1914 – Zondag 10 mei : Stichtingsvergadering comiteit voor zuivere en gezonde melk
Omdat er jaarlijks duizenden kinderen stierven door vergiftiging veroorzaakt door het drinken van onzuivere melk werd een comiteit gesticht. De stichtingsvergadering ging door in het restaurant Lepage (plaats was niet vermeld) in aanwezigheid van verschillende hoogwaardigheidsbekleders waaronder ook Jaak Bernaerts, de burgemeester van Leest. (GvA, 13/5/1914)
1914 - Zondag 14 juni : Bliksem sloeg toe in het Mechelse
“…het was niet alleen te Mechelen in den Square van Van Beneden en in den trein, tusschen Mechelen en Weerde, dat het hemelvuur zijne parten speelde, maar ook te Battel en elders. Te Battel-Warande sloeg de bliksem in eene herberg en rammelde geweldig en grof in het buffet. Te Leest sloeg de bliksem glad een schoorsteen van het dak en een zak bakkerskolen, die op den zolder stond, vatte vlam, en stond gans in brand. De schade is gelukkiglijk niet erg.” (GvA, 17/6/1914)
1914 – Maandag 3 augustus : Geboorte van eeuweling en oudste mens van Leest Louis TEUGHELS. - Deel 1.
Decennialang was schrijnwerkerij Teughels een begrip te Leest. De mannen van Teughels waren begenadigde stielmannen. De bekendste telg Noldus (°Leest 7/2/1853, +10/1/1924) was naast schrijnwerker ook herbergier en van 1889 tot aan zijn overlijden in 1924, gemeenteontvanger. Hij woonde in “Den Roselaer” op het Dorpsplein. Het werkhuis van zijn schrijnwerkerij stond achter het huis en was gebouwd op de kerkhofmuur. In 1927 zou zoon Theodoor (“Dore”) de zaal, die bij het woonhuis hoorde, verbinden met het werkhuis en er één grote polyvalente ruimte van maken. Naargelang de omstandigheden deed ze dan dienst als schrijnwerkerij of als feestzaal. Daags voor een toneel of een teerfeest werd het decor tussen en boven de machines geïntegreerd, gingen de werktafels langs de kant en de feestzaal was beschikbaar. Trien Beullens (°Leest 20/6/1855, +Mechelen 24/8/1929) volgde haar man op als gemeenteontvanger : “Ingezien de lange jaren trouwen dienst van wijlen heer Teughels besloot de Gemeenteraad om de wedde van zijn weduwe te bepalen op de som door wijlen haren man als dusdanig genoten, hetzij a rato van 3.400 frank per jaar...” (Gemeenteraad van 12 januari 1924)
Adriaan Theodoor “Dore” Teughels (°Leest 7/9/1890, +Leest 11/9/1966) zette de zaak van zijn vader verder. Hij huwde met Emma Blommaerts uit Sint Katelijne Waver die hem tien kinderen schonk waarvan er acht in leven bleven. Op 3 augustus 1914 werd Louis (“Lowieke van Dore”) geboren, als tweede in de rij. Met zijn broer Frans “Susse” zette hij de zaak verder. Frans, binnenhuisarchitect, bouwkundig tekenaar, schilder, tekenaar, verzamelaar van getekende wegenkaarten en veelschrijver, was multigetalenteerd. Zijn cursiefjes in “De Band” werden zeer gesmaakt. Een andere broer Juul bracht het tot schoolhoofd in Kapelle op den Bos en een zus van Louis, Maria, huwde Aloïs Hendrickx, jarenlang hoofdonderwijzer in de stedelijke jongensschool van Leest.
In 2003 heb ik Louis Teughels voor het eerst geïnterviewd. Hij was toen 89 en ook toen al de oudste inwoner van Leest. Lowieke interviewen was geen sinecure, hij was zeer bescheiden en geen prater, het kostte enige moeite hem op gang te krijgen. Wat mij toen vooral opviel, Lowieke leefde voor 100 procent in het heden, wat voorbij was, was voorbij, kon niet meer veranderd worden en wat de toekomst in petto had, dat moest ge maar nemen zoals het kwam. Hij leefde in harmonie met zichzelf en met de rest van de wereld en elke dag ervoer hij als een geschenk.
Naar aanleiding van zijn eeuwfeest in 2014 schetste ‘Kerk en Leven’ (20/8) onder de titel ‘Eeuweling Louis Teughels’ ook een portret van de krasse ouderling. Ik heb beide verslagen samen gebracht teneinde een completer beeld te krijgen van zijn levensloop. Met zijn vrouw, haar officiële naam was Maria Mathilde Absillis, maar iedereen noemde haar “Tille van de Waisj” (°Leest 20/12/1916, +Mechelen 21/6/1984) zette hij vier kinderen op de wereld : vier prachtige zoons, mannen met handen aan hun lijf, zoals hijzelf. De oudste Theo (°1942) was een bekwaam meubelmaker in een Mechelse firma en ging in 1978 in het onderwijs. Elf jaar avondschool maakte van hem een expert in het ontwerpen en fabriceren van meubelen en ook sierboetseren en ornamentstekenen had voor hem geen geheimen. Theo huwde met de Sterrebeekse onderwijzeres Stef Machtens. Zij kregen twee kinderen : Luc en Wim.
Jan (°1944), de tweede zoon, studeerde af als onderwijzer en gaf jarenlang les aan de stedelijke jongensschool te Leest. Ook hij is een vat vol talent : zijn woning, naast de pastorij in de Pastoor De Heuckstraat, werd eigenhandig door hem gebouwd. Metserij, bezetting, voegwerk, elektriciteit, schrijnwerkerij...Jan deed het allemaal zelf ! Jan huwde Erna Verhaegen uit Hever-Schiplaken. Ook zij hebben twee zoons : Johan en Noël en een kleindochter Floore.
Zoon Arnold (°1951) is een even handige Harry als zijn broers en werkte jarenlang als smid aan de stad Mechelen. Arnold huwde Marina Eeckeleers. Dit echtpaar kreeg 3 kinderen : Vanessa, Geert en Glenn.
Benjamin Frans (°1954) eindigde ook in het onderwijs, ook hij gaf, zoals zijn broer Theo, houtbewerking aan TSM Mechelen. Frans huwde Carine Van Rompay die hem twee zonen schonk : Yves en Kris.
Vervolgt.
Foto’s : -Tekening van “den Rooselaer” door Carlo Hontoir. -Het gezin van Noldus Teughels. Achteraan links Trien Beullens, haar man Noldus en dochters Marie en Clotilde. Zittend : de zonen Theodoor (Dore, de vader van Louis), Frans, Henri en Louis. -Louis Teughels tijdens een Leestse kermis met één van zijn zoontjes. -Louis in 1998. -“Lowieke van Dore” met echtgenote “Tille van de Waisj”.
Wijzigingen – aanvullingen Kronieken van Leest. Slot “De Ramp van Willemstad”.
Emiel VAN WINGHE
“Heden zeven juni 1940 verscheen voor mij, Ambtenaar van den burgerlijken stand der gemeente Willemstad Veermand Anna Adriaantje, oud zeven en twintig jaren, ambtenares ter Secretaire wonende te Willemstad die verklaarde, daarvan uit eigen wetenschap kennis dragende, dat op zeven juni dezer jaars des voormiddags ten negen ure, in deze gemeente is overleden VAN WINGHE Emiel Louis oud twintig jaren, soldaat, wonende te Leest. Zoon van Van Winghe Frans Lodewijk, landbouwer en Peeters Marie Emerentia, zonder beroep, beiden wonende te Leest.”
Zijn grootouders waren Franciscus Van Winghe – Theresia Emerentia De Boeck, landbouwers in de Kapellebaan en langs moederskant Joannes Ludovicus Peeters en Maria Francisca Van den Heuvel, landbouwers in de Winkelstraat. Het beroep van Emiel was landbouwer, hovenier. Op zijn gedachtenisprentje staat als overlijdensdatum 31 mei 1940 en op de officiële overlijdensakte van de gemeente Willemstad staat 7 juni 1940. Is zijn lichaam dan pas gevonden of heeft hij de ontploffing in eerste instantie overleefd en is hij later overleden aan zijn verwondingen ? Dat blijft een openstaande vraag.
“Hij is groot, die sterft voor de verdediging van zijn Vaderland. De Koning roept en de soldaat zegt : “Ik ben bereid.” Naar hen zal de jeugd opzien als naar ’n Dappere voor wien zij in bewondering staat. Alles moest hij verlaten om als een dapper strijder de rechten van land en volk te verdedigen. Vertrouwend op God, geen gevaren vrezende, trok hij ten strijde en wanneer hij gevallen was in den strijd, riep de Heer hem toe : “Kom goede en getrouwe knecht, treed binnen in de vreugde uws Heeren.”
Een grote droefheid overviel zijn vader en zijn moeder en beiden begonnen te wenen omdat hun zoon nog niet terug was op den dag dat zij hem hadden verwacht. Zij waren ontroostbaar, stortten bittere tranen en zuchtten : “Ach ! Mijn zoon, het licht onzer ogen, en de staf onzer oude dagen, de troost van ons leven en hoop op nageslacht…gij waart ons alles !”
Lieve ouders, na verdediging van mijn aardsch Vaderland en gevallen te zijn in den strijd, ga ik mijn loon ontvangen in het eeuwige Vaderland om er den lof te zingen van Jezus’goddelijk Hart. Vaartwel dan, lieve ouders, familie en vrienden weldra zien wij elkaar weder bij God, waar geen droefheid meer zal zijn. Zoet Hart van Jezus, wees mijn liefde. 300 d. afl.” (Aangrijpende woorden uit zijn gedachtenisprentje) Marcel E. Van Hoof, Blaasveld september 2017.
Bronnen
-“Leest Geweest”. -“Rhenus 127” Wikipedia. -Belgische Oorlogsbegraafplaats Willemstad – TracesOfWar.com. -“Denkend aan de ramp in Willemstad” -Internetgazet. -Willemstad – Belgische Erehof – Stichting Dodenakkers.nl. -“De Scheepsramp in Willemstad” – Meetjesland 1940.be. -Gazet van Antwerpen : “Schip met Belgische krijgsgevangenen zinkt”. (12/11/2005) -Lieve Huysmans. -Margo van de Belt, stadsgids Willemstad.
Foto's : -Emiel Van Winghe. -Zijn officële overlijdensakte. -Zijn doodsprentje. -Zijn laatste rustplaats.
Willemstad is een vestingstad in de gemeente Moerdijk in de Nederlandse provincie Noord-Brabant. Willemstad ligt waar Volkerak en Hollands Diep elkaar raken. Dichtstbijzijnde grote plaatsen zijn Rotterdam, Dordrecht en Breda. De oorspronkelijke benaming was Ruigenhil. Vanaf 1584 werd de naam Willemstad gehanteerd, ter ere van de in dat jaar vermoorde Willem van Oranje. In eerste instantie telde de vesting rond Willemstad vijf bastions en twee kleine forten maar o.a. Prins Maurits liet de vesting uitbreiden tot zijn huidige vorm van een zevenpuntige ster. De Koepelkerk uit 1607 is de eerste voor de protestantse eredienst gebouwde kerk in Nederland.
In mei 1940 speelde Willemstad een bescheiden rol in de verdediging van Nederland. Een kleine eenheid van troepen vormde een voorverdediging, vooral de veerpunt was daarbij van belang. Op de vierde dag van de oorlog, op 14 mei veroverde een Duitse verkenningseenheid met pantserwagens na een korte schermutseling Willemstad. Op de oude wallen werden enkele kazematten gebouwd en een beperkt garnizoen was aanwezig om ze te bezetten. Soldaten van dit garnizoen hebben een helpende hand uitgestoken om de Belgische drenkelingen te redden na de ramp.
Tegenwoordig is Willemstad een populaire toeristische attractie. Ieder jaar komen er veel toeristen naar de stad toe om de prachtige oude binnenstad te bewonderen die elk weekend autovrij wordt gehouden. De jachthaven in de oude binnenstad telt 240 ligplaatsen en net buiten het dorp liggen twee campings.
Einde september 2017 bezocht ik het stadje samen met mijn echtgenote. De bedoeling was om bijkomende informatie te verwerven, het Erehof te bezichtigen en daar enkele kiekjes te maken van het monument met de namen van de gesneuvelden en vooral van de naam van Emiel Van Winghe. De Belgische Erebegraafplaats bevindt zich tussen de twee jachthavens en op een twintigtal meter van de oever van het Hollands Diep, enkel gescheiden door een bomenrij. Het monument is omzoomd door een mooie tuin en verfraaid met prachtige bloemen. Het bouwwerk zelf is prima onderhouden en alle namen zijn perfect leesbaar. Dit Erehof is in beheer bij de Nederlandse Oorlogsgravenstichting en wordt onderhouden door de gemeente. Nadien brachten wij een bezoek aan het centrum van dit lieflijke stadje en genoten van de toeristische trekpleisters en van de gastronomische gastvrijheid van haar bewoners. Eén minpuntje : het katholieke kerkje is intussen gesloten en privébezit geworden. Daarbinnen zouden zich verschillende foto’s van de ramp bevinden wist een stadsgids ons te vertellen.
Vervolgt.
Foto’s :
-Willemstad heeft de vorm van een zevenpuntige ster. -Mooie ansichtkaart van het stadje. -De protestantse koepelkerk. -De Oranjemolen. -Het is gezellige wandelen in Willemstad.
Vervolg - Ramp te Willemstad met Emiel Van Winghe.
Wijzigingen – aanvullingen Kronieken van Leest. Vervolg “De Ramp van Willemstad”.
BEGRAVEN
Op zaterdag 1 juni 1940 vond in het kleine rooms-katholieke kerkje van Willemstad een requiemmis plaats voor de drie eerste Belgische militairen die bij de ramp waren omgekomen. Nadien werden ze te Willemstad begraven waarbij Duitse militairen een ere-escorte vormden en drie salvo’s afvuurden.
Er wachtten nog trieste dagen : de berging van de vele lijken. Om het afdrijven van de lichamen te voorkomen gingen dagelijks een aantal personen op zoek naar verdronkenen. Om deze onaangename karwei uit te voeren werden ploegen samengesteld. Een ploeg spoorde op het water naar lijken en maakte die vast aan hun bootjes om ze vervolgens naar de wal te brengen. Een tweede ploeg aan land recupereerde de persoonlijke bezittingen en naamplaatjes van de slachtoffers. Die werden gereinigd, afzonderlijk verpakt en aan het Rode Kruis bezorgd. Een derde ploeg moest de graven delven. De stoffelijke overschotten spoelden niet alleen aan in Willemstad maar ook in bijna alle gemeenten langsheen het Hollands Diep. Dagelijks trokken, onder begeleiding van politie, vissers er op uit in dorpen als Oolgentsplaat, Den Bommel en Numansdorp om lichamen te bergen.
Eén van de schippers die lijken ging opvissen vertelde onder meer : “Ik herinner me nog een keer dat we 7 lijken tegelijk moesten slepen en dat we niet tegen de stroom op konden… Het gezicht van de man die met open ogen naar mij toegewend lag, zal ik nooit vergeten, ook weet ik nog dat ik tegen hem praatte. Het werk dat de anderen moesten doen was ook verre van gemakkelijk. Denk je maar eens in : uren door het riet om er te komen. Op het laatst werd het vinden vergemakkelijkt door de meeuwen en de kraaien, en eenmaal dichterbij gekomen door de wolken vliegen…”
Op 4 juni werden er 9 en de dag nadien 15 lijken begraven. Enkelen daarvan werden nog gekist, de overigen vonden hun laatste rustplaats in een massagraf. Op 6 juni 31 lijken en op 7 juni bereikte men het trieste record van 32.
Al snel raakte het massagraf op het algemene deel van het Nederlandse Hervormde kerkhof vol, maar bovendien was het met het oog op de volksgezondheid niet meer verantwoord om de lichamen door de stad te vervoeren. Na overleg verbood het gemeentebestuur het verder begraven van slachtoffers op het kerkhof en gelastte het een tweede massagraf aan te leggen buiten de Waterpoort langs de oever van het Hollands Diep, gelegen naast de aanlegsteiger. Bij het bergen van de “Rhenus 127” einde augustus 1940 -het voor- en achterschip waren in twee delen uiteengeslagen als gevolg van de ontploffing- werden nog 22 zwaar verminkte lichamen gevonden waaronder dat van de Duitse schipper. Vijf onder hen konden niet meer worden geïdentificeerd. Ze werden niet gekist, met twee op elkaar gestapeld, vervolgens bestrooid met ongebluste kalk en begraven in het tweede massagraf. Die lichamen hadden, in volle zomer, een drietal maanden in het water gelegen.
Na de oorlog werd onderzocht of het mogelijk was de stoffelijke overschotten over te brengen naar België, maar dit stuitte op grote praktische problemen. Ook bleek het in stand houden van twee afzonderlijke massagraven te bezwaarlijk, ook met het oog op te plaatsen monumenten en te houden herdenkingen. Daarom besloot men om diegenen die met elkaar stierven ook met elkaar te begraven in het massagraf aan het Hollands Diep. Dit oorspronkelijke kerkhof buiten de Waterpoort was echter te klein en moest dus opnieuw worden aangelegd. Op 14 april 1950 werd het ingewijd en op 29 mei van dat jaar, Tweede Pinksterdag, werd een monument van Franse kalksteen onthuld ter nagedachtenis van de 134 slachtoffers die er begraven liggen. De steen is 1 meter hoog, 3 meter breed en 3 meter diep. In 1963 werden er twee gedenkstenen aan het monument toegevoegd. Links onder het kruis staat vermeld : HIER RUSTEN 134 BELGEN, gevallen voor hun vaderland en het onze 30 mei 1940. Aan de rechterkant onder het kruis staat deze zelfde beschrijving in de Franse taal geschreven. Ook de namen van de gesneuvelden staan vermeld op het monument.
Uiteindelijk kwamen er 167 Belgische militairen om bij deze scheepsramp en raakten er 276 personen licht of zwaar gewond. Voor de 134 dodelijke slachtoffers die begraven liggen op het Erehof in Willemstad is er jaarlijks op Tweede Pinksterdag een herdenking. Tegen het middaguur is er dan een kerkdienst in de grote kerk en daarna gaan de genodigden naar de erebegraafplaats bij het havenhoofd in Willemstad waar de kranslegging volgt en de volksliederen van België en Nederland worden gespeeld. Vervolgens gaan de genodigden dan per boot het Hollands Diep op om daar een krans neer te leggen.
Na de berging en herstelling kwam de “Rhenus 127” opnieuw in de vaart onder verschillende namen en rederijen. In 2013 voer het als Athos voor een eigenaar uit Giurgu (Roemenië).
Vervolgt.
Foto’s : -Het kleine katholieke kerkje van Willemstad is thans in privé-handen. -De eerste lijken werden nog individueel begraven. -De ingang van het Erekerkhof. -Het monument is omzoomd door een mooie tuin en verfraaid met prachtige bloemen. -"Hier rusten 134 Belgen, gevallen voor hun vaderland en het onze. 30 mei 1940." -Rechts op de voorlaatste kolom de naam van Emiel Van Winghe.
1940 – 30 mei : Schip met Belgische krijgsgevangenen gezonken. 167 doden waaaronder Leestenaar Emiel Van Winghe
De ramp met de Rhenus 127 te Willemstad
Wijl honderdduizenden Belgen naar Frankrijk of via Duinkerken naar Engeland gevlucht waren drong de Belgische regering er bij de koning op aan om hetzelfde te doen maar Leopold III weigerde, omdat het hem beter leek in het land te blijven en te proberen een neutrale politiek te voeren. Hij tekende op 28 mei de onvoorwaardelijke overgave van het Belgische leger en zou trachten een regeling te treffen met nazi-Duitsland waarbij hij het land zou blijven leiden en met het Belgische leger de orde zou handhaven. Deze houding zou na de oorlog leiden tot de zogenaamde “koningskwestie”, waardoor hij in 1951 afstand deed van de troon ten gunste van zijn zoon Boudewijn. Het zou anders lopen, want na de capitulatie werden de Belgische soldaten krijgsgevangen genomen. Een groot deel werd naar Duitsland gebracht. Zo vertrokken in de laatste dagen van mei ook grote groepen soldaten, die krijgsgevangen waren gemaakt in de omgeving van Gent, naar het Zeeuws-Vlaamse dorp Axel om daar op konvooi te worden gesteld naar kampen in Duitsland. Onder hen ook de 20-jarige Leestenaar Emiel Van Winghe (°Leest 24/10/1919), soldaat bij het 7de linieregiment en een klein aantal Franse krijgsgevangenen.
In Axel werden de mannen ingeladen in een viertal rijnaken om over het water naar Duitsland getransporteerd te worden. De mannen waren nog vermoeid van de strijd en hadden zich enkele dagen niet kunnen wassen en scheren. Aan boord kregen ze een brood per twee man en moesten ze staand in het diepe ruim plaats nemen. Drinkwater was er nauwelijks. De tweede rijnaak van het konvooi was de “Rhenus 127”, die aan een kabel de derde rijnaak sleepte. In dat derde schip bevonden zich ruim 1000 krijgsgevangen Belgen. De dekplanken van dat schip waren te slecht, waardoor alle soldaten gedwongen waren benedendeks te blijven. Dit in tegenstelling tot de “Rhenus 127” waar honderden soldaten op het dek zaten. Met het oog op de komende gebeurtenissen had dit feit een groter drama voorkomen.
Op donderdag 30 mei 1940 rond 9 u ’s morgens vertrok uit Walsoorden (Zeeuws-Vlaanderen, thans een deelgemeente van Hulst) het konvooi bestaande uit 4 schepen. Tegen de avond van diezelfde dag voeren de schepen het Hollands Diep op. Omstreeks 19u20, langs de kleine binnenhaven van Willemstad (Noord-Brabant), klonk er plotseling een vreselijk luide knal die alle huizen in het stadje deed daveren. Een magnetische mijn, in de eerste oorlogsdagen afgeworpen door Duitse vliegtuigen in het Hollands Diep, had de “Rhenus 127” aan de kiel gespleten. Men had de Duitse Ortskommandant van Willemstad er voordien op gewezen dat er op 13 mei 1940 Duitse magneetmijnen waren afgeworpen in het Hollands Diep maar hij had hieraan geen gevolg gegeven. De “Rhenus 127” zonk op vrij korte tijd zo’n 700 meter ten noorden van Willemstad en circa 300 meter uit de wal. De honderden vermoeide Belgen, veelal gekleed in dichtsluitende soldatenjassen en loodzware schoenen, waren in het water geraakt. Tientallen verdronken voor de ogen van hun kameraden die nauwelijks in staat waren om hulp te bieden. Al snel kwamen Duitse mariniers die het Hollands Diep bewaakten en ook bewoners van Willemstad met hun boten ter plaatse. Maar het grootste leed was in de eerste ogenblikken van de ramp al geschied. Tientallen soldaten waren beklemd geraakt in de compartimenten waaronder de mijn was ontploft en stierven een verschrikkelijke verdrinkingsdood. In de minuten daarna probeerden anderen het vege lijf te redden, maar het verwrongen ruim bemoeilijkte dit aanzienlijk. Bovendien raakten velen besmeurd met stookolie die uit het getroffen schip wegvloeide. Door de snelle tussenkomst van de inwoners van Willemstad is echter een nog grotere ramp voorkomen. Aan wal werd het eerste groot alarm gegeven door de Nederlandse Luchtbeschermingsdienst en vervolgens door de Duitse Kommandant van Willemstad. Met militaire motorbootjes werd ter hulp gesneld. Ook de vissers en andere mensen uit Willemstad schoten met hun boten en scheepjes ter hulp. De drenkelingen waren helaas zo talrijk dat redding een haast hopeloze zaak scheen. Vaak moesten ze aan hun kleren worden opgeheven omdat de uitgestoken handen te glad (te vettig van de olie) waren om hen zo in een boot te hijsen. Er speelden zich heroïsche taferelen af. Zo hield een Duits soldaat een van de gevangenen bij de haren vast, onderwijl de kleren van een andere gevangene tussen zijn tanden klemmend, opdat ze niet zouden verdrinken. Sommigen van de redders gingen zo in hun taak op dat zij overboord sprongen om de schipbreukelingen het hoofd boven water te houden. Met ladders, deuren en karren werden de drenkelingen naar de hoofdstraat van Willemstad gebracht, alwaar ze op stro te ruste werden gelegd. Zwaargewonden werden binnenshuis verzorgd. Kleer- en linnenkasten werden leeggemaakt om de soldaten droge en propere kleding te geven en de inwoners zetten koffie en thee, smeerden boterhammen à volonté en deelden sigaretten uit. Ook uit naburige gemeenten was al snel hulp gekomen, een tiental dokters uit de regio snelden ter hulp en van overal kwamen verpleegsters en helpsters hun diensten aanbieden. Rond middernacht arriveerden de eerste ziekenwagens om gewonden naar omliggende ziekenhuizen te vervoeren. Tot diep in de nacht werden drenkelingen uit het koude water gehaald. De volgende dag werden diegenen die geen letsel hadden overgehouden aan de ramp ingescheept in de andere rijnaken en vertrokken richting Duitsland. Daar geen inschepingslijsten werden opgesteld is niet geweten hoeveel Belgische militairen aan boord waren. Men kan geredelijk aannemen per schip circa 1200 personen.
Getuigenissen
Een getuige : “Het was een hels tafereel, de “Rhenus 127” de kiel opengereten, richtte zich met de voorsteven even op en vormde met de achtersteven als het ware een rechte hoek. Er ontstond grote paniek op het overvolle, zinkende schip : geschreeuw, gekrijs, angstkreten en daar bovenuit het aanhoudend gehuil van de scheepssirene…”
Een andere getuige : “De brancardiers op het andere schip zagen nu een bruine massa rondspartelen in het schuimende en golvende water : tientallen soldaten waarvan er sommigen poogden te zwemmen. Maar het koude water, de dichtsluitende soldatenjassen en de loodzware schoenen beletten een langdurige inspanning, zij spoelden verder mee met de verschillende stromingen van de watergeulen. Men stond machteloos : er was geen hulp te bieden. De aalmoezeniers prevelden herhaalde malen de woorden : ‘Ego te absolvo’. Touwen of reddingsboeien waren er niet. De militairen op de andere schepen moesten hulpeloos toezien hoe hun kameraden verdronken”.
Alfons Leyssens die aan boord van de “Rhenus 127” was, verwoordde later het drama aldus : “Een verschrikkelijk schouwspel dat geen mens, zelfs geen overlevende van de ramp, in staat is te beschrijven. Ik stond op het dek toen het schip met een hevige slag in twee is gescheurd en door de ontploffing vloog ik meters hoog in de lucht om, met een kleine boog, in het water terecht te komen. Ik ging zo diep dat ik juist op tijd aan de oppervlakte verscheen om te ademen. Maar daar zag ik dat ik een dijbeen in handen had : heel waarschijnlijk van een Duitse wachter die zich op het schip had bevonden, want rond het been bevond zich een stuk grijs uniform. Uit vrees voor verdere ontploffingen ben ik van het schip weggezwommen intussen uitkijkend naar een balk of stuk hout waaraan ik me zou kunnen vastklampen om wat uit te rusten. Maar niets, niets dan splinters hout die op het water dreven. Ik was op 1 km van de oever en moest blijven rondzwemmen om boven te blijven. Tot eindelijk een vissersboot naderde en een reddingsboei uitwierp naar een soldaat die in mijn nabijheid was. Juist als deze de boei wilde grijpen, zonk hij en verdween. De boei werd ingehaald en naar mij geworpen. Zo werd ik gered…”
Adriana Groen (93 in 2005 tijdens de herdenking), die langs het water fietste toen ze een knal hoorde : “Ik was verpleegster en werkte bij het Rode Kruis. Ze vertelden me dat er een binnenschip ontploft was. In de schemering zag ik honderden mensen rond de romp drijven. Een uur later lag de hoofdstraat vol lichamen. Ik heb talrijke mond-op-mondbeademingen en hartmassages moeten toepassen. Ik wist niet waar je moest beginnen, overal hoorde je gejammer. De volgende dag kwamen ze ons alleen nog doden brengen, met buiken die opgezwollen waren door het water”.
Vervolgt.
Foto’s : -Rijnaken vol met Belgische krijgsgevangenen. -Emiel Van Winghe. -De “Rhenus 127”. -De rijnaak enkele dagen na de ramp.
Vervolg : De orde van de redemptoristinnen te Leest
Lijst der zusters Redemptoristinnen van Mechelen die te Leest begraven zijn, met kloosternaam, ‘in-de-wereld’-naam en datum van overlijden. Eddy Apers wees me op een aantal fouten in de oorspronkelijke lijst van G. Herregods.Hij baseerde zich op de officiële geboorte- en overlijdensakten. Hierna de verbeterde namenlijst, hier en daar aangevuld met bijkomende gegevens.
-Moeder M. Alphonse – stichteres – Jeanne Abel Eugenie Gauvenet Dijon – Dochter Jean Lazare Gauvenet Dijon Strasburg en Agathe Jeanne Crelé Lorient. Ze was geboren te Lorient (Frankrijk-departement Morbihan) op 3/1/1793 en overleed te Mechelen op 23 maart 1869. (foto onderaan)
-Moeder M. Gabrielle – medestichteres – Marie Victoire Eder – Dochter van Antoon Eder en van Maria Clinton. Ze was geboren te Waehring (Währing) (18 Distr van Wenen – Oostenrijk) op 23 december 1808 en overleed te Mechelen op 1 februari 1888. (foto onderaan)
-Zr Marie Michelle – Charlotte Bicquet Marie Charlotte Biquet °St-Truiden 27 januari 1801 (7 pluviose an IX) +Mechelen 26 januari 1861. Dr van Dieudonné Leonard Biquet en Anne Marie Waettens
-Zr Antoinette – Anna Smeets - Anne Catherine Smeets, geboren Voerendaal (NL) 22 april 1814 – overleden te Mechelen 11 juni 1879. Dr van Jean Pierre Smeets en Anne Marie Rutten .
-Zr Joseph – Anna Elisabetha Torfs, °Berlaar 07 februari 1821 - +Mechelen 20 maart 1864 Dr van Petrus Franciscus Torfs, landbouwer °Wiekevorst en Theresia Schoeters °Berlaar
-Zr Scholastique – Maria Agatha Peters °Boxmeer (NL) 07 april 1817 - +Mechelen 19 april 1882 Dr van Petrus Marianus Peters en Anna Francisca Hoctin.
-Zr Marthe – Virginie Moerkerke – °Beveren (bij Roeselare-Ieper) 21 juli 1833 -+Mechelen 20 februari 1866 Dr van Josephus Moerkerke, herbergier °Heule en Helena Saenen.
-Zr M. Stephanie – Elisabeth Maria Josephina Ludovica t’Serclaes °Noorderwijk 05 juli 1824 - Mechelen 10 januari 1868. Dr van Victorinus Gislenus Nicolaus t’Serclaes, particulier °Brussel en Theresia Agatha Gabriel Godfriaux °Thienen.
-Zr M. Victoire – Emma Theresia Maria Gislena de Moerman d’Harlebeke °Gent 20 oktober 1827 - +Mechelen 23 juli 1868. Dr van Carolus Maria Gislenus Burggraaf de Moerman d’Harelebeke en van Désirée Pycke de ten Aerden.
-Zr Joseph – Marie Rose Gillet ° Flamierge (Prov. Lux) 30 oktober 1835 - +Mechelen 25 mei 1883. Dr van Pierre Joseph Gillet, cultivateur en Marie Françoise André.
-Zr Marie Agnès –Josephine Eugenie Dupont °Luik 09 maart 1822 - +Mechelen 25 dec 1890. Dr van Servai Josephs Dupont, hoedenmarchand en Marie Elisabeth Laloux.
-Zr Marie Thérèse – Leonia Maria Josephina Ghislena Desmaisieres de Wault °Brussel 08-07-1830 - +Mechelen 16 okt 1879. Dr van Desiderus Franciscus Desmaisieres Burggraaf de Wault, grondeigenaar en Leopoldina Josephina Ghislena de Lichtervelde, beiden wonende te Rijsel (Fr).
-Zr Marie Gonzague – Emma-Marie Maus °Huddersfield ( graafschap York - GB) 13 juli 1837 - +Mechelen 25 jan 1867. Dr van Michel Joseph Eugene Maus en Colette Catherine Vanden Berghe.
-Zr M. Anne Joseph – Baronne Amelie Van der Straten-Waillet (Maria Hyacintha Amelia van der Straeten Waillet) °Waillet (Prov. Namen) 26 juni 1834 - +Mechelen 8 maart 1895. Dr van Hendrik Baron van der Straeten-Waillet en Lauris de Bex.
-Zr M. Mechtilde – Celina Norbertine Octavie Urbain ° Paturages (Prov. Henegouwen) 16 augustus 1825 - + Mechelen 2 nov 1876. Dr van Norbert Urbain, employé en Anastatia Delattre.
-Zr M. Francoise – Eulalie de Cambry de Baudimont Eulalie Pauline Josephine Ghislaine Decambry De Baudimont °Doornik 14 december 1841 - +Mechelen 10 aug 1867. Dr van Alberic Réné Joseph Decambry De Baudimont, eigenaar, en Josephine Caroline Françoise Vanden Branden De Reeth.
-Zr Marie Cécile – Cornelie Marie Josephina Peyrot °Antwerpen 25 mei 1836 - +Mechelen 12 april 1898. Dr van Jean Daniel Peyrot, handelaar en Pauline Marie Antoinette Van Bommel.
-Zr Philomène – Henriette Josephe Robert °Luik 30 oktober 1831 - +Mechelen 16 jan 1894. Dr van Henri Robert, dagloner en Margarithe Radoux.
-Zr Séraphine – Elisa Marie Louise De Schrijver °Elsene 10 november 1844 - +Mechelen 26 dec 1891. Dr van Jean François Joseph De Schrijver, schrijnwerker en Marie Catherine Hallon.
-Zr Jeanne Berchmans – Catharina Julia Van Gompel °Ramsdonk 17 juli 1850 - +Mechelen 18 juni 1876. Dr van Philippus Van Gompel, landbouwer, °Ramsdonk en Maria Catharina Lauwers °Tisselt.
-Zr Alphonse Thérèse – Marie Reine Antoinette Breidenbend °Mayence (Mainz – D) 20 april 1847 - +Mechelen 13 mei 1877. Dr van Pierre reidenbend en Margeurithe Elisabeth Heydt.
-Zr Augustine – Anna Helena Ramakers °Vliermaal (Prov Limb.) 15 januari 1838 - +Mechelen 14 juni 1897. Dr van Gerard Jozef Ramakers en Catharina Jannette.
-Zr Raphaël – Maria Catharina Vanzonhoven °Paal 27 mei 1832 - +Mechelen 13 febr 1899. Dr van Augustinus Vanzonhoven, wever en Maria Catharina Vanwetswinkel.
-Zr M. Gonzague – Elise Augustine Godtschalck (als eerste naam – zie geboorteakte) Charlotte Louise Godtschalck (als tweede naam – zie geboorteakte) °Warneton (Waasten) 26 juni 1831 - +Mechelen 7 sept 1903. Dr van Louis Jacques Godtschalc, Notaire public,°Warneton en Elise Françoise Van Elslande ° Wervik.
-Zr Mechtilde – Celine Urbain – + 2 nov 1876. -Zr M. Séraphine – Marie Angèle Aubepin ° Châteauroux (Fr) 02 oktober 1843 - +Mechelen 23 juni 1871 Dr van Silvain Auguste Hippolite Aubepin en Charle Louise Angeline Pellerin.
-Zr M. Paul – Octavie Galbaud du Fort Aurelia Eugenia Maria Octavia Galbaud du Fort °Colommiers (Fr) 24 oktober 1834 - +Mechelen 2 nov 1901. Dr van Frans Amazan Galbaud du Fort en Francisca Eugenia Perrin.
-Zr M. Jeanne – Josephina Maria Elisabeth Crielaers °Heusden (NL) 18 april 1838 - +Mechelen 31 dec 1898 . Dr van Corneel Jozef Crielaers Heusden en Adriana Norberta van de Wiel +Brussel.
-Zr M. Clémentine – Silvia Catharina Petronella Rowijs °Antwerpen 27 maart 1828 - +Mechelen 9 dec 1903 Dr van Joannes Henricus Rowijs, kommissionaris, °Gent en Barbara Maria Josephina Buys °Brussel.
-Zr Alphonsine – Adelia Celina Demarlier (Celine Adele Demarlier)°Bauffe (Prov. Henegouwen) 05 december 1864 - +Mechelen 9 sept 1906 Dr van Frederic Demarlier, herbergier en Florentine Soudans.
-Moeder M. Alphonse – Comtesse M. Louise de Villégas de St Pierre Marie Louise Charlotte Ghislaine Devillegas Comtesse de St Pierre Jette °Brussel 14 juni1835 - +Mechelen 12 december 1913.Dr van Louis Alexandre Gustave Joseph Ghislain Devillegas Comte de St Pierre Jette en Anna Marie Josphine Pangaert.
-Zr Marie Rose – Baronne Maria Coppens – +27 april 1915.
-Zr M. Liguori – Laure Desmet Laure Josephina Eudozie Desmet °Lessines (Prov. Henegouwen) 27 augustus 1835 - +Mechelen 27 dec 1912. Dr van Albert Desmet, zonder beroep en Lucie Henriette Lequoin.
-Zr M.Mechtilde – Caroline Jacobs Caroline Josephina Emilie Jacobs °Antwerpen 6 januari 1835 - +Mechelen 5 jan 1913. Frederic François Charles, bankbediende en Marie Josephe Jeanne De Ley.
-Zr M. Marguerite – Léonie Desimpel (Philomene Leonie Barbe Marie Ursule Desimpel) °Warneton (Waasten) 15 februari 1842 - +Mechelen 17 jan 1914. Dr van Bruno Desimpel, Koninklijk Notaris, °Ieper en Marie Claire Ludwine Ghesquiere °Warneton.
-Zr Madeleine – Marie Vanvelthoven (Anna Maria Elisabeth Vanvelthoven) °Antwerpen 25 november 1842 - +Mechelen 28 juli 1897 Dr van Petrus Vanvelthoven, beenhouwer, °Brecht en Maria Theresia Van Gehuchten °Antwerpen.
-Zr M. Aloyse – Comtesse Marie de Calonnes Marquise de Courtebourne – 25 aug (onleesbaar) (noot : zij was een kleindochter van gravin de Courtebourne, die te Oostakker de grot liet bouwen in haar tuin).
-Zr M.Séraphine – Judith Plasschaert (Judith Marie Colette Jeanne Plasschaert) °Brugge 18 augustus 1855 - +Mechelen 10 april 1914 Dr van Charles Auguste Plasschaert, meester broodbakker en Jeanne Therese Ardenois.
-Zr Alphonsine – Melania Cheyns °Petegem 3 april 1847 - +Mechelen 22 dec 1909. Dr van Lodewijk Cheyns, metser en Rosalia Schamp, spinster.
-Zr Joseph - Anna Maria Lauwers °Grimbergen 12 maart 1855 - +Mechelen 25 juni 1901. Dr van Franciscus Lauwers, landbouwer en Maria Elisabeth verhaegen.
-Zr M. Gabrielle – Marie Demeumeruse – 16 okt 1925.
-Zr M. Anne Joseph – Alix Karel – +12 jan 1925.
-Zr M. Christine – Joséphine Dormal –+ 25 juli 1921.
-Zr Célestine – Adele De Craeke (Adele Rosalia de Craeke) °Brugge 16 april 1827 - +Mechelen 3 december 1907. Josephus Franciscus de Craeke, dienstbode, °Leffinge en Adele Adelaide Batalje, °Leeuwarden (NL)
-Zr Francoise –Anna Sophia Philips °Amsterdam 05 juni 1841 - +Mechelen 18 maart 1900 Dr van Jan Ferdinand Philips en Joanna Catharina Harms.
-Zr Alphonse – Eugénie Queroy (Maria Apolina Queroy) °Charleville (Fr) 15 augustus 1829 - +Mechelen 9 april 1904. Dr van Pieter Queroy en Maria atharina Delvaux.
-Zr M. Clément – Gabrielle Gillis – 27 jan 1929. -Zr Marthe – Joséphine Van der Beck – 3 sept 1929.
-Zr Véronique – Marie Goossens – 1 okt 1921.
-Zr Brigitte – Céline Haulot – 1 juni 1926.
-Zr Thérèse – Barbe Preudhomme – 15 sept 1927.
-Zr Marie Claire – Maria Albrechts – 18 sept 1931.
-Zr M. Pia – Maria Terwaghe – 26 april 1927.
-Zr M. Thérèse – Marie Castelain – 29 jan 1922.
-Zr Marie Berchmans – Prudence Galle – 7 dec 1931.
-Zr Clément – Hortense Verhagen – 29 mei 1934.
-Zr M. Gabriel – Elodie Strybol – 29 sept 1961.
-Zr Joséphine – Phareïlde De Rey – 23 juli 1964.
-Zr M. Anne Joseph – Flore Faglin – 4 jan 1962.
-Zr Alphonse – Pauline Erkens – 20 maart 1972.
-Zr Michaël – Anna Kalytiak – 3 juni 1974.
-Zr Dominique – Rosalie Van den Hemel – 31 mei 1927.
-Zr M. Francoise – Maria Confin – 6 maart 1930.
-Zr M. Jeanne – Hélène Daman – 26 maart 1913.
-Zr M. Fajelia – Anna Druwé – 23 febr 1937.
-Zr M. Madeleine – Julia Rademakers – 17 maart 1938.
-Zr M. Augusta – Julia Van Rijmenant – 13 jan 1938.
-Zr M. Raphaël – Marie Van Loo – 26 dec 1932.
-Zr M. Dominique – Marie De Hertoghe – 2 april 1938.
-Zr M. Joseph – Augusta Bléville – 13 jan 194(?).
-Zr M. Lutgarde – Martha De Clerck – 13 dec 1940.
-Zr M. Julienne – Victorine Erneste – 31 mei 1941.
-Zr M. Bernard – Antoinette Roberti – 25 feb 1941.
-Zr M. Aimée – Marguerite Wijnants – 25 jan 1942.
-Zr M. Aloyse – Gabrielle Balette – 28 jan 1942.
-Zr M. Lamberta – Léonie Lamal – 1 maart 1941.
-Zr Raphaël – Angela Bindinger – 1 maart 1941.
-Zr Eligia – Jeanne Joosen – 26 feb 1942.
-Zr M. Alphonse – Marie Van den Abeele – 14 mei 1942.
-Zr M. Gerard – Alida Vets – 8 jan 1943.
-Zr Géraerd – Rosine Van hée – 22 maart 1954.
-Zr Marguerite – Emma Amants – 1 okt 1953.
-Zr Gabriël – Gertrude Kwanten – 19 juni 1953.
-Zr M. Xavier – Felicie Roba – 18 mei 1946.
-Zr M. Jean – Alice Genin – 19 juli 1945.
-Zr M. Stanislas – Louise Wigny – 31 juli 1952.
-Zr M. Agnès – Valérie Francken – 24 juni 1950.
-Zr M. Paul – Ida Cappe – 13 dec 1957.
-Zr M. Liguori – Marie Vervaeke – 28 maart 1958.
-Zr Antoine – Eugénie Bernimoulin – 3 jan 1958.
-Zr M. Michaëla – Victoire De Marré – 28 maart 1961.
-Zr M. Augustin – Jeanne Polanska – 8 sept 1961.
Foto’s : -Stichteres Moeder M. Alphonse (Jeanne Abel Eugenie Gauvenet Dijon). -Medestichteres van de orde : Moeder M. Gabrielle (Marie Victoire Eder).
“Bartholomeus De Lathouwer oude kleerkoper 38 j. ; getuige voor de pastoor van Leest”. (f° 149 -Gemeentearchief Willebroek)
1577 – 11 maart – Notaris Jan De Munter :
“Clara Gillis weduwe Jan Cokelbergs Gillis De Wille beiden v. Leest hebben elkaar kwijtgescholden van comerschap als waarbij voors. Cokelbergs 22/11/1574 verkocht vs Gillis van woonstede met schuur onder Heffen. Gerard had deel betaalt aan Aerden Cokelberg en voors. Jan.” (f° 58V° - Gemeentearchief Willebroek)
1578 – 14 april – Notaris Jan De Munter :
“Msr Gillis Van Borre verkoopt Aerde Van Wiele bos “den Torfpoel” 9-1/2 bunder te Leest tegenover de Theunscluys in de Theunscluysestraat tussen kinderen Wilderlants eertijden en Lodewijk Van Heyst.” (f° 230 - Gemeentearchief Willebroek)
1913 – 12 december : Overlijden van barones Maria Louisa Charlotta Ghislena DEVILLEGAS.
Ze werd op het kerkhof van Leest begraven bij haar zusters van de Orde van de Redemptoristinnen.
Het geslacht De Villegas (ook De Villegas de Clercamp en De Villegas de Saint Pierre – Jette) is een Zuid-Nederlandse adellijke familie afkomstig uit Spanje.
Maria Louisa is een dochter van Louis Alexandre G.J. de Villegas de Saint Pierre Jette (°Brussel 1783-1867) en van Anne-Marie Pangaert die hem acht kinderen schonk. In 1859 vroeg hij erkenning aan voor zijn adellijke status, die hij bekwam in 1866, enkele maanden voor zijn dood.
“Het jaar duizend negen honderd dertien, den twaalfden dag der maand december ten vier ure des smorgens voor Ons Albert Gabriel Hertsens, Afgevaardigden Schepen, afgevaardigde van den Burgerlijke stand der stad Mechelen, provincie Antwerpen, zijn verschenen : Jan Corneel Vervliet, schrijnwerker oud negen dertig jaren en Jan Jozef De Bondt, metser, oud acht en dertig jaren, beiden te Mechelen gehuisvest, kennissen der overledene. Dewelke Ons verklaard hebben dat den twaalfden dezer maand december ten vier ure des morgens OVERLEDEN is te Mechelen Bleekstraat 6, Maria Louisa Charlotta Ghislena Devillegas, Comtesse De St.Pierre Jette Kloosterlinge, geboren te Brussel, den veertienden juni achttien honderd vijf en dertig; gehuisvest te Mechelen zelfde huis ; ongehuwde dochter van Lodewijk Alexander Gustaaf Jozef Ghislenus Devillegas, Comte de St.Pierre Jette en van Anna – Maria Josephina Pangaert, beiden overleden. Van dit alles hebben Wij onmiddellijk dezen Akt in dubbel opgemaakt, ten stadhuize, en na er lezing van gegeven te hebben aan de verschijners, hebben Wij met de beide verschijners, dezen Akt geteekend. J.C.Vervliet J. De Bondt A.Hertsens.”
“Le Comte et la Comtesse De VILLEGAS de St-PIERRE-JETTE; Madame Joséphus De VILLEGAS De St-PIERRE-JETTE, chanoinesse régulière au monastère de Berlaymont. Les Comtes Fernand et Albert De VILLEGAS De St-PIERRE-JETTE; la Comtesse Marguerite De VILLEGAS De St-PIERRE-JETTE; Madame Héléne De VILLEGAS De St-PIERRE-JETTE,religieuse de Sacré-Coeur; Madame Mathilde De VILLEGAS De St-PIERRE-JETTE, chanoinesse réguliére au monastère de Berlaymont; le Comte et la Comtesse Albèric LE GRELLE, leurs enfants et beau-fils; le Comte et la Comtesse Oscar LE GRELLE, leurs enfants et belle-fille; la Comtesse Engelberte LE GRELLE; le Comte et la Comtesse Henry LE GRELLE, et leurs enfants; la Comtesse Maria LE GRELLE, le Comte et la Comtesse Vincent LE GRELLE, et leurs enfants; le Comte et la Comtesse Alfred LE GRELLE, et leurs enfants; Monseigneur Comte Stanislas LE GRELLE; Madame Martine LE GRELLE, chanoinesse régulière au monastère de Berlaymont, le Comte et la Comtesse Oswald MORETUS De BOUCHOUT et leurs fils; le Comte et la Comtesse Arnold LE GRELLE, et leurs enfants; Monsieur John MACCARTHY O’LEARY; Monsieur et Madame Charley CHICESTER, et leurs enfants; le Vicomte De CONNY, et sa fille. Le Lieutenant-Général Chevalier De SELLIERS De MORANVILLE, commandant la Gendarmerie Nationale; Madame la Douairière Alphonse De SMET De NAEYER, ont l’honneur de vous faire part de la perte douloureuse qu’ils viennent de faire en la personne de Mademoiselle MARIA-LOUISE-CHARLOTTE-GHISLAINE DE VILLEGAS DE St-PIERRE-JETTE en religion Mère Marie-Alphonse du Très-Saint Sacrament Religieuse Rédemptoristine Leur soeur, belle-soeur, tante, grand’tante et cousine, germaine bien aimée, née à Bruxelles, le 14 juin 1835 et pieusement décédée au monastère de Saint-Alphonse à Malines, le 12 décembre 1913, munie des sacrements de notre mere la Ste-Eglise. Le service funèbre dans la chapelle du monastère de St-Alphonse et l’inhumation à Leest ont eu lieu. Priez Dieu pour elle. Malines, le 16 Décembre 1913.” (Met dank aan Eddy Apers)
De orde van de redemptoristinnen te Leest
De orde van de redemptoristinnen is een contemplatieve orde die in 1731 gesticht werd door de heilige Alphonse de Liguori. De bakermat van de orde ligt in Italië, meer bepaald in de stad Scala. In België werd het eerste huis van de redemptoristinnen gesticht te Brugge in 1841 door Eugén Dijon. De kloostergemeenschap groeide snel en in 1855 werden twee nieuwe huizen gesticht, één te Dublin (Ierland) en één te Brussel. Dat laatste klooster verhuisde in 1858 naar Mechelen.
De redemptoristinnen droegen een rode habijt met blauw schapulier en werden om die reden ‘rode nonnen’ genoemd. Tegen de kerkhofmuur van Leest staat een grafmunument : ‘Rustplaats van de Monialen Redemptoristinnen van het klooster Sint Alfonsius Mechelen”. De orde liet hun dode zusters begraven op het kerkhof van Leest. Zo werden tussen het jaar 1861 en 1974 te Leest 94 ‘rode nonnekes’ begraven. De grafsteen bevatte vroeger de Franse tekst : ‘Sepulture des Religieuses de l’ ordre du T.S. Red. du monastère de St Alphonse à Malines.Rip’ en was in verhakkelde toestand. Na overleg tussen de pastoor en de stad Mechelen werd overeengekomen dat deze steen, terug gerestaureerd, zijn plaats zou krijgen tegen de muur van het kerkhof, als een blijvende herinnering aan deze kloosterzusters die hier hun laatste rustplaats kregen.
Georges Herregods publiceerde de historiek in 1977 in ‘De Band’ : ‘Rond het midden van voorgaande eeuw had het klooster van de Redemptorinnen te Brugge meer nonnekes dan voorzien door hun heilige regel. De toenmalige kardinaal Sterckx nam in 1854 het voorstel van de bisschop van Brugge aan, om enkele van deze zusters over te nemen die te Brussel een nieuw klooster zouden beginnen. Op 18 april van dat jaar trok Moeder Marie Alphonse met zuster Marie Gabriel als vicares en 12 andere zusters naar de hoofdstad, en namen voorlopig hun intrek in de Josaphatstraat te Schaarbeek. Oorspronkelijk wilden ze zich vestigen te Elsene, maar op voorstel van de kardinaal, vertrok de communauteit ten slotte op 6 oktober 1858 naar Mechelen, in de Bleekstraat nr 8. Ze verbleven daar tot 1966. In het jaar 1959 reeds had kardinaal Van Roey hen een stuk grond aangewezen te Bonheiden, waar ze een nieuw klooster konden zetten. Het duurde echter nog tot oktober 1966 vooraleer de sleutel op de deur zat. Zoals hierboven vermeld werden tot 1974 al hun overleden zusters te Leest begraven.
Hierna de lijst der zusters Redemptoristinnen van Mechelen die te Leest begraven zijn, met kloosternaam, ‘in-de-wereld’-naam en datum van overlijden. Eddy Apers wees me op een aantal fouten in de oorspronkelijke lijst van G. Herregods. Hij baseerde zich op de officiële geboorte- en overlijdensakten. Hierna de verbeterde namenlijst, hier en daar aangevuld met bijkomende gegevens.
Vervolgt.
Foto’s : -De laatste rustplaats van de “rode nonnen” op het kerkhof van Leest.
Jaak Bernaerts is 25 jaar burgemeester en dat werd voor het nageslacht vastgelegd. De foto dateert van 2 mei 1913. Het feestvarken staat midden vooraan op de eerste rij.
1913 – Zondag 20 april : Jaak BERNAERTS 25 jaar burgemeester.
“FEESTZITTING VAN 20 APRIL 1913 TER GELEGENHEID DER VIERING VAN HET 25-JARIG BURGEMEESTERSCHAP VAN MIJNHEER JAAK BERNAERTS RIDDER IN DE LEOPOLDSORDE EN BURGEMEESTER DER GEMEENTE".
Zo blokletterde “De Band” in maart 1958 toen ze een uittreksel uit de verslagen van de gemeenteraad uit 1913 publiceerde. Op 8 maart dat jaar had de Gemeenteraad een speciaal krediet gestemd van 300 frank als toelage aan het “Feestcomiteit”, tot viering van het 25-jarig burgemeesterschap van Jaak Bernaerts. “Ten acht ure en half voormiddag vergaderen de gemeenteraadsleden ten Gemeentehuize namelijk MM Diddens Victor, Lodewijk Wauters, Schepenen. Theofiel Verschueren, Frans Beullens, Karel Lodewijk Van Aken, Jan Baptist Verbergt, Karel Laurent Van den Branden, Joseph Selleslagh, raadsleden en August Van den Bossche, secretaris.
Zij begeven zich ten huize van den achtbaren Jubilaris, en vergezellen hem ter Kerk, alwaar om 9 uren, eene plechtige H.Mis van dankzegging gezongen wordt, waarna hij stoetsgewijs huiswaarts gebracht wordt. Rond twee uren voormiddag wordt den Jubilaris aan de Capellebaan ontvangen door den Gemeenteraad, secretaris, ontvanger weldadigheidsbureel en E.H. Pastoor en Onderpastoor, en het Kerkfabriek, en welkom gezegd door den Schepen Diddens, en vervolgens voorafgegaan van den praalstoet naar het gemeentehuis geleid. Aldaar wordt de feestrede uitgesproken door schepen Diddens, hem een prachtig Kruisbeeld aangeboden als gift van al de inwoners, en den Eerewijn den Jubilaris, zijne familieleden en vrienden aangeboden. Den achtbaren Jubilaris dankt de inwoners voor hunne gift en genegenheid, alsook de Feestkommissie. Er worden vervolgens bloemtuilen aangeboden door : I. Mr Dumont, hoofdonderwijzer, namens de leerlingen en het schoolpersoneel. II. De fanfaren maatschappij “Arbeid Adelt”, door Mr Antoon Moyson,voorzitter. III. Mr Jn F. Cnops, namens de oud soldaten maatschappij. IV. Mr Jn Fr. Busschot, namens de St. Sebastiaensgilde. Bij ieder van welke aanbiedingen, den achtbaren Jubilaris eene dankende aanspraak doet. Tenslotte doet Heer Van den Bossche, secretaris, eenen gelukwensch aan den Jubilaris, waarin hij den onvermoeibaren iever van den Jubilaris bij zijn Burgemeesterschap der gemeente voordraagt en de diensten door dezen tot welvaart der gemeente bewezen, waarop den heer Burgemeester ook eene dankrede uitsprak. Daarna wordt den Jubilaris stoetsgewijs ter kerk vergezeld, alwaar hij aan den ingang verwelkomt wordt door den E. H. Pastoor Beuckelaers. Na het Te Deum van dankzegging wordt de Jubilaris huiswaarts geleid alwaar een eetmaal de familie, gemeenteraad, armenbestuur, H.H.Geestelijken, kerkfabriek, onderwijzers en feestkommissie aangeboden wordt. Het feest werd gesloten met eene algemeene verlichting.” (Uittreksel uit de verslagen van de gemeenteraadszittingen in 1913-DB 1958)
Gazet van Mechelen wijdde er op 21 april ook een artikel aan : “Uit Leest – Zilveren jubelfeest. Zie, laat het ons rechtuit bekennen, de Leestenaren zijn met den helm geboren!.. Sinds weken was er aldaar sprake van het zilveren jubelfeest van burgemeester Bernaerts, maar het weder was toch zo wisselvallig en...men besloot van de feestelijkheden te verdagen tot betere dagen.” ...
Er werd geopteerd voor zondag 21 april en dat bleek een uitgelezen dag. “Van in de verte ontwaarden wij reeds de fladderende en wapperende vreugdevanen welke ons een hartelijk welkom schenen toe te roepen. Al de wegen, leidende naar de kom van ’t dorp brachten tal van bezoekers aan; ... De plechtige Mis van Dankzegging des voormiddags in de parochiale kerk opgedragen was door eene samengepakte, ingetogene menigte bijgewoond. De feeststoet om 1 uur in de Capellebaan gevormd en bevattende niet minder dan 53 afwisselende nummers, was flink en puik eene treffende getuigenis gevende van de innige verknochtheid welke de Leestenaren hunnen burgemeester toedragen. Alleman, elke groep, iedere maatschappij of vereniging der gemeente was daar vertegenwoordigd. Kort na vier ure, kwam de stoet op de Dorpplaats en stapte de achtbare Jubilaris gevolgd door gemeente- en andere besturen de rijtuigen uit, om zich tot de plechtige ontvangst op het gemeentehuis te begeven. Hier kwamen beurtelings aan het woord de heeren Diddens, eerste schepen, welke namens de gemeente de heer Bernaerts huldigde en hem een rijk geschenk, door de bijdragen van elkeen bekostigd, aanbood. Daarna de Voorzitter van de katholieken Kiezersbond, dan de hoofdman der Sint Sebastiaensgilde, vervolgens den heer hoofdonderwijzer Dumont, daarna de voorzitter der fanfaren “Sint Cecilia”, de aanvoerder der Oud-Soldaten en tenslotte de gemeentesecretaris. Allen loofden en huldigden de eerste magistraat voor zijne bijzondere gaven en voortgebrachte werken en brachten hem prachtige bloemengarven. Zichtbaar bewogen wist de heer Jubilaris nochtans voor allen een zeer gepast antwoord te vinden en te geven. Eens de feestzitting op het gemeentehuis geëindigd, begaf zich de feesteling en zijn gevolg naar de kerk, alwaar een dankend “Te Deum” den Allerhoogsten ter eere werd aangeheven. De reeds op zich zelf genomen prachtige dorpskerk was netjes versierd. ... Zegden wij hierboven dat Leest waarlijk krioelde van ’t toegestroomde volk ; wij moeten er ook bijvoegen dat de hoofden der omliggende gemeentens daar waren om hunnen goeden ambtgenoot en vriend te huldigen, zoo ontmoetteden wij er de heeren burgemeesters L. Lefebvre van Blaesvelt, Graaf de Buisseret de Blarenghein van Breendonck, Fr. Verschueren van Heffen, L. Peeters van Hombeeck; zooook de heer H. Claes, lid der Bestendige Deputatie van Mechelen, enz., enz.”
In de editie van 19 april van Gazet van Mechelen vonden we de samenstelling van de stoet :
“...1. Postillons, 2. Hoornblazers te paard, 3 Vaderlandsche kleuren, 4. Ruiters te paard, 5. Gemeentemaagd, juffer te paard, 6.De doelschutters, 7.St. Cecilia, maagd te paard, 8.Fanfare Sint Cecilia, 9. De drie Goddelijke deugden, 3 vrouwen te paard, 10.Koekbakkers, wagen, 11. De Edele Graanoogsters, twee vrouwen te paard, 12. De Bolgilde, 13. De Jachtgodin, vrouw te paard met gevolg, 14. Ambachtswagen, 15. Veloclub, 16. Duivenmelkers, wagen, 17. Katholieke Bond, 18. Fanfare Willen is Kunnen,groep, 19.De Vier Gebroeders, 20. Melkhandel, 21. De Congregatie van Sint Joannes Berchmans, 22. De Kupidos te paard, 23. St Sebastiaensgilde, 24. De liedjeszangers, wagen, 25. De negen Provinciën, 26. Opsinjoorken met lijfwacht en gazetdragers, 27. De Aalmoes, vier vrouwen te paard, 28. De Zottigheid,groep te voet, 29. Herderinneke te paard, 30. Landbouwwagen (Bist), 31. Koningin Elisabeth van Hongarië, maagd der Rozen, 32. De Dorpsherberg, wagen, 33.De Fortuin, maagd te paard, 34. Koningin Elisabeth, met gek vooraan, 35. Jonkheid der gemeente, 36. De Vriendschap, twee vrouwen te paard, 37. Maatschappij “Hoop en Troost”, 38. Beenhouwerswagen, 39. De Schoolkinderen, 40. Bestuurbare ballon, 41. Heilige Barbara, vrouw te paard, 42. Fanfare “Arbeid Adelt”, 43. Maagdekenswagen, 44. St. Nokolaas en St. Pieter, met gevolg, 45. Hoveniersbond, 46. H.H.Koning Albert en Elisabeth, 47. De Heer Burgemeester, omringd van Eerewacht, 48. De Gemeenteraad, 49. De Geestelijke Overheid, 50. De Kerkfabriek, 51. Armbestuur, 52. Het rad van avontuur, 53.Maatsschappij Oud-Soldaten.De ontvangst van den stoet vond plaats Capellebaan, nabij den Steinen Molen, stipt om 13 uu en men ging langs de Bist, Kleine Heide, Boulevard, Thisseltbaan naar ’t Dorp. ’s Avonds algemeente verlichting en prachtig vuurwerk, bal in al de zalen.”