SALA familie Sala - Visino - Pognana - Tavernerio - Roveredo - Pusiano
02-11-2008
1940-02-18 De Krant over dokter Johannes Gijsbertus Arnold. Theod. Overleden
Krant Einhoven 18-2-1940
Dr. Joh. G.A. Th. Sala †
Hedennacht is in den gezegenden leeftijd van 72 jaar in het R.K. Binnen-Ziekenhuis aan de Jan van Lieshoutstraat, na een langdurig geduldig lijden, en voorzien van de H.H. Sacramenten der Stervenden overleden Dr. Johan Gijsbertus Arnoldus Theodorus Sala, sinds een tiental jaren geneesheer in ruste, in onze stad teruggekeerd, waar hij vroeger een ruim 25-jarige drukke practijk had.
Dr. Sala was geboortig uit Leiden, 28 Februari 1867 en promoveerde, na zijn middelbare studies te hebben doorloopen, aan de Leidsche universiteit tot doctor in de geneeskunde. Spoedig na zijn doctoreeren vestigde hij zich in het voormalige Stratum in de woning aan Stratumschedijk 17, thans door dokter J. B. van Gils bewoond, die ook diens practijk overnam. Dr. Sala genoot destijds de hoogachting, vertrouwen en vriendschap van al zijn patiënten, omdat hij als "huisdokter" van den ouden stempel, voor velen tot vertrouwensman was geworden.
Dr. Sala had een zeer groote practijk en is ook eenige jaren gemeente-arts van Eindhoven geweest, in welke functie hij zich vooral de belangen der armenpractijk zeer heeft aangetrokken. Nadat hij wegens hooge ouderdom zijn practijk hier neerlegde, heeft hij eenige tijd in Oegstgeest en later weduwnaar weer te Eindhoven bij zijn dochter mevrouw C. van Liempt-Sala gewoond. Velen onzer oude stadgenooten bewaren nog de sympathiekste herinneringen aan dezen dokter van de vorige generatie, een dokter uit duizenden, zooals ook het volk hem kende.
Dagelijks kon men hem, tot voor kort nog door onze straten zien wandelen.
Door den raad werd hij benoemd tot gemeente-geneesheer, op 9 Dec. 1893, ingaande 16 Dec. 1893. Hij huwde te Woensel met Mevr. Elisabeth Lingen op 1 Mei 1894 en werd op 1 Jan. 1920 bij de annexatie van Groot-Eindhoven tot gemeente-arts aangesteld. Dit bleef hij tot 1 Dec. 1926, waarna op wachtgeld is gesteld, waarbij hij zijn practijk neerlegde. Daarna is hij naar Oegstgeest vertrokken en er tiental jaren geleden weer te Eindhoven bij zijn familie terugkeerde.
_________________________________________
Dr. J.G.A.Th. Sala
Hedenmorgen half elf had in de St. Georgiuskerk te Stratum onder groote belangstelling de plechtige uitvaart plaats van den heer dr. J.G.A.Th.Sala die meer dan 35 jaar te Stratum en te Eindhoven practiseerend geneesheer, sinds 1893 gemeente-arts en vanaf 1925 controleerend gemeente-arts van Groot-Eindhoven was.
Vanuit het woonhuis van den overledene, Broerelaan 7, alwaar Dr. Sala sinds zijn terugkeer naar Eindhoven met zijn zoon woonde, vond de uitvaart plaats. De rouwstoet stelde zich in den Elzent op, die wegens het barre winterweer niet groot was.
Om half elf werd in de Parochiekerk St. Joris door den Zeer Eerw. Heer Pastoor Sicking de Requiem-Mis opgedragen, geassisteerd door de beide kapelaans Simkens en Meijer, die het stoffelijk overschot aan de kerkingang afhaalden.
In de rouwstoet en tijdens de Requiem-Mis werden na de familieleden opgemerkt, Burgemeester A. Verdijk, de wethouders Dr. Verhagen, P. v. d. Putt, Fr. Buskens, de raadsleden P. Staal en Marks, resp. voorzitter en ondervoorzitter der R.K. Raadsfractie, dr. v. d. Loo van St. Jozefziekenhuis en dr. L. v. d. Putt, voorts waren aanwezig de heer Cl. Schellens, president St. Vincentiusvereniging, notaris P. Hoffmann en notaris Steensma, Mr. v. d. Dungen, kantonrechter, de kerkmeesters van St. Jorisparochie de heeren Hoogtenberg en van Rooij, Dr. H.H. Nijssen directeur keuringsdienst, de heer Obbens namens A.R.K.A., broeder Henricus van "Eikenburg" en verder tal van oud patiënten van den overledene die dr. Sala de laatste eer kwamen bewijzen. Ook de damesrouw was druk bezocht.
Aan den Offer werd door schier de geheele kerk deelgenomen.
Het kerkelijk zangkoor voerde de Gregoriaanse Requiemmis uit. Nadat de absoute was verricht door den Z. Eerw. Pastoor Sicking begaf de lijkauto zich naar de St. Petrusparochie te Woensel.
De begrafenis vond plaats op het R.K. Kerkhof van St. Petrus te Woensel, waar ook de echtgenoote van Dr. Sala, mevr. E. M. Sala-Lüngen, begraven ligt.
Aan Dr. Sala zullen veel oud-Eindhovenaren en Stratummers met piëteit terugdenken en hem in hun gebeden herdenken.
Categorie:1 SALA JOHANNES GIJSBERTUS ARNOLDUS THEODORUS ARTS SALA WERREL
11-09-2008
Geboorte Henricus Ludovicus (Louis) Ludwig kind van Frederik Franz en Adriana Maria Frederica Josepha Sala - 1856
In het jaar een duizend acht honderd zes en vijftig, den tweeden dag der maand April is voor ons Ambtenaar van de Burgerlijken Stand der Gemeente Lith provincie Noordbrabant, verschenen Frederik Franz Ludwig, van beroep landbouwer oud vier en dertig jaren, wonende binnen deze Gemeente, welke in tegenwoordigheid van twee getuigen, als van Johannes Schijvens van beroep onderwijzer, oud acht en zestig jaren, en van Bernardus Van der Sluis, van beroep ?, oud acht en dertig jaren, beide wonende binnen deze Gemeente, ons heeft verklaard dat zijne Huisvrouw Adriana Maria Frederica Josepha Sala, oud zeven en twintig jaren, van beroep geen wonende te Lith, wijk B nommer vijf en zestig, alhier bevallen is van een kind van het mannelijk geslacht, geboren op dinsdag, den eersten der maand April een duizend acht honderd zes en vijftig, om vier ure des namiddags en aan dat kind te geven de voornamen van Henricus Ludovicus. En hebben wij hiervan opgemaakt de tegenwoordige akte, die , na voorlezing, is geteekend door ons, de comparant en de getuigen
Geboorte Albertus Cornelis Josephus Maria Smelt kind van Johannes Theodorus en Josephina Wilhelmina Adriana Sala - 1900
In het jaar negentien honderd, den zeven en twintigsten November, is voor ons, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Werkendam, provincie Noordbrabant verschenen Johannes Theodorus Maria Smelt, oud zeven en twintig jaren, van beroep opzichter waterstaat, wonende te Werkendam, die ons heeft aangegeven dat op den zes en twintigsten November negentien honderd ten elf ure des namiddags, te Werkendam, ter zijnen huize, staande alhier aan de Visschersdijk, is geboren een kind van het mannelijk geslacht uit zijne echtgenoot Josephina Wilhelmina Adriana Sala, zonder beroep, wonende te Werkendam, aan welk kind hij heeft verklaard de voornamen te geven van Albertus Cornelis Josephus Maria. Deze aangifte is geschied in tegenwoordigheid van Kommer Groeneveld, oud vijf en twintig jaren, van beroep roeier waterstaat, wonende te Werkendam en van Simon van de Ruit, oud vier en dertig jaren, van beroep veldwachter, wonende te Werkendam. Waarvan door ons deze akte is opgemaakt, welke na gedane voorlezing aan den aangever en aan de getuigen, is geteekend door ons met hen.
Geboorte Antoinette Maria Smelt kind van Johannes Theodorus en Josephina Wilhelmina Adriana Sala - 1904
Geboorte Antoinette Maria Smelt kind van Johannes Theodorus en Josephina Wilhelmina Adriana Sala In het jaar negentien honderd vier den negentienden Augustus, is voor ons, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Weert, provincie Limburg, verschenen Johannes Theodorus Smelt, oud een en dertig jaren, van beroep Opzichter van Rijks Waterstaat, wonende te Weert die ons heeft aangegeven, dat op den zeventienden Augustus negentien honderd vier, ten half tien ure des namiddags te zijnen woonhuize op den Dries is geboren een kind van het vrouwelijk geslacht uit Josephina Wilhelmina Adriana Sala, zijne echtgenoote, zonder beroep, aan welk kind hij verklaard heeft te geven de voornamen van Antoinette Maria. Deze verklaring is geschied in tegenwoordigheid van Johannes Hubertus Dohmen, oud zes en dertig jaren, van beroep aanteekenaar, wonende te Weert en van Hermanus Smeets, oud zeven en twintig jaren, van beroep architect, wonende te Weert. Waarvan door ons deze geboorte-akte is opgemaakt, welke na voorlezing aan den aangever en aan de getuigen door dezen met ons geteekend is.
Geboorte Cornelis Maria smelt kind van Johannes Theodorus en Josephina Wilhelmina Adriana Sala - 1905
In het jaar negentien honderd en vijf, den zesden dag der maand October is voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Weert, verschenen Johannes Theodorus Smelt, oud twee en dertig jaren, van beroep Opzichter van Rijks Waterstaat, wonende te Weert die ons heeft aangegeven, dat op den vijfden October negentien honderd en vijf, ten vijf ure des voormiddags, te zijne woonhuize op den Dries is geboren een kind van het mannelijk geslacht uit Josephina Wilhelmina Adriana Sala, zijne huisvrouw, zonder beroep, aan welk kind hij heeft verklaard de voornamen te geven van Cornelis Maria. Deze verklaring is geschied in tegenwoordigheid van Jan Ferdinand Smulders, oud vier en zestig jaren, van beroep sigarenfabrikant, wonende te Weert en van Hermanus Smeets, oud acht en twintig jaren, van beroep architect, wonende te Weert. Waarvan door ons deze geboorte-akte is opgemaakt, welke na voorlezing aan den aangever en aan de getuigen door dezen met ons geteekend is.
Geboorte Johannes Maria Smelt kind van Johannes Theodorus en Josephina Wilhelmina Adriana Sala - 1907
Heden achttien Januari negentien honderd zeven verscheen voor mij Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Weert: Johannes Theodorus Smelt, oud drie en dertig jaren, van beroep Opzichter Rijks Waterstaat, wonende alhier, die verklaarde, dat op zeventien dezer, des namiddags ten halftwaalf ure, in deze gemeente op den Dries nummer elfhonderd zeven en zeventig is geboren een kind van het mannelijk geslacht uit Josephina Wilhelmina Adriana Sala, zijne huisvrouw, zonder beroep, aan welk kind worden gegeven de voornamen van Johannes Maria. Gedaan in tegenwoordigheid van Johannes Nicolaas Vercoelen, oud drie en dertig jaren, van beroep kleermaker, wonende alhier en van Andreas Lenders, oud acht en veertig jaren, van beroep bediende, wonende alhier. Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.
Geboorte Petrus Bernardus Jozefus Smelt kind van Johannes Theodorus en Josephina Wilhelmina Adriana Sala - 1910
Heden vijf Maart negentien honderd tien, verscheen voor mij Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Weert: Jozef Peeters, oud veertig jaar, van beroep arts, wonende alhier, die verklaarde, dat op drie dezer des voormiddags te elf ure, in deze gemeente op den Dries C driehonderd zeventig in zijn bijzijn is geboren een kind uit Josephina Wilhelmina Adriana Sala, zonder beroep, huisvrouw van Johannes Theodorus Smelt, opzichter van Rijks Waterstaat, wonende alhier, wegens ziekte niet kunnende verschijnen, aan welk kind worden gegeven de voornamen van Petrus Bernardus Jozefus Maria. Gedaan in tegenwoordigheid van Henri Jansen, oud acht en vijftig jaar, van beroep gemeente Secretaris, wonende alhier en van Andreas Lenders, oud een en vijftig jaar, van beroep bediende, wonende alhier. Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.
Geboorte Theodorus Maria Smelt kind van Johannes Theodorus en Josephina Wilhelmina Adriana Sala - 1907
Heden achttien Januari negentien honderd zeven verscheen voor mij Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Weert: Johannes Theodorus Maria Smelt, oud drie en dertig jaar, van beroep Opzichter van Rijks Waterstaat, wonende alhier, die verklaarde, dat op zeventien dezer des namiddags ter twaalf ure, in deze gemeente op den Dries nummer elfhonderd zeven en zeventig is geboren een kind van het mannelijk geslacht uit Josephina Wilhelmina Adriana Sala, zijne huisvrouw, zonder beroep, aan welk kind worden gegeven de voornamen van Theodorus Maria. Gedaan in tegenwoordigheid van Peter Nicolaas Vercoelen, oud drie en dertig jaren, van beroep kleermaker, wonende alhier en van Andreas Lenders, oud acht en veertig jaren, van beroep bediende, wonende alhier. Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.
Geboorte Reinerus Arnoldus Sala kind van Johan Casper Engelbert en Maria Jacoba de Bruijn - 1880
In het jaar achttien honderd en tachtig, den drie en twintigsten der maand September, is voor ons, Eliazer Efhraim Denekamp, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Schoonhoven, Provincie Zuid-Holland, verschenen Johan Casper Engelbert Sala, oud vijftig jaren, van beroep Rijksontvanger, wonende te Schoonhoven, die ons heeft verklaard, dat op Dinsdag den een en twintigsten der maand September dezes jaars, des middags ten drie ure, binnen deze gemeente is geboren een kind van het mannelijk geslacht uit zijne echtgenoote Maria Jacoba de Bruijn, oud drie en veertig jaren, zonder beroep, wonende alhier, en aan dat kind te willen geven de voornamen van Reinerus Arnoldus. Welke aangifte en verklaring zijn geschied in tegenwoordigheid van Willem … van Schaik, oud vier en zestig jaren, van beroep secretaris, wonende te Schoonhoven en van Hendrik Gerardus Geelhoed, oud vier en dertig jaren, van beroep beambte Secretaris, wonende te Schoonhoven, als getuigen. En wij hebben deze akte, na gedane voorlezing, geteekend met de comparant en getuigen.
Geboorte Johanna Maria Cornelia de Wijs kind van Christianus Johannes Franciscus en Maria Henrica Mursay - 1889
In het jaar een duizend acht honderd negen en tachtig, den dertigsten January, is voor ons ondergeteekende Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente ’s-Hertogenbosch, verschenen Christianus Johannes Franciscus de Wijs, koopman, oud twee en dertig jaren, wonende alhier, welke in tegenwoordigheid van twee getuigen, als van Franciscus Xaverius Luijkx, collecteur der Staatsloterij, oud vijf en zestig jaren, en Theodoor van Guliek, zonder beroep, oud vier en twintig jaren, wonende binnen deze gemeente, ons heeft verklaard, dat zijne huisvrouwe Maria Henrica Nicolaasina Cornelia Mursay, zonder beroep, bevallen is van een kind van het vrouwelijk geslacht, geboren den dertigsten dezer maand, om vijf ure des morgens, in hunne woning op den hoogensteenweg Wijk C, vier honderd drie en veertig, welk kind zal genaamd worden Johanna Maria Cornelia, van welke verklaring wij de tegenwoordige akte hebben opgemaakt, die, na voorlezing, is geteekend door ons, den comparant en de getuigen.
Geboorte Maria Johanna Geertruida Roozekrans kind van Martinus Johannes en Geertruida Christina Buijs - 1889
Op heden den zevenden Mei achttien honderd negen en tachtig, is voor ons, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand te Haarlem, verschenen Martinus Johannes Roozekrans, oud negen en twintig jaren, van beroep koopman, wonende in deze gemeente, die ons heeft verklaard, dat op den vijfden dezer, des voormiddags ten zeven ure, in het huis staande aan de Lange Veerstraat nummer 7, is geboren een kind van het vrouwelijk geslacht, uit Geertruida Christina Maria Buijs, zijne echtgenoote, zonder beroep, wonende alhier, aan welk kind hij comparant de voornamen geeft van Maria Johanna Geertruida. Deze aangifte is aan ons gedaan in tegenwoordigheid van Antonius Lindeman, oud acht en veertig jaren, van beroep winkelier, wonende alhier en van Gerrit Hendrik …, oud negen en twintig jaren, van beroep winkelier, wonende alhier. En is hiervan terstond opgemaakt deze akte en na voorlezing onderteekend door ons, den aangever en de getuigen.
Geboorte Geertruij Marijnen kind van Jan en Antonia van den Broek - 1842
In het Jaar een duizend acht honderd twee-en-veertig, den veertienden April voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Heusden, is verschenen: Jan Marijnen, oud zes en veertig jaren, van beroep bouwman, wonende te Heusden, welke ons heeft aangegeven, dat op Donderdag den veertienden April om vier uren des voormiddags, ten zijne huize in deze stad is geboren een Kind van het vrouwelijk geslacht, dochter van den aangever en van zijn huisvrouw Antonia van den Broek, oud een en veertig jaren, wonende te Heusden, en aan hetwelk is gegeven de voornaam van Geertruij, waarvan deze akte is opgemaakt in tegenwoordigheid van Adrianus van Oudheusden, oud acht en twintig jaren, hovenier, wonende te Heusden en van Hendrikus van Holvoort, oud twee en dertig jaren, wagenmaker, wonende te Heusden, en is deze na voorlezing geteekend door ons en de comparanten.
16-09-1881 C.F. Sala - Een Nederlandse reiziger in Liberia bezweken
- Onder het opschrift: "Een Nederlandsch reiziger in Liberia bezweken", leest men in het "Tijdschrift van het Aardrijkskundig genootschap" : Onze lezers zullen zich herinneren, dat in het 3e nommer van dit deel, blz. 90, een verslag voorkomt van eene reis naar Liberia door de heeren Büttikofer en Sala ondernomen, om op last van den hoogleeraar Schiegel, directeur van 's rijks museum te Leiden, voorwerpen van natuurlijke historie te verzamelen.
De heer Sala wordt door prof. Schiegel in de inleiding tot dat artikel genoemd: een ervaren jager en technicus, die vroeger eene reeks van jaren deels op Java, deels in Angola had doorgebragt". Inderdaad bezit het Leidsche museum een aantal voorwerpen, door hem op zijne vroegere reizen in Afrika verzameld.
"De belangrijke resultaten van de reis der heeren Büttikofer en Sala zijn in het verslag in ons tijdschrift in het licht gesteld; maar de persoonlijke ontmoetingen en ervaringen der reizigers bljjven in dat berigt zeer op den achtergrond.
Het is echter te Leiden niet onbekend gebleven, dat zij met veel vermoeijenissen en ontberingen hebben te kampen gehad, en dat het klimaat van Afrika hun niet gunstiger is geweest, dan zoo menigen reiziger, die in dat werelddeel het slagtoffer van zijn weetlust is geworden.
Van vroegere ernstige ziekten zijn althans vage berigten tol ons gekomen; thans blijkt het, dat ook Nederland zijn offer heeft moeten brengen aan de in onze dagen zoo algemeene zucht om "het donkere werelddeel" voor wetenschappelijk onderzoek, beschaving en handel te ontsluiten. C.F. Sala, Leidenaar van geboorte, is op 11 Junij jl. te Cape Mount in Liberia overleden. In een volgend nummer zullen wij welligt nadere bijzonderheden kunnen mededeelen".
Categorie:1 SALA CAROLUS FRANCISCUS NATUURKUNDIG ONDERZOEKER SALA WERREL
03-08-2008
14-07-1881 Onderzoeker Carolus Franciscus Sala overleden te Afrika
Wij ontvingen het treurig bericht van het overlijden van onzen geliefden Broeder en Behuwd-broeder den Heer C.F. SALA op den 11den Juni 11. te Cape Mount in Liberia (Westkust van Afrika), alwaar hij zich in gezelschap van den Heer J. BÜTTIKOFER met natuurkundige onderzoekingen bezig hield.
leiden, 13 Juli 1881. Uit aller naam: J.H. SALA.
14-07-1881 Leidsch Dagblad
LEIDEN, 13 Juli. Heden is alhier het bericht ontvangen van het overlijden te Cape Mount van den heer C.F. Sala, die in Afrika bezig was met het verzamelen van voorwerpen voor het Museum van Natuurlijke Historie alhier.
Reeds eenige malen zond hij belangrijke zendingen herwaarts. Naar wij vernemen, deed hij dit op verzoek en voor rekening van prof. H. Sehlegel, directeur van genoemde inrichting. Eenige jaren geleden was hij met hetzelfde doel alleen derwaarts gegaan.
De laatste maal vertrok hij in gezelschap van den heer J. Büttikofer, een Zwitser, in wiens gezelschap hij zich aan de westkust van Afrika mede met natuurkundige onderzoekingen onledig hield, tot den 11den Juni jl. de dood een eind maakte aan zijn werkzaam en voor de wetenschap zoo nuttig leven.
Leidsch Dagblad 14-07-1881
Carolus Franciscus Sala Een Nederlandse expeditie naar Afrika
EENE NEDERLANDSCHE EXPEDITIE NAAR AFRIKA. III.
Exploraties als de hier bedoelde hebben dus tot hoofddoel de thans levende dierenwereld in al hare schakeeringen en plaatselijke afwijkingen zoo nauwkeurig mogelijk te leeren kennen, om daarvan de blijvende gedenkteekenen aan het nageslacht te kunnen overleveren. Worden zij, als boven werd aangestipt, door het particulier initiatief ondernomen, dan zal vanzelf het gebied, waarover zij zich uitstrekken, betrekkelijk beperkt moeten blijven.
In dat geval verdient het ook steeds aanbeveling liever een beperkt gebied zeer grondig, dan een wijder veld meer oppervlakkig te onderzoeken. In het laatste geval zal wellicht een grooter aantal belangwekkende nieuwe vondsten kunnen verkregen worden; maar de blijvende wetenschappelijke waarde zal door de vluchtigheid zonder twijfel schade lijden.
Zoo is dan ook aan de leden der Nederlandsche Zoölogische expeditie naar West-Afrika door haren leider een betrekkelijk beperkt gebied aangewezen en zal het onderzoek niettemin gedurende een zestal jaren onafgebroken moeten worden voortgezet.
Allereerst ligt het binnenland van Liberia aan de beurt, daarna waarschijnlijk een gedeelte van de kust van Guinea, vervolgens het Camerongebergte en eindelijk de meer zuidelijke streken aan de monding van den Gaboon en den Ogowé, daar waar men het vaderland van den gorilla te zoeken heeft.
Op 17 November 1879 vertrokken de beide deelnemers aan de expeditie de heeren Joh. Büttikofer en C.F. Sala uit Rotterdam met een der schepen van de firma Hendrik Muller Szn. naar Monrovia, de hoofdplaats, van Liberia.
Zoowel toen als later heeft deze firma op de meest vrijgevige wijze de expeditie gesteund en hare communicatie met het moederland vergemakkelijkt. De heer Büttikofer, Zwitser van geboorte, was sedert eenigen tijd als amanuensis aan 's Rijks museum te Leiden verbonden, onderscheidde zich reeds in zijn geboorteland door zijne groote voorliefde voor de jacht en zijne grondige kennis van de inheemsche dierenwereld.
In het Leidsche museum vond hij ruimschoots gelegenheid deze kennis ook tot de dierlijke bewoners van andere werelddeelen uit te breiden, en toen eenmaal het plan tot de expeditie naar Afrika bij den hoogleeraar-directeur Schlegel de rijpheid nabij was gekomen, had ook de heer Büttikofer zich zóó grondig op de hoogte gesteld van alles wat er tot heden van de fauna dier streken bekend is, dat hij de aangewezen man was om de leiding der expeditie op zich te nemen.
De uitkomsten hebben reeds bewezen dat hij hiervoor ten volle berekend is, en dat veel tijd en geld bespaard wordt door deze grondige bekendheid met de te onderzoeken landstreek, daar van de algemeene, reeds lang bekende diervormen geene of slechts zeer weinige exemplaren verzameld worden en vooral op de zeldzame en meer kostbare voorwerpen de aandacht meer in het bijzonder kan gericht blijven.
Zijn medegezel, de heer C.F. Sala, die nu bijna twee jaren geleden de reis met hem aanvaardde, is hem onlangs door den dood ontvallen. Met groote energie had ook hij aan de werkzaamheden deelgenomen, niettegenstaande hij in den laatsten tijd met de ziekte, die hem ten grave sleepte, te kampen had. Sala was Nederlander van geboorte, was vroeger in kolonialen krijgsdienst en had na dien tijd ook reeds onderzoekingsreizen in Afrika ondernomen.
In 1861 was hij namelijk voor het Leidsche museum in Angola en Mossamedes werkzaam, leerde daardoor het klimaat en de bewoners kennen, en was als hartstochtelijk jager en voortreffelijk schutter een krachtig element voor het welslagen van de expeditie. Binnenkort zal in de door zijn dood opengevallen plaats voorzien worden door het uitzenden van een geschikten plaatsvervanger.
De heer Büttikofer blijft daarbij, als tot heden, het hoofd van de expeditie. In korte woorden zij het mij vergund hier enkele van de avonturen en wederwaardigheden te bespreken, die in het eerste jaar van hun verblijf in het Afrikaansche binnenland aan de leden dezer Nederlandsche expeditie zijn overkomen.
Dank zij der bemiddeling van den Nederlandschen consul en den vice-consul, de heeren Modderman en Wiegman, werden door het gouvernement van Liberia aan onze reizigers tal van faciliteiten verzekerd en togen zij kort na hunne ontscheping (in Januari 1880) met al hunne kisten en bagage landwaarts in, en wel steeds langs de oevers der St.-Paulsrivier.
Na een kort verblijf in het vriendelijke huisgezin van den missionaris, den heer Day, te Millsburgh, slaagden zij er in dragers te verkrijgen, die hen naar Bavia, een negerstad, die hooger op aan de rivier gelegen is, geleidden. Een tweede legerplaats werd later te Soforé, nog meer het binnenland in, gevonden, en in het najaar van 1880 waren zij met de gemaakte verzamelingen weder te Monrovia terug, evenwel niet zonder in hooge mate aan ziekte en ontbering te hebben blootgestaan en de negers van eene uiterst ongunstige zijde, als volleerde dieven en doortrapte oplichters, te hebben leeren kennen.
Beviel dezen het dragen niet langer of verlangden zij meer loon, zoo werden kisten en pakken eenvoudig neergezet en zoo hunne eischen niet ingewilligd werden, was men op deze wijze geheel aan hunne genade overgeleverd. Zelfs ontzagen zij zich niet ditzelfde systeem in toepassing te brengen, toen zij Büttikofer, die door ziekte en krampen geheel buiten staat was te gaan, huiswaarts droegen. Zonder omwegen werd hij op vele honderden ellen afstands van de hut, die door hem bewoond werd, in het bosch nedergelegd en door de dragers verlaten.
Leidsch Dagblad 19-09-1881.
(Carolus Franciscus Sala zoon van Carolus Antonius Sala en Maria Sebilla Spekman overleed 10-06-1881 op 42 jarige leeftijd in Robertspert (Liberia Afrika) en is daar begraven.
Enige exemplaar ter wereld De Büttikofer-ral van Naturalis is het enige exemplaar van de soort dat bewaard is gebleven. Deze vogel werd in 1865 gekocht van de Amsterdamse handelaar G.A. Frank. Aanvankelijk meende men dat het een jong van een Zuid-Amerikaanse ral was. In 1893 stelde Johann Büttikofer, conservator in Leiden, vast dat het ging om een aparte soort, die hij Stictolimnas sharpei noemde. De naam is een verwijzing naar de Britse ornitholoog Richard Bowlder Sharpe die hem op deze merkwaardige ral had gewezen. Zoals wel vaker gebeurt bij dieren die via handelaren in musea terechtkomen, had men geen idee waar de vogel vandaan kwam. Büttikofer meende dat het om een Zuid-Amerikaanse soort ging, maar was daarbij waarschijnlijk beïnvloed door de eerdere, foute determinatie.
Büttikofer en Sharpe hadden mogelijk gehoopt dat de vogel ooit nog ergens aangetroffen zou worden. Helaas werden er echter geen exemplaren meer gevonden, zodat we ervan uit mogen gaan dat de soort is uitgestorven. Ongeveer een eeuw nadat de vogel beschreven was, probeerde de Amerikaanse ornitholoog Storrs Olson het raadsel van de ral op te lossen. Het was hem opgevallen dat de ral sterke gelijkenis vertoonde met de geelbandral, Gallirallus philippensis. Deze ral komt voor op de Filippijnen, de oostelijke eilanden van Indonesië, Nieuw-Guinea, Australië, West-Polynesië en Nieuw-Zeeland. Aangezien de twee soorten op elkaar lijken, suggereerde Olson dat ze uit hetzelfde gebied moesten komen. Hij geloofde niet dat de Büttikofer-ral van één van de Pacifische eilanden kwam. De meeste rallen daar hebben namelijk hun vliegvermogen verloren, terwijl deze ral goed ontwikkelde vleugels heeft. Volgens Olson zou de vogel mogelijk afkomstig zijn van Java, Sumatra of Borneo.
Museumexemplaar Behalve Naturalis heeft geen enkel ander museum ter wereld de Büttikofer-ral in zijn collectie.
Categorie:1 SALA CAROLUS FRANCISCUS NATUURKUNDIG ONDERZOEKER SALA WERREL
02-08-2008
15-04-1871 De heer Sala hoofdopzigter Zoölogische botanische tuin
- Het bestuur van den kon. zoölog. botanischen tuin alhier heeft den heer Sala, thans werkzaam aan het museum van natuurlijke historie te Leiden, benoemd tot hoofdopzigter aan die instelling.
Leydse Courant 15-04-1871
Carolus Franciscus, zoon van Carolus Antonius Sala en Maria Sibilla Spekman werd geboren te Leiden op 14-05-1839 en overleed op 17-06-1881 in Liberia Afrika op 42 jarige leeftijd.
Het bevolkingsregister van Leiden vermeld hem op tienjarige leeftijd (periode 1849 - 1849) als schoolleerling wonende in wijk nummer 4 op het adres Breedstraat huisnummer 232
Het centraal bureau voor genealogie verwijst naar de biografische index, een toegang op biografische naslagwerken waarin korte levensbeschrijvingen te vinden zijn van personen die een vooraanstaande rol in het maatschappelijk leven hebben gespeeld.
Carolus Franciscus Sala - Naturalist Bron: Type-cataloque of the Decapod Crustacea in the collections of the Nationaal Natuurhistorisch Museum, with appendices of pre-1900 collectors and material.
Carolus kwam ook voor op de kieslijsten van de gemeente Leiden. Bron: Leydse Courant 25-09-1848
Categorie:1 SALA CAROLUS FRANCISCUS NATUURKUNDIG ONDERZOEKER SALA WERREL
01-08-2008
07-01-1890 Carolus Franciscus Sala ovl. Afrika slachtoffer der wetenschap
Leiden, 6 Januari.
Bij de firma E.J. Brill alhier verscheen vóór eenige dagen het eerste deel van „Reise-bilder aus Liberia" van onzen stadgenoot den heer J. Büttikofer, conservator aan het Museum van Natuurlijke Historie. In vloeienden, opgewektcn stijl verhaalt ons de koene, onverschrokken natuurvorscher zijn leven en lotgevallen te midden der inboorlingen van Afrika's binnenland.
Dezen mochten niet altijd vroolijk of opgewekt genoemd worden; hij en ook zijn vriend en reisgenoot C.F. Sala, eveneens een onzer stadgenooten, hebben met ontzaglijk veel moeilijkheden, met onnoemlijk vele wederwaardigheden, voornamelijk met ziekten, te kampen gehad.
Zooals bekend is, is de laatste dan ook een slachtoffer der wetenschap geworden; zijn lichaam rust op het oogenblik in Afrika's schoot.
Verder teekent de schrijver in levendige kleuren de weelderige natuur dier streken; hij maakt ons bekend met de zeden, gewoonten en gebruiken dier natuurmenschen en menigmaal doet hij ons dezen bewonderen.
Wie zich den inboorling voorstelt als een bekrompen wezen, zonder gevoel voor het brave, edele of rechtschapene, dwaalt. Als bewijs hiervan diene het volgende, aan Büttikofers werk ontleend.
Terwijl een der talrijke negerkoninkjes ziek en hulpeloos te bed (1) lag, ontvlucht eene zijner vrouwen, die zich niet op eene bepaald liefderijke behandeling van de zijde haars echtgenoots had mogen beroemen; zij weigerde dan ook om tot haren gemaal terug te keeren.
Aan een ander negervorst werd de taak opgelegd als scheidsrechter in dat geding uitspraak te doen en deze velt het volgende vonnis:
dat de vrouw van haren man wegloopt, als hij haar slecht behandelt, vind ik zeer gerechtvaardigd en wijl die slechte behandeling door verschillende getuigen bewezen is, zou ik de eerste zijn om de vrouw, waarover het geding loopt, in het gelijk te stellen. Dat zij hem echter in den steek laat op een oogenblik, dat hij zich onmogelijk zelf kan helpen, dat bewijst een slecht hart en daarom veroordeel ik de vrouw om tot haren man terug te keeren.
Dit vonnis is wel niet overeenkomstig onze hoogzedelijk Europeesche begrippen, maar het bewjjst in elk geval dat het billijkheidsgevoel bij die lieden zeer ontwikkeld is.
Categorie:1 SALA CAROLUS FRANCISCUS NATUURKUNDIG ONDERZOEKER SALA WERREL
18-07-2008
Geboorte Henrica Cornelia dochter van Cornelis Johannes van Houten en Maria Antoinetta Theresia van Langenhuijsen
No. 357 In het jaar achttien honderd drie en tachtig, den zes en twintigsten der maand October, is voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand te Gorinchem, Provincie Zuid-Holland, verschenen Cornelis Johannes van Houten, oud veertig jaren, koopman, wonende te Gorinchem, die ons verklaarde, dat op den vijf en twintigsten October dezes jaars, des morgens ten acht ure, alhier is geboren een kind van het vrouwelijk geslacht, van hem komparant en zijne huisvrouw Maria Antoinetta Theresia van Langenhuijsen, zonder beroep, mede wonende alhier, aan hetwelk hij ons verklaarde te willen geven de voornamen Henrica Cornelia. Van welke verklaring wij akte hebben opgemaakt in tegenwoordigheid van, Joannes van Houten, oud vier en veertig jaren, koopman en Jacobus Gregorius Antonius Johannes van Nieuwenhuijsen, oud negen en twintig jaren, winkelbediende beiden wonende te Gorinchem. En hebben de komparant en getuigen deze akte, na gedane voorlezing, nevens ons onderteekend.
Geboorte Joanna Elisabeth dochter van Cornelis Johannes van Houten en Maria Antoinetta Theresia van Langenhuijsen
No. 346 In het jaar achttienhonderd zes en zeventig, den zestienden der maand December, is voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand te Gorinchem Provincie Zuid-Holland, verschenen Cornelis Johannes van Houten, oud drie en dertig jaren, koopman, wonende te Gorinchem, die ons verklaarde, dat op den zestienden December dezes jaars, des namiddags ten kwart over twaalf ure, alhier is geboren een kind van het vrouwelijk geslacht, van hem comparant en zijne huisvrouw Maria Antoinetta Theresia van Langenhuijsen, zonder beroep, mede wonende alhier, aan hetwelk hij ons verklaarde te willen geven de voornamen Joanna Elisabeth. Van welke verklaring wij akte hebben opgemaakt in tegenwoordigheid van Johannes Wilhelmus Petrus Hoeben, oud zeven en veertig jaren, koopman en Thomas Dietz, oud, twee en veertig jaren, winkelbediende beiden wonende te Gorinchem. En hebben de komparant en getuigen deze akte, na gedane voorlezing, nevens ons onderteekend.
Geboorte Johannes Antonius Maria zoon van Adriaan van Liempt en Johanna Maria Sonderegger
No. 457 In het jaar een duizend acht honderd zes en negentig, den achtsten juni, is voor ons ondergeteekende Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente 's Hertogenbosch, verschenen Adriaan van Liempt, bouwkundige, oud drie en vijftig jaren, wonende alhier, welke in tegenwoordigheid van twee getuigen als van Johannes ... ,timmerman, oud twee en veertig jaren en Alphonsus Wertenbroek, klerk ter secretarie, oud drie en twintig jaren, wonende binnen deze gemeente, ons heeft verklaard, dat zijne huisvrouw Johanna Maria Sonderegger, zonder beroep, bevallen is van een kind van het mannelijk geslacht, geboren den zesden dezer maand om half een ure des namiddags in hunne woning in de Tuldenstraat wijk . acht en veertig, welk kind zal genaamd worden Johannes Antonius Maria, van welke verklaring wij de tegenwoordige akte hebben opgemaakt, die, na voorlezing, is geteekend door ons den comparant en de getuigen