Toen er een bord hing voor ‘Fase 1 Elektriciteit + Loopbruggen’, ook al zonder prijsplaatje’, heb ik op 27 september 2009 het artikel ‘Weten jullie wat een ‘kerkfabriek’ is?’ geschreven. Dat was immers de opdrachtgever, met subsidies van onder andere de gemeente. Jullie kunnen het lezen in de map ‘Godsdienst – Kerken’.
Natuurlijk zullen er onder de lezers van deze blog weer heel wat zijn die zich afvragen waarom de overheid de restauratie van kerken blijft subsidiëren, gezien steeds minder gelovigen de weg naar de kerk vinden.
Daarom herhaal ik nog eens de politiek van ons ‘cultuurminnend’ gemeentebestuur, verschenen in ‘De Sirene’ van juli-augustus 2007:
“Het onderhoud en de restauratie van dit waardevol bouwkundig erfgoed is niet goedkoop maar wel noodzakelijk. Vaak zijn niet alleen de gebouwen op zich architecturaal waardevol, de meeste kerken herbergen ook een belangrijke collectie kunstvoorwerpen en meubilair. De Middelkerkse kerken zijn niet alleen centra van bezinning maar ook van kunst en cultuur.”
Ik laat de beoordeling over aan de lezer.
Verfraaiingssubsidie
De Vlaamse regering heeft geld te veel! Ja, toch? Hoe verklaar je anders dat ze subsidies uitdeelt aan verschillende gemeenten om hun handelskernen te versterken? Toch niet door de op komst zijnde verkiezingen, zeker?
En wat lees ik in volle verbazing? Deze keer bekleedt Middelkerke wel de koppositie en krijgt ze niet minder dan 49.026 euro in de schoot geworpen. Een andere ‘arme’ gemeente, Koksijde, volgt met 16.290 euro terwijl ook de middenstand van De Panne met niet minder dan 6.332 euro een ’stevige’ steun in de rug krijgt.
Wat de bedoeling is? De detailhandel in de gemeenten moet daarmee gestimuleerd worden, onder meer om de leegstand tegen te gaan. En wat gaat Middelkerke precies met al dat geld doen? Omdat het niet zo duidelijk is waar het precies gelegen is, zal het winkelgebied daarmee afgebakend worden en met vlaggen aangeduid worden. Er komt ook meer groen en meer zitbanken, infobrochures en een betere aanduiding van de parkeergelegenheid.
En als kers op de taart: al die acties worden gecoördineerd door een halftijds aangestelde centrummanager.(!!!!)
Jullie weten natuurlijk zo goed als ik dat de Open VLD het hier al 13 jaar voor het zeggen heeft.
Dat de schepenen voor lokale economie voor die partij optraden. En dat ze een werkgroep ter beschikking hadden!
Ik wijdde al eens een artikel aan de mislukte Leopoldlaan (aangelegd in 2004) met als titel ‘Leopoldlaan duikelt van zijn voetstuk’. (zie map ‘Pleinen en Straten’) Zelfs de handelaars noemden ‘hun’ straat in 2010 ‘geen onverdeeld succes’. Hun ‘kinderhand’ werd toen gevuld met een nieuwe inkom via de zeedijk. Mijn bloeddruk stijgt nog steeds als ik denk aan de miljoenen euro’s die de ondergrondse parking op het marktplein verslonden heeft. Of aan de astronomisch hoge uitgaven voor ontwerpers van projecten die tenslotte niet uitgevoerd werden.
Had men al die jaren wat meer aandacht gehad en wat meer geld voorbehouden voor de handelsstraten (ook in Westende!) dan had de Vlaamse regering de gemeente geen ‘aalmoes’ moeten toestoppen. Natuurlijk is dat bij manier van spreken want heel wat mensen zouden zich bijzonder gelukkig voelen met een geschenk van 50.000 euro, maar voor de gemeente Middelkerke is dat slechts een ‘peulschil’.
Ze verdienen die subsidie bovendien niet omdat hun falend beleid aan de basis ligt van de ‘zwakke handelskern’. Waarom krijgt Nieuwpoort er geen? Waarom is er daar geen leegstand, waarom zijn daar zoveel mooie winkels? Waarom is Nieuwpoort-bad zo aantrekkelijk?
Dat onze ‘leiders’ zich daaraan maar eens spiegelen! Ziet de Vlaamse regering zoiets dan niet?
Bron
Artikel in ‘Het Nieuwsblad’ van 4.1.2014 door krv/jvde ‘Vlaamse subsidies steunen middenstand in de regio’
Beaufortlicht gaat definitief uit
Met ‘Beaufort04’ was de Triënnale voor Hedendaagse Kunst aan Zee in 2012 aan haar vierde editie toe.
Middelkerke ondersteunt dat initiatief rijkelijk, niet enkel met een belangrijke financiële bijdrage, maar ook telkens met de aankoop van één van de kunstwerken die in de maandenlange tentoonstelling op haar grondgebied opgesteld staan. In 2009 was dat voor de prijs van 36.000 of 38.000 euro (al naargelang de bron, want het was nooit een agendapunt van de gemeenteraad!) de lichtinstallatie die de Nederlandse kunstenares Tamar Frank bovenaan de watertoren aan de Logierlaan plaatste in het kader van Beaufort 03.
Wegens de hoge kosten en wegens aantasting door roest van het kunstwerk door de vochtige omgeving, heeft het gemeentebestuur een tijdje geleden beslist het niet langer in stand te houden.
Zoals jullie hierboven zien is/was dat een kleurrijke lichtbaken, een ‘prachtige blikvanger’ volgens oppositiepartij LDD, die wel voorstander is van de herstelling.
Ons poëtisch bestuur: "Het is niet zomaar een verlichting. Het moet een artistieke meerwaarde geven aan de toren, waarvan de kroon om de zeven minuten een andere kleur krijgt en omgetoverd wordt van watertoren naar vuurtoren. Het ruisen van de zee en het suizen van de wind worden vertaald in een subtiele beweging en langzame kleurschakering van de lichtstralen. Frank gebruikt daarbij ragfijne nylondraad, gespannen om de twee centimeter. De gekleurde draden worden overdag beschenen door de zon en ’s nachts uitgelicht. Dat spel moet een magische sfeer creëren.”
Wie had nu toch kunnen denken dat een niet-verwarmde, vochtige toren misschien wel niet de ideale plaats zou zijn voor een systeem gebaseerd op elektronica? Of wisten de verantwoordelijken misschien niet dat de zuurstof in de vochtige lucht 'in de meeste gevallen' ongunstig inwerkt op een ijzeren installatie? De lezers van deze blog weten vanzelfsprekend wel dat dit verschijnsel ‘roest’ heet en dat het materiaal erdoor aangetast wordt.
Als je niet gewoon bent om te sparen, dan denk/weet je natuurlijk ook niet dat een kunstwerk van die aard wel eens hoge energiekosten zou kunnen meebrengen. De gewone burger weet natuurlijk wel dat elektriciteit zeer duur is.
Bij de installatie zal wel niemand gedacht hebben aan mogelijke pannes en aan de eventuele wisselstukken, die ooit nodig zouden kunnen zijn om die te herstellen.
En dan gebeurt het! In 2012 moesten toch wel zeven armaturen vervangen worden, zeker! En een ongeluk komt nooit alleen want de LED – lichten die verwerkt zaten in de printplaat van die armaturen, konden niet afzonderlijk vervangen worden. Wat nu?
Maar wonder boven wonder bleek de firma die de armaturen leverde in 2009, de gemeente toch te kunnen depanneren. Oef! Wie had daaraan toch kunnen of moeten denken?
Dat daar een aardig prijskaartje van bijna 4.500 euro aan vast hing, dat was maar bijzaak.
En zo waren er nog meer herstellingen, waarvan ik jullie de details wil besparen. En alle kosten rijzen de pan uit zodat het ons ‘spaarzaam’ gemeentebestuur stilaan een beetje van het goede te veel werd. Dus, gedaan met het lichtspel op de watertoren!
Op de nieuwjaarsreceptie van de Westendse handelaars op 12 januari 2014 in 'Zon en Zee' vernam ik echter dat het gemeentebestuur nu toch van plan zou zijn om nog een herstelling uit te voeren. Vallen al die bezwaren nu plots weg?
Misschien moet ons gemeentebestuur wat vooruitziender worden? Een beetje meer nadenken zou ook aangewezen zijn, dan moeten er minder beslissingen herroepen worden.
Ik had in onderstaande bron ook gelezen dat de Tussengemeentelijke Maatschappij der Vlaanderen voor Watervoorziening (TMVW) in 2014 die watertoren wil afbreken en vervangen door een pompsysteem. Ik heb daarvan bevestiging gevraagd aan de maatschappij en zeer snel een antwoord gekregen, waarvoor mijn dank.
De afbraak, zonder dat daarvoor al precieze plannen bestaan, zou maar voorzien zien voor 2014-2015.
En hoe moet dat dan ooit zonder watertoren?
Nu ligt er naast de toren een ondergronds reservoir met pompstation. Het hogedruk transportnet brengt het drinkwater in de kuip van de toren. Via de kuip gaat het drinkwater naar het distributienet waarop de klanten zijn aangesloten. Bij hoge piekverbruiken of bij calamiteiten op het hogedruknet kan de torenkuip onvoldoende bijgevuld worden en dient water vanuit het reservoir naar de kuip gepompt.
Na het uit dienst nemen van de toren zal het hogedruknet rechtstreeks water leveren aan het distributienet via een mechanisch drukregelapparaat. Bij hoge piekverbruiken of calamiteiten op het hogedruknet, zorgen drukgeregelde pompen in het pompstation dan voor de bevoorrading van het distributienet vanuit het reservoir. Door een toerentalregeling houden de pompen in kwestie een constante druk aan in het distributienet, net zoals de kuip dat nu in de watertoren doet.
In geval van elektriciteitspannes worden de betrokken pompen aangedreven door een
noodgenerator.
Bron
Artikel in ‘Het Nieuwsblad’ van 19.12.2013 ‘Beaufortlicht gaat definitief uit op watertoren’ door Dany Van Loo