Ik heb al eens een blogartikel gewijd aan de vraag waarom eigenaars een bepaalde naam geven aan hun huis, villa of appartementsblok. Zeer dikwijls is het een herinnering aan vroeger. Daar stond destijds een historisch gebouw of er deed zich daar ooit wat bijzonders voor. Dat is zeker het geval voor de appartementsblok Molenhof in de Essex Scottishlaan. Daar werd namelijk vanaf het midden van de achttiende eeuw tot 1961, met enkele kortere onderbrekingen, bijna altijd graan gemalen. Omdat ik daaraan herinneringen uit mijn jeugd bewaard heb, koos ik de geschiedenis van de molen als thema voor deze week.
Tussen 1740 en 1771 werd daar eerst een wiekende molen gebouwd, de Duinenmolen. Er bestaan geen gegevens over de volledige geschiedenis van de molen of van alle eigenaars of uitbaters, maar rond 1840 was de molenwal, dat is de heuvel waarop de molen staat, eigendom van de grootste Westendse grondbezitter Pieter Roelants, rentenier uit Oostende, bezitter van 256 hectaren land in WESTENDE, ook eigenaar van de hoeve De Grote Bamburg. De oudst bekende molenaar hier, was Maria-Theresia Degraeve (1775-1863) in verschillende bronnen verkeerdelijk Jacoba Lefevere genoemd. Zij was de weduwe van molenaar Jacobus-Bernardus Lefevere, die in 1822 overleed. Zij baatte na de dood van haar man de molen verder uit tot in 1854 en verkocht die toen aan Isabella Joanna Clara Lauwagie, geboren in Westende in 1781, weduwe van de in 1827 overleden Carolus Ludovicus Senave. De achtereenvolgende molenaars hadden een opstalrecht, dat is het zakelijk recht om op de grond van iemand anders gebouwen, werken of beplantingen in eigendom te hebben. Zij waren erfpachters van de grond. Zij pachtten dus de grond voor 99 jaar en waren zelf eigenaar van de molen. In 1861 werd het hele fonds verkocht aan Pieter-Matthieu-Josse, grootgrondbezitter uit Brussel. In hetzelfde jaar erfde Jacobus Damianus Senave de molen van zijn grootmoeder. Zijn vrouw Melanie Gernaey, geboren in Wilskerke in 1843 en overleden in Westende in 1906, bijgenaamd Moeder Senave, was de dochter van de molenaar van Wilskerke. In 1865 erfde Joseph Matthieu, een Brussels bankier, ondermeer de molenwal. Hij overleed in 1895 en het jaar daarop erfde Maurice de Crombrugghe de Looringhe-Matthieu de Westendse eigendommen. Hij was officier bij het regiment van de gidsen en woonde in Brussel. Na de dood van Jacobus in 1898 bleef Moeder Senave op de molen wonen met haar dochter Leonie (1861 - 1910) en haar schoonzoon Seraphien Dewulf (geboren in Westende op 17 augustus 1852, dienstdoend burgemeester vanaf 31 december 1914 en daarna effectief tot aan zijn dood op 23 januari 1926) Leonies kozijn Romain Depauw kwam als molenaarsknecht helpen. Zij waren de laatste bewoners van de Duinenmolen.
De huidige Matthieulaan is genoemd naar de Matthieus, omdat ze begint op de plaats waar vroeger de Duinenmolen stond, namelijk in de huidige Essex Scottishlaan, aan de overkant van het molenhuis. U ziet hieronder links een foto uit augustus 1908. De familie Serafien Dewulf-Senave poseert voor molen en molenhuis. De foto rechts dateert ongeveer uit dezelfde periode.
De molen werd afgebroken tijdens de oorlog 1914-1918
Dat betekende echter niet het einde van het malen van graan in de maalderij, want men was ondertussen, ongeveer op dezelfde plaats, overgeschakeld op het mechanisch malen, met behulp van een dieselmotor. Dat gebeurde in het gebouwtje links op onderstaande tekening en foto.
In mijn jonge jeugd was de uitbater daarvan Leopold Germonpré (1884-1957) . Hij was in 1906 gehuwd met Rosalia Dewulf (1886-1971), dochter van Seraphien en van Leonie Senave. Waar is de tijd dat we tussen de meelzakken door, de plank afgleden die van de zolder naar de daaronderstaande boerenkar met paard gelegd werd?
Daarna werd die 30 jaar uitgebaat door Georges Verstraete, die later overschakelde op een elektromotor. De maalderij hield op te bestaan in 1961. Toen verhuisde Georges om er in 1968 terug te keren en er zijn levenseinde te slijten tot in 1994. Zijn zonen Didier en Luc bouwden op dezelfde plaats het Molenhof. Dit gebouw met 12 luxeappartementen was het eerste project van hun onderneming Daximmo. Het werd opgetrokken met veel zorg en genegenheid, verklaren ze op hun website. De twee broers wilden, ter ere van hun vader en uit jeugdsentiment, neem ik aan, een gebouw waaraan niets ontbrak, de beste materialen en tot in het laatste detail verzorgd. Zo ziet het er uiteindelijk uit. Alleen de naam blijft als herinnering.
Bronnen
Uit De Westkust van toen door Georges Devent + Davi-krant jaargang nr 2 maart-april 1988 Website www.daximmo.be
Gemeentearchief
|