We kunnen niet ontkennen dat Facebook naast al zijn nadelen ook voordelen biedt. Onder andere krijgen blogschrijvers er inspiratie door om een artikel te schrijven over wat op de mensen hun lever ligt en dan, voor mij althans, in het bijzonder op die van de Westendenaar.
Eén van de voorbije weken ging het over de kennis van onze Vlaamse taal van het personeel van het petanquecomplex op het Middelkerks sportterrein en van sommige syndics van appartementsgebouwen.
Iemand vindt het gebrekkig Nederlands van de aankondigingen (zie hieronder) en het feit dat de barbedienden er geen woord Nederlands kennen, wraakroepend.
Hij krijgt daarbij steun van andere, die dat een 'schande', 'verraad' of 'provocatief gedrag' vinden. Sommige vergelijken dat met wat zij ervaren tijdens de eigenaarsvergaderingen van appartementsgebouwen waar nochtans zowel Nederlands als Frans gesproken wordt maar waar sommige eigenaars dat niet in dank aanvaarden. Die weigeren zelfs in het Nederlands te praten, hoewel zij reeds lang aan onze kust wonen.
Iemand suggereert, dubbelzinnig wat zijn mening betreft, dat de klagers misschien 'bij nacht en ontij' in een zwart gewaad en met een pet diep over de oren getrokken, de muren van Westende-bad en Middelkerke vol kunnen kladden met 'de kust Vlaams'. Hij voegt eraan toe dat dit ons zou terugbrengen naar de jaren 70 'waarnaar vaak nostalgisch verwezen wordt'. Daarmee bedoelt hij de acties die destijds ondernomen werden om de verfransing van de kust tegen te gaan.
Daar wil ik het hier verder over hebben.
Een kort overzicht van de geschiedenis van de Vlaamse Beweging De Belgische staat werd vanaf de onafhankelijkheid in 1830 eentalig Frans, aangezien de heersende klasse zowel in Vlaanderen als Wallonië deze taal sprak. Het Frans ging het openbare leven domineren en werd de taal van het gerecht, de administratie, het leger, de cultuur, de media. Frans was de taal van de politieke en economische elite. De Nederlandstaligen hadden nauwelijks politieke of economische macht. Ze werden bestuurd, onderwezen en berecht in een taal die de meesten niet begrepen. Hof, regering en parlement zetel(d)en in Brussel. Rond dat politieke centrum groeide geleidelijk ook een financieel-economische elite. In een razendsnel tempo kreeg Brussel een Franssprekende boven- en middenlaag. Lager en middelbaar onderwijs kon men nagenoeg enkel in het Frans volgen.
Toch brak de culturele en politieke eigenheid van duizend jaar Vlaamse cultuur stilaan door. Vanaf 1876 werd opnieuw in het Nederlands les gegeven, maar dan gemengd Frans-Nederlands. Volledig Nederlandstalig onderwijs kwam er pas in 1930, toen de Gentse universiteit vernederlandst werd, en in 1932 voor het secundair onderwijs. In 1938 werd Nederlands ook een voertaal binnen het leger.
Tegen deze jarenlange verregaande achterstelling kwamen steeds meer reacties op gang. De Vlaamse Beweging ijverde voor sociale en politieke gelijkberechtiging van de Vlamingen. Gedurende de twee wereldoorlogen collaboreerde een deel van de Vlaamse Beweging met de Duitse bezetter. Niettemin bereikte ze meer en meer resultaten. Zo werd het Nederlands terug ingevoerd als onderwijstaal en in de administratie in Vlaanderen.
Maar het liep niet allemaal van een leien dakje. De kustbewoners konden tijdens de seizoenen ervaren dat de kust bijlage nog niet vernederlandst was. De Franstalige invloed kwam van twee kanten: van de kerk en van de handelaars.
Vanaf 1960 werden daartegen verschillende acties ondernomen. Dit zowel onder invloed van het Davidsfonds als van de Vlaamse VolksBeweging (VVB). De gedeeltelijk of volledig Franstalige missen zoals te De Panne, Oostende, Koksijde, Knokke en Westende werden door de plaatselijke bevolking en de toeristen niet meer klakkeloos aanvaard. Spontane acties begonnen vanaf dan. Oorspronkelijk verliet men demonstratief de kerk toen de priester op het Frans overging, later begon men luid het lied 'Onze Lieve Vrouw van Vlaanderen' te zingen tijdens deze gewraakte passages. Of men begon luidop te bidden in het Nederlands. Een ander protestmiddel was de boycot van de Franstalige preken door tijdens de omhaling kartonnen nep-penningen in de schaal te gooien en zo expliciet het doel van de Franse preken in vraag te stellen onder het motto 'Geen Vlaams, geen centen'. Deze penningen werden in groten getale aangemaakt en buiten de kerk verkocht aan de gelovigen. De opbrengst diende als steun voor de acties. Na de mis, buiten de kerk, klonken heftiger tonen. Daar werden andere liederen gezongen. De kreten lieten niets aan duidelijkheid over. En de acties en incidenten in en buiten de kerk bleven aanhouden, zondag na zondag. En er verschenen steeds meer nationalisten, van alle leeftijden.
Een verharding van de acties kwam er vanaf de organisatie van een autokaravaan na de IJzerbedevaart op 18 augustus 1963. Deze werd georganiseerd om de aandacht te vestigen op de problemen betreffende het taalgebruik aan de kust. Tot 1963 waren de acties vooral gericht tegen de gemeentebesturen en privéfirma's, van zodra er onregelmatigheden werden vastgesteld.
Wat de handelaars betreft, riep het Vlaams Aktie Komitee de Vlamingen op om
-een aanwezigheids- en geen afwezigheidspolitiek te voeren aan de kust; -bewust en kordaat op te treden waar dit nodig bleek; -beschaafde taal en beschaafde omgangsvormen in acht te nemen.
Ook vroeg het Komitee om het Nederlands aan de kust de plaats te geven die het toekomt en de gemeentebesturen en handelaars te dwingen rekening te houden met de Vlamingen. Vervolgens stond de voorlichting van toeristen op het verlanglijstje.
Zo werden bijvoorbeeld in Knokke oproepen aan de handelaars verspreid met de vraag de juiste taalverhouding in acht te nemen. In dit document werd erop gewezen dat 4-talige folders (met het Nederlands vooraan) getuigen van een veel grotere handelsgeest en zin voor internationaal toerisme. In april 1964 riep Vlaamse Volksbeweging (VVB)-Oostkust de andere VVB-kaderleden ter hulp om tot een versnelde vernederlandsing van de kust te komen. De oproep aan de Vlamingen gold: 'Spreek Nederlands, blijf er niet weg!'
En die besturen reageerden ... of reageerden niet.
Het gemeentebestuur van Middelkerke stuurde een brief aan alle eetgelegenheden. Ziehier één paragraaf uit de brief: 'We geloven dat in alle Horecabedrijven mits een kleine inspanning, de Nederlandstalige toeristen in het Nederlands kunnen bediend worden. Het zou naar onze mening ondenkbaar zijn dat er in hotels en restaurants te Namen, Dinant, La Roche e.a. geen spijskaart in de streektaal, uiteraard het Frans, zou voorhanden zijn of dat het personeel aldaar fransonkundig zou zijn'.
Volgende instellingen zegden hun medewerking toe: Zeedijk: Casino, pension-restaurant Derby, hotel Terminus, hotel La Siesta; Leopoldlaan: restaurant du Centre; de Smet de Naeyerstraat: Regent, pension-restaurant Were Di;
De burgemeester van Westende reageerde als volgt: 'De inhoud treden we volledig bij, doch het is ons momenteel materieel onmogelijk een rondschrijven te sturen aan alle Horeca-exploitanten'.
Wat kunnen wij vandaag nog doen? Heden ten dage worden de missen aan de kust in het Vlaams gelezen en preken doen de pastoors helemaal niet meer, althans niet vanaf de preekstoel. Op het gebied van menu's en bediening in de restaurants en bars, lijken er mij, op enkele eerder zeldzame uitzonderingen na, geen problemen te zijn.
Middelkerke telt onder de talrijke tweede verblijvers en onder de zomertoeristen uiteraard heel wat Franstaligen. De gemeentelijke financies varen er wel bij en het gemeentebestuur, de horeca-uitbaters en de kleinhandelaars zien ze dus graag komen.
Als men toch nog te doen krijgt met een Vlaamsonwillige tweede verblijver of bewoner van de gemeente of een tewerkgestelde in de horeca, groot warenhuis of kleinhandel of als men ergens een ééntalige of in gebrekkig Vlaams opgestelde Franse affiche of menukaart in handen krijgt, dan wordt een autochtone Vlaming kwaad of misschien nog één of meerdere graden hoger. Dan vraagt die zich af hoe men daartegen kan reageren en waarom de gemeente daar niets tegen doet. En men eist dat Franstaligen die aan de kust komen wonen, hoe oud ze ook mogen zijn, Nederlands leren. Iemand suggereert zelfs op FB dat een inburgeringscursus voor Franstaligen moet ingericht worden. Tussen haakjes, wie dat vrijwillig wil volgen, kan terecht in het Buurthuis in de Meeuwenlaan.
Men is dus rap geneigd om zijn gal te spuwen op Facebook of nog andere middelen aan te wenden om uiting te geven aan zijn wrevel.
Maar, maar ... niet te snel de 'Brugse Metten' nabootsen of leuzen schreeuwen zoals in de 'Leeuw van Vlaanderen' van Hendrik Conscience want ... wat lees ik in de Vlaamse taalwetgeving?
Privé heeft iemand de vrijheid om de taal te gebruiken die hij/zij verkiest. Zo kunnen privépersonen onderling, bedrijven naar hun klanten en verenigingen naar hun leden, de taal gebruiken die ze willen. Bijvoorbeeld: Een bedrijf verspreidt reclameaffiches of reclamebrochures via de post in Vlaanderen: het bedrijf mag zelf kiezen in welke taal de reclame voor hun klanten wordt opgesteld. Een culturele vereniging in Vlaanderen met veel Spaanse leden mag zijn leden nieuwsbrieven sturen in het Spaans.
Op een aantal terreinen kan die taalvrijheid worden ingeperkt, en moet rekening gehouden worden met de bestuurstaal van de gemeente of de regio:
- contacten van overheidsdiensten met burgers en ondernemingen
- het gerecht (het taalgebruik in gerechtszaken)
- het taalgebruik in het onderwijs
- contacten in bedrijven tussen werkgevers en personeel.
Oppassen dus ... niet te snel met jullie reacties!!!
Bronnen http://www.ethesis.net/vlaamse_volksbeweging/vlaamse_volksbeweging.htm https://nl.wikipedia.org/wiki/Geschiedenis_van_Vlaanderen https://www.vlaanderen.be/nl/vlaamse-overheid/organisatie-van-de-vlaamse-overheid/de-taalwetgeving-vlaanderen
0:00
|