muziekwedstrijd te Westrode en won Eerste Prijs.
“Op de Nationale Muziekwedstrijd te Westrode behaalde de Kon. Fanfare Sint Cecilia 360 punten op 400, dit is een eerste prijs met lof der jury. Zij behaalde tevens het hoogste aantal punten in eerste afdeling en het tweede hoogste aantal punten van al de deelnemende verenigingen. Naast een flinke geldprijs, mochten we een prachtig diploma en een beker in ontvangst nemen.”(DB)
1956 – Dinsdag 3 juli : Motorrijder op auto.
“Ter hoogte van het “Molenhuis” deed zich dinsdagmorgen 3 juli te 00u30 een erg verkeersongeval voor. De motorrijder Put (Juniorslaan), wou op voornoemde plaats twee personenwagens voorbijsteken. Hij gelukte er in de laatst rijdende wagen voorbij te steken, doch beukte op de eerst rijdende auto en kwam tegen de grond terecht. De bijgeroepen geneesheer stelde een beenbreuk vast. Het slachtoffer werd naar een kliniek te Mechelen overgebracht.” (DB)
1956 – 3 juli : Wijkmeester Hugo Verlinden na huwelijk vervangen door Frans Keulemans.
“Door het huwelijk van Hugo Verlinden op 3 juli, (Noot : met Elza Ledent uit Bonheiden) verliest de KWB één van zijn goede wijkmeesters. Als nieuwe wijkmeester is Frans Keulemans (foto onderaan) bereid gevonden om die schone taak op zich te nemen.” (DB, nr.7)
1956 – 7 juli : Huwelijk Jozef De Boeck - Maria Polspoel.
Uit hun spijskaart : “Kom maak uw kruis en doe gelijk thuis. Deze spijskaart zal U leiden Uwe maag goed te verblijden, U pikt er uit wat U behaagt ’t Is dus uw fout indien U klaagt. De Heer zij dank, voor spijs en drank.
SPIJSKAART : Wat men U biedt : Veelkleurig Voorgerecht Lekkere Oxtailsoep Huwelijksgondels “MARIA – JOZEF” Ossenharst – Groentenkrans – Goudbollen Verfrissing met Slagroom Tong met Madeirasaus Kiekens met Salaad – Appelmoes Roomijs Pronkgebak Wijnen – Likeuren Fruit – Nagerecht Mokka.”
1956 – Zondag 8 juli : Schitterend Zomerfeest van de B.J.B. Gewest Mechelen.
“Onder een heerlijke zomerhemel kon zondag 8 juli te Leest het gewestelijk zomerfeest van de B.J.B.-meisjes doorgaan. Afdelingen van Blaasveld, Putte-Grasheide, Hombeek, Leest, Mechelen, O.L.Vr.Waver, Peulis, Putte, Rijmenam, Katelijne Waver en Tisselt namen er aan deel. Dit feest bewees eens te meer dat de B.J.B. aan haar leden heel wat weet mee te geven, ook op ontspanningsgebied. Na het Lof stapten de afdelingen op naar de feestweide in de Elleboogstraat. Het programma werd geopend door een formatie, die kwestie van stijl minder gelukkig was. De blauw-witte uniformen en de frisse kleuren van de vaandels kwamen bijzonder tot hun recht door de stralende zon. Na het gebed, het Bondslied en het “Eviva Pio”, sprak juffrouw Van Beersel, gewestleidster, het welkomwoord uit. Zij begroette Z.E.H. Coosemans Pastoor, E.P. Omer onderpastoor, juffrouw Rheinhard voorzitster van de Boerinnengilde, dhr Verschueren Schepen van Openbaar Onderwijs, dhrn Wijnants en Hens leden van het arrondissementeel bestuur van de Belgische Boerenbond, juffrouw Vrints diocesaan leidster, juffrouwen Jacobs en Van Aken clubleidsters, dhr Victor De Laet voorzitter van de Boerengilde, dhr Louis Solie voorzitter van de K.W.B. Een hartig woordje had de gewestleidster over voor de familie Verschueren, eigenaar van de feestweide, voor haar gulle gastvrijheid en ook voor de B.J.B.-jongens voor hun medewerking. Hierna volgden talrijke volksdansen, ritmische oefeningen en kampspelen. Als intermezzo bracht de B.J.B.-er Fons De Smet een prachtig staaltje van vendelzwaaien. “Wees fier, Moeder, ik draag de vlag. Mijn handen zijn te sterk om tere kransen te weven. Ze zijn gewend aan ruwer werk. Mijn hart draagt een dieper merk, het brandt van een ander geven…” En de “Novicen van de Belgische Boereinnenbond” dansten verder : Duitse wals, Narzissus, Rheinländer, Toselli serenade, Vijfparendans, Vlaggezigzag, Molenmazurka, Zweedse Maskerade,…
Dan de prijzenuitreiking : 1.Putte 2.O.L.Vr.Waver 3.Grasheide, Rijmenam, S.Kat. Waver 4.Peulis, Blaasveld 5.Leest 6.Hombeek 7.Mechelen 8.Tisselt. Tot besluit werd er een receptie aangeboden aan de speciale genodigden. Origineel en prima ! “(DB)
1956 – Zondag 8 juli : Frisco-dag Chirojongens.
Deze activiteit viel samen met Heide-kermis. (DB)
1956 – 10 juli : Ouderfeest van de meisjesschool.
“Op 10 juli te 14 uur had er in de parochiezaal een ouderfeest plaats, gegeven door de leerlingen van de zustersschool.” (DB)
1956 – 15 juli : Grote dag voor de jongenschiro.
“Die dag betekent voor onze Chiro een grote dag : 6 Knapen gaan over naar de Kerelsafdeling en 10 Burchtknapen naar de Knapenafdeling. Gaan over naar de Kerels : Edward Diddens, Raymond De Prins, Albert Daelemans, Theo Teughels, Herman Somers en Louis Van Winghe.
Worden Knaap : Leon Bernaerts, Rik De Smet, Victor Diddens, Leo Lauwens, Frans Lauwers, Jos Muysoms, Willy Silverans, Marcel Spinnael, Jan Teughels en Marcel Verbruggen. Vast en zeker voor allen een grote stap !
Na 15 juli hebben we dan : 12 Kerels (d.i. ouder dan 14 jaar), 17 Knapen (d.i.na Plechtige Communie) en 18 Burchtknapen (voor Plechtige communie). Tellen we daar nog de 7 leiders, dan komen we tot 56 leden.” (DB, nr.7)
1956 – Zondag 15 juli : Voetbal.
“Om 15 uur gaat er op de weide van Emiel Verschueren een voetbalmatch door ten voordele van het LOURDESFONDS VAN DE B.J.B.-jongens. De leden van de B.J.B. zullen kaarten komen aanbieden aan de prijs van 10 frank.” (DB, nr.7)
1956 – 15 juli : Algemene vergadering Boerinnengilde.
Op zondag 15 juli hield de Boerinnengilde haar algemene vergadering. Advokaat Smedts hield een voordracht over “Onze verantwoordelijkheid in het huidig tijdsgebeuren”. De Lourdesbeelden werden gewonnen door Mevr. Huysmans-Solie en Mevr. De Prins-Mertens. (DB)
1956 – 16 juli : Mère Aleydis (Jeanne DE BOECK) schreef vanuit Stanleystad.
“Het is van uit de grootstad dat U mijn bijdrage toe krijgt : 453 km van mijn post Titulé. Ik bied mijn beste wensen aan bij dit lustrumfeest ter ere van onze Eerbiedwaardige pastoor en de wensen voor een verdere vruchtbare en heerlijke taak in de toekomst. Hier dan de gevraagde inlichtingen : die zekere “Jeanne De Boeck” werd geboren op de hoeve van “Fons van Jan De Boeck” op 3 maart 1928. Ze volgde de lagere klassen te Leest en vertrok hierna naar ’t pensionaat te Onze-Lieve-Vrouw Waver waar ze het diploma van wetenschappelijke regentes behaalde. Een viertal jaren onderwijs als kloosterlinge onder de naam “Mère Aleydis” tot 1952. Want Jeanne was op 8 september 1947 ingetreden in ’t Noviciaat der Religieusen Ursulinen. In 1952 behaalde ze haar diploma van “Gezondheidsagent” in de Koloniale School te Antwerpen en in 1953 het diploma van “Koloniale Verpleegster” in de universitaire verpleegstersschool te Leuven en een paar maanden later te Mechelen het diploma van “autobestuurster”… Ik vertrok naar Kongo op 19 december 1953. Zes maand stage in Stanleystad ; 6 maand in ‘t 2de studiejaar in Angodia en vanaf juli 1954 in ’t hospitaal te Titulé. We hebben 4 missieposten in Katanga en 3 in Uele. In Titulé bestaat een lagere school voor jongens en meisjes, een huishoudschool voor meisjes en nu in september nog een pedagogische school voor jongens en meisjes. Daarnaast een hospitaal voor Zwarten en Blanken en een Moederhuis. Er moeten een 21.000 Zwarten zijn op ons grondgebied; daarvan zijn er 5.500 Christenen. Twee grote volksstammen : de Babua’s en de Bazande’s. Streek van plantages, katoen, koffie, mais, aardnoten. De Zwarten leven verspreid in de bossen. Er zijn een 400 schoolmeisjes en een 600 –jongens. Het hospitaal heeft 175 bedden en het Moederhuis 50. Het aantal zieken bedraagt gewoonlijk 250, soms meer. Dit jaar werden reeds 1600 zieken gehospitaliseerd. Een 250 kinderen geboren. 900 melaatsen. U ziet dat er nog veel te doen is en dat een gebedje van u nog veel zegen over ons missiewerk kan en zal afsmeken. Allerbeste groeten en wensen voor u allen. M. Aleydis.” (“DB”, nr.8 van 1956)
Foto’s :
-Frans Keulemans, hier jaren later, verving de KWB-wijkmeester Hugo Verlinden. (Foto : Hugo Lauwens)
-Juffrouw Rheinhard, de voorzitster van de Boerinnengilde, woonde het zomerfeest van de B.J.B. bij.
-Miel Verschueren, toen schepen, stelde zijn infrastructuur ter beschikking.
-Louis Solie, de voorzitter van de K.W.B. mocht niet ontbreken op het zomerfeest.
-In 1947 nam Jeanne De Boeck afscheid van haar familie toen ze naar het klooster vertrok. V.l.n.r. : haar tante Julie Brion-De Prins, vader Fons De Boeck, pastoor Coosemans, Jeanne, oom-burgemeester Pieter De Prins, moeder Henriette (Jette) De Prins, grootnonkel Karel De Boeck (woonde in) en tante Marie De Prins. (LG, blz. 323)
1956 – Zondag 10 juni : De Kon. Fanfare “Arbeid Adelt” nam deel aan het Jubileumfestival te Merchtem.
Na een korte optocht om 14 uur, voerden de muzikanten o.l.v. Jef Van der Taelen volgende stukken uit : 1.Flambeau-mars, karakterstuk (Gadenne). 2.Antogone, ouverture (F. Rousseau). (DB) Het bestuur van deze fanfare was toen als volgt samengesteld : Voorzitter : Frans Van der Hasselt. Ondervoorzitter: Frans Muysoms. Secretaris : Constant Huysmans. Kassier : Alfons Hellemans. Verslaggever : Jozef Broothaers. Muziek : Jozef Geerts. Instrumenten : Frans Beullens. Leden : Constant Buelens, Lode Croes, Rene Voet. Ere-Bestuursleden : Victor De Laet, Victor Selleslagh, Edward Van Steenwinckel.
1956 – Dinsdag 12 juni : Meisjesschool ging op schoolreis naar Banneux.
“De Band” van juni voegde daar nog aan toe dat de “Bewaarschool” naar de Dierentuin van Antwerpen zou gaan op een nog te bepalen datum.
1956 – 15 juni : Noodlanding in de Kleine Heide.
In de Kleine Heide maakte een zweefvliegtuig een noodlanding. (DB)
1956 – 15 juni : Twee nieuwe Chiroleiders.
Jos Verlinden en Ferdy Polfliet (foto’s onderaan) verstevigden de rangen van de Chiroleiders en legden in de kerk, in aanwezigheid van de ganse Chirogroep, hun trouw vast in een belofte. (DB)
1956 – 18 juni : Jozef Broothaers op kamp.
"Jozef Broothaers, Kouter nr. 12, wordt opgeroepen te Antwerpen voor een kamp van 12 dagen te beginnen van 18 juni. Klasse 1950, groepering Vervoer Basis.” (DB)
1956 – 23 juni : Zuster Victoria ontving het H. Oliesel.
“Zuster Victoria (Melanie De Laet, foto's onderaan) werd op 23 juni ll bediend in het hospitaal van Feshi. Naar wij vernomen is het dringend gevaar geweken, maar niet genezen. Zij heeft een zeer zwaar apostolaatsleven voor Ons Heer op haar actief. Zij is 65 jaar." (DB)
“Maria Melania De Laet (°26/06/1891, + 01/05/1969) was een zus van Karel alias broeder Romain en van Christine, eveneens kloosterzuster (zuster Melanie). Ze trad in bij de annunciaten te Heverlee (1917) en werd zuster Maria Victoria. Enkele jaren later (in 1920 en 1923) legde ze er haar tijdelijke en eeuwige geloften af. In Heverlee had ze een diploma behaald aan de ‘Ecole ménagère agricole’. Een kwarteeuw (van 1931 tot juli 1956) werkte ze als missionaris in Belgisch Congo te Kikombo (5 jaar), Kilembe (9 j.), Totshi, opnieuw te Kilembe (2 j.), dan nog te Kisashi en Kibanbo. Volgens haar bidprentje bleef die ‘apostolische gezindheid (…) haar bezielen tot de laatste ogenblikken’. Terug in eigen land verbleef ze drie jaar in Heverlee en werkte daarna (van 1959 tot 1963) in het ‘Mariahuis’ in Alken (Limburg). Ten slotte verbleef ze (van 1964 tot bij haar sterven) nogmaals in Heverlee. Dankbaar om haar ‘schoon leven’ en om ‘al de zegeningen’ overleed ze te Leuven op 1 mei 1969. Ze werd begraven te Heverlee.” (Wilfried Hellemans : ‘De Sint-Niklaasparochie in Leest’- 2009)
1956 – Zondag 24 juni : Kon. Fanfare “St.-Cecilia” naar festival in Merchtem.
De Leestse fanfare nam er deel aan het Jubileumfestival ingericht door de fanfare “Concordia”. 125 verschillende maatschappijen namen er aan deel en er werd voor 100.000 frank aan prijzen voorzien. (DB)
1956 – Julinummer “De Band” : Nieuws van de Koninklijke Fanfare “Arbeid Adelt”.
“Het Bestuur is er toe overgegaan meer kleur en daardoor meer leven op onze klakken te leggen door de bruine band ervan te vervangen door een helrode. Zoals iedereen met Hoogwaardig heeft kunnen zien, is deze verandering aangenaam-verrassend meegevallen. Ook het Vaandel werd vernieuwd, het goudbestiksel ervan gerestaureerd en met KONINKLIJKE titel bijgewerkt. Op het Festival te Merchtem, waar op 10 juni ruim 35 maatschappijen aanwezig waren, hebben verschillende personen hun bewondering voor dit vaandel uitgesproken en het een prachtig en kostbaar stuk geheten. Op zondag 1 juli zal onze fanfare deelnemen aan de Zomerfiësta te Hombeek, ingericht door de Koninklijke Harmonie “Sint Martinus”. Bijeenkomst bij Albert Slachmuylders, Dorp, te half vier. In de loop van de maand juli wordt aan onze muzikanten en jong-muzikanten een degelijk souper gratis aangeboden in het lokaal. Praktische schikkingen hieromtrent volgen nog. Constant Huysmans.”
“Enkele maanden geleden werd de Veloclub “De Leestse Pedaalridders” gesticht. Deze vereniging is aangesloten en officieel erkend door de Koninklijke Belgische Wielrijdersbond. Reeds werden plannen in overweging genomen om nog dit jaar een groot sportgebeuren op touw te zetten.” (DB, nr.7 van 1956)
1956 – Julinummer “De Band” : Maatregelen tegen wild-koersende jeugd…
“Reeds vroeger hebben wij in ons blad gewezen op het feit dat wild-koersende schooljongens werkelijk de dorpsplaats onveilig maken, vooral na de middag. Het is de hoogste tijd dat er maatregelen genomen worden of wacht men tot er een ongeluk gebeurd is ?? Ouders, laat uw jongens niet te vroeg thuis vertrekken ! Wij zijn de mening toegedaan dat ook het Gemeentebestuur en het Onderwijzend Personeel hierin moet tussenbeide komen. In verband hiermee moet de noodzakelijkheid onderlijnd worden van in ’t dorp verkeersplaten te plaatsen waardoor aan de chauffeurs een beperkte snelheid wordt opgelegd. Dit is niet alleen nodig omdat er veel schoolkinderen komen (koersen ??) maar ook voor de andere mensen.”
1956 – Julinummer “De Band” : Interview met Oudstrijder Frans COECKELBERGH.
“Alhoewel het loten reeds tot het verleden behoorde toen Frans werd opgeroepen om het vaderland te dienen waren er toch nog velen die door de mazen van het net konden glijden en zich vrijmaken van legerdienst. Maar bij mij was hier geen sprake van zegt Frans want niettegenstaande ik de oudste en mijn moeder weduwe was, moest ik in 1911 optrekken om mijn dienstplicht te vervullen. Hij werd binnengeroepen te Berchem bij het 6e Linieregiment. Nu mogen de soldaten wel boffen want met 2 maand opleiding komen zij er van af, maar in onzen tijd was dat 6 maand en dan moet ge weten dat voor ons Vlamingen alle bevelen in de Franse taal werden gegeven en als er waren welke deze niet verstonden bracht dat nog een hele boel moeilijkheden mee, aldus Frans. En hoe is uwen dienst verder verlopen Frans ? Die werd gevuld met wachten kloppen, marchen en maneuvers doen, het ergste van al was, dat wij als onze 15 maanden om waren nog niet mochten afzwaaien want in tussentijd was er in de Borinage een wilde staking uitgebroken, die ons nog 4 maanden langer onder de wapens hield zodat ik slechts in mei 1913 afzwaaide.
Op 28 juli 1914 werd ik terug opgeroepen om ten strijde te trekken tegen onze Duitse vijand en trokken wij na een viertal dagen de Duitser tegemoet om eerst slag te leveren te Rotselaar waar wij voor de overmacht van de aanvaller moesten wijken naar Haacht, waar we de vijand nogmaals duchtig repliek gaven en waar ik een van de kritiekste ogenblikken van de oorlog meemaakte. Even verhalen, we moesten ’s nachts een kasteel te Haacht gaan bezetten maar van het ogenblik dat we de poort openduwden werden we verrast door een bel die plots aan ’t bellen sloeg en toen we het kasteel verder wilden onderzoeken ondervonden wij dat we onmogelijk tot de bovenverdiepingen konden toegang krijgen, onze verrassing werd nog groter toen we plots beschoten werden door de Duitsers die zich verscholen hadden op de kamers, en stond ons niets anders te doen dan de wijk te nemen en de artillerie er op af te sturen, deze maakte met kasteel en Duitsers korte metten. Na elke slag moesten wij terug naar Lier om onze troepen in slagorde te brengen. Van daar moesten wij naar Katelijne Waver waar we weer slag leverden, maar de Duitser beschoot met zwaar geschut het fort dat wij te verdedigen hadden. Hij slaagde er in het poedermagazijn in brand te schieten, zodat vele van onze Belgische soldaten in brandende toortsen werden herschapen en er een gruwelijke dood vonden. Niettegenstaande deze tegenslag hielden we nog een volle dag stand om dan ten gevolge van de slechte ravitaillering te moeten aftrekken naar Lint waar we nogmaals gevechten moesten leveren tegen de Duitse mitrailleurs die zich in de bomen verscholen hadden en ons aldus konden beschieten terwijl we in de grachten verder kropen. Van zodra wij dat in de gaten hadden losten wij salvo’s in de bomen, de Duitsers aldus verplichtend van de wijk te nemen en niet voor lang echter, want spoedig kregen ze versterking en moesten wij aftrekken naar de Redoute van Deurne, waar de Duitsers twee dagen later eveneens aankwamen en na enkele uren bezit namen van de Redoute. Met pak en zak zijn wij dan door de brandende stad Antwerpen getrokken, waar zelfs de Schelde in vuur en vlam stond. Dan maar steeds verder achteruit naar Sint Niklaas waar we op de trein stapten en naar Oostende gevoerd werden. U moet nu niet gaan denken dat we deze transport meemaakten in comfortabele wagens ! Neen, op verre na niet, we werden in beestenwagens geduwd en rijden maar om van uit Veurne te voet naar Ramskapelle te trekken, wat ook nog gepaard ging met tal van moeilijkheden o.a. te Nieuwpoort waar de Duitsers in een bietenveld verstopt lagen en ons van daar uit beschoten. Telkenmale er zich een van onze soldaten durfde vertonen werd hij onmeedogend neergekogeld. Zo zijn wij dan te Ramskapelle aangekomen waar we voor goed de slag aan de IJzer hebben begonnen door eerst de reeds over de IJzer gekomen Duitsers, ten koste van zeer veel mensenlevens, terug te drijven. In dat gevecht zijn voor de eerste maal Senegalezen tussen gekomen. Senegalezen zijn werkelijk wreedaardige kerels die op sommige ogenblikken geen onderscheid maakten tussen vriend of vijand en die met de dolk tussen de tanden tot de vreselijkste daden in staat waren. Zo heb ik met mijn eigen ogen gezien, nog steeds aldus Frans, dat één van die mannen enkele dagen na deze slag nog steeds met de kop van een Duitser, die hij tijdens het gevecht afgesneden had, in zijn zak rondliep.
Deze eerste slag aan de IJzer heeft geweldig veel doden gevergd. Overal waar wij kwamen lagen wel honderden lijken en krengen. Wij waren zodanig afgemat dat wij door het Frans leger afgelost werden en veertien dagen mochten gaan uitrusten om van dan af een vaste sector aan de IJzer toegewezen te krijgen. Zo hebben wij vier jaar lang geploeterd en gevochten in water en slijk...”
Foto’s :
-Jos Verlinden en Fernand Polfliet (op oudere leeftijd) de twee nieuwe Chiroleiders.
-Deze foto van Lieve Huysmans dateert vermoedelijk van rond 1916 en van op het einde van de aspergetijd. Links Melanie De Laet die een jaar later in het klooster zou treden, rechts van Melanie Lidia Jacobs, aspergekoopman Juul en Frans Boonen. Onderaan Tille Van Hoof en Pelagie Coosemans.
-Melanie De Laet als zuster Victoria.
-Gedachtenisprentje van oudstrijder Frans Coeckelbergh.
In het lokaal van Rik Verschuren op de Juniorslaan had een wipschutting plaats. Rene Put schoot zich koning. Er namen 45 schutters deel. De club van Rik Verschuren telde 15 leden die regelmatig aan schuttingen deelnamen. Op 29 juli was er een nieuwe schutting in dit lokaal met voor 2.500 fr aan prijzen. (DB)
1956 – Van 24 tot 27 mei : Retraiten voor toekomstige soldaten.
“De jongens die dit jaar zullen opgeroepen worden, zullen er goed bij varen, vooraf een retraite te volgen te LIER; Onkosten : 180 fr. ; hiervan wordt 80 fr. vergoed door MILAC. Begin : 18u30. Men kan zich laten inschrijven bij Jan De Decker. Andere perioden waren ook : 24 tot 27 september en 22 tot 25 november.” (DB)
1956 – 28 mei : Aanvang der werken aan de Kapellebaan.
Herkasseiing. (DB)
1956 – 31 mei : Vergadering B.J.B.-meisjes.
De vergadering werd ingezet met een formatie waarna een korte Mariahulde volgde, daar zorgde Lutgard Hellemans (foto onderaan) voor. José De Smet bracht verslag uit over de belevenissen te Lourdes. De proost handelde over “Ons apostolaat steunt op kracht van de Eucharistie” waarna er duchtig werd gezongen. Dan volgde het leiderswoord en de beroepsles van Mariette De Prins handelde over “Onderhoud van nylon en wol”. José De Smet had ook nog iets meegebracht uit Lourdes. “Het” werd verloot en gewonnen door Maria Somers. (DB, nr.7)
1956 – Juninummer “De Band” : Erg gekwetst.
“Constant De Prins (foto onderaan), Dorp, liep een erge diepe snijwonde op in de onderbuik bij het uitbenen van vlees in de beenhouwerij.”
Edmond De Prins, Rennekouter. Albert De Prins, Kleine Heide. Frans De Prins, Kleine Heide. Louis Lauwers, Scheerstraat. Neutiens Frans, Scheerstraat. Louis Vloeberghen, Scheerstraat. Louis De Croes, Dorp. Jan De Smedt, Dorp. Jozef De Decker, Tiendeschuurstraat.
1956 – Juninummer “De Band” : Perskaart voor Jan De Decker (afbeelding onderaan).
“De Vereniging der Uitgevers van de Katholieke Periodieke Pers liet ons weten dat onze hoofdredacteur in hun vereniging werd opgenomen ! Een speciale perskaart werd hem overhandigd.”
1956 – 1 juni : Onder de wapens.
Die dag werden verwacht in hun kazernes : -Marcel Van Hoof (foto onderaan), Blaasveldstraat, naar het Opleidingscentrum der Transmissietroepen te Mechelen (Noot : de oom en naamgenoot van de samensteller van deze Kronieken). -Léon Van de Sande, Grote Heide, naar het Opleidingscentrum Kwartiermeester en Vervoer te Leuven. -Jan Van de Sande, Grote Heide, naar het Opleidingscentrum Kwartiermeester en Vervoer te Leuven. (“DB”)
1956 – Maandag 4 juni : Vergadering Gemeenteraad.
Om 20 uur vergaderde de voltallige Gemeenteraad met als dagorde : 1. Rekening der C.O.O., dienstjaar 1955. 2. Goedkeuring lastboek van de ruimingswerken Dorpelpoelloop. 3. Herziening gemeentebelasting op het leuren. 4. Rioleringswerken in de Kouter en Dorpstraat. De ruimingswerken aan de Dorpelpoelloop worden geraamd op 45.900 frank. De riolering in de Dorpstraat tussen Meisjesschool en A. Van Steen. Hierna zal de Kouter aan de beurt komen. De éénvormige belasting op het leuren, namelijk 50 fr. per leurder, vastgesteld op de zitting van 18 februari, werd door de Provincie als “niet verantwoord” beschouwd. Men dient onderscheid te maken. Volgende bedragen werden dan bepaald : -leuren bij middel van velo : 15 fr. -Idem voor kruiwagen. -met triporteur of stootwagen : 100 fr per maand. -per auto : 50 fr per dag. Tot slot van deze zitting vroeg Frans Muysoms verkeersplaten in de Bist. De kwestie van de verkeersplaten in ’t algemeen wordt nader onderzocht. Men stelde voor, de snelheid van de auto’s te beperken bij het doorrijden van de dorpsplaats. Platen ad hoc zullen aangebracht worden. (DB, nr.7 van ’56)
1956 – 6 juni : Aanrijding.
Die dag deed zich een aanrijding voor op de Guido Gezellelaan te Mechelen tussen een vrachtauto, bestuurd door Frans De Nijs uit Leest, en een lichte bestelwagen, bestuurd door P. Gervais uit Schaarbeek. Louter stoffelijke schade. (DB)
1956 – Zondag 10 juni : Raffeisenkas.
“Op zondag 10 juni ging de jaarlijkse algemene vergadering door van de Raffeisenkas. De heer Wijnants, opziener van de Belgische Boerenbond, wenste inleidend Victor De Laet, (foto onderaan) kassier, geluk om zijn toewijding en stipte het feit aan dat V. De Laet voor de veertigste maal de jaarvergadering voorzat. Spreker zei verder dat de boeren niet voldoende hun organisatie kennen. Hij bracht verslag uit over de financiële toestand van de kas. De Raffeisenkas telde op 31/12/1955 220 spaarders. Het spaargeld op zicht bedroeg 7.795.000 fr en dat op termijn 2.000.000 fr. Uitstaande leningen met borg : 547.000 fr, idem grondkrediet : 1.600.000 fr. Winst 1955 : 8.130 fr. Vroegere reserven : 137.000 fr. Uitbetaalde intresten op spaarboekjes: 217.000 fr.” (DB, nr.7)
Afbeeldingen :
-Godelieve Bradt, Lutgard Hellemans en Paula Bradt. De naam van het meisje rechts heb ik niet kunnen achterhalen.
-Constant “Stanne” De Prins was ook een verdienstelijk wielrenner.
In “Leest in Feest” schreef Stan Gobien hoe de concurrerende Leestse fanfares met de processies omgingen tijdens de verkiezingen :
De processie voor de verkiezingen.
“De kopmannen van de Blekken en de Sussen voerden de strijd om de kiezers niet alleen. Ze werden bijgestaan door de muzikanten en de ereleden. Wanneer er verkiezingen waren, mochten ze niet ontbreken op de processies. Omdat zo goed als alle Leestenaars ofwel opstapten in de processie ofwel kwamen kijken, was het belangrijk dat ze met zo veel mogelijk aanwezig waren. De tegenpartij moest overtuigd worden van de sterkte en de neutralen moesten kunnen zien dat hun stem verloren ging als ze voor de minst talrijke groep stemden. Het bestuur, zowel bij de Blekken als de Sussen, deed een speciale oproep. Er werd van de muzikanten van de Blekken gevraagd dat ze zich godsvruchtig zouden gedragen en dat ze niet zouden praten in de processie. Bij de Sussen ging het nog verder. Hun dirigent vroeg een paternoster mee te nemen om devoot te bidden als de Blekken hun processiemarsen speelden… De jonge muzikanten van de Blekken die voor ’t eerst zouden optreden in de processie kregen een speciale voorbereiding. Ze moesten leren stappen en dat viel niet mee tegen zo’n traag en in slaap wiegend tempo. Om de houterigen en onervaren muzikanten het stappen te leren werd aan twee touwen een aantal lussen gemaakt, aan beide kanten evenveel. De jongeren staken hun voeten door de lussen en de instructeur deed dat in het voorste lussenpaar. En dan werd er geoefend. Het was net een rij galeiboeven. De grootste miserie was het, want de een na de ander sloeg tegen de grond omdat het geheel niet synchroon liep. Na een halve dag oefenen en een pak blauwe plekken waren de jonge Blekken klaar voor de vuurdoop. De Blekken speelden “Te Lourdes op de bergen”, in ’t Latijn heette die processiemars “Vox Populi, vox Dei”. Weinigen van de Blekken konden dat vertalen en sommigen konden het zelfs niet uitspreken, maar ’t was een processiemars die populair was, die goed in de oren klonk en die door de omstaanders werd meegezongen. Op het processierepertorium van de Blekken stonden ook “Saint Joan” en nog een trage mars die aan een andere heilige was gewijd. De Blekken vonden de marsen van de Sussen maar zus en zo en in plaats van te bidden telden ze de keren dat de bugels en de tuba’s de bemols of de kruisen vergaten te spelen.
Er werd geredetwist waar de fanfares zouden opstappen in de processie. Ze moesten natuurlijk ver genoeg uit elkaar gehouden worden en eigenlijk wilden ze niet in elkaars buurt marcheren. ’t Liefst van al liepen ze dicht bij het Heilig Sacrament, want hoe dichter ze erbij liepen des te meer kans ze hadden om de volgende verkiezingen te winnen. Dat dachten de diepgelovigen van de beide maatschappijen toch. De plaats in de processie was volgens hen even belangrijk en misschien nog belangrijker dan het lijstnummer met de verkiezingen. De Sussen mochten altijd het dichtst bij het Heilig Sacrament gaan…
Er werd om beurten gespeeld. Het werd een tactisch spelletje want elk van de twee fanfares wilde zijn muzikale kunsten tonen toen ze terug op het Dorpsplein kwam. Daar stond het meeste volk. De Blekken wachtten altijd zo lang om in te zetten dat de Sussen geen kans meer hadden om te spelen. Ondertussen liepen ze daar met hun paternoster in de hand en deden ze hun schietgebeden. Na de processie kwam een “strijder” van de Blekken aan de voorzitter vertellen dat hij een paar Sussen hardop had horen bidden : “Van de Blekken, verlos ons Heer !” De Blekken speelden de laatste processiemars twee keer en zonder rusten. De Sussen werden zenuwachtig. Er waren erbij die het zodanig op de heupen kregen dat ze de paternosterbolletjes lospeuterden. Direct vuurden de dirigent en de bestuursleden vlammende blikken naar de onhandige kerel die dat aangedurfd had. Vlak voor de kerk konden de Sussen hun laatste processiemars inzetten. Sommige muzikanten speelden met de paternoster in de hand en ze trokken daarbij zo’n vroom gezicht dat ze er als driekwart heiligen uitzagen. Veel effect had dat niet want het meeste volk was al de kerk binnengegaan. Daarbij werden de klokken geluid en het was voor de Sussen verdraaid moeilijk om de juiste cadans te houden. De Blekken waren ondertussen allang binnen in de kerk. Toen de Sussen ook binnenkwamen, hoorden ze zeggen dat er bij de Blekken een muzikant was die uit zijn beide broekzakken een rozenkrans met een heel groot kruis had hangen opdat iedereen zou zien hoe christelijk hij wel was. “En in de hand had hij nog een paternoster, de schijnheiligaard !” opperde een bestuurslid van de Sussen.
De verkiezingsstrijd barstte los in de dagen na de processie. De Blekken maakten de Sussen uit en omgekeerd. Al wat geschreven en gedrukt werd, stak niet zo nauw. Het was allemaal geheim en het kwam meestal van dezelfde drukpers. Er werd geschreven over mannen- en vrouwenkwesties, over dieven en profiteurs, over percentenpakkers en over zuiplappen. De Blekken beweerden dat de Sussen allemaal zwart geweest waren in de oorlog en zij allemaal patriotten. De Sussen schreven dat alle incivieken bij de Blekken zaten en zij allemaal vaderlandslievende mensen waren. Wie de lijsten nakeek en de pamfletten had gelezen, zou gezworen hebben dat iedere partij haar best had gedaan om zijn kandidaten speciaal te selecteren. Hoe dichter ze bij de kop stonden, hoe slechter en onbetrouwbaar ze waren volgens het drukwerk van de tegenpartij. Alles bij elkaar genomen zou een goedgelovig mens hebben kunnen concluderen dat er in Leest geen enkele goede mens op de kieslijsten te vinden was. Hoe dichter de keus kwam, hoe meer pamfletten er werden geschreven. De tegenpartij werd hoe langer hoe verderfelijker afgeschilderd…”
Foto’s :
-Oude foto van de fanfare van de “Sussen” “Arbeid Adelt”.
-De fanfare van de Blekken in een processie uit 1939.
-Agnes Piessens in een processie van 1953.
-Begin jaren ’60 : de Chirojongens passeren de Scheerstraat (Ten Moortele).
-De processie werd afgesloten door de leden van de gemeenteraad, de leden van de kerkfabriek en door de veldwachter. Op de foto uit 1960 herkennen we garde Vic Van Hoof, schepen Frans De Prins en rechts burgemeester Emiel Verschueren.