Wie denkt dat ik met dit artikel de indruk wil geven alsof ik iets afweet van het land omploegen of bemesten, van zaaien of planten of van oogsten, die moet ik ontgoochelen. Dat betekent nu ook weer niet dat het werk van de boer mij niet interesseert. Integendeel. Door moderne machines en voorhanden zijnde meststoffen is de stiel misschien wel iets minder hard geworden, maar ik bewonder toch steeds weer het hard labeur, bij weer en wind, en juist erg afhankelijk van dat weer. Oktober is de maand waarin maïs geoogst wordt. Wist u dat dit het gewas is dat we in ons land het meeste verbouwen? Op elke vier hectaren akkerland wordt één hectare met maïs geteeld. Eigenlijk vielen de weidse maïsvelden me pas dit jaar op. Dat moet een reden hebben, dacht ik en daarom legde ik eens bij enkele kenners mijn oor te luisteren. Er schijnen meerdere oorzaken te zijn. Zelf kan ik uiteraard niet inschatten welke de belangrijkste is. Als de boer iets kweekt, dan weet hij dat daar behoefte aan is, dat hij zijn opbrengst kan afzetten en dat hij daarenboven een goede prijs voor zijn product kan krijgen. Maïs groeit snel en voedt mens en dier. Het is ook een basisproduct voor de industrie : men kan wel 100 verschillende producten maken op basis van maïs. In ons land groeien vier soorten maïs: snijmaïs (zetmeelrijk veevoer), kolvenmaïs (voer voor koeien en varkens), korrelmaïs (kippenvoer) en suikermaïs (eetbaar voor de mens, bijvoorbeeld in salades en in popcorn). Het vee eet naast de kolf ook de stengel en de bladeren. Daarom snijdt de hakselaar de hele planten in kleine stukjes. Na de beslissing op het einde van 2005 om de suikerfabriek in Veurne te sluiten wegens de afname van de suikerbehoefte, bleek maïs een deugdelijk alternatief te zijn. Bovendien waren heel wat nadelen verbonden aan de bietenteelt: in de kou , de 'slebber' van de rotte bladeren, het trekken aan die biet, stampen, duwen, uitschuiven in het slijk, banen opkuisen... Maïs heeft ook het groot voordeel dat het niet zo gevoelig is aan wisselteelt, wat betekent dat het gewas best drie opeenvolgende jaren op hetzelfde grondstuk mag geteeld worden, wat voor de meeste gewassen niet het geval is. Een ander voordeel van maïs is dat het grote hoeveelheden mengmest kan verwerken. Een combinatie van rundermengmest en varkensmengmest geeft een evenwichtige bemesting voor maïs, zodat nog meer op kunstmest kan worden bespaard. Het bemesten is vandaag een hele opgave geworden. Het mestdecreet legt scherpe maatstaven op en het combineren van verschillende meststoffen is haast een kunst geworden.
Maïs behoort ook tot de categorie energiegewassen. Die worden gebruikt voor de productie van bio-energie. In België zijn we daar nog niet zo ver in gevorderd, maar dat zal zeker in de toekomst veranderen, vooral omdat de teelt gepaard gaat met belangrijke subsidies.
Op verschillende plaatsen heb ik naast een maïsveld ook een mosterdplant-veld gezien. De mosterdplant is een klein snelgroeiend plantje met gele bloemen, het wordt vaak verward met koolzaad waar het erg op lijkt en ook nauw verwant aan is. Mosterdzaadjes zijn ongeveer 0,5 tot 1 mm groot. Het mosterdzaad wordt omgeploegd en verteerd in de grond, de verteerde planten dienen als voeding voor het nieuw aangeplante gewas, het jaar daarop. Het is dus een milieuvriendelijke manier van bemesten en van onkruidbestrijding.
Maar, wat heeft dit eigenlijk met Westende en Middelkerke te zien? Niet meer en ook niet minder dan met een andere gemeente, maar ik vind dit interessant
|