Als het niet stormt, regent, sneeuwt of hagelt, dan rijd ik een tiental kilometers met de fiets door Middelkerke. Omwille van de afwisseling kies ik telkens een andere omloop. Ik vertrek met wind op kop om dan, als ik wat vermoeider ben, met rugwind de laatste kilometers naar huis terug te rijden. Ja, wind is er aan de kust altijd., meestal een stevige bries zelfs. Zo kom ik met (bijna) regelmatige tussenpozen zowat overal in de gemeente.
Het eerste wat me opvalt en waarover ik me nogal kan opwinden, is het groot tekort aan fietspaden. Behalve langs de grote wegen vind je die nauwelijks.
Ik kan me ook enorm ergeren aan fietsers die zelfs de elementairste regels niet eerbiedigen: rijden aan de verkeerde kant van de weg, rijden op voetgangersovergangen, telefoneren tijdens het rijden, de hond aan de leiband houden,
. en aan het gebrek aan controle!
Als men echt de frisse buitenlucht wil opsnuiven dan is men uiteraard geneigd het achterland aan te doen. Je merkt onmiddellijk dat je er bent want zeer vaak slaat je een mestgeur tegemoet. Dat is nogal logisch, zullen sommigen zeggen, maar ik bedoel een chemische mestgeur. Ammoniak, nitraten en fosfaten vloeien mee af met het overtollige water van de landbouwgronden naar de sloten, beken en kanalen. Als ik dan bijvoorbeeld langs het water langs de Ooststraat, dicht bij het kruispunt van de Rattevalle, hengelaars zie zitten, dan vraag ik me af hoe vissen kunnen overleven in dat bruine goedje. Als ze al aan het aas bijten, dan waarschijnlijk om uit dat water weg te zijn. Onlangs vroeg ik aan een gelukkige hengelaar die beet had of hij die vis ook echt opat. Zijn ogen schoten vuur!
Ik heb hem nooit meer teruggezien en ik hoop dat hij nog steeds in leven is.
Het kan hard waaien op de landbouwvlakten en de wegen zijn er danig smal. Sommige autobestuurders hebben weinig oog voor die trage fietsers. Het is er dus opletten geblazen.
Het liefst rijd ik op de zeedijk. Neen, niet om s zomers naar de monokinis uit te kijken, want je hebt al je aandacht nodig om te laveren tussen de voetgangers en huurfietsen, want NIEMAND eerbiedigt de scheiding gesuggereerd door de blauwe verkeersborden (omdat het niet verplicht is?). s Winters neem ik wel de tijd om te luisteren naar het zeegeruis en naar de zeemeeuwen. "gè-gè-gè" of "ak-ak-ak" klinkt het als ze jammeren, "kla-óów-kla-óów-kla-óów" als ze kraaiend triomferen. Zilvermeeuwen zijn ook mooi om naar te kijken. Jongen zijn bruin en hebben een zwarte snavel. Volwassen meeuwen zijn wit met gele snavel.
Wat me onlangs bijzonder opviel: de vogels vormden groepen op tamelijk grote afstand van elkaar en alle meeuwen van alle groepen keken in dezelfde richting. Ik vermoed dat ze hun staart naar de wind draaiden.
Bron: http://www.vliz.be/docs/groterede/GR12_meeuwen.pdf
|