SALA familie Sala - Visino - Pognana - Tavernerio - Roveredo - Pusiano
13-02-2014
Het huis van Omobono Sala en Catterina Frigerio in Visino
Na hun huwelijk in 1795 hebben Catterina en Omobono hun intrek genomen in de woning van de ouders van Omobono. In diverse akten wordt de ligging van deze woning vermeld. Het betreft het perceel 7.2.5. dat men terugvindt op het kadastraal plan van Visino uit die tijd. Het perceel heeft een oppervlakte van zes ‘tavole’, omgerekend naar onze oppervlaktematen zo’n kleine twee aren.
In 1801 koopt Catterina Frigerio de woning over van haar schoonouders en zo wordt het pand haar volle eigendom. Een jaar later openen Catterina en Omobono een ‘osteria’ of wijnlokaal. Deze osteria beperkt zich tot een tafel en enkele banken voor de gasten in de woonkamer. Er was tevens mogelijkheid tot overnachting. In deze ‘osteria’ werden de wijnen gedronken en verkocht die door Omobono werden verbouwd. Naast eigen terreinen met wijngaarden, huurden Omobono en Catterina tevens aanzienlijke stukken grond. Op deze gepachte terreinen berustte een zware hypotheek. Niet alleen gronden maar ook het huis werden in hypothecair onderpand gegeven. Wanneer Omobono plots overlijdt in 1825 wordt Catterina geconfronteerd met een zware schuldenlast. Zij is verplicht om gronden die haar volle eigendom zijn, te verkopen. Andere terreinen worden onteigend door de rechtbank en openbaar verkocht om de schuldeisers uit te betalen. Het huisblijft gespaard.
In 1840 verkoopt Catterina het huis aan haar schoonzoon Luigi Folatelli, echtgenoot van Serafina Sala. Zij verhuist samen met haar jongste zoon Paolo Luigi naar Osigo, deelgemeente van Valbrona.
Het perceel 7.2.5. vormt nu samen met perceel 7.2.6. de hoek van de Via de Herra en de Via della Valle in Oud-Visino.
We weten niet of het huidige pand nog iets te maken heeft met de woning van Omobono en Catterina. Op de binnenplaats van het huidige pand is een datum aangebracht tegen de muur.
We hebben niet kunnen achterhalen of 1893 staat voor het bouwjaar van het huidige pand of voor het jaar waarin grondige verbouwingswerken werden uitgevoerd. Het huidige gebouw is onderverdeeld in meerdere appartementen.
Tilburgsche courant 27-4-1914 aanbesteding sigarenfabriek SALA EN CO
SIGARENFABRIEK SALA EN CO Bij de hedenmorgen door den haar W. Bouman gehouden aanbesteding in het café van den heer G. v.d. Blerk is het werk gegund aan de laagste inschrijver den Heer Jac. van Gorp voor het bouwen van een sigarenfabriek voor de firma Sala en Co, alhier
Stoom-wollenstoffenfabriek gebrs. Sala in vlammen op.
Stoom-wollenstoffenfabriek gebrs. Sala in vlammen op Amersfoortsche Courant 20-08=1888
Dinsdag was het juist een jaar geleden, dat de groote stoom-wollenstoffenfabriek van Gbr. Sala te Tilburg in vlammen opging. Dank zij de energie van die heeren was de fabriek weldra weder opgebouwd, aanmerkelijk vergroot en van de nieuwste machinerieën en fijnste inrichtingen voorzien. Ten einde brandgevaar zooveel mogelijk te voorkomen, was in de fabriek electrische verlichting aangebracht. Deze prachtige fabriek, die slechts korten tijd weder aan 't draaien was, is Vrijdagnacht omstreeks één uur weder geheel door brand vernield. Als daar in een wollenstoffenfabriek des nachts brand ontstaat, kan men bijna verzekerd zijn, dat de fabriek vernield wordt, ten gevolge van de vette stoffen die daar aanwezig zijn. De hitte was zóó hevig, dat aan de overkant een doode populierboom als een reusachtige fakkel in vuur opging. Dank zij de brandweer, kon men de daaraanstaande houtloods, die geheel geblakerd is, behouden. Van de fabriek blijven slechts vier naakte muren en een schoorsteen over. De schade is alsnog niet te berekenen, doch zal wel honderdduizenden beloopen, terwijl, jammer genoeg, zeer veel werklieden vooreerst zonder werk zullen zijn. De fabriek was verzekerd bij de Tilburgsche Assurantiemaatschappij en op polissen der Amsterdamsche beurs. (In de meeste gevallen zou, bij het ontstaan van brand des nachts in eene dergelijke fabriek, denkelijk de groote brandomvang kunnen worden belet, of zelfs de brand spoedig beteugeld, indien de eigenaars twee hunner werklieden de een in het eerste gedeelte en de ander gedurende het tweede gedeelte van de nacht, in de fabriek lieten waken, met een extincteur, of kleine brandspuit, of dergelijke te hunner beschikking en tevens door een eenvoudig mechaniek eene brandklok kan worden geluid. Verondersteld dat er niet meer dan 60 werklieden aan de fabriek zijn verbonden, dan heeft elk werkman maar een halve nacht per maand te waken.)
Huwelijk Henricus Ludovicus Ludwig en Maria Johanna Carolina van Emde - 1879
Heden den derden December Achttien honderd negen en zeventig, compareerden in het Raadhuis voor ons Mr Johan Pieter Vaillant, Wethouder, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente s’Gravenhage, Henricus Ludovicus Ludwig, oud drie en twintig jaren, beeldhouwer, geboren te Lith, wonende alhier, meerderjarige zoon van Frederik Franz Ludwig en van Adriana Maria Frederica Josepha Sala, beiden zonder beroep en wonende alhier, de vader hier tegenwoordig en consenterende, verklarende dat ook aan de moeder de toestemming is gevraagd; - En Maria Johanna Carolina van Emde, oud een en veertig jaren, zonder beroep, geboren te Breda, wonende alhier, meerderjarige dochter van Carel Philip Frederik George van Emde en van Eleonora Philippina Helena Wildeman, beiden overleden. Dewelke ons verzocht hebben tot de voltrekking van hun huwelijk over te gaan waarvan de afkondigingen zonder verhindering alhier hebben plaats gehad op den negenden en den zestienden November dezes jaars. De comparanten hebben overgelegd hunne geboorte akten, benevens een certificaat houdende dat de comparant geene plichten ten aanzien van de Nationale Militie te volbrengen heeft gehad. De comparanten ons te kennen gegeven hebbende dat zij elkander aannemen tot echtgenooten en dat zij getrouwelijk zullen vervullen alle de pligten bij de Wet aan echtgenooten opgelegd, verklaren Wij in naam der Wet, dat Henricus Ludovicus Ludwig en Maria Johanna Carolina van Emde door het huwelijk zijn verbonden. Al hetwelk heeft plaats gehad in tegenwoordigheid van Johan Huffnagel, oud vier en vijftig jaren, veearts, van Bernardus Mensing, oud dertig jaren, eerste Luitenant der Infanterie, beiden wonende alhier, van Salomo te Gempt, oud acht en veertig jaren, Predikant, wonende te Vlieland en van Arnold Antonie Azweer…, oud vijf en twintig jaren, zonder beroep, wonende alhier. Wij hebben hiervan deze akte opgemaakt en na voorlezing onderteekend met de comparanten, zijnen vader en de getuigen.
Huwelijk Theodorus van der Zanden en Maria Jacoba van der Ven - 1891
In het jaar een duizend acht honderd een en negentig, den vijfden der maand Augustus, zijn voor ons Adriaan van den Berg Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Erp, provincie Noordbrabant, in het huis der gemeente in het openbaar verschenen Theodorus van der Zanden, weduwenaar van Petronella Lambers, oud acht en dertig jaren, geboren te ’s-Hertogenbosch, den elfden der maand April een duizend acht honderd drie-en-vijftig, van beroep Hoofdonderwijzer, wonende te Erp, meerderjarige zoon van de echtelieden Theodorus van der Zanden, zonder beroep wonende te Dinther en van Theodora Leermakers, overleden, en Maria Jacoba van der Ven, jongedochter, oud acht en dertig jaren, geboren te ’s-Hertogenbosch den dertienden der maand Augustus een duizend acht honderd twee-en-vijftig, van beroep hulponderwijzeres wonende te Erp, meerderjarige dochter van wijlen de echtelieden Emanuel Adrianus Henricus van der Ven en van Maria Louisa Nathalie Sala, die ons verzocht hebben tot de voltrekking van hun voorgenomen huwelijk over te gaan, daartoe overleggende: Het bij de wet gevorderde bewij,s dat de eerste der verschenen personen aan zijn verplichting ten aanzien van de Nationale Militie voldaan heeft. De geboorte akte van ieder der aanstaande echtgenooten. De bewijzen, dat de bij wet vereischte huwelijks-afkondigingen in de gemeente Erp en ’s-Hertogenbosch zonder stuiting hebben plaats gehad. De akte van overlijden des bruidegoms vorige echtgenoote, waaruit blijkt dat zij op den tweeden der maand April eenduizend achthonderd zeven-en-tachtig te Erp is overleden. Dientengevolge is door de aanstaande echtgenooten ten onzen overstaan, in tegenwoordigheid der na te noemen getuigen, de verklaring afgelegd, “dat zij elkander aannemen tot echtgenooten, en dat zij getrouwelijk alle plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn,” en hebben wij, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand, in naam der wet, verklaard dat de personen van Theodorus van der Zanden en Maria Jacoba van der Ven bovengenoemd, door den echt aan elkander verbonden zijn. De huwelijksvoltrekking heeft plaats gehad in tegenwoordigheid van 1e Hendrikus van der Zanden, oud vijf en dertig jaren, van beroep landmeter bij het kadaster, wonende te Roermond, 2e Hendrikus Verhagen, oud zestig jaren, van beroep Hoofd der School, wonende te Loosbroek gemeente Dinther, 3e Emanuel van der Ven, oud vier en twintig jaren, van beroep hulponderwijzer wonende te ’s-Hertogenbosch, 4e Wilhelmus Enthoven, oud twee en dertig jaren, van beroep onderchef spoorwegen wonende te Roosendaal. De getuigen hebben verklaard te zijn 1e broeder van den bruidegom, 2e neef van den bruidegom, 3e broeder van de bruid, 4e zwager van de bruid. En hebben wij hiervan opgemaakt deze akte, die, na aan de verschenen personen en de getuigen te zijn voorgelezen, geteekend is door ons met de bruidegom, de bruid en getuigen.
Huwelijk Johannes Theodorus Maria Smelt en Josephina Wilhelmina Adriana Sala - 1899
In het jaar achttien honderd negen en negentig, den dertigsten November zijn voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Lith, provincie Noordbrabant, in het openbaar, in het gemeentehuis in tegenwoordigheid van 1e Johannes Antonius van Grinsven, oud zestig jaren, van beroep winkelier, wonende te Lith, 2e Antonius Johannes Coebergh, oud zestig jaren, van beroep …, wonende te Rotterdam, 3e Jan Gijsbertus Adrianus Boon, oud vierenveertig jaren, van beroep landmeter, wonende te ’s-Hertogenbosch, 4e Henricus Hermans, oud zesendertig jaren, van beroep opzichter, wonende te ’s-Hertogenbosch, verschenen: ter eenre Johannes Theodorus Maria Smelt, oud zesentwintig jaren, geboren te Gouda, van beroep opzichter bij Rijks Waterstaat, wonende te Werkendam, meerderjarige zoon van Cornelis Simon Bernardus Smelt, overleden, en diens echtgenoote Johanna Catharina Maria de Mol zonder beroep wonende te Utrecht en ter andere zijde Josephina Wilhelmina Adriana Sala, oud zesentwintig jaren, geboren te Sint-Oedenrode, zonder beroep, wonende te Lith, meerderjarige dochter van wijlen de echtelieden Joseph Louis Sala en Antonia Boonhoff, welke comparanten ons verzocht hebben tot het voltrekken van hun voorgenomen huwelijk over te gaan, hebbende de afkondigingen plaats gehad in de gemeenten Lith, Werkendam en Engelen. De moeder des bruidegoms mede tegenwoordig verklaart hare toestemming tot dit huwelijk te verlenen, en tot welk einde zij verder aan ons hebben overgelegd de stukken hierna genoemd zijnde: de geboorte-acte van ieder der aanstaande echtgenooten, de acte van overlijden van den vader des bruidegoms en die van den vader en de moeder des bruids, het bewijs dat de bruidegom aan zijne verplichting ten aanzien van de Nationale Militie voldaan heeft, de bewijzen dat de huwelijks-afkondigingen in de gemeenten Werkendam en Engelen hebben plaats gehad. De aanstaande echtgenooten hebben ten overstaan van ons en in tegenwoordigheid der genoemde getuigen verklaard, dat zij elkander aannemen tot echtgenooten en dat zij getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn. Na welke verklaring wij in naam der wet hebben verklaard: dat zij door den echt aan elkander verbonden zijn. Van al hetwelk wij dadelijk deze akte hebben opgemaakt en na gedane voorlezing geteekend met alle de verschenen personen.
Huwelijk Herman Jan Hendrik Sala en Maria Josephina Bernardina Sophia van Aerssen - 1903
In het jaar negentien honderd en drie, den zes en twintigsten der maand Mei zijn voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Bergen, Hertogdom Limburg, in het huis der gemeente in het openbaar verschenen: Herman Jan Hendrik Sala, jongman, oud zeven en twintig jaren, geboren te Fijnaart, den zestienden der maand Januari achttien honderd zes en zeventig, van beroep rijks veearts, wonende te Venraai, meerderjarige zoon van de echtelieden Johan Caspar Engelbert Sala overleden en van Jacoba Maria de Bruijn welke hare toestemming verleent bij notariële akte verleden te Venraai den zes en twintigsten Mei negentien honderd en drie voor den heer Martinus Franciscus Hubertus Linssen Notaris te Venraai, en Maria Josephina Bernardina Sophia van Aerssen jonge dochter, oud vier en dertig jaren, geboren te Bergen den tienden der maand Mei achttien honderd negen en zestig, van beroep zonder, wonende te Bergen, meerderjarige dochter van de echtelieden Johannes Severinus en van Sophia Adelheid Gendrich beiden overleden, die ons verzocht hebben tot de voltrekking van hun voorgenomen huwelijk over te gaan, daartoe overleggende: Het bij wet gevorderde bewijs dat de eerste der verschenen personen aan zijne verplichting ten aanzien van de nationale militie voldaan heeft. De geboorte-acte van ieder der aanstaande echtgenoten. De bewijzen, dat de bij wet vereischte huwelijks-afkondigingen in de gemeente Bergen en Venraai zonder stuiting hebben plaats gehad. Voorts hebben ons comparanten en getuigen onder eede verklaard dat Jacoba Maria de Bruijn dezelfde persoon is die ook voorkomt onder de naam van Maria Jocoba de Bruijn. De akte van overlijden van de vader des bruidegoms. In den dertienden regel van boven achter het woord Bruijn bij de vergenoemde … wonende te Venraai. Dientengevolge is door de aanstaande echtgenooten ten onzen overstaan, in tegenwoordigheid der na te noemen getuigen, de verklaring afgelegd, dat zij elkander aannemen tot echtgenooten, en dat zij “getrouwelijk al de plichten zullen vervullen welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn”, en hebben wij Ambtenaar van den Burgerlijken Stand, in naam der wet, verklaard, dat de personen van Herman Jan Hendrik Sala en Maria Josephina Bernardina Sophia van Aerssen bovengenoemd, door den echt met elkander verbonden zijn. Deze huwelijksvoltrekking heeft plaats gehad in tegenwoordigheid van: 1 Gustaaf van Aerssen, oud acht en dertig jaren, van beroep arts, wonende te Wouw, 2 Louis Sala, oud een en dertig jaren, van beroep rentenier, wonende te Venraai, 3 Leopold van Aerssen, oud een en zeventig jaren, van beroep rentenier, wonende te Bergen, 4 Hubert Janssen, oud acht en veertig jaren, van beroep bierbrouwer, wonende te Venraai. De getuigen hebben verklaard te zijn de eerste de broeder der bruid, de tweede de broeder des bruidegoms, de derde de oom der bruid, de vierde de achterneef der bruid. En hebben wij hiervan opgemaakt deze akte, die, na aan de verschenen personen en aan de getuigen te zijn voorgelezen, geteekend is door ons, de bruidegom, de bruid en de getuigen.
Huwelijk Fredericus Henricus Josephus Ludwig en Maria Johanna Geertruida Roozekrans - 1921
In het jaar negentien honderd een en twintig, den zestienden der maand Augustus zijn voor ons Ambtenaar van den burgerlijken stand der gemeente Bloemendaal, in het huis der gemeente verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan: Fredericus Henricus Josephus Ludwig, oud negen en vijftig jaren, van beroep zonder, geboren te Lith, wonende te Haarlem, meerderjarige zoon van Frederik Franz Ludwig en van Adriana Maria Frederika Josepha Sala, beiden overleden, en Maria Johanna Geertruida Roozekrans, oud twee en dertig jaren, zonder beroep, geboren te Haarlem en wonende alhier, meerderjarige dochter van Martinus Johannes Roozekrans, wijnhandelaar, en van Geertruida Christina Maria Buijs, zonder beroep, beiden wonende alhier. Te dien einde hebben zij aan ons overgelegd: beiden geboorteëxtracten, benevens een bewijs dat de huwelijksafkondiging in de gemeente Haarlem, zonder stuiting, heeft plaats gehad. Daar geene beletselen tegen de voltrekking van dit huwelijk ter onzer kennis zijn gebracht, en de afkondiging in deze gemeente en in de gemeente Haarlem op Zaterdag den drie en twintigsten Juli dezes jaars, zonder stuiting, is afgeloopen, hebben wij de comparanten in het openbaar afgevraagd, of zij elkander aannemen tot echtgenooten en getrouw de plichten zullen vervullen, die door de wet aan den huwelijken staat zijn verbonden. Nadat deze vragen door beiden toestemmend beantwoord zijn, is door ons in naam der wet verklaard dat Fredericus Henricus Josephus Ludwig en Maria Johanna Geertruida Roozekrans door den echt aan elkander verbonden zijn. Waarvan deze akte is opgemaakt in tegenwoordigheid van Ernest Marie François Ludwig, oud zes en vijftig jaren, van beroep bloemist, wonende te Hillegom, broeder van den bruidegom, Nicolaas Martinus Maria Roozekrans, oud vijf en dertig jaren, wijnhandelaar, wonende te Haarlem, broeder van de bruid. Na voorlezing is deze akte door ons onderteekend met de comparanten en de beide getuigen.
Huwelijk Adrianus Stephanus Spierenburgh en Laurentia van Diessen - 1895
In het jaar een duizend achthonderd vijf en negentig, den zevenentwintigsten der maand November, zijn voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Heusden, provincie Noordbrabant, in het huis der gemeente in het openbaar verschenen Adrianus Stephanus Spierenburgh, oud drie en dertig jaren, geboren te Heusden, den negenentwintigsten der maand April een duizend acht honderd tweeënzestig, van beroep smid, wonende te Heusden, meerderjarige zoon van de echtelieden Gerardus Franciscus Mathias Spierenburgh, overleden, en Maria Louisa Josephina Sala, zonder beroep, wonende te Heusden en Laurentia van Diessen, vierendertig jaren, geboren te Heusden den achttienden der maand April een duizend acht honderd eenenzestig, van beroep zonder, wonende te Heusden, meerderjarige dochter van de echtelieden Leendert van Diessen, overleden, en Gijsberdina Timmermans, zonder beroep, wonende te Heusden, die ons verzocht hebben tot de voltrekking van hun voorgenomen huwelijk over te gaan, daartoe overleggende: a Het bij wet gevorderde bewijs dat den eerste der verschenen personen aan zijne verplichting ten aanzien van de nationale militie voldaan heeft. b De geboorte-akte van ieder der aanstaande echtgenooten. c De bewijzen dat de bij wet vereischte huwelijks-afkondigingen in de gemeente Heusden hebben plaats gehad. Dien ten gevolge is door de aanstaande echtgenooten, ten onzen overstaan, in tegenwoordigheid der na te noemen getuigen, de verklaring afgelegd “dat zij elkander aannemen tot echtgenooten en dat zij getrouwelijk alle plichten zullen vervullen die door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn”, en hebben wij, Ambtenaar van de Burgerlijken Stand, in naam der wet, verklaard dat de personen van Adrianus Stephanus Spierenburgh en Laurentia van Diessen bovengenoemd, door den echt aan elkander zijn verbonden. Deze huwelijks-voltrekking heeft plaats gehad in tegenwoordigheid van a Antonie van Diessen, oud achtendertig jaren, van beroep tuinier, wonende te Heusden, b Gerardus Spierenburgh, oud zesendertig jaren, van beroep timmerman, wonende te ’s-Hertogenbosch, c Petrus Engelen, oud zevenenvijftig jaren, van beroep huisschilder, wonende te Heusden, d Gerardus van Diessen, oud zesendertig jaren, van beroep bakker, wonende te Heusden. De getuigen hebben verklaard te zijn sub a broeder, en sub d neef der bruid, sub broeder des bruidegoms. En hebben wij hiervan opgemaakt deze akte, die aan de verschenen personen en aan de getuigen voorgelezen en geteekend is door ons met hen.
Huwelijk Emmanuel Ernest Gerardus van der Ven en Johanna Puijk - 1905
In het jaar negentien honderd vijf, den acht en twintigsten der maand September zijn voor ons, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Laren, in het huis der gemeente, verschenen ten einde een huwelijk aan te gaan: Emmanuel Ernest Gerardus van der Ven, oud acht en dertig jaren, van beroep kunstschilder, geboren te ’s-Hertogenbosch en wonende alhier, meerderjarige zoon van Emanuel Adrianus Henricus van der Ven en van Maria Louisa Nathalie Sala, beiden overleden en Johanna Puijk, oud een en twintig jaren, van beroep zonder, geboren en wonende alhier, minderjarige dochter van Gijsbert Puijk, overleden, en van Peternella Boeten, zonder beroep, wonende alhier. De moeder van de comparante, in persoon hier tegenwoordig, gaf hare toestemming tot dit huwelijk. De comparante verklaarde onder eede, hetgeen bevestigd werd door de getuigen, dat met Peternella en Pieternella Boeten voorkomende in de door haar overgelegde stukken, een en dezelfde persoon bedoeld wordt. De stukken, tot dit huwelijk vereischt, zijn ons overgelegd. Daar geene beletselen tegen de voltrekking van dit huwelijk ter onzer kennis zijn gebracht, en de afkondigingen in deze gemeente op Zondagen den zeventienden en vier en twintigsten September zonder stuiting zijn afgeloopen, hebben wij de comparanten in het openbaar afgevraagd, of zij elkander aannemen tot echtgenooten en getrouw de plichten zullen vervullen, die door de wet aan den huwelijken staat zijn verbonden. Nadat deze vragen door beiden toestemmend beantwoord zijn, is door ons in de naam der wet verklaard, dat zij door den echt aan elkander zijn verbonden. Waarvan deze akte is opgemaakt in tegenwoordigheid van Jaap Puijk, oud zeven en dertig jaren, van beroep werkman, wonende alhier, Theunis de Boer, oud vier en veertig jaren, van beroep werkman, wonende alhier, Johannes Liedenburg, oud dertig jaren, van beroep dichter, wonende te Amsterdam, Franciscus Arnoldus Langeveld, oud acht en twintig jaren, van beroep kunstschilder, wonende alhier zijnde de eerste getuige broeder, de tweede getuige zwager van de comparante. Na voorlezing is deze akte onderteekend door ons, de comparanten en de getuigen, verklarende de moeder van de comparante geen schrijven te hebben geleerd.
De ondergetekende Fredericus Arnoldus Ludwig, kapitein paardenarts bij de koninklijke militaire akademie, geboren te Mechelen den 29ste October 1827, wonende te Breda, zoon van Jozef Ludwig en van Henrica Rooss, wenscht in ondertrouw te worden opgenomen met Mejuffrouw Henrica Sala, zonder beroep, geboren te ’S Bosch den 17e Juny 1836 wonende te Lith provincie Noord Brabant, dochter van Jean Baptiste Louis Sala en van Josepha Jacoba Muskeyn ten einde de benodigde afkondigingen ter voldoening aan de wet zoo te Lith als te Breda te doen plaats hebben.
Breda den 23e January 1865
F. A. Ludwig
Gezien door ons burgemeester en wethouders van Breda voor legalisatie van bovenstaande handteekening gesteld door den heer Fredericus Arnoldus Ludwig, Kapitein paardenarts bij de Koninklijke militaire akademie alhier Breda den 24 january 1865
In het jaar een duizend acht honderd vijf en zestig, den eersten der maand February, is voor ons, Antoon van Oss, wethouder, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Lith, provincie Noordbrabant, verschenen Henrica Sala, ongehuwde dochter van de echtelieden Jean Baptiste Louis Sala en Josepha Jacoba Muskeyn, beide zonder beroep alhier wonende, oud acht en twintig jaren, van beroep geen, wonende te Lith, die verklaarde aangifte te doen van haar voornemen om in den echt te treden met Fredericus Arnoldus Ludwig, ongehuwd, zoon van de echtelieden Josef Ludwig en Henrica Rooss, zonder beroep wonende te Oss, Provincie voornoemd, blijkens overgelegd bewijs zijne pligten ten aanzien van de nationale militie vervuld hebbende en de toestemming daartoe van de Minister van Oorlog erlangd, oud zeven en dertig jaren, van beroep Kapitein paardenarts, wonende te Breda Provincie meergenoemd, houdende van zijne zijde verklaring om met de verschenen persoon in ondertrouw te worden opgenomen, blijkens zijne aan deze vastgehechte schriftelijke huwelijks-aangifte. En hebben wij hiervan opgemaakt deze akte, die, na aan de verschenen persoon te zijn voorgelezen, geteekend is door ons met haar.
Huwelijk Thomas Timmermans en Anna Maria Spierenburgh - 1879
In het jaar een duizend acht honderd negen en zeventig, den zevenden der maand Mei, zijn voor ons, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Heusden, provincie Noordbrabant, in het huis der gemeente in het openbaar verschenen Thomas Timmermans, jongman, oud eenenveertig jaren, geboren te Oudheusden, den vijftienden der maand April een duizend acht honderd vijfendertig, van beroep koopman, wonende te Oudheusden, meerderjarige zoon van wijlen de echtelieden Antonie Timmermans en van Ibrantiana de Vries, en Anna, Maria Spierenburgh, jonge dochter, oud vijf en twintigg jaren, geboren te Heusden, denvijfentwintigsten der maand September een duizend acht honderd drie en vijftig, van beroep zonder, wonende te Heusden, meerderjarige dochter van de echtelieden Gerardus Franciscus Mathias Spierenburgh, overleden en Maria Louisa Josephina Sala, zonder beroep, wonende te Heusden, die ons verzocht hebben tot de voltrekking van hun voorgenomen huwelijk over te gaan, daartoe overleggende: a Het bij de wet gevorderde bewijs dat de eerste der verschenen personen aan zijne verplichting ten aanzien van de nationale militie voldaan heeft; b De geboorte akte ieder der aanstaande echtgenooten; c De bewijzen dat de bij wet vereischte huwelijks-afkondigingen in de gemeente Oudheusden en Heusden zonder stuiting hebben plaats gehad; d De overlijdensakte van de vader der bruid. Gehoord de mondelinge toestemming tot dit huwelijk door de moeder der bruid, alhier tegenwoordig gegeven. Dien ten gevolge is door de aanstaande echtgenooten, ten onzen overstaan, in tegenwoordigheid der na te noemen getuigen, de verklaring afgelegd, “dat zij elkander aannemen tot echtgenooten en dat zij getrouwelijk alle plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn” en hebben wij, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand, in naam der wet verklaard dat de personen van Thomas Timmermans en Anna Maria Spierenburgh bovengenoemd, door den echt aan elkander zijn verbonden. Deze huwelijks-voltrekking heeft plaats gehad in tegenwoordigheid van a Jan Timmermans, oud twee en vijftig jaren, van beroep koopman, wonende te Heusden, b Johannes Mallant, oud zes e vijftig jaren, van beroep mandenmaker, wonende te Herpt, c Johannes Marinus Spierenburgh , oud drie en dertig jaren, van beroep smid, wonende te Heusden, d Josephus Marinus Spierenburgh, oud een en dertig jaren, van beroep smid wonende te Heusden. De getuigen hebben verklaard te zijn sub a broeder en sub b zwager des bruidegoms, sub c en d broeders der bruid. En hebben wij hiervan opgemaakt deze akte, die aan de verschenen personen en getuigen voorgelezen en geteekend is door ons, de verschenen personen en alle de getuigen.
Nationale Militie. Provincie Noordbrabant. Certificaat.
De staatsraad commissaris des Konings in de Provincie Noordbrabant verklaart, dat Fredericus Arnoldus Ludwig geboren te Mechelen den 30 October 1827 Zoon van Joseph en van Henrietta Roos binnen de Gemeente van ’s Hertogenbosch voor de Nationale Militie is ingeschreven; dat hij op het Trekkings-Nummer 256 nominaal is ingelijfd geworden bij het 5e Regiment Infanterie den tijd van vijf jaren hebbende gediend, behoorlijk uit de dienst is ontslagen.
Gegeven te s’ Hertogenbosch, den 2 Juny 1851
In de kantlijn Signalement. Lengte 1. 715 Aangezigt ovaal Voorhoofd laag Oogen blauw Neus spits Mond gewoon Kin rond Haar bruin Wenkbrauwen , Merkbare teekenen /
Categorie:1Z 3 CERTIFICATEN EN DIPLOMA'S SALA FRIGERIO
30-11-2013
Geboorte Cornelius van Wezel kind van Adriaan van Wezel Johanna Maria Vekemans
Het jaar een duizend acht honderd negen-en-zestig, den dertienden der maand July verscheen voor ons Wethouder Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Stad Tilburg, Adriaan van Wezel landbouwer oud tweeëndertig jaren, wonende te Tilburg dewelke ons heeft verklaard, dat op dinsdag den dertienden der maand July een duizend acht honderd negen-en-zestig, ten zesde ure, des morgens ten zijnen huize wijk Reyt is geboren een kind van het mannelijk geslacht, van hem aangever
en van Johanna Maria Vekemans zijne huisvrouw, oud zesendertig jaren, mede alhier woonachtig aan welk kind hij verklaard heeft te geven de voornaam van Cornelius.
Van welke verklaring wij deze akte hebben opgemaakt in bijwezen van Johannes Jansen Agent van Politie oud tweeëndertig jaren en van Jacobus Kock geen gelogeerde oud drieen zestig jaren, beiden alhier woonachtig en nadat aan de comparant en getuigen van deze akte voorlezing is gedaan, hebben dezelven met ons geteekend
Geboorte Agnes Henriette Antonia Sala kind van Herman J. H. Sala en Maria J. B. S. van Aerssen
Aktenummer 192
In het jaar negentienhonderd dertien, den zeventienden September is voor Ons, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand in de Gemeente Venray, Provincie Limburg, verschenen: Herman Jan Hendrik Sala, oud zevenendertig jaren, van beroep veearts wonende te Venray, die Ons heeft aangegeven, dat op den zestienden September negentienhonderd dertien, ten zeven ure, des namiddags te Venray is geboren een kind van het vrouwelijk geslacht, uit hem declarant en uit zijne echtgenoote Maria Josephina Bernardina Sophia van Aerssen van beroep zonder aan welk kind hij heeft verklaard de voornamen te geven van Agnes Henriette Antonia.
Deze verklaring is geschied in tegenwoordigheid van Hendrik Slits, oud negenendertig jaren, van beroep manufacturier, wonende te Venray en van Gerardus Ambrosius oud achtenveertig jaren, van beroep timmerman wonende te Venray.
Waarvan door Ons deze geboorte-akte is opgemaakt, welke na voorlezing aan den aangever en aan de getuigen door ons met den aangever en de beide getuigen is geteekend.
Geboorte Henriette Wilhelmina Sala kind van Herman J. H. Sala en Maria J. B. S. van Aerssen
In het jaar negentienhonderd negen, den negenentwintigsten Juli is voor Ons, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand in de Gemeente Venray, Provincie Limburg, verschenen: Herman Jan Hendrik Sala, oud drieendertig jaren, van beroep veearts wonende te Venray, die Ons heeft aangegeven, dat op den achtentwintigsten Juli negentienhonderd negen, ten half negen ure, des voormiddags te Venray is geboren een kind van het vrouwelijk geslacht, uit hem declarant en uit zijne echtgenoote Maria Josephina Bernardina Sophia van Aerssen van beroep zonder aan welk kind hij heeft verklaard de voornamen te geven van Henriëtte Wilhelmina.
Deze verklaring is geschied in tegenwoordigheid van Peter Antoon Voesten, oud negenenveertig jaren, van beroep gemeenteontvanger, wonende te Venray en van Henri Jacobs oud drie en twintig jaren, van beroep zonder wonende te Venray.
Waarvan door Ons deze geboorte-akte is opgemaakt, welke na voorlezing aan den aangever en aan de getuigen door ons met den aangever en de beide getuigen is geteekend.
Geboorte Hermina Agnes Maria kind van Herman J. H. Sala en Maria J. B. S. van Aerssen
In het jaar negentienhonderd vijf, den elfden November is voor Ons, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand in de Gemeente Venray, Provincie Limburg, verschenen: Herman Jan Hendrik Sala, oud negen en twintig jaren, van beroep veearts wonende te Venray, die Ons heeft aangegeven, dat op den elfden November negentienhonderd vijf, ten half drie ure, des voormiddags te Venray is geboren een kind van het vrouwelijk geslacht, uit hem declarant en uit zijne echtgenoote Maria Josephina Bernardina Sophia van Aerssen van beroep zonder aan welk kind hij heeft verklaard de voornamen te geven van Hermina Agnes Maria.
Deze verklaring is geschied in tegenwoordigheid van Johannes Schaeffers, oud zeven en veertig jaren, van beroep leiendekker, wonende te Venray en van jan Derks oud zes en dertig jaren, van beroep schoenmaker wonende te Venray.
Waarvan door Ons deze geboorte-akte is opgemaakt, welke na voorlezing aan den aangever en aan de getuigen door ons met den aangever en de beide getuigen is geteekend.
Geboorte Henrica Sala kind van Jean Baptist Louis Sala en Josepha Jacoba Muskeyn
In het Jaar een duizend acht honderd zes-en-dertig, den achtienden Juny des middags om circa twaalf ure, voor ons Wethouder der Stad ’s Hertogenbosch, Beambte van den Burgerlijken Stand, is verschenen Jan Willem Goijaerts Heel en Vroedmeester, oud zes en veertig jaren wonende alhier op den Hoogen Steenweg Wijk A Nummer 15
welke ons heeft vertoond een kind van het vrouwelijk geslacht, hetwelk hij verklaarde te zijn geboren gisteren om negen ure des avonds, en te zijn van Jean Baptist Louis Sala, koopman oud acht en dertig jaren wonende alhier op het Hinthammereind Wijk D Nummer 280 en van Josepha Jacoba Muskeyn oud zeven en dertig jaren, zijne huisvrouwe en heeft de comparant verklaard, aan het kind te willen geven de voornaam van Henrica
welke vertooning en verklaring is gedaan in tegenwoordigheid van Baptist Leopold Vernest fabrykant in kristallen lampbollen, oud een en vijftig jaren, wonende binnen deze Stad, Wijk D n°11, en van … Kluytmans (?) kaasman oud drie en veertig jaren, mede alhier woonachtig, Wijk D n°281, die, na voorlezing dezes, beneffens de Comparant met ons hebben geteekend.