Michel Landuyt (Open VLD) werd officieel benoemd tot ere-burgemeester van Middelkerke. Vlaams Minister van Binnenlands Bestuur Geert Bourgeois verleende hem deze eretitel. Proficiat, dus!
Welke zijn de voorwaarden om deze eretitel te bekomen? De kandidaat’ moet eerst en vooral voldoen aan de ‘Anciënniteitsvoorwaarde’
MINIMAAL VEREISTE ANCIENNITEIT(binnen éénzelfde bestuur)
|
OF, 10 jaar burgemeester
|
OF, 6 jaar burgemeester + 6 jaar schepen
|
OF, 6 jaar burgemeester + 12 jaar gemeenteraadslid
|
Michel Landuyt was burgemeester van 2001 tot 2012. Daarvoor was hij al 12 jaar politiek actief als gemeenteraadslid en oppositieleider. De eretitel had dus eigenlijk reeds 6 jaar vroeger kunnen toegekend worden, dus in 2007 aangezien Landuyt toen al voldeed aan de derde vereiste hierboven. Had dat misschien iets te zien met de zaak van schriftvervalsing van de notulen van het schepencollege op 4 december 2001 zodat de ijspiste in de tijd van het asielcentrum er zonder objectieve prijsvergelijking zou gekomen zijn? Op 8 januari 2007 werd Michel Landuyt veroordeeld voor schriftvervalsing tot een voorwaardelijke celstraf van één jaar met uitstel en een boete van 1.487 euro. Op 25 februari 2010 sprak het hof van beroep in Gent hem uiteindelijk definitief vrij wegens ‘onvoldoende bewijzen’.
De betrokkene moet onberispelijk van gedrag zijn. Hij mag nooit een zware strafrechtelijke veroordeling of een zware tuchtstraf opgelopen hebben. Aangezien Landuyt vrijgesproken werd, mag hem dus niets meer verweten worden. Deze zaak, waardoor hij een hele tijd niet benoemd werd als burgemeester maar de functie wel bleef waarnemen, zal toch in mijn ogen altijd een smet blijven werpen op zijn blazoen.
De kwaliteit van het bestuur zelf wordt niet beoordeeld. Ja, wie zou dat wel doen?
Artikel in ‘Den Athenee’ In de editie maart-april-mei 2014 van het contactblad voor oud-leerlingen en vrienden van het Koninklijk Atheneum & Lyceum Oostende Centrum ‘Den Athenee’ vond ik daarover een artikel, overgenomen van ‘De Zeewacht’. Michel Landuyt studeerde namelijk in 1977 af aan de economische afdeling van dat atheneum. Vooreerst wordt melding gemaakt van zijn lange politieke loopbaan op gemeentelijk vlak, 12 jaar als gemeenteraadslid, 12 jaar als burgemeester en nu iets meer dan 1 jaar als schepen van toerisme en citymanagement, cultuur en musea, financiën, juridische zaken en verzekeringen, erfgoed en vrede en Europese samenwerking. Landuyt is ook voorzitter van de gemeenteraad, voorzitter van de huisvuilintercommunale IVOO en voorzitter van de raad van bestuur van het VVV toerisme. (mijn aanvulling: hij vertegenwoordigt de gemeente ook nog in de raad van bestuur of op de algemene vergadering van enkele andere intercommunalesBeroepshalve is hij advocaat, curator en volgt hij momenteel een opleiding tot federaal bemiddelaar.(zie verder) Volgens Michel Landuyt is het paradepaardje uit zijn 12 jaar burgemeesterschap de vernieuwing van het Epernayplein, dat heringericht werd tot een multifunctioneel evenementenplein. Over een aantal andere realisaties laat ik hem zelf aan het woord: “De toeristische centra van Middelkerke en Westende kenden een ware metamorfose en er werden tal van nieuwe woongebieden aangesneden. Onder mijn impuls kreeg de gemeente ook groen licht voor een nieuw bedrijventerrein langs de Kalkaartweg. We zijn erin geslaagd om de personenbelasting te verlagen van 7 naar 5 procent. We haalden ook belangrijke subsidies binnen voor ondermeer ‘Les Zéphyrs, de Oude Post, het nieuwe marktplein, ...”
Onderging Westende een metamorfose? Meent hij dat nu echt? Of bedoelt hij misschien de puinhopen aan Zon en Zee en aan Duinenzicht? Een metamorfose is inderdaad, volgens de definitie, een verandering van vorm en van structuur. Het betekent niet noodzakelijk een verbetering. Sommige straten lijken, wat de staat betreft, een beetje op deze uit Parijs-Roubaix. Kijk maar naar de ‘pareltjes’ van Westende-bad, de Distellaan en de Meeuwenlaan. Ik vond geen woord over zijn andere verwezenlijkingen, die hij ooit bestempelde als paradepaardjes, maar die we niet anders dan miskleunen kunnen noemen. Neem nu de surfclub die er bijligt als een oude barak, met een onverzorgde cafetaria. Wat gezegd van de zeer verkeersonveilige en economisch zwakke Leopoldlaan, die ooit in één adem vernoemd werd met het Epernayplein. Om maar te zwijgen van de ondergrondse parking (of moet ik zeggen parkeergarages?) onder het vernieuwde miljoenenverslindende marktplein met zijn ‘prachtige’ bloembakken, dat tot evenementenplein had moeten uitgroeien (nog één!!). En de zo geroemde Oostendelaan, met zijn intieme slaapkamerlampen en zijn mysterieuze bocht met bushalte! Zelf geraak ik maar niet uitgepraat over wat ooit de trots van Westende-dorp was: Zon en Zee en Duinenzicht. Michel beweerde ooit, bij de inhuldiging van dat laatste, dat het wel eens de heropleving van Westende-dorp in gang zou kunnen zetten, … Het werd helaas de ‘ondergang’ van wat ooit een bloeiend vakantiedorp was!!!
Subsidies? Ik zou het ook nog kunnen hebben over die ‘belangrijke’ subsidies, maar moet ik dan steeds blijven herhalen dat ik tegen subsidies ben? Bovendien maken ze slechts een klein percentage uit van de kostprijs van de projecten die men eigenlijk maar opzet … omdat men subsidies krijgt.
Wat doet een federaal bemiddelaar? Heel wat advocaten volgen tegenwoordig bijzondere, gespecialiseerde opleidingen (niveau bachelor overeenkomstig het Bologna-akkoord of gelijkwaardig) om erkend te worden en daarna te kunnen optreden als bemiddelaar. De bemiddeling is een vrijwillig en vertrouwelijk proces voor het beheer van conflicten waarbij de partijen een beroep doen op een onafhankelijke en onpartijdige derde. Zijn taak bestaat eruit de partijen te helpen om zelf, met volledige kennis van zaken, tot een billijke overeenstemming te komen die de behoeften van alle interveniërende partijen respecteert. De opleiding bevat o.m. het aanleren van specifieke bemiddelingstechnieken (onderhandeling, communicatie, sociaalpsychologische aspecten, rollenspellen, recht). Een advocaat erkend als bemiddelaar kan optreden bij drie soorten geschillen: 1. in familiezaken: problemen tussen samenwonenden, tussen ouders, grootouders en kinderen, echtscheidingen, erfenissen, ... 2. in burgerlijke en handelszaken: geschillen over facturen, huur, bij de bouw van een woning, geschillen tussen bedrijven. 3. in sociale zaken: problemen op het werk, met de werkgever, met een werknemer, pesterijen, ontslag, ...
Bronnen Artikel in ‘Het Nieuwsblad’ van vrijdag 29 november 2013 door Dany Van Loo Omzendbrief BB 2007/06. - Procedure tot toekenning van eretitels aan lokale en provinciale mandatarissen - Titel X van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 januari 2007 houdende het statuut van de lokale en provinciale mandataris
|