KUNST EN LETTEREN. TENTOONSTELLING : J. EEKMAN.
Kunsthandel D. Sala, Breestraat.
Eekman is een zoekende, een peinzende. Dat wat werkelijk genoemd wordt is voor hem eigenlijk leugen en bedrog, omdat die "werkelijkheid" hem afleidt van het wezenlijke der dingen, van het meest, waardevol geestelijk goed. Voor hem is de droom werkelijkheid omdat daar aan het diepste innerlijk de eerste plaats wordt gegund. Als een schrijnend iets moet hij gevoeld hebben de brute verburgerlijking welke het weergeven der materieele dingen kan aankleven. Natuurlijkheid beteekent voor hem geesteloosheid. Hij ziet de dingen met een geheel ander oog aan; hij schept zich een eigen werkelijkheid waarin zijn geest de eerste is, en ziet de dingen, zooals ze zijn; hij benut van de werkelijkheid slechts datgene wat hem kan dienen om zijn droom in navoelbaren vorm over te brengen.
Achter Eekman's werk voelen wij bijna overal de verdrukte mensch; en toch is deze ook de vooruitziende, de visoenaire, die te midden van wanhopige misère in zich voelt den sterken wil, dat geloof in een anderen toekomst, waarin de geestelijke saamhoorigheid inniger zal worden gevoeld en de macht van de stof, van de materie zal zijn teruggebracht binnen eigen grenzen.
Typeerend voor de arbeid van dezen kunstenaar is wel een toekenning die ik "De Sphinx" zou willen noemen. De kop is die van een mensch, wiens aandacht naar binnen is gericht, die inkeert tot zijn diepste zelf.
Er is rust in dezen kop, en bezinning; maar de rust is ingehouden kracht; er is ernst in dit gelaat en sterke wil; er is een machtige concentratie, die uit zal breken tot de geestelijke daad.
Dat zit in de bouw van den schedel, in de wenkbrauwen die fronsend de oogkassen overwelven, in de even nerveus-opgetrokken neusvleugels, in de op elkaar geklemde lippen - maar voel ook dat er in ligt een luidloos mededoogen en een zachtheid die elke daad zal veredelen. Er is een opstandigheid en een melancholie die strijd voeren met een verheven optimisme. Het gesloten groote oog, het geestelijk oog, de spiegel der ziel, hoefde er nauwelijks te zijn om deze stijlvolle kop dit mysterieuse karacter te laten omhullen.
Het leven-van-nu is een ruw en somber fantoom; na een onderdompeling in de misère van het heden en een doorstriemt zijn daarvan is er gerijpt in hem dit beeld, en het is een bevrijding omdat het naast al het andere, en bovenal het andere uit, in zich heeft de Ernst en de Wil. De klacht is onuitgesproken gebleven en verstild tot wijsheid.
Het werk van Eekman is er niet om vluchtig bekeken te worden. Hier is meer dan, "een meisje bij koeien" of "een bootje tegen een waterkant" of "een geranium in een bloempot". Deze man wil geen mooie dingen maken, hij geeft ons de toegang tot zijn heiligste zelf om uit te zeggen aan de wereld wat zijn geest beroerde.
Zoek daarom in de zwartkrijtteekening van "de Lossers" niet of ge de drukke bedrijvigheid van den arbeid aan de haven zult vinden, of onderwerp niet aan critiek of de plank als zoodanig wel een zware last is, en deze wel helemaal zóó kan worden vastgehouden; de kracht zit niet in de spierarbeid, maar bij de mannen zelf, in hun binnenste.
De Compositie van lijven en vlakken en hun tegenstellingen wekt sterk een moeizaam gaan, een zwoegend werken, maar ook een bewust werken, een weten en gelooven. Dat spreekt, uit de gebogen hoofden; uit de knookige, door den arbeid sterk ontwikkelde en tevens verruwde handen; maar uit de oogen komt ons tegen een zachte zelfbewuste ernst en een sterk geloof. Iedere lijn in deze teekening heeft spanning, niet veel zou er kunnen worden gemist. Soberheid is hier de drager van kracht.
In zachtheid doet deze kunstenaar vaak denken aan Jan Mankes, den te vroeg overledene; en in expressie van lijn aan Toorop; dit ter vergelijking slechts, want Eekman is een eigen persoonlijkheid. Een volgend maal over de drie teekeningen die nu in de etalage staan: de armen, het witte dorp en het heidehuisje.
Blijf echter niet buiten maar ga de geheele expositie zien. De toegang is vrij en het is zeker de moeite loonend. Zoek hier echter geen leuk stilleventje, of aardig kleurtje op zon verlicht dak. Hier is een sfeer van gewijde ernst. Vreemd zal zij U misschien zijn, maar ze boeit onweerstaanbaar. Is misschien hier ook wat broeit in de wereld der geestelijke dingen?
Het is van den kunsthandel zeker op prijs te stellen dat Leiden op deze wijze met het werk van Eekman kan kennis maken. In het Gemeentemuseum in Den Haag is van hem een zeer mooie teekening getiteld : Credo. Mm.
Leidsch Dagblad 28-01-1921
|