Hans Ouwerkerk schreef zijn familie- herinneringen op. 1 Inleiding 2 De familie Sala
Hans Ouwerkerk schreef zijn familie- herinneringen op.
Ik zou willen zeggen; "Dat zouden meer mensen moeten doen"
Naast enkele weglatingen en aanpassingen, heb ik namen van personen tussen haakjes toegevoegd omdat Hans schrijft vanuit de generatie na hem.
Van de zeven hoofdstukken hier deel 1 en 2. Meer volgt t.z.t.
Opmerkingen, aanvullingen, wetenswaardigheden? Stuur ze op!
Anatole.
Hans Ouwerkerk (12-10-1930 - 02-04-1999)
1 Inleiding
Toen wij de flat van opa Ouwerkerk (Leonardus Theodorus Maria geb. 11-03-1891) in Leiden gingen leegruimen vonden wij allerlei oude brieven, foto's, diploma's enz.
Het leek mij nuttig om deze zaken niet alleen te bewaren, maar ze te ordenen en er een soort toelichting bij te schrijven.
Misschien zal daar later belangstelling voor zijn.
Ik heb niet naar ontbrekende gegevens gezocht, alleen zo overzichtelijk mogelijk vastgelegd wat aanwezig was, aangevuld met wat ik mij herinner van alles wat opa, oma en andere familieleden wel eens verteld hebben.
Wat ik mij herinner is niet genoeg om er een echt "verhaal" van te maken, het heeft meer de vorm van een korte beschrijving.
Het is ook niet volledig en evenmin evenwichtig wat de onderwerpen betreft.
Over sommige dingen waren meer gegevens beschikbaar dan over andere, of ik heb ze beter onthouden omdat ze me meer interesseerden.
De eerste versie van deze beschrijving heb ik omstreeks 1985 opgesteld.
Daarna zijn er nog meer gegevens ter beschikking gekomen, o.a. uit krantenknipsels.
Ik wil dit nu, Jan 1997, maar afronden.
Wat er hierna nog bij zou moeten, zal ik toevoegen in de vorm van bijlagen.
De aanduidingen "opa", "oma", "overgrootmoeder" en "vader" worden gebruikt vanuit de generatie na mij, waarvoor dit in de eerste plaats geschreven is.
Hopelijk is dit overal voldoende duidelijk.
Er zijn een aantal boeken waarin de namen van familieleden voorkomen, of gebeurtenissen die met de familiegeschiedenis nauw verband houden.
De titels zijn samengevat in dit literatuurlijstje.
1 Leeman, F.W.G. Van barkschip tot "Willem Ruys", 120 jaar zeevaart Rotterdam 1961
2 Jubileum uitgave "De Sportman" Leiden 1906
3 Gedenkboek, uitgegeven ter gelegenheid van het 59 jarige bestaan van de KZRM "De Kaag" 1960
4 Geschiedenis van de Kaagsociëteit waterkampioen nr. 11 blz. 2192 e.v. 1977
5 50 jaar Regenboog-uitgegeven ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van de Regenboogklasse
6 S.J. graaf van Limburg Stirum. Varen in Oorlogstijd. Amsterdam 1948.
7 Veldpape, E. Chris van der Windt, 1877 - 1952 Oegstgeest 1996
2. De familie Sala, vanaf 1759
De gegevens betreffende de fam. Sala gaan het verst terug, daarom begin ik daarmee.
Behalve aan de gegevens die ik al had, heb ik veel van wat hier volgt ontleend aan een gesprek met Jan Sala te Leiden op 007-006-1990 en aan een artikel in Het Binnenhof van 19-10-1991, gedeeltelijk gebaseerd op een interview met hem.
De Sala's stammen af van een geslacht van Italiaanse handwerkslieden, makers van spiegels, lijsten en barometers.
Volgens het Binnenhof zou er al ca. 1734 een Antonius Dominicus Sala als stukadoor in Leiden werkzaam zijn geweest.
Er staat niet bij of dit ook familie was.
De stamvader van "onze" familie Sala was Dominicus, evenals zijn vrouw Maria Werrel geboren in 1759, hij in Poniana (Lombardije, Noord Italië), zij in Trier.
Zij zijn getrouwd in Luik en vestigden zich, waarschijnlijk in 1785, in Leiden.
Dominicus begon daar in dat jaar een spiegel en lijstenmakerij.
Op 31 maart 1786 werd hij als "poorter" van Leiden aangenomen.
Poorters waren meestal handelaren of ambachtslieden.
Zij moesten een geldbedrag storten, konden dan worden opgenomen in een gilde en kregen een poorterbewijs, ook wel "poortereed" genoemd.
Het poorterschap hield ook, zonodig, assistentie aan de gemeentelijke overheid in, bv. om te "bijten" d.w.z. het ijs in de grachten weghakken ten behoeve van de scheepvaart.
Het poorterschap was erfelijk.
Ik beschrijf eerst maar even kort de geschiedenis van de lijstenmakerij, later ook kunsthandel.
Vanaf 1825 was de firmanaam: D.Sala en Zonen.
Over deze firma is in 1988 een doctoraalscriptie geschreven door E.H.M. Heijboer, Universiteit Leiden, Afdeling Kunstgeschiedenis.
Dominicus overleed in 1839; wie de zaak toen, of al eerder, heeft voortgezet is mij niet bekend.
In 1860 was Johannes Hendricus Sala eigenaar.
Hij trouwde in dat jaar met Cornelia Knaapen uit Den Haag.
Vanaf 1883 was hij opgenomen in psychiatrische inrichtingen, eerst in Delft, later in Rosmalen, waar hij in 1892 overleed. (Zie ook over kwik)
Zijn vrouw dreef vanaf 1882 de spiegel- en lijstenmakerij, met 20 man personeel, met hulp van de oudste zoon, Anton (Antonius Dominicus Sala 22-05-1861 - 29-08-1894) mijn grootvader.
De brieven van de schilder Geoffroy, o.a. betreffende het schilderij van de limonadekoopman, waren aan Anton gericht.
Blijkbaar werd er dus toen ook al wel in schilderijen gehandeld.
Na het overlijden van Anton in 1894 kwam een van diens broers, Henri (Hendricus Dominicus Sala 16-08-1868 - 05-05-1935) de vader van bovengenoemde Jan Sala (Johannes Antonius Sala13-08-1918 - 25-06-2002) in de zaak.
Deze was gevestigd in enige panden in de Breestraat op nr. 114, die in 1877-1879 ingrijpend verbouwd werden.
In 1904 namen Henri en zijn jongere broer Simon (Simon Johannes Sala 19-04-1877 - 08-06-1952) de zaak over van hun moeder, Simon trad als boekhouder op.
Er waren in die tijd o.a. contacten met bekende schilders zoals Mesdag, Breitner en de gebroeders Maris.
Helaas konden de broers niet goed met elkaar overweg.
Een geschilpunt was, dat Simon buiten de zaak om in schilderijen handelde.
Ca. 1915 gingen zij uit elkaar en begon Simon een kunsthandel in Den Haag op het Noordeinde nr. 27a.
In de crisisjaren, dus rond 1930, ging de lijstenmakerij sterk achteruit en werd in 1935 na het overlijden van Henri opgeheven.
Simon trouwde in 1918 met de, later bekende, zangeres Henriette (Jet) Waterreus (zie div. knipsels)
De, rijke familie Waterreus woonde boven de kunsthandel.
Al na enkele jaren gingen zij uit elkaar, de officiële scheiding werd echter pas in 1933 uitgesproken.
Simon verhuisde toen naar Noordeinde 96 en zette daar zijn kunsthandel voort, die vanaf ca. 1930 de firmanaam van de Leidse zaak "D. Sala en Zonen" droeg.
Opa en oma (Leonardus Theodorus Maria Ouwerkerk en Catharina Petronella Sala) kochten bij hem het schilderij van v.d. Windt, "Boerderij onder Stompwijk" van het geld dat opa had gekregen bij zijn 25 jarig jubileum bij de Rotterdamse Lloyd.
Ik herinner mij nog heel vaag dat ik mee geweest ben toen ze het gingen uitzoeken.
Dat was omstreeks 1937, ik was toen dus ongeveer 6 jaar.
In 1951 hief Simon de kunsthandel op en verhuisde naar Bergen (N.H.), waar hij een jaar later overleed.
Ik denk dat hij het schilderij van Geoffroy aan oma heeft gegeven toen hij ging verhuizen.
Bovengenoemde Henri en Simon waren ooms van oma, dus oud-ooms van mij.
Simon heb ik nog gekend evenals twee andere broers van hem n.l. Minic (Dominicus Johannes Sala 15-11-1873 - 29-09-1954) ook wel Domien genoemd, en Gerard (Gerardus Johannes Sala 04-09-1875 - 13-01-1960)
Er waren totaal 13 kinderen, maar hiervan zijn er 5 jong gestorven.
Minic had in Den Haag een winkel in sportartikelen gehad, maar was tijdens de eerste wereldoorlog door speculaties in minder goede doen geraakt.
Hij was een hartstochtelijke visser en zeiler en stuurde ons in plaats van briefkaarten zelf op karton geschilderde landschapjes.
Hij is eigenaar geweest van de boerderij aan de Kaag waarin later de Kaagsociëteit van de zeilvereniging is gevestigd.
Mogelijk via Simon is de boerderij verkocht aan de vereniging. Gerard was arts en is directeur geweest van een ziekenhuis in Den Haag.
Nadat hij eens met een koets te water was geraakt en bijna verdronken, heeft hij als dank voor zijn redding een kapel laten inrichten gewijd aan St. Theresia. Overgrootmoeder, Josefien (Josephina Maria Oudshoorn 29-06-1863 - 05-01-1948) en overgrootvader Anton (Antonius Dominicus Sala 22-05-1861 - 29-08-1894 ) waren via de familie Schretlen achterneef en achternicht.
Zij, of misschien alleen overgrootmoeder, schijnen ook nog in Nijmegen gewoond te hebben.
Zij sprak daar wel eens over. Zij noemde het dan "Nimwegen".
Ook twee zusters van overgrootmoeder heb ik nog gekend.
Bets (Elisabeth M J Oudshoorn) was verpleegster geweest en Fieb (Sophia Johanna Francisca Oudshoorn) onderwijzeres.
Fieb had in het toenmalige Ned. Oost Indië gewerkt als gouvernante aan het hof van een inlandse vorst, de susuhunan van Solo op Java.
Er is een foto geweest waar zij op stond met 5 of 6 beeldschone inlandse prinsesjes, helaas heb ik die niet meer kunnen vinden.
Al voor de tweede wereldoorlog was zij gepensioneerd en woonde toen met een vriend, de heer van der Wall, in Den Haag op kamers, zij was dus zeer geëmancipeerd voor die tijd. Zij had een absoluut muzikaal gehoor en kon goed schaken.
Overgrootmoeder en vader (Josephina Maria Oudshoorn en Antonius Dominicus Sala) waren getrouwd in 1889.
Ze hadden drie kinderen: oma (Catharina Petronella Sala) roepnaam Cato, meestal To, Jan (Johannes Hendrikus Sala) en Tinus (Martinus Johannes), geboren in 1894.
Oma (Catharina Petronella Sala) is geboren in een huis op de hoek van de Breestraat en de Mandenmakers-steeg, waarschijnlijk dus naast de lijstenmakerij.
In 1894 overleed overgrootvader.
Overgrootmoeder (Josephina Maria Oudshoorn) ging daarna lesgeven bij "Tesselschade", ik denk handwerken o.i.d. (Toen ze 80 jaar was en bij ons in Schiedam inwoonde kon ze nog kleedjes haken van het allerfijnste garen).
Zij ging verhuizen naar de Nieuwe Rijn 44?, (daar woonden ze in 1906.) en kamers verhuren, waarschijnlijk aan studenten.
De familie Ouwerkerk woonde ook aan de Nieuwe Rijn, op nr. 38.
Wanneer het verblijf in Nijmegen nu precies was, weet ik niet.
Ergens staat dat ze in 1902 in Leiden woonden.
De moeder (Josephina Maria Schretlen) van overgrootmoeder (Josephina Maria Oudshoorn) is in 1871 overleden in Nijmegen.
Misschien ligt de Nijmeegse periode dus voor 1889.
De kinderen volgden beroepsonderwijs; oma (Catharina Petronella Sala) leerde voor apothekers¬assistente, haar broers gingen waarschijnlijk naar de ambachtsschool (lts), want beiden werden later monteur.
De zoon Jan (Johannes Hendrikus geb. 18-10-1892) ging naar Frankrijk toen hij 15 jaar was dus omstreeks 1908, naar een oom en tante Anton en Helene Oudshoorn (Antonius Oudshoorn en Helene Terrier) in Charenton.
In 1910 verhuisde overgrootmoeder (Josephina Maria Oudshoorn) ook naar Frankrijk. Aantekening van oma in een notitieboekje: "5-2-1910; Ma met Tinus naar Parijs" (Martinus Johannes 10-01-1894 - overl. ?-01-1917 Parijs)
Misschien was dit omdat de jongens daar in een technisch beroep betere kansen zouden hebben.
Anton Oudshoorn was ingenieur, dus die had wel relaties, stel ik mij voor.
Oma (Catharina Petronella Sala) bleef in Nederland en werkte in apotheken in Leiden en later in Den Haag, maar zij ging nogal eens naar Frankrijk. Aantekening: "To te Parijs 7 mei 1911 (en in) 1914".
Overgrootmoeder woonde in de Rue de Veaugirard; zij hadden ook een klein zomerhuisje ergens buiten de stad: "l'Hermitage" en de jongens hadden een oude auto, een "De Dion Bouton".
Een van hen, of allebei, werkte bij een fabriek van grote textielmachines.
Oma (Catharina Petronella Sala) logeerde ook wel eens bij oom Anton en tante Helene.
Opa en oma verloofden zich in Parijs op 20 juni 1914.
Dit was op de trouwdatum (20 juni) van overgrootmoeder. (Josephina Maria Oudshoorn)
Als haar man was blijven leven, zou zij op die dag haar zilveren huwelijksfeest hebben gevierd. Aantekening van oma: "17 juni 1914 Leo te Parijs".
Toen de eerste wereldoorlog uitbrak, eind juni 1914, was oma weer terug in Nederland.
Tijdens de oorlog deden de Duitsers 's nachts met Zeppelins luchtaanvallen op Parijs.
Overgrootmoeder en de jongens schuilden dan in de kelder van het huis, dat vele appartementen telde en wel 5 of 6 verdiepingen hoog was, denk ik.
Door de kou en vochtigheid liep Tinus longontsteking op, waaraan hij overleed. (23 jaar)
Overgrootmoeder is tijdens de oorlog nog een keer naar Nederland geweest.
Haar vader, Martinus Oudshoorn, is in 1915 overleden, ik vermoed dat dat de reden was.
Terug reisde zij via Londen. Aantekening van oma: "27 juli 1916, Ma over Engeland naar Parijs".
In okt. 1918, dus nog voor het einde van de oorlog zijn opa en oma getrouwd.
(Catharina Petronella Sala en Leonardus Theodorus Maria Ouwerkerk gehuwd op 30-10-1918)
Overgrootmoeder is tot ong. 1935 in Frankrijk blijven wonen, waarschijnlijk tot het huwelijk van Jan. Daarna kwam zij bij ons in Schiedam inwonen.
Hans Ouwerkerk schreef zijn familie- herinneringen op. 3. De familie Ouwerkerk vanaf 1820
Hans Ouwerkerk geb.12-10-1930 overl. 02-04-1999
3 De familie Ouwerkerk, vanaf ca. 1820
Van Ferdinand Ouwerkerk zijn plaats en datum van geboorte en overlijden mij niet bekend.
Uit de beschikbare gegevens blijkt alleen dat hij na het overlijden van zijn eerste vrouw (Antonia Hamerslag) hertrouwde met haar zuster.(Marie Hamerslag geb. 's Hertogenbosch overl. Leiden)
Overgrootvader, Anthonius Ludovicus Ouwerkerk (geb. 18 juli 1848 Leiden overl. 16 okt. 1924, roepnaam Louis) had een broer Wilhelmus Timoteus (geb. 1848), die kunstschilder was; of er nog andere broers of zusters waren weet ik ook niet, waarschijnlijk niet.
Willem, (Wilhelmus Timotheus Ouwerkerk geb. 1845 trouwde met Hermina van Rossum Duchatel) om maar met hem te beginnen, signeerde zijn werk overigens T.W. en niet W.T.
Hij had een groot gezin, en is verdronken met een boot op het Brasemmermeer, tijdens een onweersbui.
Deze bijzonderheden heeft opa mij wel eens verteld.
Mogelijk is er, behalve de schilderijtjes en een reproductie bij ons thuis en bij de nichten Willy Westra en Annie Mesters, nog werk van hem aanwezig in museum "De Lakenhal" in Leiden.
Louis was graanhandelaar.
De zaak, een grutterswinkel annex graanpakhuis, aan de Nieuwe Rijn nr. 38 in Leiden werd later voortgezet door opa's broer Bernard (Bernard C.A.M. Ouwerkerk).
Ik kan mij die oude grutterswinkel, met alle waren los in rijen blauw geschilderde bakken nog wel herinneren.
Opa heeft zo af en toe het een en ander verteld over het gezin.
Louis, opa noemde hem nogal eens "vergulde Louis", rookte enorme aantallen zeer zware sigaren.
In zijn vrije tijd voer hij met de boeier (rond zeiljacht met zwaarden) van de gemeente op de Kaag
Volgens Willem van der Mey, een zwager van Bernard, had Louis (Anthonius Ludovicus) omstreeks 1890 zelf een boeier
Overgrootmoeder Arnoldina Dorothea Johanna Ouwerkerk-Verhoeven werd door iedereen, ook door de kinderen, ongebruikelijk in die tijd, "Dientje" genoemd.
Ze was erg godsdienstig, in tegenstelling tot Louis (Anthonius Ludovicus) en dol op katten. Dat kwam goed uit, want het graan trok natuurlijk veel muizen aan.
Ze zal een druk leven gehad hebben met acht kinderen en de winkel, die op zaterdagsavond tot 12 uur open was en daarna nog schoongemaakt werd.
De kinderen hadden een bokkenwagen. Opa, "Leetje", (Leonardus Theodorus Maria) was de jongste van het stel en werd door zijn zusters wel een beetje verwend.
Marie (Maria Antonia Ouwerkerk), opa's oudste zuster, trouwde met Frans Gouverneur.
Zij hadden voor de tweede wereldoorlog een herenkledingzaak in Gouda aan de markt.
Anna (Johanna Bernardina Antonia Ouwerkerk) trouwde met Hubert (op zijn Frans uitgesproken) Mesters, die een nogal hoge functie had bij Unilever.
Zij hebben o.a. in Hamburg gewoond en later in een groot huis aan de Frankenslag in Den Haag.
Opa's broer Willem Ouwerkerk werd zeeman.
Hij heeft lang vanuit het toenmalige N.O. Indië gevaren op tankschepen en is in 1944 daar overleden, waarschijnlijk in een Jappenkamp.
Zijn broer Jan is jong gestorven, ca. 30 jaar oud.
Opa ging van sept 1907 tot juli 1909 naar de zeevaartschool in Rotterdam.
Hij reisde dagelijks op en neer met de trein.
In Wassenaar stapte dan soms een van de heren Ruys in, zijn latere broodheer.
Opa's diploma's zijn nog aanwezig.
In een notitieboekje van oma vond ik een overzicht van alle reizen die opa van 1912 tot 1927 gemaakt heeft.
Het is interessant hierbij de geschiedenis van de Rotterdamse Lloyd in datzelfde tijdvak na te lezen.
Ik zal het overzicht als basis voor dit deel van de geschiedenis gebruiken, omdat dit chronologisch houvast geeft en omdat het leven van opa en oma tijdens hun verloving en eerste 20 huwelijksjaren toch sterk door opa's reizen bepaald werd.
In de vrije tijd werd er ook wel aan sport gedaan.
Dit komt in hoofdstuk 4 apart aan de orde.
Na het beëindigen van twee jaar zeevaartschool maakte opa vier reizen als stuurmansleerling, van 4 dec 1909 t/m 27 febr 1911, o.a. op de Tabanan en de Gorontalo (zie zakboekje RL).
Hierna ging hij weer naar school en haalde 22 juli 1911 het diploma voor 3e stuurman.
Voor elke "rang" zoals dat genoemd werd ging men weer een aantal maanden naar school. Dit systeem is pas eind jaren '70 afgeschaft.
Het bezit van een bepaald diploma was geen garantie voor een aanstelling in die rang.
Opa kwam in vaste dienst bij de Rotterdamse Lloyd (zie inschrijving pensioenfonds), maar begon met drie reizen als 4e stuurman; van 11 april 1912 t/m 25 april 1913 met de Malang, Goentoer, resp. de Rindjani (ik kort hier het overzicht een beetje in).
Hierna volgden drie reizen als 3e stuurman; van 17 mei 1913 t/m 8 juni 1914 met de Rindjani, de Birma, resp. de Sindoro.
Kort na zijn terugkomst verloofden opa en oma zich, zoals reeds vermeld, op 17 juni 1914 in Parijs, vlak voor het uitbreken van de eerste wereldoorlog.
Er volgde weer een schoolperiode, bekroond met het diploma voor 2e stuurman op 11 nov 1914.
Daarna volgden twee reizen als tweede stuurman; 4 dec 1914 t/m 19 juli 1915 met de Malang en zes reizen als 3e stuurman; 5 aug. 1915 t/m 21 maart 1918.
Al deze reizen vonden dus, voor zover in de buurt van West-Europa, onder oorlogsomstandigheden plaats met alle gevaren van mijnen en Duitse onderzeeboten!
In maart 1918 lag de Ophir, waar opa toen op voer, in Honolulu en werd, evenals vele andere schepen, gevorderd door de Verenigde Staten die inmiddels in de oorlog betrokken waren geraakt.
De Nederlands bemanning voer als passagier op hun eigen schip mee naar San Francisco.
Met een aantal collega's reisde opa in april met de trein naar New York en in juli, weer als passagier, met de toenmalige Nieuw Amsterdam naar Nederland.
Op 30 okt 1918 trouwden opa en oma in Rotterdam.
Zij betrokken een bovenhuis aan de Rochussenstraat op de hoek van de Heemraadsingel, nadat ze als huwelijksreis een paar dagen naar Haarlem waren geweest. In november eindigde de oorlog.
Opa was inmiddels weer op de zeevaartschool en haalde haalde 11 dec 1918 het diploma voor eerste stuurman.
Dit was het laatste diploma, om kapitein te worden hoefde men niet meer naar school.
De periode van 1919 tot 1940 zal ik in hoofdstuk 5 beschrijven.
Omdat er nogal wat gegevens zijn betreffende de sportbeoefening rond 1900 lijkt het me wel leuk om hieraan een apart hoofdstukje te wijden
Hans Ouwerkerk schreef zijn familie- herinneringen op. 4
4 "De Sportman" en "De Kaag"
Leden van zowel de familie Sala als de familie Ouwerkerk waren actief in verschillende takken van sport, vnl. in en om Leiden.
A.D. Sala (Antonius Dominicus Sala 22-05-1861 - 29-08-1894) was een van de oprichters van de Leidsche Zwemclub, LZC, in 1886.
Gerard Sala (Gerardus Johannes Sala 04-09-1875 - 13-01-1960) werd tweemaal kampioen rugzwemmen en zat tot 1908 in het bestuur van de Nederlandse Zwembond, blijkens een krantenartikel uit 1971.
Van de verenigingen "De Sportman" en "De Kaag" zijn jubileumboekjes bewaard gebleven; uit 1906 bij het 10-jarig bestaan, resp. uit 1960 bij het 50-jarig bestaan.
Omdat een aantal familieleden lid zijn geweest van een of beide verenigingen lijkt het mij wel leuk om daar in dit aparte hoofdstukje iets van te vertellen.
De Leidsche Athletiek Vereeniging "De Sportman" werd opgericht op 30 aug. 1896 door acht jongens van 12 tot 16 jaar, waaronder opa's oudste broer Bernard.
Al vrij spoedig werden ook volwassenen lid.
Beoefend werden: voetbal, hockey, zwemmen, waterpolo, hardlopen en (toer)-wielrijden.
Bij het 10-jarig bestaan in 1906 waren er 96 leden, waar¬onder 20 dames, en 62 donateurs.
Het boekje telt 194 bladzijden.
Als leden worden o.a. vermeld: opa (Leonardus Theodorus Maria Ouwerkerk), zijn broers Bernard en Jan en oma's (Catharina Petronella Sala) broer Jan. (Johannes Hendrikus Sala)
Bij de donateurs weer Bernard en ook Simon Sala.
Bernard's (latere) zwager Willem van der Mey heeft ook in het bestuur gezeten, bovendien staat ergens dat hij in die tijd Ned. kampioen wielrennen is geweest.
Een paar citaten:
"Reeds in dezen tijd komen de typische vergaderingen voor (waar de niet- voetballers) . den voetballers verwijten, dat deze bijna alle inkomsten verslinden".
"... bij het Nederlandsche voetbalspel is een ongeluk eene rariteit".
Er staan veel advertenties in (toen dus ook al), o.a. van wel 7 fietsenwinkels.
Een fiets blijkt toen f 60, - tot f 200, - gulden gekost te hebben (voor die tijd een heel bedrag).
Een restaurant adverteert met: dagschotel f 0,50; diner vanaf f l, - (!).
Op 3 okt deden volwassen leden mee aan een bloemencorso met versierde fietsen; de dames in witte jurken tot op de enkels.
Bij de jubileumfietstochten: l juli, avondtocht naar de Wassenaarse Slag, vertrek 18 u 30: "lantaarns meenemen".
De Koninklijke Roei- Zeil- en Motorsport vereniging "De Kaag" werd opgericht in 1910.
Onder de (bestuurs) leden van de vereniging waren in de loop der jaren: Bernard Ouwerkerk, Simon Sala, J.Roos, de schoonzoon van Bernard en zijn dochter Nell-Iris, Willem van der Mey en zijn zuster Nel en Bernard Ouwerkerk. jr. Opa en ikzelf zijn trouwens rond 1955 ook nog lid geweest, toen wij in Sassenheim woonden.
Ook voor de oprichting van de vereniging werd er natuurlijk al gevaren.
In een bijdrage van Jan Roos in het boekje geeft hij een vraaggesprek weer met Willem van der Mey, die toen 80 jaar was.
Gedeeltelijk citaat: ca. 1890 kocht Willem's vader "... een 8 meter lange boeier, die ligplaats kreeg in de Zijl. ... in diezelfde tijd lag onder de Korenbeurs(brug) in Leiden de boeier van Louis Ouwerkerk.
Dat was ook in de tijd dat de gemeente Leiden een stadsboeier bezat, die in het Galgewater lag."
Volgens opa, voer Louis ook wel met die stadsboeier.
Vanaf 1912 had de vereniging een jachthaven in Warmond.
De start en finish van de zeilwedstrijden was echter op een van de plassen, het Zweiland, en men kreeg behoefte aan een clubgebouw op die plaats.
Ik citeer uit een bijdrage van J.C. van Hoolwerff (de oprichter van de vereniging):
"Gelukkig deed zich plotseling (in 1917) het feit voor, dat er een oude kleine boerderij verkocht was (door Minic Sala, die door speculaties veel geld verloren had), die weer van de nieuwe eigenaar (waarschijnlijk Simon Sala) gekocht kon worden. ...
Ik kocht ... het geheel voor eigen rekening. ... De kosten van de aankoop ... bedroegen f 4500,- ... de verbouwingskosten ...f 2500,- ... ".
Er werd een N.V. opgericht " ... welke de naam kreeg van N.V. Hotel-restaurant De Kaag."
Bernard Ouwerkerk was een van de aandeelhouders.
Tot zover deze bijzonderheden betreffende de familie en de sport.
Hans Ouwerkerk schreef zijn familie- herinneringen op. 5 De familie Ouwerkerk van 1918 tot 1940.
5. De periode van 1918 tot 1940.
Nadat opa (Leonardus Theodorus Maria Ouwerkerk) en oma (Catharina Petronella Sala) getrouwd waren maakte opa twee reizen als 2e stuurman, van 25 juni 1919 t/m 19 september 1920 met de Tosari, resp. de Goentoer.
Op de reis met de Tosari verloor het schip schroefbladen en kwam in een typhoon terecht; zie het knipsel uit een Ned. Indische krant uit die tijd. De nog aanwezige volmacht van opa aan oma, gedateerd 3 april 1920, om zonodig zijn zaken te kunnen behartigen heeft mogelijk te maken met deze onfortuinlijke reis.
De reizen van 1920 t/m 1927 zijn door oma opgetekend, die daarvoor waren in opa's handschrift. De aantekeningen van oma zijn wat uitgebreider, ik neem ze in dit gedeelte letterlijk over met hier en daar een opmerking van mij tussen {} .
"1e officier s.s. Kediri, Kapt. H. Vos; van 25 september 1920 tot 15 april 1921 (To te Antwerpen 25 sept tot 3 okt '20 en 15 - 24 april 1921).
1e officier s.s. Kedirie, Kapt. H. Vos; van R{otterdam ?} 11 juni (To te Antwerpen 21 mei - 4 juni)."
(Samen met een dochter van Kapt. Vos, Maartje, heeft Mama later in de perscommissie van de Plattelandsvrouwen gezeten)
"11 nov te R.; 19 nov naar H{amburg ?} tot l dec, via Bremen. Kediri
Kapt. H. Vos; 14 april {1922 ?}, 13 mei R., 27 mei naar Antwerpen; 21 april {1923 ?} te Rotterdam.
21 - 30 juli 1923 s.s. Schouwen van Rotterdam, Kapt. Zeilemaker. Naar Zweden en Finland voor hout. Naar Durban, vandaar in ballast {d.w.z. zonder lading} naar Indie. Vertrok 23 dec van Batavia naar Holland en arriveerde 6 febr 1924.
S.s. Schouwen, Kapt. Roos; 20 febr 1924 van Rotterdam naar Livorno; 13 maart van Livorno naar Durban. 16 april van Durban naar Singapore. 18 mei van Singapore naar Fremantle. 17 jan 1925 terug na reis van 11 maanden, (opa was niet lang thuis na deze lange reis, want ... }
Weer vertrokken 31 jan {1} 1925 naar Cuba in ballast voor suiker, terug te Londen 21 maart. Vertrok vandaar naar Lulea om erts te laden voor Rotterdam 20 juni. Werd overgeplaatst op de Ternate; vertrok 28 juli naar Antwerpen en Londen en arriveerde 18 sept te Batavia.
Leo stapte 8 okt 1925 over van de Ternate op de Bondowoso tot l mei 1926. Kwam terug als 2e officier op de Rindjani en arriveerde 9 juli te Rotterdam. Vertrok 4 sept van Antwerpen met de Merauke. Terug te Rotterdam 3 juni 1927."
Oma ging dus nogal eens naar havenplaatsen als Antwerpen en Hamburg als opa daar met het schip lag. Veel tijd samen hebben ze toch al niet gehad, die eerste negen jaar van hun huwelijk. Verder zal oma wel een aantal malen naar Parijs zijn geweest, naar haar moeder. Ook logeerden er neefjes en nichtjes bij haar. Opa en oma hadden in die tijd samen met vrienden, Jo en Nel van Ameyden (de ouders van o.a. Jo van Ameyden, later notaris te Leiden), een klein kajuit-zeiljachtje, de "Zonderling", op de Kralingse Plas bij Rotterdam. 12 mei 1927 werd Jeantje (Jeanne Marie) geboren (opa kwam pas 3 juni thuis) en op 12 okt 1930 ik (Hans Ouwerkerk auteur van dit stuk). Wegens de ruimte en het bezwaar van een bovenhuis met twee kleine kinderen, verhuisden we een paar maanden later naar een beneden (huur)huis in het Westen van Schiedam aan de Burgemeester Knappertlaan nr. 203, vlak bij het Rubensplein. Deze wijk was toen in aanbouw.
Over de periode van 1927 tot 1940 heb ik v.w.b. de reizen van opa minder gegevens. Blijkens een foto voer opa in jan 1931 op het motorschip Kedoe en in sept 1932 op de Kota Radja. Er is een diploma als sloepsgast uit die tijd, 2 jan 1933.
Tijdens een lange reis van 21 maanden met de Kota Radja overleed Jeantje in april 1934 aan een longontsteking met complicaties. Het schip lag toen waarschijnlijk in Genua of Marseille, want ik herinner mij vaag dat opa met de trein naar huis kwam en oma en ik hem in Rotterdam van het station gingen halen. Het overlijden van hun dochtertje, zij was zes jaar, was natuurlijk een grote slag voor opa en oma. Het heeft heel lang geduurd voor zij er enigszins overheen waren. Om er even uit te zijn gingen wij op vakantie met een motorbootje, de "Teun", dat opa van een collega kon lenen. Ik herinner me hier ook nog wel wat van, o.a. dat de motor nog al eens weigerde.
In 1935 vonden er vakantiereizen voor jongeren plaats naar Noorwegen. De meisjes gingen met het passagiersschip de Slamat, waar opa toen op voer. De jongens gingen met een vrachtschip, de Tarakan Zie [1] blz. 217, een knipsel en de foto van de Slamat in de fjord te Udda. In 1936 ging opa met de Indrapoera naar Southampton, voor een ingenieursexcursie naar de Queen Mary, die toen net gebouwd was [1] blz. 221. De Rotterdamse Lloyd legde zich in die tijd toe op deze vormen van toerisme. Omstreeks 1937 mocht oma een keer meevaren met de Indrapoera, toen passagiersschip, van Rotterdam naar Marseille; ik werd uitbesteed. Op de Indrapoera is opa een hele tijd Ie stuurman geweest. Het vlotte toen helemaal niet met de promotie tot gezagvoerder.
In 1937 verhuisden we naar de Graaf Florisstraat nr. 78, ook in Schiedam, eigenlijk vlakbij onze vorige woning. Dit was een koophuis met een klein tuintje, vier kamers en een grote zolder. Het kostte f 5000, -. Na die verhuizing had opa een half jaar vakantie, kennelijk opgespaard, en bouwde op de zolder een kano.
Bij de bewaardgebleven papieren zijn nog een loodsbrevet voor Soerabaja en een diploma van een cursus handelsbescherming van 20 juli 1937, rep. 24 april 1939. Dit laatste wijst op de toestand in de wereld op dat tijdstip. Op 15 maart 1939 waren de Duitsers Tsjecho-Slowakije binnengevallen, op 7 april waren de Italianen in Albanië geland. Daar mee was eigenlijk de tweede wereldoorlog al begonnen. Op l sept kwam de Duitse inval in Polen, op 3 sept gevolgd door de oorlogsverklaring van Engeland en Frankrijk aan Duitsland.
Opa monsterde op 21 okt 1939 opnieuw aan op de Indrapoera, als Ie stuurman. Deze datum staat op de achterkant van een arbeidsovereenkomst van 27 nov 1937. Blijkens [1] blz. 232 gingen vanaf 29 nov 1939 de mailschepen (d.w.z. de passagierschepen, die ook post vervoerden) van de RL vanuit Indie niet meer naar Rotterdam, maar tot Genua, vanwege het oorlogsrisico.
In mei 1940 vielen de Duitsers Nederland binnen. De Indrapoera lag toen in Genua. Opa was aan de beurt om afgelost te worden, maar zijn aflosser kon niet meer uit Nederland vertrekken t.g.v. de Duitse inval; hij moest dus met het schip mee terug naar Indie. Aan de oorlog en de eerste jaren daarna wil ik een apart hoofdstuk wijden.
Hans Ouwerkerk schreef zijn familieherinneringen op. 6. De periode van 1940 tot 1947.
Opa = Leonardus Theodorus Maria Ouwerkerk
Oma = Catharina Petronella Sala
6. De periode van 1940 tot 1947.
Hoewel de oorlog in 1945 eindigde zal ik de periode van omstreeks 1940 tot halverwege 1947 in een hoofdstuk samenvatten, omdat door het verblijf van ons gezin in de Verenigde Staten na de oorlog, het gewone leven in Nederland voor ons pas in 1947 weer begon. Over onze lotgevallen in Nederland tijdens de bezetting zal ik heel kort zijn. Het leven in ons land in die tijd is in veel boeken beschreven, die er een duidelijk beeld van geven. Het lijkt mij beter hier wat meer te vertellen van opa's omzwervingen, vooral in 1940 en 1941. Ik heb geprobeerd er aan de hand van nog aanwezige brieven en het boek van de RL [1] een beetje lijn in te brengen. Hij heeft er natuurlijk wel eens wat over verteld, maar niet precies in volgorde.
Oma en ik woonden de gehele bezettingstijd in Schiedam. Overgroot¬moeder Sala woonde bij ons in en ook nog een tijdje haar zuster Bets. Alleen in 1942 logeerden wij, vanwege aanhoudende lucht¬aanvallen op de havens en scheepswerven bij Schiedam en Rotterdam, een week of zes in Delft, bij kennissen aan de Rotterdamse Weg. Afgezien van angst, kou en honger, vooral de laatste winters, kwamen wij de oorlog ongeschonden door. De verbinding met opa liet veel te wensen over; weinig brieven, die dan nog erg lang onderweg waren en soms gedeeltelijk onleesbaar gemaakt door de censuur. Zie de brief van 13 nov 1941 uit New York en ook de brief van de RL aan oma en [1] blz. 270.
Zoals eerder vermeld vertrok opa in mei 1940 met de Indrapoera uit Genua. De reis ging via Casablanca, Kaap de Goede Hoop en Durban naar Indie. [1] blz. 259. De Indrapoera werd op 26 juli te Soerabaja aan de Engelsen overgedragen als troepenschip.
Op 6 juli kreeg opa, die toen in Tandjong Priok was, een aanstelling als kapitein van het vrachtschip Mandalika, ex Nordmark. De regering had n.l. bij het uitbreken van de oorlog een aantal Duitse schepen die in Indie waren "tot prijs verklaard", d.w.z. in beslag genomen. [1] blz. 268.
Over de tijd van juli 1940 tot maart 1941 heb ik geen gegevens gevonden, behalve dat de Mandalika een reis maakte die op 31 dec 1940 eindigde. In maart 1941 voer de Mandalika in een groot convooi van Freetown (West Afrika) met bestemming Engeland. Waarschijnlijk voer het RL schip Tapanoeli in hetzelfde convooi. Dit bestond uit ca. 50 schepen en werd beschermd door een oude Engelse kruiser, de Malaya, en twee corvetten. Volgens [1] blz. 241 werd de Tapanoeli, vertrokken van Freetown 12 maart, op 17 maart getorpedeerd. In de nacht van 18 op 19 maart onderging de Mandalika hetzelfde lot.
Opa heeft later de gebeurtenissen rond de torpedering opgeschreven, maar die beschrijving heb ik niet terug kunnen vinden. Van wat hij wel eens verteld heeft herinner ik mij het volgende: "De nacht voor de torpedering had men vanaf de Mandalika een onder¬zeeboot gezien, die aan de oppervlakte naast het convooi meevoer. Opa had erop laten schieten. De koopvaardijschepen waren inmiddels veelal voorzien van een of meer stukken geschut. De duikboot werd kennelijk niet getroffen. De volgende nacht werd de Mandalika in de machinekamer geraakt door een torpedo. Hierbij kwamen drie bemannings¬leden om. De bemanning bestond uit 62 mensen: 20 Nederlanders, 32 Chinezen en 10 Javanen, blijkens de nog aanwezige bemanningslijst. Het schip begon te zinken en men ging in de reddingsboten. Na vrij korte tijd werden de schipbreukelingen aan boord genomen door een van de corvetten, hoewel dit eigenlijk niet mocht. De corvetten waren te klein om grote aantallen geredden te herbergen en stilliggen was gevaarlijk voor het corvet zelf en voor het convooi, als de duikboot nog in de buurt was."
Het convooi is hierna, waarschijnlijk wegens voortgezette duikbootaanvallen, ontbonden. De bemanning van de Mandalika werd voor of op 28 maart 1941 in Freetown aan wal gezet. Dit blijkt uit telegrammen van opa aan zijn broer Willem te Soekaboemi (Java) en aan een collaga, kapt. Udema.
De bemanning reisde grotendeels met de Dempo van de RL naar Durban, waar ze 12 april waren en misschien nog begin mei en vervolgens met een schip van de KPM naar Indie. De maanden juni t/m sept was opa afwisselend in Batavia en Soerabaja, blijkens de adressering van verschillende brieven. Op 23 sept 1941 kreeg hij een aanstelling als inspecteur van de RL in San Francico.
Hij vertrok 14 okt van Batavia. Van deze reis is een concept reis¬verslag voor de directie van de RL bewaard gebleven. De reis ging van Singapore naar San Diego (Californie) met een "Clipper", een grote viermotorige vliegboot, van de Pan American Airways. De RL was geinteresserd in gegevens omtrent dit soort luchtvervoer i.v.m. concurentie met de passagierschepen in de toekomst. Ik wil hierover, met de achtergronden ervan, een apart verhaaltje schrijven.
Opa arriveerde 4 nov in San Francisco. Kennelijk ging hij kort daarop naar New York, waar het hoofdkantoor van de RL voor de VS gevestigd was, want de eerder genoemde brief van 13 nov kwam uit New York. Op 7 dec vond de Japanse luchtaanval op Pearl Harbor plaats en werden de VS in de oorlog betrokken. 11 jan 1942 landden de eerste Japanners op Borneo en 9 maart 1942 capituleerden de Nederlanders op Java. Opa was dus maar net op tijd weg uit Indie.
In San Francisco verzorgde hij in de volgende jaren, samen met enkele collega's, de bevoorrading, reparaties, enz. van de RL en andere Nederlandse schepen die in de Pacific dienst deden. Hierbij werd samengewerkt met een Amerikaanse bevrachtingskantoor: de Transpacific Transportation Company.
De verdere brieven uit 1942 t/m 1945 betreffen vnl. salariskwesties. Op 6 okt 1944 kreeg hij machtiging van Ministerie van Scheepvaart en Visserij (toen in Londen gevestigd) tot het dragen van het oorlogs-herinneringskruis.
We komen nu toe aan sept 1944. De gebeurtenissen in het bezette Nederland ("Dolle dinsdag") deden de hoop op een spoedig einde van de oorlog toenemen, maar de bevrijding en daarmee o.a. het voor ons zo belangrijke herstel van de postverbinding liet nog tot mei 1945 op zich wachten. Uit enkele bewaardgebleven brieven van opa aan ons blijkt, dat de situatie aanvankelijk nog onzeker was. Japan capitu¬leerde pas 2 sept en voor de VS was de oorlog toen pas geëindigd. Opa kon niet op stel en sprong zijn werk in de steek laten, daarom gingen oma en ik op kosten van de RL naar Amerika. Dat was in dec 1945, na veel beslommeringen om het huis in Schiedam tijdelijk te verhuren, overgrootmoeder ergens onder te brengen (in een bejaarden¬tehuis in Delft, uiteindelijk) en Amerikaanse visa te krijgen. Wij maakten de overtocht met de Edam van de Holland Amerika Lijn, die er, mede door slecht weer, ongeveer 14 dagen over deed. Een paar dagen voor Kerstmis arriveerden we in Philadelfia, waar opa ons afhaalde. Per trein reisden we in ongeveer zes dagen naar San Francisco.
Over ons verblijf daar zou natuurlijk ook een lang stuk te schrijven zijn, maar dat valt buiten het bestek van dit verhaal. We woonden in een tweekamerflat (wel wat krap met z'n drieën, maar het was toch maar tijdelijk), in een houten gebouw van drie verdiepingen vlak bij het strand. Het zeewater is er overigens bijna altijd te koud om te zwemmen, hoewel er in de stad palmen groeien. De straat heette "La Playa", Spaans voor "het strand". Het leven ging er voor ons verder zijn gewone gang, met werk, resp. school en af en toe vacantie. Wij woonden er ongeveer anderhalf jaar.
In juli 1947 gingen wij terug naar Nederland, nadat opa zijn werk aan een opvolger had overgedragen. Wij reden met de auto in ca. drie weken naar New York, via o.a. Yellowstone Park en Detroit. De Constellation "Nijmegen" van de KLM bracht ons, na een verblijf van een paar dagen in New York waar het die zomer nog warmer was dan het er anders al is, in 24 uur naar Schiphol. Er waren tussenlandingen in Gander, op Newfoundland en in Prestwick, Schotland
7. De periode na 1947.
Deze periode valt misschien het beste in te delen naar de plaatsen waar opa en oma toen gewoond hebben, n.l. Schiedam tot 1950, Sassen-heim tot 1967 (?) en daarna Leiden. Opa woonde de laatste paar jaar van zijn leven ook nog in Warmond.
Schiedam. Aanvankelijk bewoonden we na onze terugkeer het huis in de Graaf Florisstraat samen met de mensen aan wie het tijdens onze af¬wezigheid verhuurd was (Er was een enorm tekort aan woonruimte vlak na de oorlog !). Dit was een jong stel die inmiddels een baby hadden. Het huis was eigenlijk veel te klein voor deze dubbele bewoning. Van sept 1947 tot 31 jan 1948 had opa het toezicht op de verbouwing van de troepenschepen Waterman en Zuiderkruis op de werven Gusto en Wilton Feyenoord in Schiedam. Zie div. brieven en [1] blz. 287. Volgens de brieven zou hij l juni 1948 met pensioen gaan, na het opnemen van vier maanden opgespaard verlof. Hij heeft echter nog een tijd in Vlissingen toezicht gehouden op de verbouwing van de Indra-poera van troepenschip tot vrachtschip bij de werf De Schelde. Volgens: [1] blz. 287 heeft dit tot midden 1949 geduurd. Daarna ging hij echt met pensioen, zij het dat hij nog jaren contactpersoon is geweest tussen de RL en hun vacantiecentrum voor het personeel, "Heidebad" in Epe op de Veluwe.
Sassenheim.
Na opa's pensionering wilden opa en oma een ander huis, dat aan twee voorwaarden moest voldoen: dichtbij geschikt zeilwater en alle kamers zoveel mogelijk gelijkvloers. Dit laatste omdat oma, die met een ontwrichte heup was geboren met stijgende leeftijd steeds moeilijker ging lopen en dus een huis zonder trappen wilde. Vanuit de VS hadden zij een stuk bouwgrond gekocht in Sassenheim, waar ze via kennissen toevallig over hadden gehoord. Dit voldeed heel goed aan de eerste voorwaarde, want het lag met de achterkant aan een brede sloot, die via enkele vaarten in verbinding stond met de Kagerplassen.
Na veel rompslomp om een bouwvergunning te krijgen, lieten ze een architect naar hun ideeën een bungalow ontwerpen. Omstreeks mei 1950 was het huis klaar en verhuisden we naar de Willem Warnaarlaan nr. 75. Het huis en de omgeving hebben heel goed aan de verwachtingen voldaan. In 1951 kocht opa een kajuitzeiljachtje, de "Tor", waarmee wij veel gevaren hebben. Later, omstreeks 1960, toen het zeilen bezwaarlijk werd, opa en oma waren toen ongeveer 70 jaar, kwam er een motorboot, de "Roezemoes". Zoals overal hadden zij ook in Sassenheim een uitgebreide kring van familie, vrienden en kennissen.
Leiden. Omdat de huishouding en het onderhoud van het huis en de grote tuin een te zware last werd voor mensen van tegen de tachtig, verhuisden opa en oma omstreeks 1967 naar de serviceflat "Cronestein" aan de Plantijnstraat in Leiden. De flat ligt aan het Lammenschans-plein. Hun tweekamerflat was op de vierde verdieping, met uitzicht op het plein, het Rijn-Schie-Kanaal en in de verte Voorschoten. Zij waren dus weer terug in hun beider geboortestad. Ook hier hebben ze weer met genoegen gewoond, al werd dit soms wat vergald door strubbelingen m.b.t. de manier waarop Cronestein, een co-operatieve woonvereniging, bestuurd werd (De co-operatie bestond uit alle bewoners).
In febr 1974 overleed oma, bijna 84 jaar oud.
Opa heeft hierna nog tot eind 1989 alleen in Cronestein gewoond. Daarna was, het noodzakelijk dat hij in een verpleeghuis werd opgenomen.
Met erg veel moeite lukte dit. Na een paar weken tijdelijke opname in de verpleegafdeling van het bejaardenhuis Roomburg in Leiden, ging hij begin 1982 naar Marienhave in Warmond. Daar is hij op 9 sept 1984, na een hersenbloeding, overleden. Hij was toen ruim 93 jaar oud.
Bronvermelding (boeken en een tijdschriftartikel)
[1] Leeman, F.W.G.Van barkschip tot "Willem Ruys", 120 jaar zeevaart Rotterdam 1961
[2] Jubileum uitgave "De Sportman" Leiden 1906
[3] Gedenkboek, uitgegeven tergelegenheid van het vijftigjarig bestaan van de KZRM "De Kaag" 1960
[4] Geschiedenis van de Kaagsocieteit aterkampioen nr. 11blz. 2192 e.v.1977
[5] 50 jaar Regenboog - uitgegeven ter elegenheid van het 50-jarig bestaan an de Regenboog-klasse
[6] S.J. graaf van Limburg Stirum Varen in OorlogstijdAmsterdam 1948
[7] Veldpape, E.Chris van der Windt, 1877 - 1952 Oegstgeest 1996
Op 10-02-2007 jongst leden overleed Geertruida Maria (Truus) Dam, weduwe van Hans Ouwerkerk op 76 jarige leeftijd.
Wapenbeschrijving voorkomende in het boek "Nederlandse familiewapens" door Dr. H. Kits Nieuwenkamp, deel 4 blz. 33. Uitgegeven door N.V. Uitgevers. Maatschappij "Eigen Volk" te Haarlem. Sala, Italië, Lombardije, Poniana, Leiden, ’s Gravenhage.
Wapen; in goud met drie linker schuinbalken van blauw en een schildhoofd van goud beladen met een gekroonde adelaar van zwart.
Helmteken; vijf struisveren, afwisselend van goud en blauw. Dekkleden; goud en blauw.
Bron; Arma Sala, Cavata Dalli very Libri di Antonio Bonacina nella Contrada di S. Margherita at Segne del Crocififso in Milano. D 286.
In Italië, Zwitserland en Noord Italië komt de adelaar op een schildhoofd zeer veel voor, ook als ten halve afgebeeld. Zij zijn dan steeds zwart op goud en al of niet gekroond. Men kan dit wapenbeeld onder andere aantreffen in de Dictionaire Historique Suisse; 17 dln. Onderschrift: getrokken uit ware oude boeken van Antonio Bonacino, wonende in de omgeving van de S. Margherita bij het houten kruisbeeld in Milaan; d 286. Ponia, Lombardijen.
Dominicus Johannes Sala zoon van Joannes Hendricus Sala en Catharina Petronella Knaapen schilderde dit wapen. Van het wapen zijn verscheidene voorstellingen in omloop.
Carolus Antonius Sala, Sibilla Spekman en kinderen, boedel, akte voogdij
Carolus Antonius Sala is geboren op 09-09-1803 in Leiden, zoon van Dominicus Sala en Maria Magdalena Weereld (Werrel). Hij is gedoopt in Leiden R.K. kerk "De Zon" Haarlemmerstraat. Carolus Antonius is overleden op 30-04-1858 in Leiden, 54 jaar oud. Carolus Antonius trouwde met Maria Sibilla Spekman. Maria Sibilla is geboren omstreeks 1807 in Enkhuizen. Maria Sibilla is overleden op 13-02-1858 in Leiden, ongeveer 51 jaar oud.
Uit dit huwelijk worden tien kinderen geboren. Kinderen van Carolus Antonius en Maria Sibilla: 1 Elisabeth Sala. Elisabeth is overleden. Elisabeth trouwde met J. Jongmans. Het echtpaar kreeg geen kinderen.
2 Henri Sala. Henri is overleden en begraven te Brussel. Henri was beeldhouwer.
3 Maria Catharina Elisabeth
Maria Catharina Elisabeth Sala Ex partner Bruidegom op donderdag 12 januari 1865 Helmond Arnoldus Johannes Jongmans Geboren Leijden 19-05-1836 Beroep: koopman Woonplaats: Leijden Leeftijd: 28 jr. Weduwnaar van Maria Catharina Elisabeth Sala Zoon van Adrianus Jongmans Beroep: koopman Alida Spoelstra Woonplaats ouders: Leijden Gehuwd Helmond 12-01-1865 met Francina Huberta Prinzen Geboren Helmond 26-04-1836 Woonplaats: Helmond Leeftijd: 28 jr. Dochter van Hubertus Petrus Prinzen overleden Antonia Hockers Woonplaats ouders: Helmond Bron: HIC Helmond. BS Huwelijken Helmond 1865 aktenr. 1
4 Mattheus Hendrik Sala
5 Joannes Hendrikus Sala, geboren op 12-01-1830 in Leiden. Joannes Hendrikus is overleden op 04-07-1892 in Leiden Rosmalen, 62 jaar oud. Hij is begraven te Leiden. Joannes Hendrikus was Fabrikant van Lijsten en Spiegels Joannes Hendrikus trouwde met Catharina Petronella Knaapen. Uit dit huwelijk werden dertien kinderen geboren. Catharina Petronella is geboren omstreeks 1841. Catharina Petronella is overleden op 02-12-1919 in s Gravenhage, ongeveer 78 jaar oud. Zij is begraven op 05-12-1919 te RK Kerkhof Leiden.
6 Maria G. Sala, is geboren omstreeks 1831 in Leiden.
7 Maria Wilhelmina Sala, geboren omstreeks 1833 in Leiden. Maria Wilhelmina trouwde met Antonie Wilhelm Heynen.
8 Daniel Antonius Sala, geboren omstreeks 1835 in Leiden. Daniel Antonius is overleden op 11-03-1875, ongeveer 40 jaar oud. Daniel Antonius trouwde, ongeveer 24 jaar oud, op 27-07-1859 in Arnhem met Eugenie Marie Eberson,ongeveer 20 jaar oud. Eugenie Marie is geboren omstreeks 1839 in Leiden
11-05-1858 Inventaris boedels Carolus Antonius Sala en Sebilla Spekman
De Huiselijke boedel
---
Op de Vliering:
---
Zes stoelen, een haard, ijzerwerk, kolenemmer, twee tonnen, een kleed en rommeling.
ƒ 14,--
Op de Slaapkamer op de Zolder:
---
Twee gordijnen, een spiegel, een tafel, een bedtafel en drie stoelen.
ƒ 06,--
Een ledikant en behangsel, een stroo-matras, bed, peuluw en twee kussens, twee wollen- en een katoene deken.
ƒ 55,--
Op een Tweede Slaapkamer op de Zolder:
---
Een gordijn, twee tafeltjes, twee kannen en kommen, twee tinnen potten en een steenen dito, een spiegeltje en drie stoelen.
ƒ 09,--
Een ledikant en behangsel, een stroo-matras, een bed, peuluw, vier kussens, twee wollen en een katoene deken.
ƒ 50,--
Twee bedstede gordijnen, drie stroo-matrassen, een veeren peuluw, vijf wollen en drie katoenen dekens.
ƒ 30,--
Op de Zolder:
---
Een bed, peuluw en vier kussens.
ƒ 35,--
Een looper, een voetenbankje en rommeling.
ƒ 04,--
Een tafel, een strijkplank, een vuilgoedkist, en een lappenkist en een trommel.
ƒ 04,--
Op de boven Achterkamer:
---
Een gordijn, een spiegel, twee schilderijen, een tafeltje, vier stoelen en een penantkastje.
ƒ 25,--
Een vischplaat, vier schotels, een terrine, een broodmand, een koffijkan en een ketel.
ƒ 07,--
Zes theebladen.
ƒ 05,--
Een kabinet.
ƒ 35,--
Vijf hemden, acht borstrokken en acht broeken.
ƒ 18,--
Twee en dertig servetten en vier tafellakens.
ƒ 36,--
Acht en dertig loopers.
ƒ 12,--
Dertien linnen lakens.
ƒ 28,--
Achttien katoenen lakens.
ƒ 16,--
Dertig handdoeken.
ƒ 09,--
Eene partij theedoeken, zes paar kousen, zeven slaapmutsen en vier overhemden,
ƒ 08,--
Vijf lappen diemet en een lap flanel.
ƒ 20,--
Een Schwal, twintig gulden.
ƒ 20,--
Zes halfhemden, zes boorden eneen zakdoek.
ƒ 02,--
Vier vesten, twee rokken, twee broeken, zes jassen, twee paar laarzen en een paar schoen.
ƒ 65,--
Zes parapluies.
ƒ 14,--
Drie japonnen.
ƒ 25,--
Een kleed en carpet.
ƒ 05,--
Op de boven Voorkamer:
---
Drie gordijnen en zes horren, een paar kussens.
ƒ 07,--
Een chiffonnière.
ƒ 28,--
Een trektafel met bladen.
ƒ 20,--
Een canapé.
ƒ 35,--
Twaalf stoelen.
ƒ 80,--
Een speeltafel, een turfmandje.
ƒ 06,--
Een kleed en twee carpetjes.
ƒ 20,--
Twee platen in lijsten.
ƒ 07,--
Twee kandelaars, twee koppen en schotels en een sigarenkistje.
ƒ 05,--
Eene partij gordijnen.
ƒ 06,--
In een vaste kast op de trap:
---
Eenig keukengereedschap.
ƒ 06,--
In de Binnenkamer:
---
Een spiegel.
ƒ 10,--
Een tafel, vijf stoelen en twee fauteuils.
ƒ 45,--
Een bureau, vier vaasjes en een pendule.
ƒ 32,--
Een theestoof en ketel.
ƒ 09,--
Drie caraffen en twee en twintig differente glazen.
ƒ 08,--
Een olij- en azijnstel, twee tabakskistjes, een tabakscomfoord, blaadjes en een watercaraf.
ƒ 3,50
Twee bedstedegordijnen.
ƒ 02,--
Een kleed, twee theebladen, drie trommeltjes, twaalf koppen en schotels, een thee- en koffijservies.
ƒ 08,--
Een koffijpot en koperen comfoord, twee lampen en twee en twintig messen.
ƒ 10,--
Een slaapbank, een bed, twee peuluws, een kussen, een wollen en een katoenen deken, en twee lakens.
ƒ 26,--
Twee gordijnen, een spiegel en drie schilderijtjes.
ƒ 04,--
Een schuiftafel, acht stoelen, een ketel en theestoof.
ƒ 04,--
In een vaste kast:
---
Twee trommels, twee tabakskistjes, een keldertje en rommeling.
ƒ 03,--
Twee lepeldoosjes, een kistje, een messenbak en een saladelepel en vork.
ƒ 04,--
Een bak met lepels en vorken, eene partij roomgoed, en een koffijmolen.
ƒ 09,--
Twee naaikistjes.
ƒ 01,50
In de kleine keuken:
---
Een oliekan, een lamp, een vijzel, twee kandelaars, different kopergoed, en kleinigheden.
ƒ 06,--
Een kookfournuis, een ketel, twee ijzeren potten, een doofpot, een theeketel, differente potten en pannen, een spiegel, vier emmers en een vuilnisbak.
ƒ 20,--
Op de Opkamer:
---
Een gordijn, twee uitsteekspiegels, en drie horren.
ƒ 03,--
Een tafel, tien gulden.
ƒ 10,--
Vijf stoelen.
ƒ 20,--
Een kleed en carpet.
ƒ 08,--
Vijf schilderijen.
ƒ 50,--
Twee bedden, een peuluw, twee kussens, twee wollen en een katoenen deken.
ƒ 60,--
In een vaste Kast:
---
Vier en twintig borden, vier fruitschaaltjes en twee botervlootjes.
ƒ 05,--
Twee caraffen, een watercaraf, drie en veertig differente glazen.
ƒ 08,--
Een theeservies, twaalf koppen en schotels.
ƒ 10,--
Een koffij- en theeservies, een filtreerport en een comfoord en een theekistje.
ƒ 08,--
Twee blaadjes, drie trommeltjes en een broodmand.
ƒ 05,--
Vijf assietten* met deksels, twaalf dito zonder deksels, een broodmand en vijf en veertig borden. * borden / dekschalen
ƒ 14,--
Op het magazijn:
---
Twee stoelen, een schuiftafel en twee gordijnen, zes gulden. ƒ 6,--
In het kantoor:
---
Een gordijn, een hor, een lessenaar, een schuiftafel, en drie stoelen, twintig gulden. ƒ 20,--.
Een dito ring, achttien caraats, wegende een wigtje vijf korrels.
ƒ 1,65
Zes zilveren lepels en zeven vorken, kleine keur, wegende vijf en zeventig lood.
ƒ 60,--
Een zilveren soeplepel, kleine keur, wegende negentien lood.
ƒ 20,--
Een dito theeservies, kleine keur, wegende drie en vijftig lood.
ƒ 47,70
Een dito tabaksdoos, kleine keurwegende zestien lood.
ƒ 12,80
Twaalf dessertmesjes met zilveren hechten, bij gis.
ƒ 01,50
Een paar zilveren botermesjes, bij gis.
ƒ 02,50
Een cristallen zoutstel met zilver, bij gis.
ƒ 03,50
Een cristallen gebakmand met zilver, bij gis.
ƒ 10,--
Een paar zilveren suikerstrooijers, kleine keur, wegende zes lood vijf wigtjes.
ƒ 05,20.
Een paar dito sauslepels, kleine keur, wegende vijf lood twee wigtjes.
ƒ 04,15.
Een paar dito zoutschepjes, kleine keur, wegende vier wigtjes.
ƒ 00,30.
Een paar thee- en suikerschepjes, kleine keur, wegende 1 lood vijf wigtjes.
ƒ 01,20
Twaalf dito theelepeltjes, kleine keur, wegende acht lood vijf wigtjes.
ƒ 06,80
Twaalf likeurlepeltjes, kleine keur, wegende vier lood twee wigtjes.
ƒ 03,35
Twaalf theelepeltjes, kleine keur, wegende 10 lood.
ƒ 08,--
Met de bovenstaande inventarisatie is men bezig geweest tot des namiddags ten Twee ure, en is de voortzetting bepaald op morgen den Twaalfden dezer maand des voormiddags ten Tien ure.
---
Heden den Veertienden Meij achttien honderd acht en vijftig, des voormiddags ten Tien ure, zijnde de tijd bepaald bij de vorige zitting, is door ons Notaris, geadsisteerd met de voornoemde getuigen, ter Requisitie, in tegenwoordigheid en op aangifte als boven tot de voortzetting dezer inventarisatie overgegaan, als volgt:
---
Contante gelden:
De contante gelden in den boedel voorhanden, bedragen in diverse muntspecien, de som van een honderd vijf en dertig gulden vijf en zestig en een halve cent.
ƒ 135,655
Eene onderhandsche acte van scheiding op den Dertigsten October achttien honderd zes en veertig binnen Leijden in triplo geteekend,
waarop staat: “Geregistreerd voor Triplicaat, zonder Renvooi te Leijden, den Vierden Januarij achttien honderd zeven en veertig, deel zeven en dertig, folio honderd zeven en zestig recto, vak drie en volgenden. Ontvangen aan regt en verhooging als: 2 Regten à ƒ 2,40 =ƒ 4,80 “ƒ 356, 32 ½ à 4 % = ƒ 14,40, tezamenƒ 19,20 , 38 opc.= ƒ 7,30, totaal zes en twintig gulden vijftig cent ƒ 26,50
“De Ontvanger / geteekend / P. de Haan “en overgeschreven ten Kantore der Hijpotheken alhier, den vijfden Januarij achttien honderd zeven en veertig, in deel drie en negentig, numero zes en twintig, waarbij aan den overledene heer Carolus Anthonius Sala in eigendom zijn toegescheiden:
---
De helft in een huis en erf :
staande en gelegen te Leijden, aan de noordzijde van de Breedestraat tusschen de Koornbrugsteeg en de Choorlammersteeg, wijk 4, numero 232 en 232 rood, bekend bij het Kadaster in sectie G, numero 221, ter grootte van drie en tachtig ellen. En de helft in een huis en erf, staande en gelegen te Leijden aan den nieuwen Rhijn of Botermarkt strekkende tot en uitgang hebbende in de Dwars Koornbrugsteeg, Wijk 4, numero 33 en 33 rood, bekend bij het Kadaster in Sectie G, nr. 234 ter grootte van vijf en negentig ellen.
---
Afschrift ener acte van Transport op den Negen en twintigsten November achttien honderd vijf en vijftig, voor mij Notaris en getuigen gepasseerd, behoorlijk geregistreerd, en overgeschreven ten Kantore der Hijpotheken alhier, den Vierden December achttien honderd vijf en vijftig, in deel twee honderd zeventien, numero vier, waarbij aan den overledene den heer Carolus Anthonius Sala in eigendom is overgedragen een Huis en Erve, staande en gelegen te Leijden aan de noordzijde van de Breedestraat tegenover de Ketelboetersteeg, wijk vier, numero 231, bekend bij het Kadaster Sectie, numero 220 ,ter grootte van een roede en zeven en twintig ellen.
---
Inneschulden:
De boedel heeft te vorderen van diversen, wegens gedane leverantien, de som van zeventien duizend vijf honderd negentig gulden zestig cent.
En van den minderjarigen Daniel Anthonius Sala, wegens voorgeschoten gelden
ƒ 17.590,60
ƒ 200,--
Schulden en lasten:
De volgenden hebben van deze boedel te vorderen, als:
---
E. Noordijk, alhier voor geleverd glas.
ƒ 19,88
Gerner en Compagnie, wegens als voren.
ƒ 07,--.
J. en M. Meesters te Steenwijk, voor geleverde Lijm.
ƒ 25,30
H. Braakman en Compagnie, Expediteur te Rotterdam.
ƒ 13,80
Fischer, te Erlangen, voor geleverde Spiegelglazen.
ƒ 221,--
A. de Lange en Zonen, te Westzaan, voor geleverd Hout.
ƒ 74,--
Oudshoorn en van der Held te Rotterdam, voor geleverde Terpentijn Olij
ƒ 09,12
J.E. Kemner, te Amsterdam, voor geleverde China Klei.
ƒ 07,06
Weduwe A. Parmentier en Zonen, voor geleverde Lijm.
ƒ 88,70
A.T. Neess te Keulen, voor Ovalen.
ƒ 67,02
Ton Weijersberg en Compagnie in Keulen voor Raamlijsten.
ƒ 70,77
Gebroedes van Wensen, voor Lijm.
ƒ 25,--
Masfard te parijs voor Canalures.
ƒ 63,54
C.J. Zaalberg, alhier, voor geleverd hout.
ƒ 49,115
A. Pettel te Brussel voor geleverd Goud.
ƒ 240,--
A. Flemner te Amsterdam, voor Harst.
ƒ 25,05.
Nieuwenhuizen te ’s Gravenhage, voor oud glas.
ƒ 21,--
Stricker, te Iserlohn, voor Ijzerwaren.
ƒ 33,30
J.C. Bernard, alhier voor Ijzerwaren.
ƒ 88,085
De weduwe D.A. Schretlen en Zoon, smid alhier.
ƒ 29,05
J. van Lith, timmerman, alhier, voor geleverd Hout.
ƒ 195,145
Cornet, alhier, voor een geleverde Kroon.
ƒ 70,--
Dorens, te Amsterdam, voor geleverd glas.
ƒ 45,75
Stricker, te Iserlohn, voor Ijzerwaren.
ƒ 78,95
Vettgen te Keulen, voor Ijzerwaren.
ƒ 23,31
Van Wijk te Rotterdam, voor Verwstoffen.
ƒ 17,52
Savrij, te Haarlem voor Vernis, twee gulden vijf en veertig cent.
ƒ 02,45
Negretti, te Londen, voor Barometers.
ƒ 168,30.
Ploner, te Amsterdam voor Klokkenbeeldjes.
ƒ 15,50
J.H. Wijnstroom, Apothecar.
ƒ 05,60.
Liefrink en Compagnie, alhier, voor geleverd Glas.
ƒ 09,56.
J.B. Onnekink, Loodgieter alhier, voor gedane werkzaamheden.
ƒ 09,85.
C.D. van der Henst, Loodgieter alhier, voor als voren.
ƒ 20,54
J. Gutti, Schoorsteenveger alhier, voor gedane werkzaamheden.
ƒ 26,95
A. Jongmans, alhier, Kledermaker, voor gedane leverantie.
ƒ 49,--
P. Draijer, alhier, Drogist, voor gedane leverantie.
ƒ 03,975
H.A. Timmerman, Hoedenmaker, alhier, voor als voren.
ƒ 17,45
J.H. Eichman, Onderwijzer alhier, voor gegeven onderwijs, tien gulden
ƒ 10,--
C.W.H. van Kaathoven, Medicinae Doctor, voor gedane visites.
ƒ 11,60
G.A. Prost, Apothecar alhier, voor geleverde medicamenten.
ƒ 59,15
J. Kooreman, Koperslager alhier, voor gedane werkzaamheden.
ƒ 05,50
J. Hazenberg Cze, Boekhandelaar alhier, wegens geleverde boeken en papier.
ƒ 20,80
P. van Geer, wegens geleverd mahonijhout.
ƒ 1,70
Gebroeders van der Post, alhier, voor geleverd Behangselpapier.
ƒ 4,40
Weduwe J.A. Kaldenberg, alhier, voor geleverde Galanterien.
ƒ 18,--
H. Zaalberg, alhier, voor geleverd Laken.
ƒ 57,125
J.W. van Leeuwen, Boekverkooper alhier, voor gedane leverantie.
ƒ 26,50
A.J. de Baas, Kledermaker alhier, voor als voren.
ƒ 143,55
L. Springer, alhier, voor gedane reparatie aan plaatwerk.
ƒ 01,21
L. van Honstede, Schoenmaker, alhier, voor gedane leverantie en werkzaamheden.
ƒ 46,40
J.A.G. Proot, Wijnkooper alhier, voor gedane leverantie.
ƒ 14,15
A. Sinkel alhier, voor geleverde Manufacturen.
ƒ 36,825
D. Wafelbakker alhier, voor als voren.
ƒ 31,195
Jolie geboren Spekman, Modiste alhier.
ƒ 15,15
Timmerman, Hoedenmaker alhier, wegens gedane leverantie in dit loopende jaar.
ƒ 17,55
De heer C.F. Sala alhier, wegens geleverde materialen.
ƒ 128,92
Weduwe P. Keijzer alhier, wegens geleverde koussen.
ƒ 02,80
A. Jongmans, kledermaker alhier, wegens gedane leverantie in dit loopende jaar.
ƒ 50,90
H. Leefkind en Zoon, Lakenkoopers alhier.
ƒ 27,50
Bedragende tezamen de som van Twee duizend zes honderd acht en zestig gulden en zes en vijftig en een halve cent. ƒ 2.668,565
Met de bovenstaande inventarisatie is men bezig geweest tot des namiddags ten Vier ure en is de voortzetting bepaald op maandag den Zeventienden dezer maand des avonds ten Zes ure. En hebben de Requiranten met ons Notaris en de getuigen na gedane voorlezing alhier geteekend. / geteekend / J.H. Sala, C.D. Sala, J. de Munnik, A. van den Hoed, J.A. Prijn Notaris.
ƒ 2.668,565
Heden den Zeventienden Meij achttien honderd acht en vijftig des avonds ten zes ure, zijnde de tijd bepaald bij de vorige zitting, is door ons Notaris, geadsisteerd met de voornoemde getuigen, ter Requisitie en in tegenwoordigheid als boven, mitsgaders ter Requisitie en in tegenwoordigheid van den Heer Daniel Anthonius Sala, Physische Instrumentmaker, wonende te Leijden, aan mij Notaris bekend, bij de vorige zittingen onder de geinteresseerde minderjarigen vermeld, doch die op heden zijne meerderjarigheid heeft bereikt, tot de voortzetting dezer inventarisatie overgegaan als volgt:
---
Vervolg der schulden en lasten:
---
A.J. de Baas, Kledermaker alhier, wegens gedane leverantie, acht en veertig gulden zeven en zestig en een halve cent.
ƒ 48,675
A.H. Privé, naaister alhier, wegens gedane werkzaamheden, elf gulden twaalf en een halve cent.
ƒ 11,125
E.H. Creutz Lechleitner, onderwijzeresse alhier, wegens gegeven onderwijs, vier gulden vijf en vijftig cent. ƒ 4,55
ƒ 04,55
M.J. Schretlen, Chirurgijn alhier, wegens gedane heelkundige diensten, tien gulden.
ƒ 10,--
J.W. Schaap, Timmerman alhier, voor een geleverde doodkist, acht en twintig gulden.
ƒ 28,--
Weduwe D. Schretlen en Zoon, smid alhier, wegens geleverde doodkist schroeven, zes gulden.
ƒ 06,--
J.A. Prijn Notaris alhier, wegens gemeriteerd Salaris en gedane verschotten, zestien gulden acht en dertig cent.
ƒ 16,38
De weleerwaarde Heer Quant, Roomsch Catholijk Pastoor alhier, wegens Kerkelijke diensten, een honderd twee en twintig gulden.
ƒ 122,--
De Heer Carolus Dominicus Sala alhier, wegens gelden à déposito, vijftien duizend zeven honderd vijftig gulden. Rentende à vijf percent ’s jaars welke intresten resteren sedert den vijftienden dezer maand.
ƒ 15.750,--
De Heer Carolus Fransciscus Sala alhier, wegens als voren, een duizend gulden. Rentende à vijf percent ’s jaars welke intresten resteren sedert den Eersten Januarij dezes jaars.
ƒ 1.000,--
De heer Requirant Jihannes Hendricus Sala heeft te vorderen wegens gelden à déposito en verdiende gelden in de zaak, twee duizend vier honderd vier en zestig gulden.
ƒ 2.464,--
De overige schulden voor het tegenwoordige nog niet met juistheid kunnende worden opgegeven komen alhier voor memorie.
Bedragende tezamen de som van Twee en twintig duizend een honderd negen en twintig gulden negen en twintig en een halve cent.
In reactie op een brief van 22-12-1970 van Van der Ven Brillen, Kerkstraat 29, postbus 55 te 's Hertogenbosch, schrijft op 19 januari 1971 de gemeentearchivaris van Leiden mr. W. Donner, het volgende;
Dominicus Sala, poorter der stad Leiden sedert 31 Maart 1786, is in 1760 geboren te Ponjana in Lombardije, trouwde vermoedelijk in Duitsland met de in 1758 in Trier geboren Maria Magdalena Werrel. Zij laten in de R.K. Kerk "De Zon" in de Haarlemmermeerstraat in totaal 10 kinderen dopen. Zijn beroep wordt op diverse plaatsen genoemd winkelier of verkoper van parapluis en prenten. Als barometermaker staat hij echter nergens vermeld. Hij sterft op 23-01-1839, zijn vrouw op 03-07-1846, beide te Leiden. Hun jongste zoon Carolus Antonius, ged. 09-09-1803, trouwt met Maria Sibilla Spekman, ged. 08-01-1807 te Enkhuizen. Hij was koopman van beroep, later spiegelmaker, en woonde op de Breestraat wijk IV nr. 232, tegenwoordig nr. 114.
Uit dit huwelijk wordt op 17-05-1835 een zoon Daniel Antonius geboren.
Deze Daniel Antonius trouwt in juli 1859 te Arnhem (ondertr. 09-07-1859 te Leiden) met Eugenie Maria Eberson, geb 03-03-1839 te Arnhem. Zij gaan wonen Breestraat 112, naast het huis van zijn vader. Daar worden ook hun 8 kinderen geboren. Als zijn beroep wordt de eerste jaren vermeld Koopman en later Instrumentenmaker, bij zijn dood op 09-03-1875 nader aangeduid als fysisch instrumentenmaker. Ik meen dan ook de mogelijkheid te moeten openlaten dat Daniel Antonius Sala de door u gezocht barometermaker is.
De barometers gesigneerd met D.(Ds) Sala Leyden (zijnde Dominicus Sala) hebben de typische stijlkenmerken van de bakbarometers uit de 18e eeuw!! zodat niet Daniel Antonius Sala de maker kan zijn geweest. In het register van "Declaratoiren van Inwooninge" begonnen in het jaar 1789 komt Ds. Sala voor als neringdoende in barometers. Zijn beroep wordt op diverse plaatsen ook vermeld als winkelier of verkoper van paraplu's en prenten. Een dochter Anna Maria (geboren 1799) huwt circa 1819 met Joseph Willem Borzo (1781-1839) die zich in 's Hertogenbosch vestigt, in diens atelier werden ook barometers vervaardigd. Het beroep van de jongste zoon van Dominicus, Carolus Antonius Sala (geboren 1863) wordt eerst vermeld als koopman, later als spiegellijstenmaker. Hij woonde in Leyden aan de Breestraat wijk IV nr. 232 tegenwoordig 114. Dominicus Sala is een vooraanstaand barometermaker geweest. Zijn barometers zijn van grote klasse. Over het algemeen zijn het rijke stukken, met veel inleg van roze- en citroenhout. Ook verre églomisée werd veelvuldig door hem toegepast. Van hem zijn typen bekend met kwart, halve en met hele (vrijstaande) kolommen. Dominicus Sala is in 1839 in Leiden overleden.
Gids voor lokaal historisch onderzoek naar immigratie in Nederland
Meer grond onder de voeten krijgen we bij de veel kleinere, maar kleurrijker groep Italiaanseimmigranten.
58 De vroegste permanente immigranten waren de schoorsteenvegers en paraplumakers uit het Noordwestelijke Piëmonte.
De eersten kwamen reeds aan het einde van de 18e eeuw, maar de meesten lijken zich pas in de tweede helft van de 19e eeuw in een aantal Nederlandse steden te hebben gevestigd.
Zo arriveerde in 1872 te Delft de schoorsteenveger Antonia Selva uit het Zuid-Zwitserse Cavergno59 en vestigde zich vier jaar later te Leiden de Italiaanse ‘schoorsteenveger, rookverdrijver, metselaar en witter N.F. del Sasso'. Net als een aantal andere Italiaanse schoorsteenvegers die zich in de 18e en 19e eeuw in Den Haag vestigden, kwam hij uit Buttogno. Tot 1920 volgden andere Italianen, zoals de familie Borrani, die het beroep van schoorsteenveger combineerden met metsel- en stukadoorswerk en duizenden terrazzo- en granitowerkers. Schoorsteenvegers als de Del Sasso's in Leiden waren toen al aardig ingeburgerd. Hoewel ze de Italiaanse nationaliteit hadden behouden, trouwden ze met Leidenaren en hielden ze niet per se vast aan hun Italiaanse specialisme.
Immigranten en de ontvangende samenleving
Zijn we maar matig geïnformeerd over de vreemdelingenstromen, nog slechter is het gesteld met onze kennis over de wijze waarop nieuwkomers zich hebben gevestigd, in hoeverre zij zich organiseerden en hoe de autochtonen op hun aanwezigheid reageerden. Wat de vestigingspatronen betreft, lijkt het erop dat de meeste immigranten elkaar volgens het principe van de ketting- (of volg-)migratie hebben opgezocht. Daardoor concentreerden veel immigrantengroepen zich in bepaalde huizen, straten of buurten. Dat geldt vooral voor beroepsgroepen met eenzelfde geografische herkomst. Het is dus niet zo dat Duitsers vooral bij Duitsers gingen wonen en Italianen in de buurt van Italianen. Binnen deze nationale groepen vond een opdeling naar beroepsgroepen plaats; hun verbondenheid was doorgaans strikt lokaal of hooguit regionaal begrensd. Contacten werden in de eerste plaats gelegd met streek- of dorpsgenoten die hetzelfde beroep uitoefenden en daarnaast met Nederlanders die men uit hoofde van zijn beroep ontmoette, als opdrachtgever, klant of collega. Deze geografische concentratie, die uiteraard veel minder voorkwam bij dienstbodes (zij woonden bij hun werkgever in huis), is ook kenmerkend voor de vestiging van tijdelijke migranten. Zo woonden de pottenverkopers uit het Westerwald in bepaalde buurten in Utrecht, Delft en Amsterdam bij elkaar.60
Voor ophalen complete pdf document van de: "Gids voor lokaal historisch onderzoek naar immigratie in Nederland"
Bruidegom: Dominicus Sala Haarlem 21 wijnkoopersbediende Vader: Dominicus Sala Moeder: Cornelia Heenken Bruid: Carolina Christina Romp Haarlem 20 naaister Vader: Dirk Willem Romp Moeder: Maria Beckers Plaats: Haarlem Huwelijksdatum: 20-08-1873 Bron: Kennemerland HaarlemAkte Jaar 1873Nummer 200
Bruidegom: Johannes Gerardus Hirs Haarlem 26 bediende Vader: Johannes Hirs Moeder: Alida Regina Kikkert Bruid: Cornelia Sala Haarlem 24 Vader: Dominicus Sala Moeder: Cornelia Steenken Plaats: Haarlem Huwelijksdatum: 21-05-1879 Bron: Kennemerland HaarlemAkte Jaar 1879Nummer 102
Bruidegom: Carel Sala Haarlem 25 huisschilder Vader: Domincus Sala Moeder: Cornelia Steenken Bruid: Anna Catharina van Nieuwenhuizen Haarlem 24 Vader: Willem Otto van Nieuwenhuizen Moeder: Geertruida Jacoba Kloos Plaats: Haarlem Huwelijksdatum: 01-10-1879 Bron: Kennemerland HaarlemAkte Jaar 1879Nummer 215
Bron Burgerlijke stand - Huwelijk Archieflocatie Drents Archief Algemeen Toegangnr: 0166.028 Inventarisnr: 1903 Gemeente: Vledder Soort akte: Huwelijksakte Aktenummer: 3 Datum: 31-01-1903 Bruidegom Dirk Willem Sala Geboorteplaats: Haarlem Bruid Cornelia Stuiver Geboorteplaats: Frederiksoord (Vledder) Vader bruidegom Dominicus Sala Moeder bruidegom Carolina Christina Romp Vader bruid Pieter Jan Stuiver Moeder bruid Cornelia Zorn Nadere informatie bruidegom: 26 jaar.; bruid: 26 jaar.
Bruidegom: Arnoldus Camfferman 's Gravenhage 23 stucadoor Vader: Jacobus Adrianus Camfferman Moeder: Eilsabeth Johanna Grimmelikhuizen Bruid: Carolina Christina Sala Haarlem 26 zonder Vader: Dominicus Sala Moeder: Carolina Christina Romp Plaats: Haarlem Huwelijksdatum: 23-05-1906 Bron: Kennemerland HaarlemAkte Jaar 1906Nummer 231
Bruidegom: Cornelis Jacobus Leenheer 's Gravenhage 21 metselaar Vader: Arij Leenheer Moeder: Geertrui Kaasjager Bruid: Cornelia Sala Haarlem 19 zonder Vader: Dominicus Sala Moeder: Carolina Christina Romp Plaats: Haarlem Huwelijksdatum: 23-05-1906 Opmerkingen: echtscheiding 15-12-1921 te 's gravenhage Bron: Kennemerland HaarlemAkte Jaar 1906Nummer 232
Bruidegom: Cornelis Sala Haarlem 23 stucadoor Vader: Dominicus Sala Moeder: Carolina Christina Romp Bruid: Aaltje van de Stouwe Zwartsluis 22 zonder Vader: Hendrik van de Stouwe Moeder: Leuntje Visscher Plaats: Haarlem Huwelijksdatum: 08-08-1906 Bron: Kennemerland HaarlemAkte Jaar 1906Nummer 354
Bruidegom: Dominicus Sala Haarlem 29 werkman Vader: Christiaan Sala Moeder: Maria Hendrica Teeuwe Bruid: Margaretha Hendrika Beukers Hillegom 24 Vader: Jan Hendrik Beukers Moeder: Geertje Roos Plaats: Haarlem Huwelijksdatum: 10-11-1909 Bron: Kennemerland HaarlemAkte Jaar 1909Nummer 416
Bruidegom: Cornelis Jacobus Leenheer metselaar Bruid: Cornelia Sala Plaats: Haarlem Datum echtscheiding: 13-01-1922 Opmerkingen: huwelijk voltrokken 23 mei 1906 te haarlem Bron: Kennemerland HaarlemAkte Jaar 1922Nummer 27
Pierre Gérard gehuwd met Margo Mathieu. Elisabeth Gérard gehuwd geweest met Sala 19 Maart 1884 en werd 84 jaar oud. Charles Sala overleden 1815 oud 45 jaar en geboren te Pognana in Italië, hij was de echtgenoot van Elisabeth Sala. Een dochter van Gérard was gehuwd met een Franse Officier, die in 1870 (?) uit Lotharingen naar Nederland de wijk genomen heeft. De andere dochter trouwde met Sala en is na de dood van haar man te Haarlem in het … huis gestorven. Naar men zegt heeft omstreeks 1870 eene oproeping in de Haarlemse Courant gestaan, betreffende eene onverdeelde nalatenschap, en in 1857 eene dito oproeping in een staatsblad te Parijs.
Inventarisnummer; 160 Bladzijde; 025v Datum; februari 1802 Inhoud; Advertentie Persoon: Ferdinant Sala, j.m. Gebeurtenis: overlijden Krant: onvermeld Bron; ac59 ========================
Burgerlijke stand - overlijden Gouda 1948 Aktenummer; 178 naam; Hendrik Britsemmer (geb. te G; twee maanden; woonpl. G) aktedatum; 4-5-1948 overlijdensdatum; 2-5-1948 vader; Pieter Nicolaas Britsemmer (groentekoopman; woonpl. G) moeder; Leentje Sala (woonpl. G) ========================
Burgerlijke stand - overlijden Gouda 1942 Aktenummer; 396 naam; NN Britsemmer (geb. te G) aktedatum; 11-11-1942 overlijdensdatum; doodgeboren (m) 10-11-1942 vader Pieter Nicolaas Britsemmer (koopman; woonpl. G) moeder Leentje Sala (woonpl. G) ========================
vredegerecht minuut-vonnissen civiele zaken Gouda 1812 inventarisnummer; 1 bladzijde; 11 datum;10-06-1812 inhoud Eiser(s): François Anthoine Sala, winkelier in de Wijdstraat Gedaagde(n): Fredrik Maas, wijk G 1 Gemachtigde(n): Iman Johannes Imans, procureur Zaak: Eist betaling van 58.17 francs wegens geleverde waren. Vonnis: Bij verstek eis toegewezen. Bron; orig. NA Den Haag; microfiches in SAMH ========================
vredegerecht minuut-vonnissen civiele zaken Gouda 1812 inventarisnummer; 1 bladzijde; 12 datum; 10-06-1812 inhoud Eiser(s): François Anthoine Sala, koopman / winkelier ("marchand boutiquier") Gedaagde(n): Dirk de Haan, "battelier" Gemachtigde(n): Iman Johannes Imans, procureur Zaak: Eist betaling van 31.08 francs wegens geleverde waren. Vonnis: Bij verstek eis toegewezen. Bron; orig. NA Den Haag; microfiches in SAMH ========================
vredegerecht minuut-vonnissen civiele zaken Gouda 1816 inventarisnummer; 1 bladzijde; 228 datum 04-12-1816 inhoud Eiser(s): François Anthoine Sala, winkelier Gedaagde(n): Rijnier (Reinier) Koppenol, geëmployeerde (klerk) ter secretarie Gemachtigde(n): Iman Johannes Imans, griffier Zaak: Eist betaling van ƒ 44 wegens geleverde winkelwaren. Vonnis: Eis toegewezen. Bron; orig. NA Den Haag; microfiches in SAMH ========================
vredegerecht minuut-vonnissen civiele zaken Gouda 1817 inventarisnummer; 1 bladzijde; 275 datum; 29-10-1817 inhoud Eiser(s): François Anthoine Sala, koopman Gedaagde(n): Cornelis Borsteeg Gemachtigde(n): Iman Johannes Imans, griffier Zaak: Eist betaling van ƒ 7 wegens in 1800 geleverde goederen. Gedaagde verzoekt 6 weken uitstel. Vonnis: Eis toegewezen, met uitstel tot 15 december. Bron; orig. NA Den Haag; microfiches in SAMH ========================
vredegerecht minuut-vonnissen civiele zaken Gouda 1828 inventarisnummer; 1 bladzijde; 680 datum; 09-01-1828 inhoud Eiser(s): Gerardus Theodorus Foesik, deurwaarder Gedaagde(n): mr. Jean Louis Antoine de Grave, advocaat Zaak: Eist betaling van ƒ 19.80 wegens in 1827 gedane exploten in de zaken; Frank van Es contra Frederik van Es (beiden te Stein), J.B. Sala contra Olivier Wout, de weduwe van Ary Bloemendaal contra Hendrik Vermeulen (beiden te Stein), de weduwe van Andries van der Vlist (te Bodegraven) contra Gerritje Bouwman, weduwe van Thomas Ries, en Pieter Stofberg te Middelburg contra Willem Peters. Vonnis: Bij verstek eis toegewezen. Bron; orig. NA Den Haag; microfiches in SAMH ========================
vredegerecht civiele zaken Gouda 1812 inventarisnummer; 4 aktenummer; 135 datum; 11-06-1812 inhoud; Conciliatie Eiser(s): François Anthoine Sala, "marchand boutiquier" Gedaagde(n): Salomon Joseph, joods koopman Zaak: Eist betaling van FRF 128.10 wegens geleverde koopwaren. Vonnis: Geen conciliatie. Gemachtigde(n): J.J. Imans namens eiser Bron; orig. NA Den Haag; microfiches in SAMH ========================
vredegerecht civiele zaken Gouda 1813 inventarisnummer; 5 aktenummer; 100 datum; 06-05-1813 inhoud Familieraad: benoeming curator Aanwezig: Franciscus Anthony Sala, koopman; Jacob Wout, leerlooier; Ary de Kruyf, koopman; Paulus Vergeer, landmand te Linschoten; Gijsbert Vergeer, landman in de Lange Linschoten; Andries van der Vlist, bakker te Bodegraven Curator(en): François Eduard Willet, griffier bij het vredegerecht Pupil(len): Lambertus van den Hoed Ouder(s): Neeltje Vergeer en wijlen Jan van den Hoed Bron; orig. NA Den Haag; microfiches in SAMH ========================
vredegerecht repertorium Gouda 1812 aktenummer; 130 inhoud; Veroordeling tot betaling Partij(en): F.H. Sala, eiser. Frederik Maas, gedaagde. Bron; orig. NA Den Haag; microfiches SAMH Annotatie; zonder akte ========================
vredegerecht repertorium Gouda 1812 aktenummer; 131 inhoud; Veroordeling tot betaling Partij(en): F.A. Sala, eiser. Dirk de Haan, gedaagde. Bron; orig. NA Den Haag; microfiches SAMH Annotatie; zonder akte ========================
vredegerecht repertorium Gouda 1812 aktenummer; 135 inhoud; P-v vredekamer Partij(en): T.H. Sala, eiser. Salomon Joseph, gedaagde. Bron; orig. NA Den Haag; microfiches SAMH ========================
vredegerecht repertorium Gouda 1816 aktenummer; 138 inhoud Vonnis tot betaling Partij(en): F.A. Sala, eiser. Rein.r Koppenol, gedaagde. Bron; orig. NA Den Haag; microfiches SAMH ========================
vredegerecht repertorium Gouda 1817 aktenummer 135 inhoud Vonnis tot betaling Partij(en): F.s Ant.y Sala, eiser. Cornelis Borsteeg, gedaagde. bron orig. NA Den Haag; microfiches SAMH gaarder 40e/80e penning Gouda 1781 inventarisnummer; 139 bladzijde; 018 datum; september 1781 inhoud; Overdracht onroerende zaak ========================
Verkoper: Hendrik Melkert Koper: Frans Sala en Dominicus Conelli Onroerende zaak: twee huizen (Wijdstraat) Prijs: 3605.12.8 Bron; ac59 gaarder 40e/80e penning Gouda 1783 inventarisnummer; 141 bladzijde; 011 datum; mei 1783 inhoud; Overdracht onroerende zaak Verkoper: Dominicus Conelli Koper: Frans en Bartholomeus Sala Onroerende zaak: 1/3 part in twee huizen (Wijdstraat) Prijs: 1616.18.- Bron; ac59 ========================
gaarder 40e/80e penning Gouda 1787 inventarisnummer; 145 bladzijde; 014 datum; juli 1787 inhoud; Overdracht onroerende zaak Verkoper: Bartholomeus Sala Koper: Frans Sala Onroerende zaak: de helft in twee huizen (Wijdstraat) Prijs: 802.16.- Bron; ac59 ========================
Kamer van Koophandel voor Zuidoost-Brabant in Eindhoven, Handelsregister, 1922 - 1989 350 J.G.A.Th. Sala, Apotheekhoudende gen. , Stratum Dijk 17 , Eindhoven Handelsnaam J.G.A.Th. Sala, Apotheekhoudende gen. Straat Stratum Dijk 17 Plaats Eindhoven Datum opheffing 13 maart 1924 Opmerking Sala, J.G.A.T. Inventarisnummer 13 Dossiernummer 350 Vervolgdossier 0 Je kunt dit stuk/deze stukken in origineel raadplegen in een van onze studiezalen. Voor het aanvragen van de stukken heb je onderstaande gegevens nodig: Vindplaats: Locatie Den Bosch Toegangsnummer: 1192 Inventarisnummer: 13 Dossiernummer: 350 Daarnaast heb je een bezoekersnummer nodig. Als je dat nog niet hebt, krijg je dat bij je eerste bezoek aan de Citadel. ======================== Kamer van Koophandel voor Zuidoost-Brabant in Eindhoven, Handelsregister, 1922 - 1989 8843 F.H. Sala , H. Geeststraat 2 , Eindhoven Handelsnaam F.H. Sala Straat H. Geeststraat 2 Plaats Eindhoven Datum opheffing 2 december 1974 Inventarisnummer 327 Dossiernummer 8843 Vervolgdossier 0 Je kunt dit stuk/deze stukken in origineel raadplegen in een van onze studiezalen. Voor het aanvragen van de stukken heb je onderstaande gegevens nodig: Vindplaats: Locatie Den Bosch Toegangsnummer: 1192 Inventarisnummer: 327 Dossiernummer: 8843 Daarnaast heb je een bezoekersnummer nodig. Als je dat nog niet hebt, krijg je dat bij je eerste bezoek aan de Citadel. ========================
Kamer van Koophandel voor Zuidoost-Brabant in Eindhoven, Handelsregister, 1922 - 1989 17587 Casper Sala , Brugstraat 60 , Eindhoven Handelsnaam Casper Sala Straat Brugstraat 60 Plaats Eindhoven Datum opheffing 19 februari 1959 Inventarisnummer 619 Dossiernummer 17587 Vervolgdossier 0 Je kunt dit stuk/deze stukken in origineel raadplegen in een van onze studiezalen. Voor het aanvragen van de stukken heb je onderstaande gegevens nodig: Vindplaats: Locatie Den Bosch Toegangsnummer: 1192 Inventarisnummer: 619 Dossiernummer: 17587 Daarnaast heb je een bezoekersnummer nodig. Als je dat nog niet hebt, krijg je dat bij je eerste bezoek aan de Citadel. ======================== Centraal bureau voor genealogie Catalogus Detailgegevens (sala) homepage Biografische index De biografische index is een toegang op biografische naslagwerken waarin u (korte) levensbeschrijvingen vindt van personen die een vooraanstaande rol in het maatschappelijk leven hebben gespeeld. U kunt deze werken raadplegen in onze studiezalen. De index wordt nog altijd aangevuld met nieuwe gegevens. CAROLUS FRANCISCUS SALA 1839 - 1881 Bron: Type-cataloque of the Decapod Crustacea in the collections of the Nationaal Natuurhistorisch Museum, with appendices of pre-1900 collectors and material ========================
Centraal bureau voor genealogie Catalogus Detailgegevens (sala) homepage Biografische index De biografische index is een toegang op biografische naslagwerken waarin u (korte) levensbeschrijvingen vindt van personen die een vooraanstaande rol in het maatschappelijk leven hebben gespeeld. U kunt deze werken raadplegen in onze studiezalen. De index wordt nog altijd aangevuld met nieuwe gegevens. SIMON JOHANNES SALA 1877 - Bron: Persoonlijkheden in het Koninkrijk der Nederlanden in woord en beeld. Nederlanders en hun werk ========================
Centraal bureau voor genealogie Algemeen politieblad Het Algemeen politieblad, gestart in 1852, bevat gegevens van gesignaleerde misdadigers, politieambtenaren en vreemdelingen. Verscheidene jaargangen zijn reeds gedigitaliseerd, ontsloten op persoonsnaam en ter inzage op beeldschermen in onze studiezalen. Naam: LOUIS SALA Jaar, pagina: 1867, 847 ========================