Dat de lokale pers er aandacht aan besteedt is uiteraard vanzelfsprekend. Nadat Paul Bruneel er vooraf al over geschreven had, volgde nu in ‘Het Laatste Nieuw’ nog een artikel van Bart Boterman: "Leerlingen De Duinpieper vatten nieuw schooljaar aan in gloednieuw gebouw. We hielden ons hart vast, maar werken zijn op tijd klaar geraakt” Ook Dany Van Loo produceerde vooraf al een artikel in ‘Het Nieuwsblad’. Ik verwonderde mij er wel over dat beide vooraanstaande kranten daarmee niet wachtten tot na de inhuldiging. Of wilden ze daardoor de concurrentie een stapje voor zijn, in het kader van wat ik in mijn huidig artikel beschrijf?
De persdienst van de gemeente stuurde ook e-mails naar de belanghebbenden met als titel “Nieuwe school in het hart van Westende’. Dat bericht werd dan overgenomen door Pascal Bolle in ‘Bruisend Middelkerke.
Gemeenteraadslid Chris Niville zet foto's van het doorknippen van het lint op de pagina van Natacha Lejaeghere en verwijst tevens naar https://www.facebook.com/hashtag/deduinpieper
In de groep ‘Je bent van Westende als’ wordt de loftrompet ook meermaals bovengehaald. Zo beweert Dirk Biermans ‘dat het toch zo mooi geworden is’. Een artikel van Boarebreker Georges Keterskan kan gelezen worden op https://www.facebook.com/profile.php?id=100015110506789 Mieke Sterckx wijdde op 19.8 al een artikel aan de voorbereiding van de opening: “Nog 13 keer slapen …” Op 3.9 deelt ze een bericht over de Open Deur' in de school op zaterdag 12 en zondag 13.9. Dat laat ze ook verschijnen in 'Je bent van Lombardsijde als ...' en in 'Je bent van Middelkerke als ...'
Indrukwekkende lijst, nietwaar? Het spreekt vanzelf dat ik alle schrijvers van harte hun artikel gun en dat ik hoop dat zij daarmee zo veel mogelijk lezers kunnen aantrekken.
Nu wilde ik daar eigenlijk ook nog een artikel aan toevoegen. Ik wil helemaal niet de beste noch de origineelste zijn, maar jullie zullen mij waarschijnlijk niet kwalijk nemen dat ik het niet meer zal hebben over de voorbereiding van het nieuw gebouw noch over de indeling ervan.
De liefde van het onderwijzend personeel, van de Westendse schoolkinderen en van hun ouders gaat over van de strandvogel naar de duinvogel.
Toen ik definitief vernam dat mijn oude geliefde gemeenteschool, waar ik gedurende zes jaar meerdere korte broeken versleten had, zou afgebroken worden tot tegen de grond, inbegrepen de mooie gevels die kostbare onderdelen waren van ons Westends erfgoed en zou vervangen worden door een nieuw te bouwen school, gingen mijn gedachten nog eens naar de Griekse mythologie. Daarin is sprake van een fabeldier, de ‘feniks’ die zichzelf van tijd tot tijd verbrandt om daarna opnieuw geboren te worden om zoals het spreekwoord zegt ‘uit zijn as te verrijzen’. Je kan dat vergelijken met de ‘Duinpieper’ – school die tot puin herleid werd en wederopgebouwd werd op zijn oude standplaats terwijl de lessen gegeven werden in de ‘Calidris’. De beide gebouwen kregen de naam van een vogel. De ‘calidris’ behoort tot de familie van de strandlopers. Het geslacht telt volgens ‘Wikipedia’ 24 soorten, waaruit ik er 4 uitgekozen heb als mogelijke bezoekers van onze stranden: de bonte strandvogel, de kanoet, de grutto, de drieteenstrandvogel. Ze hebben verschillende kleuren in de zomer en in de winter. Ik ben absoluut geen specialist in het herkennen van vogels. Reageert dus gerust als ik het verkeerd voor heb. Ziehier de vier soorten.
De ‘duinpieper’ is een zangvogel uit de familie van de kwikstaarten. Het zijn vogels die de meeste tijd op de grond doorbrengen, speurend naar insecten. Het zijn eigenlijk trekvogels. Het is een slanke vogelsoort, 15,5 cm lang, met een lange staart. Hij is zandkleurig, vrij egaal van boven en er loopt een donker streepje van de snavel naar het oog. Het is een vogel van open droge terreinen met een ijle begroeiing. In België kwamen duinpiepers vroeger voor tijdens het broedseizoen maar vandaag worden ze bij ons als ‘regionaal uitgestorven’ beschouwd. Moet de school nu niet van naam veranderen?
Wat voorafging aan de inhuldiging van de nieuwe school Ik moet al onmiddellijk schrijven dat mijn hierboven beschreven behoudsgezindheid niet belet dat ik kan erkennen dat de moderne school veel meer mogelijkheden heeft dan de oude. Ik wil benadrukken dat het mij alleen te doen was om het behoud van de gevels, zoals dat gebeurde voor de gemeenteschool van Middelkerke. Maar goed, ik beloof dat ik er nu nooit meer over zal zeuren en ik wil alle gebruikers een mooie tijd toewensen in hun nieuw onderkomen.
Op 1 september, op de eerste schooldag, werd de lokale pers, met zijn aanhangsels waartoe ik behoor, uitgenodigd op de inhuldiging door ons nieuw gemeentebestuur. Ik wil daarbij eerlijk blijven en vanuit het standpunt van diegene die de nieuwe school een aanwinst vinden, zal men moeten toegeven dat de idee en de plannen, de verdienste zijn van het vorig bestuur Open VLD – CD&V. Dat werd ook erkend door burgemeester Jean-Marie Dedecker in zijn speech. Men mag natuurlijk ook niet beweren dat het nieuw bestuur geen aandeel mag krijgen in de lofbetuigingen: zij lieten de lelijke rode bakstenen vervangen door stijlvolle witte sierpleister en kleurrijke geglazuurde tegels op de meest kwetsbare plaatsen. Ze vonden dat het gebouw daardoor ‘een frisser en luchtiger uitstraling’ kreeg. Ook het opvolgen van de werken en het promoten van de school eiste inspanningen.
Het aanliggend speelplein is ook hun verwezenlijking.
De inhuldiging Natuurlijk wil ik toch eens vermelden wat mij bijzonder opviel bij de inhuldiging. De kindjes waren verzameld op de ruime en mooie speelkoer toen de burgemeester overging tot het doorknippen van het lint. Hij had het daarna bijzonder druk toen blijkbaar alle kinderen als herinnering een stukje van het driekleurig lint wensten.
Toen kregen wij een rondleiding onder de leiding van schepen Natacha Lejaeghere. Het gebouw is overweldigend. Elke andere school kan daar jaloers over worden. Niemand kan het mij kwalijk nemen als ik ze luxueus noem. De inrichting van de lokalen en de uitrusting met het beste didactisch materiaal voldoen schijnbaar aan de hoogste wensen. Een droom voor elke leerkracht en voor elke leerling.
Wat worden zij toch verwend!
Het aantal leerlingen van de school bedraagt 120 maar er is eigenlijk plaats voor 200 kinderen. De burgemeester zei wel in zijn speech dat hij hoopt dat er in de komende jaren in Westende veel kindjes zullen bijgemaakt worden, maar ik vrees dat het bij dat aardigheidje van hem zal blijven. Een samensmelting van gemeenteschool en vrije school zou natuurlijk een oplossing kunnen zijn, maar ja ...
Ik had nog een paar vragen/antwoorden over zaken die lange tijd een zekere onduidelijkheid inhielden.
Er is wel degelijk een aparte toegang tot de naschoolse opvang.
Waar de 'Vrije School' het ooit een doodzonde vond dat hun kinderen na de schooltijd in de gemeenteschool zouden moeten opgevangen worden, is dat nu toch in orde gekomen.
De keuken, eetzaal en sportzaal kunnen ook gebruikt worden door verenigingen.
Er is nog geen oplossing voor het verder gebruik (of afbraak) van het oud gemeentehuis en van de parking naast ‘Het Trefpunt’. Wat er zal gebeuren met de bibliotheek ‘Het Trefpunt’, dat niet het eigendom is van de gemeente, is nog een raadsel.
Vorige artikels ‘Slopen mag alleen als men iets beters kan bouwen! 24.2.2020 ‘De Duinpieper wordt platgelegd maar de feniks herrijst uit de as’ 22.4.2019 ‘Westende: “Oei, Oei, nu moet mijn oude, mooie en geliefde school er ook nog aan geloven!” ‘ 28.5.2018 ‘Herinneringen aan onze prille schooltijd in Westende’ 02.2017 ‘Aan onze scholen willen de ouders allemaal voor de in- of uitgang parkeren’ 25.11.2013 ‘Onderwijs in Westende: Natuurlijk weet ik dat 1943 niet te vergelijken is met 2011’ 6.2.2011 ‘Lang geleden toen we nog op de schoolbanken zaten in Westende’ 9.12.2010 ‘De eerste dag van het schooljaar 2010-2011’ 5.9.2010 ‘Is de omgeving van de Westendse gemeenteschool wel veilig?’ 4.12.2008
Op 18 februari 2020 werd de Meiboom geplant op het gebouw waar de gemeenteschool van Westende na de volgende zomer weer zijn intrek zal in nemen. Ik hoor het ze al zeggen “Hij is daar weer met zijn gemeenteschool”. Neen, wees gerust, dat zal niet gebeuren!
De pers, waartoe ik, met de goede wil van het gemeentebestuur, half en half behoor was op het evenement uitgenodigd. Niettegenstaande de toegang tot zo'n werf voor onbevoegden normaal, om veiligheidsredenen, terecht verboden is, werd ons de kans geboden om alles eens van dichtbij te bekijken en er zelfs een woord uitleg over te krijgen. De pers werd samen met het schepencollege en met de schooldirectie rondgeleid. Wel, ik moet zeggen dat ik ervan onder de indruk was. Mijn titel spreekt boekdelen. Weten jullie hoe zo'n bouwwerf in elkaar steekt of wat daar allemaal komt bij kijken? Als dat niet zo is, dan kunnen mijn (onvolledige) indrukken misschien een deeltje van die sluier helpen oplichten?
Wie voert het werk uit?
Welke betekenis heeft een Meiboom? Het plaatsen van een meiboom op de nok van het dak is een traditie die teruggaat tot de Middeleeuwen. Ook vandaag nog willen vele bouwers met dit oude gebruik voorspoed en geluk afroepen over hun nieuwe (t)huis. De meiboom staat daarbij symbool voor stevigheid en duurzaamheid van de woonst. In sommige gemeenten is dat nog een erg levend ritueel dat gepaard gaat met feestelijkheden en uitingen van liefde voor de gemeente waarin men woont. De boom wordt vaak geplant op 1 mei, of op de vooravond daarvan, als de ruwbouw bijna klaar is.
Foto van Gino Ester
Toestand op 28 november 2019
Vergelijk bovenstaande foto’s maar eens met die van 18.2.2020 hieronder.
De vooruitgang van de werken verloopt volledig volgens de planning: “De nieuwe Duinpieper is bijna helemaal winddicht: het dak staat erop en veel ramen en vensters zitten erin. We zijn erg tevreden dat de aannemer zich voor de resterende bouwperiode volop kan concentreren op de technieken en de afwerking.”, stelt schepen van onderwijs Natacha Lejaeghere. “Het ideale scenario is voor het bouwverlof opleveren, zodat de juffen en meesters rustig hun splinternieuwe klassen kunnen inrichten. Ik ben trouwens ferm onder de indruk van de lichtinval en de grootte van de ruimtes. Ik kan me perfect voorstellen dat de kinderen en leerkrachten het hier enorm naar hun zin zullen hebben. Ik vind het trouwens ‘de max’ dat de aannemer z’n werknemers bedankt voor hun inzet met het opzetten van de meiboom” Volgens de bouwleiding hebben de stormen van de afgelopen weken geen invloed gehad op de werkzaamheden: ”We hebben onze planning dusdanig geschikt en gefaseerd. Op vandaag zijn er dertig arbeiders tegelijk actief, maar dat aantal kan straks nog oplopen tot vijftig.”
Op 1 september zal het nieuwe schooljaar dus zeker kunnen starten in de nieuwe school.
Zonder bijbedoeling, alleen omdat ik dat straf vond, zonder te vergelijken, maar ik kon het niet nalaten te herhalen wat we lazen in de kranten en zagen op TV: wegens de uitbraak van het coronavirus moesten de Chinezen een noodziekenhuis van 25.000 m² groot bouwen en daarvoor kregen ze 10 dagen tijd. Vierduizend bouwvakkers uit de hele provincie werden dag en nacht ingeschakeld om dat te verwezenlijken. Men baseerde zich daarvoor op plannen van een noodziekenhuis dat in 2003 in Peking moest opgetrokken worden in zeven dagen, tijdens de SARS-epidemie. Er werd gebruik gemaakt van zogenaamde ‘prefabs’, voorgebouwde units en onderdelen die eenvoudig gecombineerd kunnen worden.
Ik wil jullie nog meer goedbedoelde overwegingen van de schepen voor Onderwijs Natacha Lejaeghere niet onthouden: “Het gebouw is volledig future proof. De duurzame energietechnieken, het overvloedige licht en groen en de stijlvolle gevelafwerking moeten van de Duinpieper een warm nest maken voor de 120 leerlingen. Misschien creëert het nieuwe schoolgebouw wel een aanzuigeffect op nieuwe leerlingen? De Duinpieper is alleszins op de groei ontworpen zodat we dit unieke comfort bij een stijgend leerlingenaantal kunnen blijven aanbieden. Maar in eerste instantie zijn we erg gelukkig dat we onze leerlingen en leerkrachten kunnen onderbrengen in een veilig, duurzaam en toegankelijk schoolgebouw.” Is dat niet goed/mooi gezegd?
Veiligheid op de werf Wie aandachtig zo’n werf bekijkt, wat ik uiteraard deed, stelt vast dat daar enorm veel komt bij kijken op het gebied van organisatie/coördinatie en veiligheid/preventie.
De kans op ongevallen in de bouwsector is relatief hoog. Bij het vergelijken van alle sectoren, zouden ongevallen in de bouw de hoogste kans op een fataal gevolg met zich meebrengen, met méér dan het dubbele van het gemiddelde van alle andere sectoren. Welke gevaren bedreigen de werknemers op een bouwwerf? - naast vallen komt ook struikelen en uitglijden vaak voor. Hoogtes, ongelijkmatige oppervlakken, obstakels, gladde oppervlakken, losliggende kabels, gaten en willekeurige materialen zijn overal op de site verspreid, dus het is geen verrassing dat uitglijd- en struikelincidenten bijna dagelijks plaatsvinden. De meest voorkomende objecten die vallen, variëren van stalen balken tot kleine handgereedschappen en veroorzaken kneuzingen, breuken, verrekkingen en verstuikingen.
-bewegende voorwerpen die voortdurend verplaatst worden met verschillende apparatuur die zware lasten in de lucht optillen of overal neerzetten.
-door het veelvuldig gebruik van hoogtewerkers en minder van ladders, kan tegenwoordig weliswaar op een veiliger manier gewerkt worden aan hoger gelegen installaties, maar toch gebeuren jaarlijks talloze hoogte-gerelateerde ongevallen. De kans op een hoogte-ongeval stijgt uiteraard wanneer de hoogtewerker te kampen heeft toegankelijkheids- en mobiliteitsbeperkingen.
-elk jaar komen talloze ernstige verwondingen en dodelijke ongelukken voort uit instortende gangen en uitgravingen, vooral op sloopterreinen, steigers en gedeeltelijk voltooide gebouwen.
-de bouwplaats is altijd stoffig. Gewoonlijk bevat het stof op de werf een mix van schadelijke fijne poeders en vezels die hoofdzakelijk de longen kunnen beschadigen, wat kan leiden tot chronische obstructieve longziektes, astma, silicose en andere longziekten.
-elk jaar zouden gemiddeld drie werknemers in de bouwsector geëlektrocuteerd worden. Hoogspanningslijnen en kabels verhogen het risico.
Het spreekt dus vanzelf dat de werkgevers de plicht hebben om iedereen bewust te maken van de gevaren op de werf: nemen van voorzorgsmaatregelen, uitvaardigen van veiligheidsvoorschriften, uitvoeren van controles, vermijden van risicovolle technieken, … Borden en goede werkkleding, schoenen en veiligheidsuitrusting helpen altijd de risico’s te verminderen. Het dragen van een helm wordt verplicht. De kleur van de helm duidt op de functie van de werknemer.
Midden in het dorp De Duinpieper wordt trouwens meer dan een school alleen. Natacha Lejaeghere: “De Duinpieper zal samen met de Calidris en De Kilt een centrale rol opnemen in het Westendse gemeenschapsleven. We voorzien een aparte ruimte voor de buitenschoolse kinderopvang en we installeren er een trefpunt van de bibliotheek.”
De schepen mag het mij niet kwalijk nemen als ik dat betwijfel. Om wat leven in de Westendse dorpsbrouwerij te brengen, zal wel wat meer nodig zijn. Wat waar is, men heeft vanaf de school een mooi zicht op de omgeving. Ziehier een paar foto’s:
Foto van Gino Ester
Bronnen Artikel in ‘Het Laatste Nieuws’ door Timmy Van Assche 18.02.2020 E-mail van de gemeente met de mening van schepen voor Onderwijs Natacha Lejaeghere
Het is beslist: “De Duinpieper’ wordt platgelegd maar de feniks herrijst uit ‘de as’!
Onze gemeenteschool wordt wel niet afgebrand, maar helaas toch volledig afgebroken. Men kan dat puin vergelijken met as. Daardoor deden de naam van de school ‘De Duinpieper’ en dat ’niets’ dat ervan zal overblijven, mij denken aan een andere vogel, uit de Griekse mythologie, namelijk ‘de feniks’. Dat is het fabeldier dat zichzelf van tijd tot tijd verbrandt om daarna opnieuw geboren te worden door uit zijn as te verrijzen. Het spreekwoord `als een feniks uit zijn as herrijzen` betekent trouwens ‘na de totale vernietiging opnieuw opbouwen’
Deze week wil ik het dus hebben over het te verwachten verloop van die wedergeboorte.
Vooruitzichten Bij de start van het schooljaar 2020-2021 zouden de kinderen, juffen en meesters van de Westendse gemeenteschool hun intrek kunnen nemen in een splinternieuw complex. Een geschenk? Voor hen waarschijnlijk wel! Zij denken namelijk enkel aan de moderne mogelijkheden die het gebouw zal bieden. Mensen, zoals ik, die houden van hun erfgoed en die vol heimwee terugdenken aan de tijd van toen, denken iets verder. Een renovatie die minstens de gevels zou bewaren en die verder dezelfde moderne kansen zou verzekeren, was en blijft nog steeds hun eerste keuze.
De gemeente die het huidig gebouw nochtans ‘beeldbepalend en waardevol’ vindt, is nu van mening dat een gedeeltelijke renovatie niet haalbaar is en dat het gebouw moet afgebroken worden. De afbraak zou starten in mei 2019. De redenen? De vervallen staat van het gebouw, en de hoge renovatiekosten zijn de voornaamste.
Kostprijs De kost van een totaal nieuw project wordt geraamd op 5.283.000 euro, maar hoera, hoera dat wordt voor 70% gesubsidieerd. Heeft het nieuw bestuur, dat ooit met mij zijn afkeer van subsidies deelde, die afkeer nu overwonnen? Het feit dat voor het project zo’n belangrijke subsidie voorzien is, wordt nu immers als argument aangehaald om te kiezen voor afbraak en nieuwbouw. Alsof dat geld voor de subsidies niet ook uit onze zakken zou komen.
De renovatie zou tussen 4 en 5 miljoen euro gekost hebben. Zijn er dan misschien geen subsidies voorzien voor renovatie? Toch wel! Volgens https://www.vlaanderen.be/subsidies-voor-de-bouw-en-renovatie-van-scholen is ook daarvoor een subsidiëring van 70% voorzien. Ik begrijp dan ook de bewering van ons huidig bestuur niet dat de financiële inspanning om het oud gebouw ‘schoolproof’ te maken, niet te dragen zou zijn.
Waarom niet in de Calidris blijven? Alhoewel burgemeester Dedecker beweert dat hij eigenlijk voorstander was van het behoud van de gemeenteschool in de Calidris, mits de nodige toevoegingen en aanpassingen, moest hij zich gewonnen geven omdat het Duinendecreet te veel beperkingen oplegde. Zo was, bijvoorbeeld, een overdekte speelplaats niet toegestaan.
Waarom geen renovatie? Het oud gebouw zou afgeleefd zijn en niet meer voldoen aan de noden van leerlingen en leerkrachten. De bestaande gebouwen zouden een optimale organisatie van de school op het terrein verhinderen. Er is toch nooit iemand die beweerd heeft dat renovatie zou betekend hebben dat de school enkel maar zou opgelapt worden? Behoud van de gevels, dat wel, maar een goed architect had zeker een succesvolle mix van oud en nieuw kunnen ontwerpen. Een goede illustratie daarvan is de gemeenteschool van de kern Middelkerke.
De verslechterde staat van het oud gebouw (kroonlijsten vallen in, dakpannen zitten los, vandalen hielden er lelijk huis) wordt ook als reden ingeroepen. Dat gebeurt natuurlijk bij leegstaande gebouwen en dat speelt in de kaart van de voorstanders van een nieuwbouw. Een boze stoute FB’er schrijft: “de enige reden van overplaatsing naar de calidris was van het gebouw zonder bewaking te laten en de mogelijkheid te scheppen van inbraak en verloedering van het gebouw te bevorderen en dan zogezegd te verklaren dat het niet meer doenbaar is om te vernieuwen.” Er zijn anders in het dorp voldoende voorbeelden van gebouwen die ook dateren uit de jaren 1921-22 en die wel nog standgehouden hebben.
Wat beviel de LDD niet aan het project van het vorig gemeentebestuur? “Als het dan een gloednieuwe moderne school moest worden, dan één met een hoge architecturale waarde. Het voorgestelde gebouw is architecturaal weerom een gemiste kans; eerder een bunker dan een mooi futuristisch project.“ Is het nieuw uitzicht dan zo gewijzigd? “Lichtjes bijgestuurd”, heet het. Laten we het vroegere (onderaan) even vergelijken met het nieuwe (bovenaan).
De lelijke rode bakstenen worden vervangen door stijlvolle witte sierpleister en kleurrijke geglazuurde tegels op de meest kwetsbare plaatsen. Dat moet zorgen voor ‘een frisse en luchtige uitstraling’. Het feit dat de verschillende functies allemaal uit zullen geven op een ‘sterke buitenruimte met veel licht’ zou ook een troef zijn.
Het zijn niet enkel de gevels die, op de kleur na, identiek zijn. Daarom vergelijken we best ook de bovenaanzichten. (Boven oude, onder nieuwe niet-gekleurde versie)
In de brochure met tekeningen van Duinpieper 2.0 lees ik: “In het nieuw project komen de schoolgebouwen op de rand van het terrein, om zo een groot groen, zonnig en beschermd binnengebied te kunnen maken als speelplaats. De gebouwen zullen maximaal 2 bouwlagen hebben, en dit enkel ter plaatse van het voor de school liggende speelplein. De school vormt zo een kopgebouw voor de twee straten die aan het speelplein samen komen. Langs deze straten verlaagt het volume naar één bouwlaag om zo beter aan te sluiten bij de naastliggende buurwoningen.” Buiten het feit dat dit nogal een ‘manke’ en ‘onduidelijke’ tekst is, drukt die evenmin nieuwigheden uit.
Wim Desender, CD&V, tijdens de vorige legislatuur gemeenteraadslid en spijtig genoeg niet herverkozen want dat is tenminste iemand die het eens durft zeggen, neemt op Facebook volgende stelling in: “LDD heeft nooit plannen gehad voor renovatie. Laat staan voor het behoud van de voorgevel om het dorpsgezicht te behouden. In april 2018 zijn slechts 2 bezwaarschriften ingediend. Naar mijn bescheiden mening is er geen enkel verschil tussen De Duinpieper 1.0 en het nieuwe voorstel 2.0 . Op papier een ander kleurtje toevoegen en het wordt een 'slimme' nieuwbouw. Als Chinezen volledige tempels verplaatsen, waarom is het verplaatsen van een voorgevel om een Westends dorpsgezicht te bewaren dan zo moeilijk? Met de technieken die er vandaag bestaan is een nieuwe school in combinatie met het dorpsgezicht zeker mogelijk. Een 'bepleisterde blokkendoos met wat WC-tegeltjes' blijft dezelfde blokkendoos.”
Integratie van kinderopvang en bibliotheek in nieuw gebouw De Duinpieper 2.0 moet een centrale plaats worden, met ruimte voor andere gemeenschapsactiviteiten. De bibliotheek en de buitenschoolse kinderopvang krijgen er ook onderdak. Het gebouw is zo ingedeeld dat de lessen ongestoord kunnen plaatsvinden terwijl er andere activiteiten in het gebouw doorgaan. De zone voor de buitenschoolse opvang heeft een aparte ingang, zodat iedereen er toegang heeft zonder de eigenlijke school te moeten betreden.
De keuken en eetzaal kunnen gebruikt worden door verenigingen.
Wat gebeurt er met de huidige bibliotheek (bestaat pas sinds 1998!), de kinderopvang (gerenoveerd rond dezelfde tijd!) en de parking naast ‘Het trefpunt’? De twee huidige gebouwen in de dorpskern plus de parking ernaast zullen verkocht worden en de immobiliënsector zal zich hongerig op die prooi werpen. Op mijn vraag of dat de dorpskern niet nog doodser zal maken, antwoordt de burgemeester dat de bouwnormen vanaf volgende maand zullen veranderen, waardoor het niet meer mogelijk zal zijn om daar ‘konijnenkoten’, zoals hij dat zo graag noemt, neer te poten. Op mijn aandringen of er dan niets in de plaats komt dat wat leven in de Westendse dorpsbrouwerij zou brengen, sluit hij de mogelijkheid niet uit dat een opportuun bouwer misschien brood zal zien in één of ander handelshuis/grootwarenhuis(je). Volgens JMD zou dat zeker een kans maken om rendabel te zijn. Op mijn verder aandringen wat in de plaats zou komen van de parking, die altijd bomvol staat, zeker op ogenblikken waarop ouders hun kind(eren) naar de vrije basisschool brengen of ze afhalen, heeft hij alweer een antwoord, een hypothetisch dan: een bouwwerk met parkeerplaatsen op het gelijkvloers zou misschien een oplossing kunnen zijn.
Omdat steeds weer de hoge kost voor renovatie ter sprake kwam, merkte ik op dat de verkoop van de gebouwen en de bouwgrond in de dorpskern toch wel een aardige stuiver kan opbrengen. Er kon daar geen bedrag op geplakt worden omdat de prijzen variëren in functie van de bestemming die de koper aan de gebouwen wenst te geven.
Wat denkt de ex-actiegroep van de omwonenden? De groep die, zoals ik, fel bezorgd was voor behoud van het Erfgoed in de gemeente, zou door het gemeentebestuur gecontacteerd geweest zijn om hun mening te kennen over ‘geen renovatie, maar nieuwbouw’. Volgens de burgemeester zouden ze door de bijkomende argumenten ingezien en toegegeven hebben dat nieuwbouw de enige mogelijke oplossing is en dat renovatie, absoluut niet haalbaar was.
In ‘Het Nieuwsblad’ van 13 april 2019 schrijft Dany Van Loo nochtans dat de bewoners van Westende, die zich ook al tegen de plannen van het vorig bestuur verzet hadden, niet te spreken zijn over het gekozen concept: “Veel is er niet veranderd, ondanks de beloftes die helemaal niet nagekomen worden en de valse hoop die ons gegeven werd”, beweert hun woordvoerder. “Dat maakt de ontgoocheling nog groter. Veel verschil met het vorig concept zien we niet.” Jean-Marie, wie heeft er nu eigenlijk gelijk?
Besluit Aangezien het er mij in dit artikel enkel om te doen was om nogmaals mijn ontgoocheling uit te drukken over dit totaal nieuw project in plaats van een nieuwe school maar met behoud van de voorgevels, heb ik het hier niet gehad over de gedetailleerde inwendige infrastructuur (functies, klassen, sanitair, fietsenstalling, eet- en turnzaal, bibliotheek, kinderopvang, …). Dat komt zeker later ook nog wel eens aan bod.
Vorige artikels over het onderwerp (in map ‘Scholen – Onderwijs’) “Westende: “Oei, Oei, nu moet mijn oude, mooie en geliefde school er ook nog aan geloven!” 28.5.2018 “Herinneringen aan onze prille schooltijd in Westende” 02.2017 “Aan onze scholen willen de ouders allemaal voor de in- of uitgang parkeren” 25.11.2013 “Onderwijs in Westende: Natuurlijk weet ik dat 1943 niet te vergelijken is met 2011!” 6.2.2011 “Lang geleden toen we nog op de schoolbanken zaten in Westende” 9.12.2010 “De eerste dag van het schooljaar 2010-2011” 5.9.2010 “Is de omgeving van de Westendse gemeenteschool wel veilig?” 4.12.2008
Bronnen Schetsen oud project https://groep3.be/projecten/de-duinpieper “Schepencollege stuurt plannen voor nieuwe gemeenteschool bij: “Geen lelijke blokkendoos, maar stijlvolle afwerking” Het Laatste Nieuws 12.4.2019 Timmy Van Assche
Westende: “Oei, Oei, nu moet mijn oude, mooie en geliefde school er ook nog aan geloven!
Het casino, het vroegere restaurant Van Biervliet (of oud-politiekantoor), de watertoren in de Logierlaan, het ‘Rozenhof’ (of oud huis van secretaris Lucien Coulier )… en nu ook nog de Gemeenteschool Westende en straks ook nog het oud-gemeentehuis en de bibliotheek ‘Trefpunt’ vielen/vallen allemaal ten prooi, enerzijds aan de ziekelijke vernieuwingsdrang van ons gemeentebestuur en anderzijds aan de niets en niemand ontziende immobiliënhandelaars en/of studiebureaus.
Ooit stelde ik in een artikel de vraag of in Middelkerke de ‘afbraakziekte’ heerst? Een aandoening met die naam heb ik weliswaar in geen enkele lijst gevonden. Een kwaal misschien? Beide dragen dezelfde symptomen in zich en ons gemeentebestuur lijdt heel zeker aan varianten daarvan.
Waarom nemen ze toch zo graag onze dierbare herinneringen af door ze simpelweg te vernielen? Een eerste reden is dat ze toch op zo’n ontroerende manier houden van paradepaardjes of speerpunten. Zichzelf op het voorplan stellen, pronken met nieuwe projecten, waaraan ze zo goed als geen verdienste hebben, tenzij betalen met de gemeentekas.
Ten tweede, als ze nog maar het woord ‘subsidies’ horen, dan moeten ze daarvan profiteren. Hoe hoog het totaalbedrag of het overblijvend aandeel van de gemeente ook mag zijn, ze moeten die subsidies binnenhalen. Natuurlijk vergeten ze daarbij dat dit geld van Vlaanderen of van de provincie ook uit onze zakken komt.
Ten derde, we weten allemaal dat onze gemeente veel weg heeft van een familiaal bedrijf. Dat betekent echter niet dat ze geen andere vrienden hebben. Ze gunnen ook graag een stevige boterham aan studiebureaus en aan gelijk-gekleurde immobiliënmakelaars. Nieuwe gebouwen uit de grond stampen, zo pompeus en zo duur mogelijk, lenen zich daartoe natuurlijk uitstekend. Ze hanteren daarvoor steeds weer het zogezegd argument dat renoveren duurder uitvalt dan volledige heropbouw. (lees ook verder)
Ten vierde, op 22 april 2018 werd in Vlaanderen opnieuw een Erfgoeddag ingericht. Op die dag wil men “publiek, pers en beleid in Vlaanderen en Brussel sensibiliseren rond cultureel erfgoed opdat iedereen op een eigentijdse, kwalitatieve en zinvolle manier zou omgaan met het cultureel erfgoed in zijn dagelijkse omgeving”. In alle gemeenten bestaan inventarissen van ’Beschermd’ erfgoed, en andere van ‘Vastgesteld’ erfgoed. Bij een bescherming is het verboden beschermde goederen te ontsieren, te beschadigen, te vernielen of andere handelingen te stellen die de erfgoedwaarde ervan aantasten. Erfgoedobjecten die waardevol zijn, vastgesteld maar niet beschermd, krijgen hierdoor toch een aantal rechtsgevolgen. https://www.onroerenderfgoed.be/nl/bescherming/vastgestelde-inventarissen/rechtsgevolgen/
De gemeenteschool is ‘vastgesteld’ erfgoed sinds 14 september 2009. In de loop van de voorbije jaren heb ik kunnen vaststellen dat de gemeente nauwelijks aandacht heeft daarvoor. Er is nochtans een actieve cel ‘Erfgoed’ in de gemeente, met bekwame mensen met zeer goede ideeën.
Heeft het wel nog zin een ‘Erfgoeddag’ of een ‘Open Monumentendag’ in te richten, of anders gezegd moet Middelkerke nog langer doen alsof ze zulke dagen belangrijk vindt? Neen toch, als je toch zo weinig eerbied hebt voor het lokaal erfgoed, zowel roerend als onroerend en voor dat deel van de bevolking dat wel al die herinneringen blijft koesteren. Binnen een drietal jaren zou de school 100 jaar dienst gedaan hebben. Welke (vroeger enkel mannelijke) Westendenaar heeft er zijn (korte) broek niet versleten op de banken van de ‘Knechtenschool’, zoals de school vroeger in de volksmond genoemd werd. Wie heeft er niet leren lezen en schrijven in dat mooie gebouw, waarvan we er in Westende niet te veel hebben? Moet het dan verwonderen dat velen onder ons heimwee hebben naar die tijd? Is dat misplaatste sentimentaliteit? Neen toch!
Is een gebouw na 100 jaar rijp voor de sloop? Aangezien bijna het gehele dorp vernietigd werd tijdens de eerste wereldoorlog en daarna heropgebouwd, stammen de meeste huizen uit dezelfde tijd als de gemeenteschool. Enkele voorbeelden van nog bestaande gebouwen: Vrije school Sint Lutgardis (1922), Pastorie (1921), Villa ‘La Dune’ (1925) in de Duinenlaan, Oud huis Burgemeester Van Huffel in de Lombardsijdelaan 16 (mooi gerenoveerd), parochiekerk (1922) (mooi gerenoveerd), ‘Brasserie L’Avenir' (1922) de ex-brouwerij van Albert Vandekerckhove, het klooster van Lombardsijde, … Bovendien is de Westendse gemeenteschool een voorbeeld van typische werderopbouwarchitectuur én bovendien van de hand van een gerenommeerd architectenduo Charles Pil en Henri Carbon , die in de hele regio actief waren. Ook het Sint-Bernarduscollege van Nieuwpoort en talrijke gebouwen in de stad Lo-Reninge zijn getuigen van het feit dat 100-jarige gebouwen niet tot afbreken gedoemd zijn, als ze maar degelijk onderhouden en tijdig gerenoveerd worden.
In de vorige legislatuur (Open VLD/Progressief Kartel) werd bijvoorbeeld fors geïnvesteerd in verbouwingswerken in het oud-gemeentehuis, zodat dit gebouw nu aan de vereiste criteria beantwoordt. En toch zal het er moeten aan geloven! Ons bestuur kan misschien een voorbeeld nemen aan de recente beslissingen van het stadsbestuur van Nieuwpoort, waardoor hoogbouw in het stadscentrum voortaan onmogelijk wordt.
Wat is men dan wel allemaal van plan? De gemeenteschool zou wel degelijk met de grond gelijkgemaakt worden, ook het woonhuis van het schoolhoofd, nu secretariaat. De school verhuist vanaf 1 september 2018 voor twee schooljaren naar de Calidris. In de nieuwe school zou een bibliotheek voorzien worden op de eerste verdieping, naast een kleine ontmoetingsruimte. Het zou een gebouw worden met 2 bouwlagen + lift. (+ op de hoek met de Duinenlaan nog één of meer lokalen op een gedeeltelijke 2de verdieping). De huidige bibliotheek, die aanleunt bij het oud-gemeentehuis, zou in 2020 afgebroken worden. Als het ‘Trefpunt’, pas gebouwd circa 1999, en de kinderopvang ook nog zouden verdwijnen, zoals ik hoorde, dan zal het centrum van Westende-dorp nog meer de allures krijgen van een spookdorp, ergens aan de rand van Middelkerke, met mysterieuze lege straten. Misschien moeten de ramen van sommige huizen straks wel dichtgespijkerd worden? Iedereen vraagt zich trouwens af wat er mis is met de huidige bib/trefpunt - gebouw.
Ondertussen zou men (nog dit jaar?) starten met de bouw van een buitenschoolse kinderopvang in de Henri Jasparlaan 7 (braakliggend stuk grond van de kerkfabriek) (op twee huizen van de Vecino, verdoken achter de rechtse boom)
Het was eigenlijk de bedoeling de opvang te integreren in het gebouw van de gemeenteschool, maar dat schoot bij sommige in het verkeerd keelgat. Wat denken jullie wel? Kinderen van de vrije school opvangen in de gemeenteschool!!!! Na de bouw van deze nieuwe kinderopvang, zou ook het oud-gemeentehuis met de grond gelijk gemaakt worden.
Wat verwacht men van een nieuw gebouw dat een oud gerenoveerd gebouw niet zou kunnen bieden? Verklaren dat een renovatie evenveel kost als een heropbouw, heb ik altijd al flauw gevonden. Wat zou ik toch graag eens rustig zo’n dossier inkijken/bestuderen waarin renovatie en volledig nieuw met elkaar vergeleken worden!
Het kan best zijn dat er meer ruimte nodig is, maar de omgeving van de school biedt voldoende mogelijkheden om daaraan te voldoen.
Op 14 april 2016 stelde schepen voor Cultuur, Bart Vandekerckhove (Open VLD), aan de gemeenteraad voor om de renovatie van de gemeenteschool De Duinpieper in Westende, goed te keuren. “Het wordt een renovatieproject in combinatie met nieuwbouw, met de nodige aandacht voor de erfgoedwaarde van het huidige gebouw”, zei de schepen toen. Geert Verdonck (Progressief Kartel) interpelleerde over de kwestie op de gemeenteraad van donderdag 9 november 2017. "Op een eerdere gemeenteraad stelde ik aan de burgemeester de vraag of er rekening zou worden gehouden met het advies van Onroerend Erfgoed, met name het advies om de onderwijzerswoning en de beeldbepalende gevels van het schoolgebouw te bewaren en dus te integreren in de nieuwbouw. De burgemeester heeft mij toen tijdens de gemeenteraad mondeling verzekerd dat dat zeker zo was. Op basis van deze verklaring hebben wij dan ook onze goedkeuring verleend aan het agendapunt", klinkt het. “Er werd later nog eens bevestigd dat het advies van de Vlaamse dienst Onroerend Erfgoed om de beeldbepalende gevels te bewaren, zou worden gevolgd. Het gebouw staat op de lijst waardevol erfgoed, maar is niet beschermd. Het gaat echter om een beeldbepalend gebouw van Westende-dorp met een historische en voor veel bewoners emotionele waarde.”
Geert Verdonck (in de toekomst Project M) wilde in de gemeenteraad van 9 mei 2018 opnieuw weten waarom de concrete plannen voor de nieuwe gemeenteschool uitblijven, zelfs al is het openbaar onderzoek afgerond. Dat liep uit op een geanimeerde discussie tussen hem en schepen Bart Vandekerckhove. Geert vroeg zich af waarom de meerderheid nog steeds niets lost over eventueel ingediende bezwaren. Hij beweerde zijn hart vast te houden omdat het huidig bestuur volgens hem nooit veel interesse betoond heeft voor ons bouwkundig erfgoed. Natuurlijk ging de bevoegde schepen daarmee niet akkoord.
Heeft de burger – liefhebber van erfgoed daartegen dan geen verhaal? Er zouden twee bezwaren ingediend zijn. In zijn antwoord aan Geert Verdonck gaf schepen Vandekerckhove dat toe. Dat indienen was mogelijk tot 28 april. Bart VDK beweerde ook dat het college nu wacht op het advies van de bevoegde ambtenaar om een beslissing te nemen.
Een definitieve beslissing omtrent de afbraak/nieuwbouw moet genomen worden uiterlijk op 10 juli 2018. Het zou zeer interessant zijn om de namen van de ondertekenaars van de bezwaren te kennen, maar zolang het dossier niet afgesloten is, is er geen inzagerecht. Een Westends actiecomité oprichten tegen de afbraak zou misschien een goede zet zijn. Een protestcomité komt echter altijd moeilijk tot stand omdat veel tegenstanders voor allerlei redenen liever de gemeente tot vriend houden. Hier staan voor de gewone Westendenaar geen commerciële belangen op het spel. Dat was destijds wel het geval toen een comité opgericht werd om te beletten dat er een asielcentrum zou komen in Zon en Zee.
En wat met de politieke partijen van de oppositie? Ik hoorde dat er deze week vanuit een bepaalde politieke hoek toch nog iets zou ondernomen worden. De Westendse kiezers wachten daarop!
Vorige artikelsover het onderwerp 20.2.2017 ‘Herinneringen aan onze prille schooltijd in Westende’ 05.9.2016 College of RMS, een keuze voor jongens en meisjes uit Westende, Lombardsijde en Middelkerke halfweg de 20ste eeuw. 06.2.2011 Onderwijs in Westende: Natuurlijk weet ik dat 1943 niet te vergelijken is met 2011! 19.12.2010 Lang geleden! Toen we nog op de schoolbanken zaten in Westende
Besluit Zijn wij te veeleisend of wil het gemeentebestuur steeds zijn wil doordrijven tegen de zin van de inwoners die niet uit zijn op nieuwe paradepaardjes, speerpunten, landmarks…? Wij willen ook niet eeuwig in het verleden leven, maar het weinige erfgoed in ons dorp willen we toch geëerbiedigd zien.
Met de gemeenteraadsverkiezingen in het vooruitzicht moeten de Westendse en andere minnaars van waardevol erfgoed en kunstvolle monumenten eens overwegen om andere bolletjes te kleuren dan die van de partijen van de huidige meerderheid.
Bronnen Gemeenteschool dreigt dan toch helemaal uit het Westendse straatbeeld te verdwijnen Progressief Kartel ijvert voor behoud historische gevels 14/11/2017 door Dany Van Loo Vrees voor sloop gemeenteschool HNB 12 mei 2018 door Dany Van Loo Foto geplukt uit facebookbericht van 6 mei 2018 van Geert Verdonck
Herinneringen aan onze prille schooltijd in Westende
Ik heb het al enkele keren gehad over het schoolleven in Westende, dat ik beleefde van begin september 1943 tot einde juni 1949. Ziehier de gegevens over mijn vroegere artikels, die jullie kunnen vinden in de map ‘Scholen-Onderwijs’. 05.9.2016 College of RMS, een keuze voor jongens en meisjes uit Westende, Lombardsijde en Middelkerke halfweg de 20ste eeuw. 06.2.2011 Onderwijs in Westende: Natuurlijk weet ik dat 1943 niet te vergelijken is met 2011! 19.12.2010 Lang geleden! Toen we nog op de schoolbanken zaten in Westende
Toch heb ik er nog niet alles over verteld en het huidig artikel is daarom bedoeld als aanvulling.
Vooreerst nog iets over de afhankelijkheid van de Westendse scholen. In Vlaanderen was, op de meeste plaatsen, tot in de twintigste eeuw het onderwijs op het platteland als volgt georganiseerd: de jongensschool was een door de gemeente georganiseerde school en de meisjesschool was in handen van een religieuze orde. In Westende waren dat de zusters van de congregatie Vincentius à Paulo in Kortemark. Samen met de meisjes zaten daar ook de kleuters. De gemeentelijke jongensschool was eigenlijk ook een katholieke school. Ouders die geen katholiek onderwijs wensten, konden/moesten hun kinderen naar het rijksonderwijs in Nieuwpoort sturen. Het gemengd onderwijs met jongens en meisjes in éénzelfde school, werd op het einde van de twintigste eeuw ingevoerd. Bij het begin van de 21e eeuw gaan er echter stemmen op om het gescheiden onderwijs weer in te voeren. Onderzoek schijnt immers te suggereren dat zowel jongens als meisjes beter presteren in een homogene leeromgeving, vooral op de leeftijd 13-15 jaar, waar de ontwikkeling van jongens en meisjes grotendeels in verschillend tempo verloopt. Dat zal wel nog niet voor morgen zijn, zeker?
De inrichting van de klassen en de schoolbenodigdheden die nu niet meer gebruikt worden. Ziehier een foto van een klas met twee studiejaren (links het derde leerjaar en rechts het vierde) onder de leiding van meester August Dewulf, met vooraan rechts Fred Diet (die mij deze foto opstuurde uit Canada) en rechts van hem Oscar Roose (+1959) en achter hem Willy Coene. Misschien maakten sommige onder de bloglezers ook deel uit van die klas of herkennen ze nog meer leerlingen.
Op onderstaande foto (geschonken door Gery Osaer) die we vooraan rechts herkennen, komen meer bekenden voor: Robert Morel, Carlos Osaer, Gilbert Janssens, René Vermet, Walter Thyvelen, Désiré Verslype, Christian Desaever, Roger Terwe, … Albert Bloes is de meester en links zien jullie het vijfde studiejaar en rechts de helft van het zesde studiejaar waartoe ik toen ook behoorde. De andere helft van het zesde leerjaar staat er niet op omdat de fotograaf nog niet over een toestel beschikte met een voldoende brede hoek. De tweede foto heb ik helaas niet gevonden. Soms was er ook nog een zevende en achtste studiejaar met één of twee leerlingen, die niet wensten verder te studeren maar die door de opgelegde leerplicht tot hun 14de school moesten lopen. Ook die staan dus niet op de foto.
Ik voeg die beide foto’s (nogmaals) bij mijn tekst om een beeld te geven van de klasinrichting. Zoals jullie uiteraard zien, zitten twee leerlingen naast elkaar op een schuin afhellende lessenaar. Dat moest rugklachten vermijden. Men vond namelijk dat je aan een platte lessenaar niet met een rechte rug kon lezen en schrijven. Volgende afbeeldingen geven daarvan een beter idee.
Vooraan in het midden van de bank was een ligplaats voorzien voor een glazen inktpot. De griffels en pennen konden vooraan in gleuven terecht. Het bovenblad was opklapbaar en daaronder was ruim plaats voor schriften en ander materiaal, zoals de persoonlijke lei en de griffels, al dan niet in een griffeldoos en een sponsje.
Dit belette kwajongens niet om op de lei te spugen als ze die wilden schoonmaken. Later hadden de kinderen een ruitjesschrift en een lijntjesschrift. In dat laatste leerden de kinderen schoonschrijven.
In tegenstelling tot nu konden de meeste kinderen nog niet lezen of schrijven op het moment dat ze naar het eerste leerjaar gingen. Dat werd dus aangeleerd in het eerste en vervolgd in het tweede leerjaar. Boven het bord hingen platen met korte zinnetjes van eenvoudige woordjes. Wie herinnert zich nog? ‘een man met een aap’ 'de bijl van oom’ ‘zus met een neus op’ ‘het is vier uur’ ‘de pet van rik’ ‘jan en mie’ ‘de school is uit’ 'het schip vaart op zee’ 'een geit in de wei’ ‘de vos bijt de haan’ 'poes en de duif’ Naast elk zinnetje stond een figuur om het te illustreren. Natuurlijk stond ook rekenen op het programma. Voorop stond het opdreunen van de tafels van vermenigvuldiging.
Bovenop de kast stonden meetkundige ruimtefiguren: de kubus, de balk, de cilinder, de bol, de piramide, het prisma. Aan de muur hingen kaarten van België en van de wereld.
In het midden van de klas stond een kolenkachel met een buis. Wie dichtbij zat, kreeg het in de winter lekker warm; wie aan de andere kant van de klas zat, had het koud. Soms mochten de kinderen dan van plaats wisselen.
Van turn- of zwemlessen, muzieklessen, uitstapjes, op school eten of naschoolse opvang, was geen sprake. Wij hadden daar ook geen behoefte aan. Spelen op straat en zwemmen in zee of in de Lac-aux-Dames na de schooluren hielden ons voldoende fit. Weinig moeders gingen uit werken en dus hadden ze meer tijd om zich om hun kinderen te bekommeren. De dorpspastoor kwam de godsdienstlessen geven en om ons voor te bereiden op onze plechtige communie trokken we naar de ‘lering’ in de kerk.
Bijzondere gebeurtenissen tijdens onze schooltijd Op het einde van de tweede wereldoorlog heerste een groot tekort aan voedzame levensmiddelen. Omdat de bessen, die in het najaar welig groeien aan de takken van de duindoorn, rijk zijn aan vitamine C, moesten alle schoolkinderen onder de leiding van hun meester, de bessen plukken om aldus een bijdrage te leveren aan de bestrijding van het voedseltekort.
In 1946 werd een nieuwe spelling ingevoerd. Voor heel wat leerlingen was het niet vanzelfsprekend om die overschakeling zonder problemen te verteren. Ziehier enkele voorbeelden van de vroegere en de nieuwe schrijfwijze. Antwerpsch-Antwerps, valsch-vals, gansche-ganse, wasschen-wassen maar: komisch-komisch (uitgang -isch blijft) koopen-kopen, oogen-ogen, stooten-stoten leenen-lenen, zweeten-zweten, heeten-heten
Colorado-keverplaag De coloradokever is sinds 1930 in Europa een belangrijke plaag voor de aardappelplant, met name de larven ervan zijn erg vraatzuchtig en kunnen aardappelvelden geheel ontbladeren. De voedselbevoorrading kan erdoor in het gedrang komen. Daarom worden alle mogelijke middelen ingezet voor de bestrijding van de ‘staatsvijand Nr1’. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden aardappelen gerantsoeneerd. Bovendien liet de Duitse bezetter zich inspireren door het Oostenrijkse voorbeeld om kinderen en werklozen in te schakelen. Aan dit wanhopig gevecht tegen een schijnbaar onoverwinnelijke tegenstrever, moesten wij dus ook deelnemen … en beestjes van de planten plukken … weliswaar zonder succes. Na de oorlog werden opnieuw intensieve voorlichtingscampagnes opgezet. Ook het leger werd ingezet. De aardappeltelers haalden uiteindelijk de overhand door de inzet van bedenkelijke pesticiden zoals DDT.
Schorsing van meesters wegens collaboratie. De samenstelling van het onderwijzend kader heeft tijdens onze lagereschooltijd heel wat wijzigingen ondergaan. Veel leerkrachten geloofden tijdens de tweede wereldoorlog in een nieuwe orde. Na de oorlog werden ze dan ook tijdelijk geschorst. Dat was het geval met August Dewulf en Albert Bloes. Zij zouden ‘een onvaderlandsche houding aangenomen hebben, antinationale doelen nagestreefd hebben en propaganda gevoerd hebben ten gunste van de vijand’. Er werden toen enkele tijdelijke leerkrachten aangeworven om beide te vervangen. Een hele aanpassing weer voor de leerlingen.
Sluiting en verhuis in 1944 Op 4 maart 1944 werden de scholen van Westende gesloten. Het onderwijzend personeel werd gebruikt voor het opmaken van de ontruimingsfiches, bestemd voor het Hoog Commissariaat van de Ontruiming. Op 8 september 1944 werd de school voor de tweede keer beschadigd door beschietingen. Dat bracht mee dat wij tijdelijk les kregen in villa ‘La Dune’ in de Duinenlaan, het huidig schoonheidssalon van Fabienne Coucke,
Besluit Vroeger was het dus anders …. Maar was het ook beter? Moeilijk te beantwoorden!
College of RMS, een keuze voor jongens en meisjes uit Westende, Lombardsijde en Middelkerke halfweg de 20ste eeuw
Bij de start van alweer een nieuw schooljaar ... Als geboren Westendenaar en er wonende had ik zes jaar lang de lessen gevolgd aan de gemeentelijke jongensschool van mijn dorp, bij de meesters Albert en Georges Bloes en August Dewulf. In september 1949 stond ik voor de keuze: het college of de rijksmiddelbare school in Nieuwpoort. Ja, Westendenaars zochten het niet te ver van huis … een school waar ze met de fiets naartoe konden. Dat er drie jaar later opnieuw zou moeten gekozen worden tussen Oostende en Veurne, dat waren zorgen voor later. Ik koos dus voor Nieuwpoort en voor de Rijksmiddelbare School. Ik beweer nu wel niet dat mijn ouders zich daar niet van aantrokken, maar ze lieten de keus aan mij over. Ik herinner me niet dat iemand van de lagere school mij toen advies zou gegeven hebben over de afdeling die mij de beste vooruitzichten bood voor later (algemene vorming of Grieks-Latijn), maar wat ik wel nog weet is dat mijn keuze voor de (liberale) Rijksmiddelbare School mij niet in dank afgenomen werd in het uiterst katholieke Westende, niet door de ‘meesters’ maar ook niet door mijn katholieke familie. Voor zover ik me dat herinner, moet er een conflict ontstaan zijn met de pastoor van Westende. Eerlijkheidshalve moet ik er aan toevoegen dat onze tak van de familie zich nooit onderscheiden heeft op het gebied van vroomheid en kerkbezoek. Ik ben wel misdienaar geweest, maar dat was een familietraditie! Ik koos voor een algemene vorming en dat zou later een grote denkfout blijken te zijn. Inderdaad, toen ik drie jaar later in het Koninklijk Atheneum in Oostende aankwam, kon ik daar helaas enkel nog kiezen tussen de Wetenschappelijke (7 uren wiskunde per week) en de Economische afdeling. De Grieks-Latijnse, de Latijns-Wiskundige en de Latijns-Wetenschappelijke afdeling bleken niet meer voor mij weggelegd gezien mijn voorafgaande vorming. Ik koos dus maar voor de Wetenschappelijke afdeling. Daardoor werden een aantal hogere studiemogelijkheden voor mij onbereikbaar: dokter, apotheker, advocaat, Germaanse, Romaanse …. Ik kon dus enkel nog kiezen voor burgerlijk ingenieur, licentiaat natuurkunde of scheikunde (?), maar dat lag niet zozeer in mijn interessesfeer. Mijn sociale toestand heeft mij toen de weg gewezen.
Het ontstaan van de Rijksmiddelbare School van Nieuwpoort in 1855 De stichting van de ‘Neekol majin’ zoals wij dat hier in schoon Vlaams noemden, had plaats onder impuls van de liberale partij van de stad. Kopman van die partij, geneesheer en Nieuwpoorts burgemeester van 1854 tot 1863 (voorheen 1ste schepen) was Petrus Jacobus Lefevere, geboren in Westende op 20 februari 1801. Hij was de zoon van molenaar Jacobus Bernardus en van Maria Theresia Degraeve, die tot in 1854 de molen uitbaatten in de Essex Scottishlaan, toen nog Molenstraat. Petrus huwde in 1827 in Nieuwpoort met Ludovica Hendrika Coppieters, kleindochter van Lodewijk, eveneens burgemeester van de stad naar wie de huidige Coppietersstraat genoemd werd. Mijn overgrootvader Jacobus Baptiste Lefevere was de broer van Petrus Jacobus.
Van de gemeenteschool naar de ‘grote school’ Dat de overgang voor een jongen van 11 van een lagere gemeenteschool naar een stedelijke middelbare jongensschool, een hele gebeurtenis was, hoef ik jullie waarschijnlijk niet te vertellen. Het imposante gebouw alleen al!
Jongens langs de ene poort (hierboven) in de Schoolstraat, meisjes langs de andere in de Arsenaalstraat, want gemengde klassen bestonden nog niet. Maar ik moest me nog aan veel meer aanpassen: ’s middags op school eten, een heuse turnzaal maar ook turnlessen, op de koer niet spelen en zeker niet lopen maar al wandelend rondjes draaien rond de koer onder het toeziend oog van meester Karel Godderis waarvan iedereen een heilige schrik had. Hij hield ook toezicht in de studie na de lesuren en zijn inspecties van onze handen werden erg gevreesd. Vroeger had ik slechts één enkele meester, nu een leraar per vak. De concierge of huisbewaarster, waarlangs je voorbij moest als je te laat kwam, luidde de klok voor het einde van de speeltijd. En … natuurlijk de kennismaking met al die onbekende klasgenoten. Ze kwamen een beetje van overal, uiteraard uit Nieuwpoort maar ook uit de omtrek: Oostduinkerke, Koksijde, Lombardsijde, Westende, Sint-Joris, Ramskapelle, Mannekensvere en uit Middelkerke. Ze hadden voor deze school gekozen of moeten kiezen omwille van de geloofsovertuiging maar ook door de bereikbaarheid van de school: tram van Koksijde naar Nieuwpoort of van Middelkerke naar Nieuwpoort. Vele kwamen met de fiets. Mijn klasgenoten in ‘ ’t eerste moyenne’ waren toen: Pierre Beschuyt (+), Jean Deplanter, Walter Van Huele, Emmanuel Buysse (+), Etienne Deconinck (Lombardsijde), Willy Blomme (+), André Coulier, Maurits Vandamme, Freddy Vantroyen, Raoul Verburgh, François Deley, Marcel Lepère, Kilian Tourlousse, Arthur Declerck, x Deruytter, en nog een paar waarvan ik me de namen niet herinner. In het tweede leerjaar waren er enkele andere: Victor (Fikken) Depoorter, Roger Dalle (+), (beide Middelkerke), Marcel Titeca (Krokodille), Roland Legein, x Coolsaet, Raf Lambrechts, Jacques Woestyn, Roland Therssen.
Om met een anekdote duidelijk te maken hoe speciaal die omschakeling wel was: wij hadden ook een muziekleraar, violist Oscar Devriendt. Bij de start van de eerste les speelde hij iets op zijn viool en de leerlingen moesten noteren welke noten ze gehoord hadden. Noten kende men echter niet in Westende en dus werd er mij nooit één aangeleerd. Ik keek dus met bewondering, maar met een leeg blaadje, naar sommige klasgenoten. Daar waren er zelfs een paar bij die muzikant waren in een lokale fanfare. Oscar, die graag pinten dronk, kon ook de tucht niet handhaven en hij heeft ook nooit een poging gedaan om mijn muzikaal gevoel op te krikken.
De leraars in de jongensschool Ik heb dat wel niet meer meegemaakt, maar in 1955 werd het honderdjarig bestaan van de school gevierd. De viering werd bijgewoond door de toenmalige socialistische minister van onderwijs, Leo Collard, die op dat moment in volle ‘schoolstrijd’ naar Nieuwpoort kwam spreken. Die oorlog ontstond omdat Collard onder andere de toename van de subsidies aan het vrij middelaar-, technisch- en normaalonderwijs, gestemd door de vorige homogeen-katholieke regering, wilde terugdraaien. De leerkrachten werden door hem verplicht in het bezit te zijn van een diploma zodat talrijke niet gediplomeerde priesters niet meer in aanmerking kwamen. Het vrij onderwijs, gesteund door de CVP en de katholieke kerk, reageerde hevig. Dat was ook het geval voor de Nieuwpoortse collegejongens die de minister tijdens zijn spreekbeurt trakteerden op stinkbommetjes. Ze wilden van Collard niet meer weten en schilderden dan ook ‘weg met Collard’ op de muren. De toenmalige leerlingen van de RMS hieven daartegen hun strijdlied aan, dat wij ook al zongen in onze tijd (1949-1952). Ziehier de tekst:
Waar 't verstand in vree kan groeien Waar 't gemoed kan openbloeien Waar bij 't leren als bij 't stoeien 't leven lokt en lacht
Waar men ons de macht zal geven Om te kampen voor het leven Waar de wil wordt opgedreven tot zijn hoogste dracht
Waar de vrijheid van gedachten in de geesten leeft Waar men met vereende krachten Immer opwaarts streeft
Daar is de school die wij beminnen met gloed Met een kracht die wondren doet Daar zij verrijst uit diep gemoed
De middelbare school (werd later de ‘officiële’ school) Is ons een symbool Van waarheidsdrang en zucht naar het schoon en het goed Van waarheidsdrang en zucht naar het schoon en het goed.
Bij die gelegenheid werd een foto genomen van het voltallig lerarenkorps.
We zien op de foto, zittend: Maurice Lombaert, Oscar Devriendt, Walter Toortelboom, E.H. Alfred Staelens, Lucien Rappelet, x Wolbers, Raymond Fremaut, Robert Herman. Op de middelste rij: Fernand Leroy, Roger Pieters, Karel Goderis, John Symoens, Daniël Defloor, Jozef Missinne, x Kobia, Edmond, Roger Minne, Julien Bouve, Robert Cauwelier, André Titeca, André Vanden Bussche, Albert D'Everlange, Albert Claeys, Jozef De Cock. En bovenaan: Pieter Dumon, Willy Vermote, André Hilderson, Alfred Cathelyn, Ghislain Blanckaert. Enkel mannelijke leerkrachten dus!!
Alhoewel ik de RMS vaarwel zegde in juni 1952, stel ik vast dat bijna al mijn toenmalige leraars erop te zien zijn: Maurice Lombaert (tekenen en handenarbeid), Oscar Devriendt (muziek 1906 - 1983), Walter Toortelboom (wiskunde), EH Alfred Staelens (uiteraard godsdienst), Lucien Rappelet (directeur 1900 - 1975), Raymond Fremaut (nederlands), Robert Herman (geschiedenis 1920-1969), Karel Goderis (studiemeester), André Titeca (turnen 1923-2001), Albert Claeys (wetenschappen: scheikunde, natuurkunde en biologie), Pierre Dumon (Frans), Ghislain Blanckaert (Engels 1922-1965) Op een andere foto zien we ook nog Camiel Van Huele die tijdens mijn verblijf in de school vervangen werd door Pierre Dumon. Hij staat bovenaan als derde van links.
Jozef De Cock deed op zeker ogenblik ook zijn intrede maar ik herinner me niet meer voor welk vak of wie hij verving.
Jean-Marie Dedecker Iedereen weet nu wel dat hij afkomstig was uit Lombardsijde. Ik denk te mogen zeggen dat Jean-Marie niet in een volledig katholieke familie opgroeide. De mannen waren zeker geen pilaarbijters in tegenstelling met zijn grootmoeder. Zijn moeder had met haar kroostrijk gezin meestal wel andere zorgen. Net als ik was hij ook geen rijkeluiskindje. Jean-Marie dweepte met Che Guevara (‘alle macht aan de arbeiders’) en je zou dus kunnen verwachten dat hij, op zijn twaalfde, niet zou kiezen voor het college maar voor de rijksschool. Om dat in te zien, volstaat het Jean-Marie’s boek ‘Eén tegen allen – Memoires’ te lezen. Hij wijdt er een hoofdstuk ‘Nieuwpoort en Veurne’ aan.
Aan onze scholen willen de ouders allemaal voor de in- of uitgang parkeren
Jullie zullen wel denken ‘daar is hij weer, dat hebben we toch al één of meerdere keren gelezen’. Ik weet het, maar om na te gaan of er in de loop van de maanden of jaren beterschap is ingetreden, blijf ik de toestand volgen; In december 2008 vroeg ik mij al af ‘Is de omgeving van de Westendse gemeenteschool wel veilig. Jullie kunnen het lezen via de link in 'Bronnen' onderaan. De aanleiding daartoe was mijn vaststelling dat de enkele parkeerplaatsen voor de school (8 of 9) in de Duinenlaan niet enkel onvoldoende waren, maar ook dat de ene ouder die zijn kind veilig (en dus in zijn/haar ogen zo dicht mogelijk bij de ingang aan de school wil laten in- of uitstappen), daarbij geweldig moest opletten voor de collega-ouders die hetzelfde willen. Ze maken dan maar gebruik van het fietspad, ook al weten ze dat ze daarvoor een boete zouden kunnen krijgen. Hieronder zien jullie wat ik bedoel. Ook de bus die de kinderen naar de opvang moet brengen, zondigt tegen dezelfde regel.
Het gemeentebestuur (en de politie) weet dat ook al jaren. Het schijnt dat er zelfs al politiecontroles zouden geweest zijn. Om de chaos aan de schoolpoort op te lossen, werd toen een stuk van de Henri Jasparlaan, tussen de kerk en de school, heraangelegd. Dat betekent dat er nu wat meer parkeerplaatsen zijn en dat er ook eenvoetpad ligt. Hieronder zien jullie, vanuit twee gezichtshoeken, hoe het er vroeger uitzag en hoe het er nu uitziet.
Het kruispunt tussen de Henri Jasparlaan en de Duinenlaan werd weliswaar zo ongelukkig georganiseerd dat vooral de fietser niet meer weet wie of wat voorrang heeft op dat punt. Die werken moesten klaar zijn tegen het begin van het schooljaar op 1 september 2010 … maar dat viel tegen want er waren toen nog wat ‘tekortkomingen.’ Ook daarover schreef ik toen een artikel ‘De eerste dag van het schooljaar 2010 – 2011’. Jullie kunnen het lezen via de link in de 'Bronnen' onderaan. Wie echt geïnteresseerd is in veiligheid van de schoolkinderen en die beter wil begrijpen waarom ik me zorgen maak, raad ik aan om op een woensdagmiddag om 11u30 eens aan de schoolpoorten te gaan kijken, niet enkel aan deze van de gemeenteschool in de Duinenlaan, maar ook aan deze van de vrije basisschool in de dorpskern.
Is er nu iets verbeterd aan de gemeenteschool? Op woensdagmiddag 13 november om 11u30 stelde ik vast dat de toestand nog identiek is met deze van drie jaar geleden. In de Henri Jasparlaan blijven nog enkele schaarse plaatsen over en het lijkt mij dat er meer auto’s staan dan vroeger, typisch voor wat ik altijd zeg: “hoe meer parking, hoe meer auto’s”!.
Is de toestand aan de vrije basisschool dan misschien beter? Bijlange niet. Daar zag ik dat alle parkeerplaatsen in de Westendelaan tussen de Essex Scottishlaan en de kerk bezet waren en dat de laatkomers zich dan maar opgesteld hadden in de Duinenlaan, op het fietspad voor de Geanty. Er is ontegensprekelijk onvoldoende controle van de politie
Oplossingen Zolang de ouders niet meer discipline aan de dag leggen, wat je toch van hen in hun voorbeeldfunctie zou mogen/moeten verwachten, is er geen oplossing. Het heeft zelfs geen zin meer parkeerplaatsen aan te leggen, wat aan de vrije school zelfs niet mogelijk is, want iedereen wil toch zo dicht mogelijk bij de ingang of uitgang staan. Wat moet er dan wel gebeuren? Eerst en vooral de ouders sensibiliseren om onveilig verkeer aan de schoolpoort absoluut te vermijden. Als dat niet helpt, moet de politiecontrole fors opgedreven worden. Opdat minder ouders hun wagen aan de poort in de Duinenlaan zouden parkeren maar eerder in de Henri Jasparlaan, kan misschien overwogen worden om een hoeveelheid leerlingen de school te doen verlaten via de uitgang aan het fietsenrek. Aan de schooldirectie om te oordelen of dat mogelijk en doeltreffend zou zijn.
Naast scholen voor gewoon onderwijs in de verschillende deelgemeenten, zijn er in Middelkerke ook twee scholen voor buitengewoon onderwijs gevestigd.
Waarom ĀbuitengewoonĀ onderwijs? Het is onderwijs voor kinderen die het gewoon onderwijs niet kunnen volgen vanwege leer- of gedragsproblemen, vanwege een lichamelijke, een zintuiglijke of een verstandelijke beperking. Vanaf de leeftijd van dertien jaar, uitzonderlijk vanaf twaalf jaar, kan/mag een kind naar het buitengewoon secundair onderwijs mits een CLB* Ā attest te hebben. *Centrum voor leerlingenbegeleiding (zie verder)
De maximumleeftijd is 21 jaar maar dat kan verlengd worden tot maximum 25 jaar, na goedkeuring van de Commissie van Advies voor het Buitengewoon Onderwijs. De bewuste persoon krijgt in een gespecialiseerde instelling aangepaste lessen en deskundige begeleiding op zijn/haar maat. De klasgroepen zijn kleiner dan in het gewone onderwijs, men beschikt er over speciale leermiddelen en over hulpverleners (logopedist, kinesitherapeut, psycholoog, ergotherapeut, orthopedagoog, verpleegkundige, tolk Vlaamse gebarentaal). Dat maakt ook dat de kostprijs per leerling en per jaar in het buitengewoon onderwijs heel wat hoger is dan in het gewoon onderwijs. Ziehier de bedragen voor 2011 voor het buitengewoon secundair onderwijs, per leerling, in euro: (GO = gemeenschapsonderwijs, VGO = vrij gesubsidieerd onderwijs)
Let wel, dat zijn niet de prijzen die een leerling moet betalen, maar het is de kostprijs voor de instelling/ de overheid.
Opleidingsvormen De opleiding wordt aangepast aan de aard en ernst van de beperking van de leerling. Er worden vier opleidingsvormen georganiseerd:
Opleidingsvorm 1: geeft een sociale vorming met het oog op integratie in een beschermd leefmilieu. Leerlingen die deze opleiding afronden stromen door naar een dagcentrum of bezigheidstehuis of blijven gewoon thuis.
Opleidingsvorm 2: geeft een algemene en sociale vorming en een arbeidstraining. Zij wil leerlingen integreren in een beschermd leef- en arbeidsmilieu. De opleiding bestaat uit twee fasen.
Opleidingsvorm 3: (is buitengewoon beroepsonderwijs) geeft een algemene, een sociale en een beroepsvorming met het oog op integratie in een gewoon leef- en werkmilieu.
Opleidingsvorm 4: (wordt niet georganiseerd in Middelkerke) bereidt voor op een studie in het hoger onderwijs (ho) en wil de leerlingen integreren in het actieve leven. Deze opleidingsvorm richt zicht tot leerlingen met voldoende intellectuele vaardigheden om de programma's van het gewoon onderwijs te volgen, op voorwaarde dat er pedagogische methodes en middelen worden aangeboden die zijn aangepast aan hun beperking.
Centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB) Je mag alleen naar het BuSO als je een inschrijvingsverslag hebt bestaand uit een attest en een protocol van een erkend CLB. Er staat in welke opleidingsvorm en welk type buitengewoon onderwijs het meest geschikt is voor de jongere.
Een CLB kan de leerlingen helpen met leren en studeren, met het kiezen van een geschikte studierichting, met psychische en sociale problemen en met hun gezondheid. Niet enkel de leerling, maar ook de ouders en de school kunnen er terecht bij een team dat bestaat uit onder andere artsen, psychologen, pedagogen en maatschappelijke werkers.
De Middelkerkse scholen
School
Adres
Net
Hoofdzetel
CLB
Ter Strepe
Westendelaan 39
Vrij gesubsidieerd onderwijs
Katholiek Buitengewoon Onderwijs Oostende-Gistel in Middelkerke
*voor leerlingen vanaf 13 jaar met een CLB Ā attest BuSO OV1of OV2 type 2,4
De twee scholen zijn dus geen concurrenten van elkaar aangezien zij onderwijs verstrekken in verschillende opleidingsvormen. Ze behoren wel tot een verschillend onderwijsnet. Het zijn beide scholen voor buitengewoon secundair onderwijs.
ĀTer StrepeĀ
Ingericht door vzw Katholiek Buitengewoon Onderwijs Oostende-Gistel (Kaboog). Deze vzw heeft nog twee scholen van buitengewoon lager onderwijs namelijk de H. Hartschool uit Oostende en de Rietzang uit Gistel/Zevekote. De school maakt deel uit van de scholengemeenschap Petrus en Paulus Oostende (samen met VTI, Sint-Andreas, Sint-Godelieve, Sint-Lutgardis, Sint-Jozef en OLV-college).
Interne zorg Tijdens hun verblijf in de school worden de leerlingen pedagogisch ondersteund door leerlingenbegeleiders/opvoeders, leerkrachten, jojo-medewerker. (Het JoJo project is een tewerkstellingsproject van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming. Het project richt zich in het bijzonder tot laaggeschoolde, allochtone en kansarme jongeren. De inzet van de startbaners in scholen(gemeenschappen) gebeurt via drie projecten: waaronder preventieproject. Er is tevens paramedische ondersteuning voorzien door een sociaal verpleegster, die zorgt voor medische hulp en voor de contacten met de externe organisaties die specifieke hulp kunnen bieden aan de leerlingen. Door een kinesitherapeut en logopediste die tijdens het lesgebeuren als hulp in de klas meewerken. Binnen de instelling werd ook een GOK- team * (Gelijke Onderwijs Kansen) opgericht, dat bestaat uit leerkrachten, een opvoeder en een directielid).
Het doel is dat via ondersteuning alle leerlingen dezelfde mogelijkheden en kansen krijgen om te leren en zich te ontwikkelen. Er wordt gewerkt rond 2 grote thema's: "leerling- en ouderparticipatie" en "preventie en remediĆ«ring van studie- en gedragsproblemen". Concreet doen ze inspanningen voor de leerlingenraad, leren leren, schorsingen, langdurig afwezige leerlingen Ā Door hun initiatieven verbeteren ze het beleid op school voor die leerlingen die er nood aan hebben, maar dit komt uiteraard ten goede aan alle leerlingen op school. Nauwe samenwerking en overleg met de leerlingbegeleiding dragen hier ook toe bij.
* type 1: kinderen met een lichte mentale handicap ** type 3: kinderen met karakteriĆ«le problemen (gedrags- en emotionele stoornissen, ADHD*, autisme, Ā ) ***ADHDstaat voor Attention Deficit Hyperactivity Disorder. Het wordt ook wel aandachtstekort - hyper kinetische stoornis of aandachtstekort - hyperactiviteitstoornis genoemd.
Hoeveel leerlingen slagen erin door te stromen naar het gewoon arbeidscircuit? Zoals hierboven reeds gezegd heeft de opleidingsvorm 3 tot doel de integratie in een gewoon leef- en werkmilieu te bereiken. Van de leerlingen type 1 met lichte mentale achterstand slagen 65% erin om die doelstelling te bereiken. Van de leerlingen type 3, die moeilijker handelbaar zijn, zijn er slechts 15% die in dat opzet slagen.
Wat zal de toekomst voor de school brengen? Hoewel daar nog geen termijnen bij genoemd worden, zouden er plannen bestaan om de school voor BLO (buitengewoon lager onderwijs) uit Gistel en/of Oostende naar Middelkerke over te brengen. In de toekomst zou de school er ook een internaat bijkrijgen.
Ik bedank de directrice mevrouw Martine Rabaey voor de hartelijke ontvangst en voor het ter hand stellen van de nodige documenten.
De volledige naam van de school luidt: ĀSchool voor individueel begeleid en aangepast buitengewoon secundair onderwijs (BuSO) voor jongeren van 13 tot ca 21 jaar met een matige tot zware mentale retardatie en/of met Autisme-Spectrum-Stoornis (ASS)Ā.
Hoe verloopt de vorming? Het is individueel begeleid onderwijs omdat er in principe geen klassikaal programma bestaat. Alle lessen worden opgevolgd op basis van de persoonlijke kennis, inzet, vorderingenen vaardigheden van de jongere. De term ĀAangepast onderwijsĀ slaat op het veelvuldig gebruik van hulpmiddelen en/of technieken om de mogelijkheden van de student maximaal te ontplooien of om eventuele beperkingen tot een minimum te reduceren.
OV1 Leefgroep Opleidingsvorm 1 bereidt jongeren van het type 2, 3 en 4 voor op een zinvolle dagbesteding in een dagcentrum en/of op beschermd wonen thuis of in een andere woonvoorziening. Daarbij worden de accenten vooral gelegd op dagdagelijkse communicatie, (zelf)redzaamheid, sociale vorming, zinvolle vrijetijdsbesteding en (senso)motoriek (= koppeling tussen het vermogen om te bewegen en het opdoen van zintuiglijke prikkels, zoals zien, horen, voelen, bijvoorbeeld om een bal te kunnen vangen moet je die kunnen zien)
Bij de samenstelling in (kleine) klasgroepen wordt rekening gehouden met de mogelijkheden en het sociaal functioneren van de leerlingen.
OV2 Leef- & werkgroep Opleidingsvorm 2 bereidt jongeren van het type 2 en 4 voor om te kunnen functioneren in een beschermende leef-, woon- en werksituatie. We onderscheiden 2 fasen. In fase 1 maken de leerlingen op een eigen tempo, samen met de leerkracht, de overgang van het lager naar het secundair onderwijs. Aan de hand van een individueel stappenplan werken de leerlingen aan de uitbreiding van hun mogelijkheden en leren de basistechnieken aan die ze nodig hebben om in fase 2 zich verder te kunnen ontwikkelen.
Wat is autisme eigenlijk? Autisme is een pervasieve ontwikkelingsstoornis (zie http://nl.wikipedia.org/wiki/Pervasieve_ontwikkelingsstoornis) die zich kenmerkt door beperkingen in de sociale interactie, de communicatie en door zich steeds herhalend gedrag. De stoornis is al aanwezig vĆ³Ć³r de geboorte, maar is op zeer jonge leeftijd vaak nog niet duidelijk te diagnosticeren. Vaak is dat pas vanaf het derde levensjaar mogelijk, maar het kan ook pas op latere leeftijd duidelijk worden, afhankelijk van de alertheid van ouders, verzorgers en artsen. De stoornis kan niet genezen worden. Een persoon met een ernstige vorm van autisme kan niet zelfstandig leven. Vroeger dacht men dat alleen mensen met een verstandelijke handicap autistisch konden zijn. Tegenwoordig wordt autisme als grotendeels onafhankelijk van de intelligentie beschouwd. Wat de oorzaken van autisme betreft, zijn er nog maar weinig wetenschappelijk goed onderbouwde conclusies. Autisme is afgeleid van het Griekse woord αὐτός, zelf. Autisme is een ingrijpende stoornis in de ontwikkeling van het kind, met gevolgen voor de rest van het leven. Bij personen met autisme kan de ontplooiing van onder andere de sociale relaties, de taal en de verbeelding heel verstoord verlopen.
Ik bedank de heer Eric Sorel en zijn assistente mevrouw Martine Verhaeghe voor de hartelijke ontvangst en de rondleiding in hun school.
Organisatie van het onderwijs in Vlaanderen Traditioneel onderscheidt men in Vlaanderen drie onderwijsnetten die erkend worden door de Vlaamse gemeenschap. Het gemeenschapsonderwijs (GO) is het officieel onderwijs. Het officieel gesubsidieerd onderwijs (OVSG) omvat het onderwijs georganiseerd door steden en gemeenten en het provinciaal onderwijs. Het vrij gesubsidieerd onderwijs (VGO) bestaat hoofdzakelijk uit katholieke scholen maar er zijn ook protestantse, joodse, orthodoxe en islamitische scholen. Het gewoon onderwijs in Vlaanderen is gestructureerd op drie niveaus: het basis-, het secundair en het hoger onderwijs. Het basisonderwijs wordt onderverdeeld in lager onderwijs en kleuteronderwijs.
Welk onderwijsaanbod bestaat er in Middelkerke? Ik zal het verder uitsluitend hebben over het basisonderwijs omdat er hier geen instellingen zijn voor gewoon secundair onderwijs, noch in het gemeenschapsonderwijs noch in het vrij onderwijs. Daarvoor moeten onze kinderen noodgedwongen naar Nieuwpoort, Veurne of naar Oostende. Er zijn wel twee scholen voor buitengewoon secundair onderwijs, ĀTer StrepeĀ en ĀDe ZeeparelĀ. Ik zal het daar later eens over hebben in een aparte bijdrage.
Onze gemeente telt, zoals hieronder gedetailleerd 5 gemeentescholen en 5 vrije scholen. Jullie kunnen hieronder ook zien waar ze gevestigd zijn. De basisscholen bieden lager onderwijs en kleuteronderwijs aan, behalve in de gemeente Slijpe waar het Vrije net de kleuterafdeling en het 1ste en 2de leerjaar inricht en het gemeentelijke net de klassen 3, 4, 5 en 6 verzorgt.
Onderwijs in Westende: Natuurlijk weet ik dat 1943 niet te vergelijken is met 2011!
Levensomstandigheden in beide periodes De levensomstandigheden in 1943 waren natuurlijk totaal verschillend van deze die we vandaag kennen! Jullie zouden dus kunnen zeggen dat het geen zin heeft de tijd van toen te vergelijken met die van 2011. Toch heb ik gedacht dat het wel eens interessant kon zijn om het toch te doen. Destijds zaten we volop in de tweede wereldoorlog. Het overgrote deel van de Westendenaars had moeite om de eindjes aan elkaar te knopen. Sommige vaders waren afwezig wegens legerverplichtingen of krijgsgevangenschap en heel wat gezinnen kregen een (minimale) steun van de openbare onderstand. Veel kinderen moesten van kindsbeen af meehelpen om het gezin in leven te houden. Soms kwam daar hard labeur aan te pas en veel ouders wilden en konden hun kinderen niet verwennen. ĀJe best doenĀ, Āhard werkenĀ, Āniet klagenĀ waren de raadgevingen die ons met de papfles meegegeven werden. Zo heb ik van mijn twaalfde tot mijn zeventiende gedurende twee maanden een vakantiejob uitgeoefend, achtereenvolgens bij een bakker en een beenhouwer en tenslotte in een verhuuragentschap/ immobiliĆ«nkantoor. Mijn ouders, geboren rond de eeuwwisseling van 1901 hadden zelf als kind en tiener de eerste wereldoorlog 1914-18 meegemaakt. Mijn vader zag Westende vernielen tot de laatste steen, Hij moest op de vlucht slaan en werd daarbij door een ongelukkige omstandigheid van zijn ouders gescheiden. Na de oorlog moest gans Westende heropgebouwd worden. Zowel vader als moeder beleefden een harde jeugd en zouden er dus nooit aan gedacht hebben om hun kinderen als ĀwatjesĀ op te voeden. Gelukkig stelt de grote meerderheid het vandaag veel beter. In veel gezinnen werken beide ouders en rijden ze elk met een wagen. Ze gaan jaarlijks op reis, soms in de winter gaan skiĆ«n en Ās zomers naar de zon in het zuiden. Dat sommige een zware hypotheeklening moeten aflossen omdat iedereen zijn droomhuis wil bouwen of bezitten, dat is er meestal niet aan te zien. Kinderen krijgen vaak wat hun ouders destijds niet kregen en toegeven is nu eenmaal gemakkelijker dan verbieden. Maar ĀOverdaad schaadtĀ, met andere woorden, wie teveel heeft of krijgt, is geneigd dat als vanzelfsprekend te beschouwen.
De schoolomgeving Vooraleer de deuren van de school opengingen, speelden wij op straat. Met ĀdeurenĀ bedoel ik een klein groen poortje in de muur langs de zijde van de Duinenlaan. Nu kunnen de kinderen vanaf 8 uur, drie kwartuur vooraleer de lessen beginnen, langs de grote poort binnen zodat ze beschermd zijn tegen het verkeer van de wagens van de ouders die hun kind zo dicht mogelijk bij de poort willen afzetten.
Leerkrachten en hun leerlingen, voorziene lessen Ā vroeger De drie leerkrachten waren allemaal mannen. Het godsdienstonderricht werd gegeven door de pastoor of onderpastoor van Westende. Het totaal aantal leerlingen bedroeg ongeveer tachtig. Lessen lichamelijke opvoeding werden niet gegeven. En toch waren wij geen stijve harken met een ongezonde bleke gelaatskleur! Zwemmen deden wij buiten de schooltijd maar enkel Ās zomers in zee of in de ĀLac-aux-DamesĀ. Spelen deden wij op straat, op pleintjes of in weiden.
Aantal klassen en leerkrachten, voorziene lessen Ā nu Vandaag telt de schoolbevolking ongeveer 90 leerlingen in de basisschool en 50 kleuters. Er wordt nu wel aan lichamelijke opvoeding gedaan en er worden ook zwemlessen gegeven tijdens de schooltijd. Daarvoor zijn drie leerkrachten voorzien. Hieronder zien jullie de turnzaal en het speelpleintje naast de school waar ook lessen in lichaamsbeweging kunnen gegeven worden.
De drie kleuterklassen worden op dezelfde manier geleid door 3 kleuterjuffrouwen en 1 kleutermeester. Er zijn twee kinderverzorgsters en 1 zorgcoƶrdinator/ GOK. Deze laatste is het aanspreekpunt voor zowel kinderen, leerkrachten, ouders, CLB en andere externe hulpverleners. Deze uren zorgbeleid worden gegeven opdat er in de school effectief zorg zou zijn voor ieder kind dat in de school ingeschreven is met ontwikkelings- en leerproblemen en leerstoornissen. Er is tenslotte een directrice, die echter ook de leiding heeft over de school in Leffinge en die in beide scholen bijgestaan wordt door een secretaresse. Dat brengt het totaal in Westende op 23 leerkrachten, 19 dames en 4 heren.
Ās Middags op school eten! Ondenkbaar in onze tijd! De ouders hebben steeds de keuze uit 3 opties: ofwel neemt hun kind een warme maaltijd op school, ofwel brengt het een eigen lunchpakket mee ofwel gaat het thuis eten. De warme maaltijden bestaan steeds uit soep, een hoofdgerecht en een dessert. Ze worden bereid door een gespecialiseerde firma. Voor een kleuter wordt 2,08 euro betaald, voor een leerling(e) uit het lager 2,48 euro. Als een kind een lunchpakket meebrengt, kan het gratis soep en water krijgen. Hieronder zien jullie de ruime eetzaal.
Alles is werkelijk voorzienĀ De kinderen krijgen op school echt alles wat hun hartje lust. Ik heb de neiging om te zeggen dat ze te veel verwend worden. Ik weet het wel: melk drinken en fruit eten worden door gezondheidsspecialisten warm aanbevolen. Tijdens de speeltijd, in de voormiddag is er water en in de namiddag melk, chocomelk, fruitsap of water. Ās Woensdags om 10 uur, krijgt elke leerling(e) een stuk vers fruit (appel, peer, kiwi, mandarijn, Ā ) Om de twee weken kunnen de leerlingen met de klas naar de gemeentelijke bibliotheek. En dan zijn er ook nog wat men vandaag de ĀExtra muros-activiteitenĀ noemt. Al naargelang het leerjaar, vanaf het tweede, kunnen dat sportklassen, ingericht door de gemeentelijke sportdienst, of plattelandsklassen of bosklassen zijn. De kinderen gaan op schoolreis, onder andere naar pretparken en brengen bezoeken aan een boerderij, een museum, een tentoonstelling, Ā De enige activiteiten die wij in klasverband buiten de school meemaakten, waren de deelname aan processies en aan de bevrijdingsstoet, maar dan tijdens het weekeinde. De school heeft nu ook een naam en een zeer mooie en duidelijke website http://www.onderwijs.middelkerke.be/duinpieper/ met veel fotoĀs die het leven op school schetsen.
Ook de ouders worden verwend Drie maal per schooljaar geeft de school een krantje uit, dat het relaas brengt van de voorbije activiteiten en dat de ouders informeert over wat komende is. Daarop prijkt ook het logo van de school, zijnde een zangvogel uit de familie van de kwikstaarten.
Vooraleer de schoolbel weerklinkt en na het sluiten van de schoolpoorten hoeven werkende ouders zich geen zorgen te maken over hun kroost. Deze wordt opgevangen in het oud gemeentehuis, dat voor een enorm reusachtig bedrag omgebouwd werd tot de kinderopvang ĀDe StrandjutterĀ.
Ās Morgens brengt het gemeentebusje de kinderen naar school en het haalt ze Ās avonds op school af. In onze jeugd was het niet de gewoonte dat moeders ook uit werken gingen en dat zou ook moeilijk geweest zijn omdat zij de zorg moesten dragen over een kroostrijker gezin dan de moeders van vandaag. Kinderopvang was dus nergens voor nodig. Het bestond dus niet en wie had het zich trouwens kunnen veroorloven?
Besluit Heb ik mij nu ĀouderwetsĀ uitgedrukt? Heb ik te veel verwezen naar Āonze tijdĀ? De school is in elke periode de weerspiegeling van de maatschappij. Natuurlijk is er vandaag heel wat verbeterd en bijgewerkt, maar nemen jullie maar van mij aan dat onze schoolperiode ook veel goede kanten had Ā zelfs al besef je dat maar (veel)later.
Lang geleden! toen we nog op de schoolbanken zaten in Westende
Kennismaking met de school Toen wij nog maar pas vast op onze benen stonden en onszelf nauwelijks voldoende konden behelpen, werden wij al naar de kleuterafdeling van de ĀnunnescholeĀ gestuurd. Zo werd inderdaad de vrije Sint-Lutgardisschool genoemd. Het grootste deel van het onderwijzend personeel bestond inderdaad uit nonnen, zusters van de congregatie ĀSint-Vincentius à PauloĀ uit Kortemark. Toen was er nog geen sprake van school kiezen: iedereen werd katholiek opgevoed, en daarmee uit! Hieronder zien jullie een foto van een gemengd klasje uit de periode vóór 1948. Fred Diet, die me de foto stuurde, beweert dat hij de kleuter is vooraan, links van de bloempot. Zijn er nog Westendenaars die iemand kunnen thuiswijzen?
Naar de jongensschool Het was toen nog niet allemaal in wetten of decreten vastgelegd op welke leeftijd een kind naar het eerste studiejaar mocht en zo mocht ik op mijn vijfde naar de lagere jongensschool. Inderdaad, vanaf toen (normaal 6 jaar) werden de jongens en meisjes gescheiden. De meisjes bleven bij de zusters en de jongens moesten/ mochten naar de gemeentelijke jongensschool. Dat was dus in september 1943, volop in de tweede wereldoorlog. Zoals iedereen begonnen wij het schooljaar 1943-44 met het eerste studiejaar. We zaten daarvoor samen met het tweede jaar in één klas omdat er maar één onderwijzer voorzien was voor de twee.
Een wirwar van leerkrachten Er waren op dat ogenblik drie onderwijzers benoemd aan de school. De eerste, August Dewulf, benoemd in 1914, was op 01.08.1920 schoolhoofd geworden. De tweede was Albert Bloes, in dienst gekomen in 1935 en de derde was niemand minder dan Ā André Inghelram. Deze laatste werd in het schepencollege van 23.12.1941 als ĀziekelijkĀ vermeld. Dat belette hem wel niet een zeer actieve rol te spelen in het VNV (Vlaams Nationaal Verbond van onderwijzer Staf de Clercq) en zelfs oorlogsburgemeester van Middelkerke te worden. Door een besluit van het schepencollege van 30.07.1943 werd hem een verlof toegekend van 1 jaar tot 03.08.1944. Ik heb hem dus nooit gekend als leerkracht, want hij is daarna nooit meer als dusdanig naar Westende teruggekeerd. Na opeenvolgende schorsingen werd hij bij beslissing van het college van 14.09.1943 (en op 28.09.1944 afgezet) vervangen door Georges Bloes, die dus onze eerste ĀmeesterĀ werd en die ons door het eerste en het tweede studiejaar loodste. Op de fotoĀs hieronder, van links naar rechts: André Inghelram, August Dewulf, Albert Bloes en Georges Bloes. Zo zagen ze er toen uit. Ze zijn alle overleden.
De samenstelling van het onderwijzend kader heeft tijdens onze lagere schooltijd heel wat wijzigingen ondergaan. Veel leerkrachten geloofden tijdens de tweede wereldoorlog in een nieuwe orde. Zoals Inghelram en Baeckelandt in Middelkerke, hadden we hier August Dewulf en Albert Bloes. Zij zouden Āeen onvaderlandsche houding aangenomen hebben, antinationale doelen nagestreefd hebben en propaganda gevoerd hebben ten gunste van de vijandĀ. Er werden toen enkele tijdelijke aanwervingen gedaan om beide bovenstaande plus Inghelram te vervangen. André Titeca uit Middelkerke, Iréne François en Marcel Verstraete uit Ieper waren de interimarissen. Aan deze leerkrachten heb ik echter geen enkele herinnering bewaard. Op 12 september 1944 werd Westende bevrijd en onmiddellijk werd begonnen met de repressie. August Dewulf en Albert Bloes werden opnieuw door de gemeenteraad geschorst vanaf 27 september 1944 tot einde februari 1945.
Zij werden vervangen door Albert Lambein uit Westende en René Govaert uit Lombardsijde.
Een bewogen jaar 1944
Op 4 maart 1944 werden de scholen van Westende gesloten. Het onderwijzend personeel werd gebruikt voor het opmaken van de ontruimingsfiches, bestemd voor het Hoog Commissariaat van de Ontruiming. Op 8 september 1944 werd de school voor de tweede keer beschadigd door beschietingen. Dat bracht mee dat wij tijdelijk les kregen in villa ĀLa DuneĀ in de Duinenlaan, het huidig schoonheidssalon van Fabienne Coucke, waarvan jullie hier links de voorkant (zonder torentje dat er toen nog niet was) en rechts de achterkant zien.
Ās Middags gingen we, onder begeleiding van de meesters, vruchten van de duindoorn plukken omdat die veel vitamine C bevatten waarmee men slecht gevoede kinderen en volwassenen versterkte.
In het derde leerjaar Na de vakantie van 1945 mochten wij dus van klas veranderen en kwamen wij in het derde leerjaar. Dat had bij de normale titularis August Dewulf moeten zijn, maar die was nog geschorst. Vanaf 28 juni 1945 werd Albert Bloes vervangen door Gustaaf Debleeckere en vanaf 3 juli 1945 werd Gustaaf Mornauw de vervanger van August Dewulf. Ik heb enig opzoekwerk verricht naar die beide ĀGustaafĀsĀ en ik stelde vast dat Debleecker (foto hieronder links) overleden is en dat zijn weduwe nog in de Witte Nonnenstraat in Oostende woont. Mornauw (foto hieronder rechts) leeft wel nog en verblijft in een serviceflat van rusthuis Sint-Monica in Oostende, waar ik hem een bezoek bracht.
De infrastructuur De gemeenteschool geleek enkel in die zin op de vrije meisjesschool dat er op de speelplaats ook een betonnen schuilplaats gebouwd werd. Dat was nodig gebleken omdat op 8 september 1940 reeds een luchtaanval had plaatsgehad waarbij ernstige schade aangebracht werd aan de gebouwen van de school, vooral aan de turnzaal die omzeggens in puin gebombardeerd werd. Wij hebben dus nooit de ĀluxeĀ van een turnzaal gekend aangezien die pas begin 1950 hersteld werd. Ik ben reeds jaren vruchteloos op zoek naar een foto van de school met schuilplaats en met kapotgeschoten turnzaal. Voorlopig moet ik mij echter tevreden stellen met onderstaande foto.
Begin 1947 werd in de gemeenteraad beslist dat de schuilplaats moest verdwijnen. De prijs voor het opruimen werd geraamd op 6.478,22 BFr. Hadden wij dan helemaal geen lichaamsbeweging? Natuurlijk wel! Terwijl de drie meesters de speelplaats op en neer wandelden, speelden wij er ĀboareĀ (lopen van de ene kant van de koer naar de andere en ervoor zorgen dat je niet aangetikt werd door diegene die in het midden van de koer opgesteld stond) of Āgendarm en diefĀ (ook een loopspel waarbij kruisgewijze via waterafvoergeultjes moest ontsnapt worden aan de gendarm in het midden.) De weg van en naar de school legden wij natuurlijk ook te voet af en na de schooluren konden wij niet snel genoeg op ons voetbalpleintje zijn. Nadat we ons huiswerk gemaakt hadden, natuurlijk!
Er waren drie klaslokalen. Op onderstaande foto kan men zien hoe die er uitzagen. In het midden stond de kachel met daarnaast een kolenbak. Per bank konden twee kinderen plaatsnemen. Ze waren voorzien van een voetsteun en vooraan uitgerust met een ligplaats voor de inktpot en gleuven om de griffel of de pen in te leggen. Deze klas stond onder de leiding van August Dewulf. Vooraan rechts zien we Fred Diet en Oscar Roose (+), daarachter rechts Willy Hochmont.
Nieuwe spelling In 1946 kregen wij een nieuwe hindernis te overwinnen: de nieuwe spelling werd ingevoerd. Dat zou zogezegd een versimpeling zijn van de vorige. We moesten voortaan alleen nog sch schrijven waar de klank sch werd gehoord, behalve in het achtervoegsel Āisch: mensch werd mens, maar komisch bleef. De lange klinkers ee (heeten) en oo (zoo) in open lettergrepen moesten voortaan als e (heten) of o (zo) geschreven worden. Die overschakeling liep niet bij iedereen van een leien dakje.
Klasgenoten De school was dus uitsluitend voor jongens bestemd. De totale bevolking van de school bedroeg ongeveer 80 leerlingen, een goeie vijfentwintig per klas en per onderwijzer voor twee studiejaren. Terwijl het ene jaar les kreeg, moest het andere jaar rekensommen maken, mooi leren schrijven of zinnetjes maken met pas geleerde nieuwe woorden. Wie daarmee vroeg klaar was en in de lagere klas zat, kon meeluisteren naar de les van het hogere jaar en zo vooruitlopen op zijn tijd. En wie zat er allemaal in onze klas? Op het gevaar af van er één te vergeten: Willy Castelein, Jules Christiaen, Guido Criel, Gilbert Denolf, Willy Devriendt, Maurice Dewulf, Lucien Lefevere, Frank Loones, Herman Maesen, Camiel Quartier, Walter Thyvelen, René Vermet, Désiré Verslype. Andere namen uit die tijd, maar die ik niet meer in de juiste klas kan plaatsen: Romain Clemens, Camiel Corteel, Gilbert Janssens, Robert Morel, Carlos Osaer, Jean Vanhooren, Daniël Vanmoortel, Laurent Verbeeke, Willy Wyckaert en een zekere Godfried waarvan de vader Āaan de tram wasĀ en die in het tramhuisje van Westende-bad woonde. Spijtig genoeg is er geen archief over onze gemeenteschool bewaard gebleven.
Naar de hoogste klas Albert Bloes trad pas begin 1947 weer in dienst. Hij had het vijfde, zesde, zevende en achtste studiejaar. Die laatste twee telden slechts weinig leerlingen en bestonden enkel omdat er sedert 1921 een leerplicht bestond tot 14 jaar. Wie niet verder wilde studeren en liever ging werken moest dus, in afwachting, eerst nog een paar jaren zijn Ābroek verslijtenĀ op school. Ik ben al een hele tijd op zoek naar een foto van ĀonzeĀ klas uit die tijd en ik heb Ā de helft ervan gevonden. Hieronder zien jullie beter wat ik bedoel. De fotograaf stond dus vooraan in de klas en zal er wel niet in geslaagd zijn om de gehele klas ineens op de gevoelige plaat te krijgen. De linkse helft (hieronder, waarvoor dank aan Gery Osaer, gans vooraan) toont enkele klasgenoten uit het zesde leerjaar (o.a. René Vermet naast ?, Walter Thyvelen en Désiré Verslype, ? en ? maar de rest van het leerjaar en de enkele leerlingen uit het zevende en achtste leerjaar staan dus op die (onvindbare) rechtse helft.
Godsdienstige opvoeding Het godsdienstonderricht voor iedereen werd verzorgd door de pastoor of onderpastoor van Westende. Pastoor Prosper Soete (links hieronder) deed het tot 13 augustus 1945, daarna was het pastoor Rafaël Vanden Weghe. (rechts hieronder)
Misdienaars mochten bij begrafenissen en huwelijken de les verlaten om hun ĀplichtĀ in de kerk te vervullen. Vooral de ĀtrouwsĀ deden ze bijzonder graag want ze ĀstriktenĀ of ĀstroptenĀ de trouwkoppels met een lint en lieten ze pas door als ze met drinkgeld over de brug kwamen. ĀMisdienaarĀ zijn had dus wel voordelen. Je mocht ook de klokken luiden, je bleef Ās avonds na het lof rond de kerk spelen, je mocht niet Āaan de wijn zittenĀ maar je deed het toch, Ā .
Ik deed mijn plechtige communie op Sinksen 5 juni 1949. Dat was niet het geval voor het merendeel van mijn leerjaar, omdat die in een vorig kalenderjaar geboren waren. Om je communie te ĀmogenĀ doen, moest je bewijzen over een ruime kennis van de catechismus te beschikken. Die werd ons bijgebracht in de ĀleringĀ die plaats had in de kerk zelf. Tegen elke zitting moesten wij een deel van de leerstof instuderen en die kennis werd dan door de pastoor getest. Wie zijn les niet of onvoldoende geleerd had en dus niet kon antwoorden op een vraag, moest een stoel achteruit en werd voorbijgestoken door zijn buur, als die het antwoord wel kende. Zo kon de beste catechismuskenner tegen zijn plechtige communie de eerste stoel ĀveroverenĀ. In die tijd werd Āde eerste zitten op school of in de leringĀ zeer belangrijk gevonden, vooral door de ouders, die hun spruiten fel daartoe aanmoedigden.
Na de lagere school Wie wilde verder studeren na Āhet zesde lagereĀ, had de keuze tussen de rijksmiddelbare school of het college in Nieuwpoort, ofwel het atheneum of het college of de vakschool in Oostende. Als je, zoals ik, koos voor de rijksschool, dan werd dat je niet in dank afgenomen. Westende- dorp werd toen nog volledig gedomineerd door de kerkelijke overheid en vond katholiek onderwijs dus vanzelfsprekend. Misschien vragen sommige zich af of wij schade leden onder de lessen in oorlogstijd en de wisselende (maar zeer bekwame) leerkrachten met elk twee klassen? Mij heeft het geen kwaad gedaan en ook in het middelbaar kon ik meer dan mijn mannetje staan.
Bronnen Scriptie van Stefaan Ingelbrecht Verslagen van de gemeenteraad Service Marc Feuille 11 Courrier du 13.3.1944
Aanpassing 19.12.2010 om 18 uur Fred Diet, een Westendenaar die destijds emigreerde naar Canada (zie mijn artikel over hem en zijn familie) laat mij weten dat hij elke week mijn blog leest om op de hoogte te blijven van wat zich in Westende afspeelt. Hij stuurde me ook nog een foto uit de tijd dat hij, zoals ik enkele jaren vroeger, school liep bij de nonnekens.
Kleuters en zesjarigen zijn vandaag heel wat gewoon. Meestal werken hun beide ouders en zeldzaam zijn diegene die nooit hun uren doorbrachten in een kinderopvang, al dan niet door de gemeente georganiseerd. Eens gescheiden worden van mama is voor hen niet meer het einde van de wereld. En toch Ā een eerste schooldag is nog steeds iets bijzonders. Dat geldt in eerste instantie voor de kleuter die voor het eerst naar school gaat maar ook nog voor de zesjarige die nu naar de ĀgroteĀ school mag of moet. We hebben het allemaal meegemaakt, als ĀslachtofferĀ (zij het dan in totaal andere omstandigheden) of als fiere ouder.
Op woensdag 1 september was het dan weer zo ver. De 30 km - zones werden weer geactiveerd. En dan kon het beginnen Ā met een (zonnige) halve dag van 08u45 tot 11u30. Bovendien startte het schooljaar met een ontbijt (fruitsap, koffie, sandwiches, Ā ), in open lucht gezien het mooi weer, voor de 50 kleuters en de 90 leerlingen van de lagere school. Ook de ouders waren welkom. Wat worden die kinderen toch verwend, tegenwoordig!
Dat was echter niet de reden waarom ik er absoluut bij wilde zijn toen de gemengde gemeentelijke basisschool ĀDuinpieperĀ zijn deuren weer opende na een lange vakantie met zeer veel zon in de eerste helft en veel wind en regen in de tweede helft.
Maar eerst nog dit: jullie weten toch wat een duinpieper is? Het is een zandkleurige (vandaar duin-), zeer bedrijvige zangvogel van 15,5 cm lang uit de familie van de kwikstaarten. De vogel heeft een lange staart die hij voortdurend op en neer doet wippen. Werd de naam gekozen naar analogie met een kind dat nooit stilzit? Goed gekozen, in elk geval.
De echte reden waarom ik die eerste schooldag niet wilde missen, was de zopas vernieuwde Henri Jasparlaan, die de chaos aan de schoolpoort zou moeten oplossen. Zou het probleem dat ik aankaartte in mijn artikel van december 2008 nu van de baan zijn? Jullie kunnen het hier lezen.
Helaas, ĀdriewerfĀ helaas! Wat een ontgoocheling! Ik had het natuurlijk een aantal dagen geleden reeds zien aankomen maar de Henri Jasparlaan was niet klaar op ĀD-DayĀ! Ik neem aan dat het toch de bedoeling zal geweest zijn om tenminste een stuk van de laan te kunnen gebruiken tegen de eerste schooldag. Het gevolg? Nog steeds chaos, zoals twee jaar geleden. Ik had eerder de indruk dat de ouders eigenlijk absoluut in de Duinenlaan willen parkeren om hun kinderen dichter bij de poort te kunnen afzetten en om zelf niet ver te moeten stappen. Er stonden wel nog geen verkeerstekens maar de Henri Jasparlaan was eigenlijk niet echt afgesloten of dat was tenminste niet echt duidelijk te zien. Daarom hadden een paar ouders er toch maar hun wagen geplaatst. De overgrote meerderheid stond echter opnieuw op het fietspad in de Duinenlaan. Jullie zien hieronder links hoe het in 2008 was en rechts hoe het nu is.
Positief was toch dat zij die te voet naar school komen, reeds het nieuw voetpad konden gebruiken.
Maar hoe zit dat rond onze gemeenteschool? Is er hier wel een probleem? Is de wegeninfrastructuur rond de school wel aangepast? Dat is (voorlopig?) niet volledig het geval, want er is zelfs geen voetpad in de Henri Jasparlaan. Maar er is hoop op beterschap. De laan zou vernieuwd worden tussen de Westendelaan en de Doornstraat. Er komen brede trottoirs en aan beide zijden een fietspad. Zijn er parkeerplaatsen genoeg? Eigenlijk wel maar de geplande vernieuwing voorziet toch nog geschrankt parkeren op bepaalde plaatsen. Zo komen er meer parkeerplaatsen schuin op het voetpad. Dat betekent nog meer autoĀs en ... kans op grotere chaos? Er komt een kus- en rijzone, dat zijn enkele parkeerplaatsen die tijdens de spitsuren voorbehouden zijn voor het veilig afhalen en afzetten van kinderen. Is dat dan allemaal nodig omdat er geen toezicht is? Helemaal niet! Dat laat zeker niet te wensen over. Soms zouden zelfs politieagenten aanwezig zijn om foutgeparkeerde wagens (zie foto) op te schrijven. Hopelijk beperken ze zich daar niet toe. Er zijn ook vrijwilligers die de kinderen veilig de weg laten oversteken en die toezicht houden.
Wat gaat er dan wel verkeerd? Het aantal ouders die hun kind(eren) met de auto naar school brengen moet verminderd worden. Kan het dan niet te voet of met de fiets zoals wij dat destijds deden.? Jonge ouders vinden (terecht) dat het verkeer veel drukker geworden is. Ze durven hun kinderen daaraan niet blootstellen. Moet het dan maar blijven zoals het is? Natuurlijk niet! Als in een wijk verschillende kinderen van dezelfde school wonen, waarom dan niet ĀcarpoolenĀ met een beurtrol om het aantal autoĀs aan de schoolpoort te verminderen. Het spaart bovendien tijd en geld. Waarom geen gebruik maken van de schoolbus? Als de ouder dan toch zijn wagen moet gebruiken, dan wordt van hem/ haar verwacht dat de verkeersregels strikt in acht genomen worden: nooit op het zebrapad, het fietspad of het voetpad parkeren, zelfs niet voor vijf minuutjes de maximumsnelheid respecteren en stoppen aan het zebrapad. Als er geen parkeerplaats meer is aan de schoolpoort zelf, plaats dan de wagen op een verder gelegen veilige parking en wandel het laatste stukje naar school. Dat sommigen liever dicht bij de uitgang staan, zelfs al mogen ze daar niet parkeren, blijkt uit de middelste foto. Geef de fietsers ruimte. Steek ze alleen voorbij als dat veilig kan. Een kleine groep duidelijk herkenbare fietsers valt op in het verkeer. Reflectoren en lampjes zijn niet alleen verplicht op de fiets, ze zijn ook levensbelangrijk. En een fietshelm of fluorvestje in plaats van een donkere jas kan de veiligheid alleen maar verhogen. Twee begeleiders, eentje vooraan en eentje achteraan, volstaan om fietspoolen veilig te maken. Bovendien ben je dankzij de beurtrol als ouder niet verplicht om elke dag mee te fietsen.
Dus ouders, stof genoeg om eens goed over na te denken!