Waarom is of was er luchtdoelartillerie nodig? Om grondtroepen of gronddoelen (of schepen bij de zeemacht) te verdedigen tegen aanvallen uit de lucht, natuurlijk. Hoewel er reeds een eerste vliegtuig over België vloog in 1908, en er daarna proeven gedaan werden om er post en passagiers mee te vervoeren werd het eigenlijk vooral als sport- en stuntapparaat gebruikt. De Europese legers interesseerden zich wel reeds in 1911 voor deze nieuwe ontwikkeling maar de Eerste Wereldoorlog bespoedigde natuurlijk de ontwikkeling van het militair vliegtuig. Men begon vliegtuigen in te zetten om te verkennen. Toen de vijanden vervolgens met elkaar in conflict kwamen in de lucht, kwam het jachtvliegtuig in beeld. Het werd uitgerust met mitrailleurs op de motorkap. Door Sikorsky's experimenten met viermotorige vliegtuigen gingen bommenwerpers tot de mogelijkheden behoren. In België duurde het eigenlijk veel te lang vooraleer de ministeries en de militaire staven tot het besef kwamen dat het vliegwezen zich in snel tempo ontwikkelde en dat het dus aangewezen was aangepaste middelen te voorzien om aan deze bedreiging het hoofd te bieden. Luitenant-Generaal Théophile Van De Putte, een koppige West-Vlaming geboren te Leffinge in 1874, speelde daarin een hoofdrol. Hij was trouwens commandant van de luchtverdedigingstroepen van 1929 tot 1936.
De bestaande luchtdoelartilleriemiddelen werden gecentraliseerd en er moest modern materieel aangeschaft worden. De wapens en de eenheden, die zich rond Antwerpen in de forten bevonden, werden samengetrokken in de Sint-Annakazerne te Laken. Weldra werd een regiment Territoriale Verdediging tegen Luchtdoelen opgericht. Dat omvatte onder andere een technische dienst, die vanaf 1921, samen met de school, proefvuren uitvoerde aan de kust vanaf de wijk Crocodile.
Omdat de school in Laken te klein werd voor de luchtdoelartillerie in volle uitbreiding en aangezien alle schietoefeningen aan de kust gebeurden, was het bijgevolg logisch hier bij ons te zoeken naar een vervangoplossing. In 1937 werd besloten een militair kamp te bouwen ten westen van de oude baan Oostende - Nieuwpoort en ten noorden van de baan Lombardsijde dorp strand. Het zou tijdens de winter door Landsverdediging bezet worden en s zomers dienen als sociaal vakantieoord voor het burgerpersoneel van de ministeries van Volksgezondheid en Verkeer. De rest van het jaar konden er infanterie-eenheden, in schietperiode, ingekwartierd worden. Tot dan toe waren deze ondergebracht bij de burgerbevolking wat wel eens aanleiding gaf tot moeilijkheden. Ondanks vertragingen door opeenvolgende regeringswijzigingen en ondanks het verzet van de familie Crombez tegen de onteigeningen, ontstond uiteindelijk toch het huidig kamp. Vanaf 1938 werd er gevuurd met lichte wapens en vanaf 1939 met kanonnen. In dat laatste jaar werd ook de bouw van het kamp NOORD aangevangen. De blokken waren praktisch af doch werden niet in gebruik genomen door het Belgisch leger voor mei 1940. Gedurende de achttiendaagse veldtocht diende de strook tussen het kamp en de IJzer als vervangingsvliegveld. Vanaf september 1939 werden er Duitse krijgsgevangenen vastgehouden. In mei-juni 1940 werd het kamp door de bezetter als krijgsgevangenkamp gebruikt. Het werd einde juni gebombardeerd door de Engelsen en daarna ontruimd. Naderhand werden de blokken gedeeltelijk afgebroken terwijl er versterkingen (bunkers) werden aangebracht als onderdeel van de beruchte Atlantikwal.
In 1946 werd de luchtdoelartillerieschool heropgericht in Helchteren en in hetzelfde jaar overgebracht naar Brasschaat. Op 1 februari 1951 werd ze overgeplaatst naar Lombardsijde waar op 29 november 1951 de BENELUX school opgericht werd. Ze had als opdracht de gezamenlijke vorming van Belgische en Nederlandse jonge artillerieofficieren en onderofficieren. Ze bleef bestaan tot in 1959. De bezetting van het kamp bereikte een hoogtepunt in de jaren 1953-1955. Wie herinnert zich niet de weekendrappels van de kampmannen. Toen waren er in het dorp Lombardsijde heel veel cafés. De militaire politie moest er toen bijna elke avond optreden omdat er altijd wel enkele militairen voor ambras zorgden. De oudsten onder jullie zullen zich waarschijnlijk ook nog herinneren dat er zeewaarts geschoten werd op schijven getrokken door bemande vliegtuigen (o.a. de Spitfire) en vanaf 1953 op schietschijven gesleept door van op de grond met radio gestuurde vliegtuigjes, die bij een crash in zee met een amfibievoertuig moesten opgehaald worden. Dat was de taak van het detachement radiogeleide schietschijven, dat op 5 mei 1954 opgericht werd. Om de veiligheid van de scheepvaart te garanderen wordt dan een gedeelte van de zee (of sector genoemd) ontzegd aan alle scheepvaart. De vissers in Nieuwpoort, die daarvan op de hoogte waren/ zijn, dank zij de 'Berichten Aan Zeevarenden' moesten/ moeten dan rond de sector varen om hun visvangst uit te oefenen. Wie zich daaraan niet hield/houdt, werd/wordt geldelijk beboet. Ik weet niet hoe hoog de boetes nu zijn, maar destijds waren die zo laag dat veel vissers die liever betaalden dan de tijdrovende en brandstofverslindende omweg te maken. De schietende eenheden moesten dus om de haverklap het vuur staken en uren wachten tot de sector weer vrijkwam. Het lawaai dat de kanonnen maakten, afhankelijk van de windrichting, werd door de toeristen niet bijzonder geapprecieerd. De autochtone bevolking stond er iets verdraagzamer tegenover. Omdat ze er gewoon aan geraakten of omdat ze ook de positieve kanten van het kamp inzagen? De politici meenden echter toch actie te moeten ondernemen en zo werd er op zeker ogenblik beslist dat er van 15 juni tot 15 september niet meer mocht gevuurd worden. Kampioen politicus Georges Mommerency, burgemeester van Nieuwpoort, was natuurlijk op de hoogte van die schorsing. Toch verklaarde hij elk jaar voor de start ervan aan de pers dat hij zich beklaagd had bij de minister van landsverdediging en zie
. enkele dagen later hoorde men niet meer schieten. Dank zij Georges, natuurlijk!
Het kamp had voor de burgerbevolking, zoals de militairen die noemen, hoewel ze zelf ook burgers zijn, inderdaad niet enkel negatieve kanten. Zeer talrijk zijn de jeugdgroepen die er hun jaarlijks kamp inrichtten. Hoeveel scholen hebben er niet een bezoek gebracht aan de kazerne? Vroeger nog veel meer dan nu, was de militaire leefwereld onbekend voor wie geen militaire dienst deed. Mede door de opendeurdagen die regelmatig plaatsvonden, werden de contacten met de bevolking geleidelijk aan verbeterd. Veel handelaars, ook lokale, hebben kunnen ondervinden dat de kazerne een groot pluspunt was. Hoeveel verenigingen hebben niet een beroep gedaan op de sportinstallaties van de kazerne? (voetbalveld en turnzaal) De kazerne stond ook vanaf 1961 open voor groepen die er sociale vakanties inrichtten. Hoeveel lijnvissers hebben vroeger niet van de doorgang van het kamp gebruik gemaakt om hun geliefkoosde sport te beoefenen? Hoeveel groepen gehandicapten zouden er wel niet ontvangen geweest zijn in de kazerne? (vb Duinhelm uit Oostende). De eenheden van het kwartier hebben er ook altijd een punt van gemaakt om instellingen voor gehandicapten moreel en financieel bij te staan.
Zoals overal in de wereld, zijn militaire domeinen die niet zo maar door iedereen mogen betreden worden, gunstige terreinen waar (voor onze streek zeldzame) vogels graag broeden en waar vaak zeldzame planten en bloemen groeien. Het kamp organiseert ook reeds sinds 1973 met manschappen en materiaal de vierdaagse mars van de IJzer. Dat was einde augustus 2010 opnieuw een topevenement voor Nieuwpoort, Koksijde, Poperinge, Diksmuide en Ieper. Het was niet zo bekend maar een groep militairen baatten van 1968 tot 1982 een geroemd radiostation voor amateurs (ON6AA) uit en konden alzo noodhulp bezorgen aan wanhopige over de gehele wereld.
Het kamp is ook twee keer de inzet gezet van de fusies van de gemeenten, in 1971 tussen Westende en Lombardsijde en in 1977 tussen Middelkerke en Nieuwpoort. Hoewel Lombardsijde destijds zelf vragende partij was om het kamp op zijn grondgebied te krijgen, vond het bestuur in de zestiger jaren dat de tegen de kust aanliggende kazerne eigenlijk de ontwikkeling van de gemeente belemmerde. Eigenlijk werd dat argument gebruikt om zich Westends grondgebied te kunnen toe-eigenen. Bij de fusie van 1977 werd het kamp bij Nieuwpoort gevoegd.
Tenslotte moet ik het toch ook nog wat meer hebben over de militairen die in het kamp gekazerneerd waren of er verbleven. Vanaf 1960 sprak men van de luchtdoelartillerieschool, die steeds de kern of hoofdbrok van de kazerne uitmaakte. Ook andere machten en wapens vonden er in de loop van de tijd een onderkomen. Zo was er van 1958 tot 1983 een marinebasis gevestigd aan de IJzermonding. Het 3de bataljon Para verbleef er van 1962 tot 1967 vooraleer naar Tielen te vertrekken. Van 1969 tot 1970 was het 3de Cyclisten er ondergebracht. Vooraleer naar hun plaats in de HAWK gordel in Duitsland te vertrekken, werden het 43ste artilleriebataljon HAWK (juli 1963 juni 1966) en het 62ste artilleriebataljon HAWK (mei 1967 oktober 1969) er tijdelijk ingekwartierd. Ingevolge een Belgisch Nederlandse overeenkomst over de gezamenlijke opleiding van radar- en raketherstellers voor die HAWK eenheden nam een Nederlands opleidingsdetachement hier zijn intrek van 1965 tot 1978. Vergeten we tenslotte niet dat in totaal 12.000 rekruten, bestemd voor alle wapens, hier een eerste opleiding van 1 maand genoten en dat in de periode 1980 - 1986.
Op 26 april 1991, na een verblijf van 28 jaar in Duitsland verhuisde het 14de Artillerieregiment van Spich naar Nieuwpoort om er geïntegreerd te worden in de Luchtdoelartillerieschool als eerste schoolbataljon van de Landmacht. Op 1 juli 1994 werd de Luchtdoelartillerieschool afgeschaft en het 14de Artillerieregiment omgevormd tot MISTRAL- bataljon met personeel van de Luchtdoelartillerieschool en vele andere eenheden. Zopas werd het bataljon ontbonden maar daarover had ik het reeds in een vorige bijdrage.
Bronnen http://www.mil.be/armycomp/subject/index.asp?LAN=nl&FILE=&ID=651&MENU=0&PAGE=1 http://events.diksmuide.be/file_uploads/3194.pdf http://www.mil.be/transfo/subject/index.asp?LAN=nl&ID=1679 Te Wapen tijdschrift van de AA School en van 14 A
|