Waar het lied der branding ruist bij dag en nacht Waar 't vertrouwde huisje altijd op me wacht Waar de meeuwen schreeuwen, boven 't golfgebruis Daar ben ik geboren Daar voel ik me thuis
….. voor geen geld ter wereld wil ik ruilen
('Aan het Noordzeestrtand' van Jan Verbraeken 1975)
In de Facebookgroep, ‘Je bent van Westende als…’ hebben tientallen oude en nieuwe Westendenaars nogmaals hun heimwee naar vervlogen tijden uitgedrukt, meer in het bijzonder naar de tijd dat wij allemaal een stuk van onze vakantie doorbrachten op het Sint-Laureinsstrand. Naar de tijd dat daar toen nog geen dijk was, maar waar het heel wat drukker en gezelliger was dan nu. Dat vind ik toch, maar is dat wel zo? Of vinden wij dat alles in ‘onze tijd’, in die ‘goeie oude tijd’, beter was dan nu? Was het ook beter? Omdat die bewering toch wel enige kracht kan bijgezet worden, ben ik eens in mijn archieven gedoken en het resultaat daarvan wil ik jullie niet onthouden. Ik bedank ook Gilbert Cogghe, die veel van op de eerste rij meemaakte, voor zijn medewerking aan huidig artikel. Ook Monique Soete vertrouwde mij menige herinnering toe.
Geschiedenis van het Sint-Laurentiusstrand In zijn ‘Toeristisch verhaal van Westende en Lombardsijde’ schrijft Marc Constandt: “Het is duidelijk dat de plaatselijke bevolking van WESTENDE-dorp zich niet helemaal thuis voelde in WESTENDE-bad waar de Franstalige toeristen de overhand hadden. Stilaan groeide de noodzaak van een eigen ‘Plage’. Het strand achter de home ‘Marçunvins’ werd dan ook tot Sint-Laurentiusstrand omgedoopt, naar de patroonheilige van de parochie. Duidelijker kon het dus niet; het was het strand voor de eigen mensen. In 1932 werd de naam omgevormd tot ‘Sin-Laureinsstrand’. Mensen die aan het strand stoeien krijgen dorst en dat werd alras ingezien door de familie Levecque die een tentje op het strand zette, om aan de recreanten verfrissingen te kunnen verkopen. Dat tentje werd omstreeks 1927 vervangen door een houten constructie, (die jullie hieronder zien).
Dat verhaal klinkt bekend in de oren; in de meeste badplaatsen was de start immers uiterst voorzichtig; bij mislukking was een houten gebouwtje zo afgebroken om elders nog gebruikt te worden. Men vertelde ons dat de grootgrondbezitter Crombez langs het strand voorbijkwam toen de Levecques hun barakje aan het schilderen waren. Hij was ontroerd door de inzet van die familie en verkocht hen een stukje bouwgrond. Dat was zeer uitzonderlijk omdat deze eigenaar normaal geen percelen daar wou afstaan. Tot op heden is dat zo gebleven. De “Welkom” van de familie Levecque, gebouwd in 1932 en heropgebouwd in 1961 is de enige constructie in die badzone”. Jullie zien rechts hierboven een tussentijdse versie.
Westende-dorp wordt oord voor sociaal toerisme
De vroegste voorloper: ‘Les Marçunvins’ , ‘Marsjuvin’ in de volksmond In Brussel werd op 21 maart 1875 een liberale vereniging gesticht met de naam “Association des Marçunvins”, verwijzend naar de stichtingsdatum. Omwille van de geneeskundige eigenschappen van de zee, werden bij de oprichting van verscheidene badplaatsen ook vakantiekolonies gesticht. Ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan in 1900 besloot de vereniging een kinderhome in te richten in de duinen van Westende, op een stuk grond dat kosteloos afgestaan werd door Benjamin Crombez. De grote villa die erop gebouwd werd, kreeg de naam “Villa Scolaire des Marçunvins”. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd het gebouw volledig vernield en heropgebouwd in 1923. Op 15 juli 1931 werd de nieuwe Home Benjamin Crombez geopend.
Betaalbare vakantie voor iedereen In het interbellum groeide de idee dat iedereen op een betaalbare manier vakantie moest kunnen nemen. Dit startte in 1932. Aangezien sociale logiesvormen bij de N.V. "Westende-plage" in Westende-Bad geen kans kregen, ontwikkelde Westende-dorp zich tot oord voor sociaal toerisme. In 1935 werd de jeugdherberg Herwig" geopend in de Oude Molenstraat. Met een brief van 2 juni 1935 liet die vereniging trots aan het gemeentebestuur van WESTENDE weten dat “zondag 9 juni 1935 (Pinksteren) te 11u onze centrale haar eerste jeugdherberg inhuldigt aan ons Noordzeestrand. De jeugdherberg, die de naam zal voeren van Rodenbachs jonge held “Herwig” uit ‘Gudrun’ is gelegen in uwe gemeente…” Alweer in het dorp dus omdat de maatschappij van het bad zo’n logiesinrichting niet duldde binnen haar werkgebied. De gemeente daarentegen, was heel gelukkig met dat initiatief en stelde aan de gebruikers kosteloos een badcabine ter beschikking. Er waren 2 slaapzalen voor de jongens met in totaal 56 bedden en 2 slaapzalen voor de meisjes met in totaal 54 bedden. Er waren nog 24 noodslaapplaatsen. In het eerste openingsjaar logeerden er: 325 Vlamingen, 30 Walen, 240 Nederlanders, 54 Duitsers, 41 Britten, 22 Fransen, 14 Denen, 13 Zwitsers. Marc Constandt: ‘Na de tweede Wereldoorlog werd de jeugdherberg niet meer heringericht, zodat het toeristisch belang ervan niet mag worden overschat’.
De openluchtschool "Ons rustoord" opgericht door de Christelijke Mutualiteiten verwelkomde in 1933 reeds 105 jongens en meisjes voor een achtdaagse vakantie. In juli 1936 werd het principe van de jaarlijkse betaalde vakantie voor iedereen wettelijk vastgelegd: een week verlof voor de kleine man. Hieronder zien jullie, links de jeugdherberg, rechts ‘Ons Rustoord’
De dorpsbewoners wensten dus een eigen strand en ze werden daarin gevolgd door hun gemeentebestuur. Dat maakte, kort voor de tweede wereldoorlog, een aanvang met het uitbouwen en inrichten van een tweede strand, ter hoogte van de Zeelaan, nu Essex Scottishlaan. Het seizoenleven begon zich toen namelijk uit te breiden naar het dorp en er moest dus gezorgd worden voor de talrijke badgasten die om diverse redenen (vakantiekolonie, openluchtschool of huren van een logement, lagere kostprijs) aan het dorp de voorkeur gaven.
Tweede wereldoorlog de grote spelbreker… De tweede wereldoorlog stuurde echter alle toekomstdromen in de war. Het ganse strand en de mooie duinen werden één ‘Baustelle’. Het koffiehuis “Welkom” werd omgebouwd tot de machtigste bunker van de streek. Het strand zag zich afgescheiden van de duinen door een drie meter pijlrechte betonnen muur met borstwering, en de brede duinen werden herschapen in een netwerk van bunkers en loopgraven. ‘Les Marçunvins’ werd zwaar beschadigd. Jullie zien de ‘muur’ destijds en nu.
Tegenover het Sint-Laureinsstrand werd de ‘Heeres-Küstenbatterie Seydtlitz opgesteld met 72 of 75 (volgens de bron) bouwwerken waarvan 47 in beton.
Nieuwe poging door Westende-dorp Toen kwam de bevrijding en meteen werd het zomerseizoen nieuw leven ingeblazen. Begrijpelijkerwijze had het Sint-Laureinsstrand een gevoelige achterstand op de andere badplaatsen. Maar het gemeentebestuur zette zich krachtdadig aan het werk en er werd begonnen met een doorgang te maken naar het strand en het afbreken van de meest hinderende betonnen schuilplaatsen. De Zeelaan moest over haar gehele lengte vernieuwd worden en een trap maakte het mogelijk het strand gemakkelijk te bereiken. Hieronder zien jullie de doorbroken muur en de trap.
In de gemeenteraad van 27 maart 1947 werd beslist dat op Sint-Laureins een ‘badendienst’ met 1 redder zou ingericht worden van 1 juli tot 15 september.
Nog een gangmaker: VACARSA Op 19 december 1947 werd de vzw V.A.C.A.R.S.A. gesticht, voluit "Vacantietehuizen van de Athenea en Rijksmiddelbare Scholen der Provincie Antwerpen". Op initiatief van toenmalig Antwerps provinciegouverneur Richard Declerck, werd een beroep gedaan op V.O.L.B.A. (Vlaamse Oud-leerlingenbond Atheneum Antwerpen), waarvan hij ere-voorzitter was, om vakantieverblijven voor leerlingen van het Rijksonderwijs uit de provincie Antwerpen in te richten.. Rond 1948-49 werd het hotel "Relais du Lac" in Westende gehuurd om er eveneens een vakantieverblijf in te richten. Leerkrachten uit de rijksscholen stelden zich belangeloos ter beschikking om de vakantiegangers te begeleiden. Hieronder zien jullie foto’s van ‘Les Marçunvins’ en van ‘Relais du Lac’ of ‘Vacarsa’
Wijkkermis Sint-Laureins Misschien zijn er nog lezers die zich herinneren dat enkele jaren na de oorlog (1948-49) een minikermis georganiseerd werd waaraan de ‘Lekkerbek’, de ‘Noordzee’ en de Bazar Sint-Laureins deelnamen? Zo had in de ‘Lekkerbek’, onder andere, een zangcrochet plaats met muzikale begeleiding door een pianist (Louis Depauw?). Ster van de avond was nogal vaak charmezanger Nestor (‘Nesten’) Bertier. Verder was er enveloppenprijstrekking en ook wel eens een ‘billenkarrenkoers’ in de Essex Scottishlaan.
Steeds meer vakantiegangers in Westende-dorp Op 16 oktober 1950 werd een vereniging zonder winstgevend doel gesticht onder de benaming “Zon en Zee”, Vakantiecentrum der Christelijke Werkliedenorganisaties van West-Vlaanderen. In 1951 legde Minister P.W. Segers toen samen met oud-minister De Taeye, voorzitter van de VZW ‘Ons Rustoord’, de eerste steen. De eerste vakantiegangers logeerden er reeds in 1952.
Op 17 december 1950 was ‘Les Marçunvins’ eindelijk hersteld en kon het opnieuw ingehuldigd worden.
In 1952 richtten Hilaire Soetaert en zijn echtgenote Yvonne Moermans de camping ‘Westende’ op in ‘ ‘t Veld’. De kinderen van het dorp waren daar wel niet zo blij mee want zij speelden hun voetbalpleintje kwijt alsook hun speelterrein tussen de bremstruiken.
Arsène Van Biervliet was eigenlijk een voorloper van de ‘Agence de Location’. Hij baatte niet enkel in het dorp het hotel-restaurant ‘Au Relais’ uit, maar hij gaf aan de dorpsbewoners de kans om kamers, ja zelfs kleine appartementen, te verhuren. Veel mensen bouwden tegen de zomer hun huis om en trokken zich terug, vaak in minderwaardige vertrekken, een caravan of een opgekalefaterde vroegere stal. Het leven in het dorp werd op zijn kop gezet en het toerisme, dat we ook sociaal kunnen noemen want de gewone man kon zich nu met zijn gezin tegen een veel lagere prijs een vakantie aan zee veroorloven, werd gelanceerd. De seizoendrukte nam een steeds hogere vlucht. Talrijker werden de aanvragen voor zomerverblijf, vooral door gezinnen met kinderen. Duizenden verlofgangers en badgasten kwamen jaarlijks naar Westende – dorp.
Er moest dus dringend iets gedaan worden om dat aangroeiend cliënteel te behouden. Het Sint-Laureinsstrand won dus enorm aan interesse en populariteit, vooral na het oprichten van de camping ‘Westende’ en vanaf het ogenblik dat het Zon en Zee – publiek er gebruik van begon te maken. 1952 was dus een cruciaal jaar!
Nieuwe tegenslag: Overstromingen van 1.2.1953 De ouderen onder ons herinneren zich natuurlijk de overstromingsramp van 1 februari 1953. Alle verhoudingen in acht genomen bleef Westende-dorp van het ergste gespaard. Door de hevige storm en het overstromend water kwam een grote hoeveelheid beton, voortkomende van de vernieling van bunkers en van de door de Duitsers gebouwde muur, terecht op het strand. Door het ontzanden van het strand kwam veel afval dat vroeger reeds op gemeentekosten verzameld en ingedolven werd, weer bloot te liggen. De muur was op verschillende plaatsen verzakt en dreigde hier en daar in te storten. Dat bracht heel wat gevaar mee voor spelende kinderen en voor baders. De gemeente vond dan ook dat de muur, toch een zekere versterking voor de duinen, zonder grote kosten kon verstevigd worden door de verspreide betonafval aan de voet van de muur te verzamelen en te betonneren.
Meer en meer handelszaken in de Essex Scottishlaan Naast de reeds bestaande ‘Lekkerbek’ (van Pier Gunst), ‘De Noordzee’ (van Camiel Mombert), de garage en benzinepomp van Jan Ureel, het café ‘Ter Duinen’ van Camiel Strubbe, de café-feestzaal ‘Casino’ van Cyriel Couvreur (later van Leon Bonnet) en de bakkerij van Jerome Hollevoet, rezen nu langsheen de Essex Scottishlaan nog enkele andere handelszaken uit de grond. Er kwamen twee winkels met strandartikelen: die van Marcel Vandebroucke en Winnie Arnoys (nu nog steeds dagbladwinkel) en de ‘Bazar StLaurent’ van Irène Lefevere (enkel geopend in de zomer, nu vrouwenkapperszaak Chris). Germain Viaene begon een bakkerij-patisserie ‘Rozilda’, genoemd naar zijn dochters Roza en Hilda (nu 'Daenen'). Ernaast richtte Camiel Van Moortel een verhuurzaak van fietsjes en go-carts op. Jullie zien hier de speelgoedwinkel, de fietsverhuurzaak en de bakkerij naast elkaar.
Toen Camiel Van Moortel ermee ophield, werd zijn zaak overgenomen door Jozef Plaetevoet en daarna door August Weyns, die op zeker ogenblik drie fietsverhuurzaken tegelijk uitbaatte in dezelfde straat.
Maar, er moest nog zo veel meer gebeuren! ‘Westende- Vooruit’ werd geboren! Deze bloei moest voor onze bestuurders een aansporing zijn om nog meer en nog beter te doen. Dat begrepen enkele durvende mannen die het initiatief namen om een maatschappij te stichten, die tot doel had het seizoenleven in al zijn aspecten te bevorderen. “Westende Vooruit” werd geboren. Het gemeentebestuur kende aan deze nieuw gestichte maatschappij zijn volle steun toe en ook de handelaars en verhuurders van gemeubelde appartementen traden bijna eenparig toe. Het strand werd verder opgekuist want naast al wat tot de verdediging van de Atlantikwal moest dienen, lagen ook nog de afbrokkelende betonnen schuilplaatsen, voortkomende van de eerste wereldoorlog. Die werden weliswaar in de duinen gebouwd maar lagen nu midden op het strand doordat de zee in de laatste dertig jaar meer dan 200 meter van de duinen had weggevreten. Bij het Beheer van Domeinen werd aangedrongen om de overblijvende betonnen schuilplaatsen, schietgaten en de talrijke 4 tot 5 meter diepe gemetselde open loopgraven, die voor iedereen, maar vooral voor de spelende kinderen, een bestendig gevaar konden vormen, eens en voor goed op te ruimen. Over dat ‘gevaar voor de kinderen’ moet ik wel opmerken dat wij destijds ettelijke uren in die loopgraven doorgebracht hebben, er kampen organiseerden en spelletjes speelden. Ik denk dat er nooit sprake geweest is van een ‘ongeval’ of ‘pijnlijk voorval’, maar misschien had dat wel gekund, natuurlijk. Misschien zijn er onder jullie nog wel die de ‘Zwarte bunker’ gekend hebben? De trammaatschappij beloofde een modern tramhuisje te bouwen maar in de zomer van 1952 was het nog steeds bij een ‘onooglijk kotje in betonplaten’ gebleven. Zo bleef het trouwens nog enkele jaren, (tot 1965!!!). Ik kan ervan meespreken want van 1952 tot en met 1955 stapte ik er elke schooldag op de tram naar Oostende.
Westende-Vooruit is zijn naam waardig, in samenwerking met het gemeentebestuur In 1954 richtte ‘Westende vooruit’ een aanvraag aan de gemeente om de uitgenodigde muziekkorpsen ook het dorp te laten aandoen en om voor het eerst een vuurwerk te mogen inrichten op de dorpsplaats. In hetzelfde jaar had ook voor de eerste keer een volksbal in open lucht plaats en dat in de camping ‘Hacienda’. Er volgden er nog meerdere.
In de gemeenteraad van 13 april 1954 werd voorgesteld de Koning Ridderdijk te verlengen van Westende-bad naar het St Laurentiusstrand. Dat voorstel werd dan ook overgemaakt aan de Minister van Openbare Werken, zijnde de liberaal Adolf Van Glabbeke op wie, als zoon van de kuststreek, gerekend werd om ook de belangen van Westende met gloed te verdedigen. Maar … hij moest in 1955 ontslag nemen als minister wegens begunstiging van zijn schoonfamilie. Hij bleef wel burgemeester van Oostende van 1953-59. In de raad van 12 oktober 1954 werd tevens beslist dat de toelating zou gevraagd worden om de ‘Welkom’ te mogen wederopbouwen. We zullen verder nogmaals zien hoe langzaam de administratieve molen maalt.
In datzelfde jaar 1954 begon een zekere Pruniaux, Brusselaar en Fransprekend, een heuse dancing ‘Chalet bleu’ in nummer 72 van de Essex Scottishlaan, (zie recente foto hieronder). Naar het schijnt heette die op zeker ogenblik ‘Ponderosa’, maar wanneer kon ik niet achterhalen.
In 1955 liet de gemeente een triomfboog neerzetten aan de tramhalte, voorzien van grote letters “Westende - St Laureins en middenin het schild van Westende. Dat hield meteen ook de officiële erkenning van het strand in. Die boog is er nu niet meer.
In 1956 kregen we er zelfs de ‘patisserie bruxelloise’ van André Niville bij. (rechts hieronder)
Later installeerden August Weyns en echtgenote Andèle Vanderpaer, die daarna de huidige ‘Joly Sport’ zouden stichten, in hetzelfde gebouw nog een verhuurzaak voor fietsjes en gocarts..
De innerlijke mens van de zonnekloppers en baders werd goed verzorgd Natuurlijk moesten de badgasten zich ook kunnen laven en voeden op het strand. Daaraan werd vanaf 1958-59 voldaan door een drank- en eethuisje, ‘La Cabane’. Het was eigendom van Robert Van Biervliet en werd uitgebaat door Joseph Allewyn en Madeleine ‘Madleintje’ Sarrazijn (+2014), bijgestaan door haar vader Camiel Booghs, door zoon Valère en door twee opdiensters, namelijk Monique Soete, later uitbaatster van café-frituur 'De Kippenren' en haar nicht Maria Corteel, Menig zwemmer liet niet na, na een stevige zwempartij er frieten te gaan eten aan een zijruitje. Er waren zakjes van 5 en van 10 BFr (0,125 en 0,25 euro). Een pint kostte ook 5 frank of 0,125 euro!!!
Natuurlijk waren er ook sanitaire installaties, maar eigenaardig genoeg geen douches. Eerste uitbaatster was Pharaïlde, echtgenote Alfons Coucke, bijgestaan en/of afgelost door dochter Irène en haar schoonzuster Martha Daele. Als kind ging Gilbert Cogghe, die van ’s morgens tot ’s avonds aan het strand zat, emmers zeewater halen niet zozeer om de wc's door te spoelen, want het ‘goedje’ kwam direct in de aalput terecht, maar eerder om de toiletpotten te reinigen.. Aangezien hij dat in drukke periodes meermaals per dag moest doen, beweert hij steeds blij te zijn geweest dat het hoog water was (let op: niet dubbelzinnig opvatten!) Bij slecht weer vond Martha het wel eens leuk pannenkoeken te bakken voor de redders Charles Calcoen en Marcel Degryse (eerste en tweede van links op de foto hierboven). Ook omkleedhokjes ontbraken niet. Men kon er vanzelfsprekend ook een ligstoel of een zonnescherm huren. En badpakken! Even afspoelen en … klaar voor de volgende! Er was ook aandacht voor de goede zeden. Een badgast mocht zich niet in badpak voorbij een bareel begeven!
In die tijd was Richard D’Hulster van de ‘Atlanta’, met de gouden tand en met pet met zonneklip, een gekend figuur. Wie heeft nooit aan zijn triporteur gestaan om er één van zijn ‘crèmes - glaces’ te eten? Dat het aan zee erg kan stormen, moest Richard op zekere dag ook ondervinden. Zijn ‘triporteur’ waaide om tot groot jolijt van de kinderen die er vlug bij waren om ‘galetten’ en 'cornets' te helpen oprapen (en op te eten?) Etienne Renty, bekend voor zijn jaren dienst als duivel-doet-al bij voetbalploeg Davo maakte zich toen ook al erg nuttig. Op Sint-Laureins vertegenwoordigde hij jarenlang het Rode-Kruis. Hij moest er menig badgast verzorgen door kwallenbeten en andere kleine verwondingen. Hij had zijn hoofdkwartier in ‘La Cabane’. Henri Cools was de fotograaf van ‘Photo-Hall’. Wie herinnert zich niet ooit een bonnetje in de hand gestopt te hebben gekregen om in de winkel op de dijk van Westende-bad zijn of haar foto af te halen?
Minder bekend is dat Roger Tavernier en Leona Thyvelen ooit de ‘Home Tavernier’ uitbaatten die grensde aan het huidig eigendom van de Tavernier’s.
Elk jaar werd een steeds beter feestprogramma ineengestoken met ondermeer talrijke volksspelen zowel voor groten als voor kleinen. De strandspelen, vooral georganiseerd door de krant “Het Nieuwsblad” en door “WESTENDE-Vooruit”, waren een groot succes. Het waren in hoofdzaak fortenbouwwedstrijden zoals die al jarenlang door ‘Le Soir’ in WESTENDE-Bad werden ingericht. De prijzen konden afgehaald worden in één van de meewerkende horecazaken. (‘Hacienda’, ‘bij Wiske’, De 'Kippenren', 'Casino' bij Leon Bonnet, …) Maar weten jullie nog dat die spelen voorbehouden waren aan niet-Westendenaars? Op het einde van het seizoen was er dan wel een extra wedstrijd voor de Westendenaars. Zo verkreeg het Sint-Laureinsstrand zeer snel burgerrecht, zodat ook honderden auto’s en bussen de weg naar dit nieuw familiestrand insloegen.
In 1961 werd ‘De Welkom’ heropgebouwd. De gemeenteraad besliste op 19.01.1961 de gewezen openbare badtent van het Sint-Laurentiusstrand openbaar te verkopen.
1962 betekende het einde van ‘La Cabane’ Het moest afgebroken worden omdat de dijk zou doorgetrokken worden, maar … even geduld aub!
In 1963 begonnen meer campings uit de grond te rijzen. Voor beide hiernavermelde campings moet dat jaartal als officieus beschouwd worden. Volgens de zoon en dochter, startte de familie Van Exem in de Lombardsijdelaan met de camping ‘Evergreen’.
Volgens de huidige uitbater zouden Michel Deruyttere en waarschijnlijk ook zijn broer en schoonbroer de ‘Albatros’ geopend hebben. De campingaangroei droeg natuurlijk bij tot de bloei van het Sint-Laureinsstrand.
De duinenstrook achter het Sint-Laureinsstrand In een BPA van 1960 stond de 6 hectare grote duinenstrook achter het Sint-Laureinsstrand aangegeven als ‘bouwzone’. In 1965 kocht de Brusselse maatschappij ‘Immobilière de Westende NV’, geleid door Charly De Pauw, de duinen voor 58 miljoen Belgische francs (1,45 miljoen euro). De verkavelingsvergunning was vlug geregeld maar om onbekende redenen werd de bebouwing steeds weer uitgesteld.
Westende-dorp krijgt ook een dijk In 1967 werd de dijk van WESTENDE-Bad doorgetrokken naar Sint Laureins, dertien jaar na de aanvraag door ons gemeentebestuur!!!!!! Op 27 december van datzelfde jaar beslist de gemeenteraad op de wandelweg van de dijk een geprefabriceerd toeristisch paviljoen op te richten met sanitaire inrichtingen (stortbaden, WC’s) maar tevens met bergingsruimten voor het Rood-Kruis en voor de reddingsdiensten. Daarvoor beloofde het ministerie voor toerisme een toelage van 300.000 BFr.
In de gemeenteraad werd op 22 november 1974 beslist het sanitair paviljoen uit te breiden, de kosten werden op 193.853 Bfr BTW n-Incl, geraamd.
1974: er moesten dringend golfbrekers* gebouwd worden op de kritieke plaatsen Omdat de regressie van de duinen steeds toeneemt moest het gemeentebestuur zich voortdurend bekommeren om een afdoende zeewering. De meest kritieke plaatsen waren tussen het Sint-Laureinsstrand, de campings Cosmos en Cristal Palace (ca 200 m) en voor het militair domein (dit over een lengte van ca 2 km). Felle stormen hadden elkander opgevolgd. Zo waren er de hierboven reeds besproken giertij van 1 februari 1953 maar ook in 1956, in maart 1961, in december 1965, in maart en november 1967, in 1973 en in 1974 hielden stormen lelijk huis. Op de meest kwetsbare plaatsen bedroeg de jaarlijkse gemiddelde regressie en afslag van de duinen ruim drie meter, in tegenstelling met het algemeen gemiddelde van circa 1 meter. Bij de overstromingen van 1953 was al gebleken dat juist daar de zeewering de minste weerstand geboden had, wat voor gevolg had dat, van gans de Belgische kust, het erachter liggend gebied het zwaarst getroffen werd door overstromingen Er werd geprobeerd de toestand te stabiliseren door het plaatsen van hagen, strobermen en houten beschutten en door het bouwen van strandkribben** maar dat lukte niet. De bunkers werden ontschoeid en er kwamen steeds meer puinen van die oorlogsresten op het strand terecht. Het ecologisch evenwicht tussen de natuurlijke zandaanwinning en de strandafslag was al sedert ruim twee decennia erg verstoord. Er werd daarom in de gemeenteraad van 27.12.1974 beslist aan het ministerie van Openbare Werken voor te stellen om dringend op de meest kritieke plaatsen golfbrekers aan te leggen.
* Golfbrekers: Ze worden altijd dwars op de golfrichting gebouwd of dus evenwijdig en niet dwars op de kustlijn.. Strandhoofden: Strandhoofden zijn dwarse structuren op het strand die reiken tot op de onderwateroever (lengte tot 600 m) en die de (erosieve) getijstromingen uit de kustlijn moeten "duwen". Door hun dwarse structuur kunnen strandhoofden ook het langtransport van zand vertragen. Strandhoofden en -kribben hebben een vrij ondiepe fundering (0,5-1 m), al dan niet uitgerust met zinkstukken. Het metselwerk van strandhoofden is meestal opgebouwd uit 2-tons arduinblokken. Strandhoofden kunnen uitgerust zijn met enkelvoudige of dubbele paalrijen (breking van stromingen). Recent zijn ook strandhoofden met zand- en steenasfalt gebouwd ** Strandkribben: Dit zijn korte strandhoofden (50 tot 100 meter) gelegen op het droogstrand en opgebouwd uit gesloten of open metselwerk. Strandkribben zijn aan de landzijde verankerd in het duin of in de dijk.
Gelukkig werd de nog steeds niet bebouwde duinenstrook, in 1977, volgens het Gewestplan geklasseerd als natuurgebied. Dat belette het toenmalig gemeentebestuur nochtans niet in 1980 nog een verkavelingsvergunning af te leveren maar daar kwam niets van in huis door het verzet, in de lente van 1981, vanwege natuurverenigingen.
In 1991 liet minister Sauwens de 15 bunkers in de duinen tussen de Oceaanlaan en de Strandlaan slopen “in het kader van het verfraaiingsplan van de kust”.
In 2004 dreigde Sint-Laureins te verdwijnen Niet te geloven, iedereen wist dat ons strand jaarlijks duizenden vakantiegangers en badgasten aantrok en toch zou het strand volgens het Provinciaal Ruimtelijk Uitvoerings Plan (PRUP) ,,Strand & Dijk" moeten verdwijnen. De volledige infrastructuur zou ‘aan de natuur worden teruggegeven.’: de badzones, de redders, het strandsanitair en zelfs de zeedijk. Er werd zelfs gevreesd voor het voortbestaan van het hotel Sint-Laureins en voor het cultuurcentrum Calidris. Duinen zouden in de plaats komen. Op het strand zou men wel nog mogen wandelen maar bijvoorbeeld geen zeilwagenraces houden. We zijn dat van hem niet gewoon maar op 10.09.2004 verklaarde Michel Landuyt aan ‘Het Laatste Nieuws’: “Tenslotte is Sint-Laurentius het strand van de Westendenaar en van alle toeristen die in die kant van de gemeente op vakantie komen. De campings, de vakantiehuisjes, ons grootste hotel, het ligt allemaal daar. Die mensen de toegang tot het strand ontzeggen, kan niet.” Dat veroverend gepland natuurgebied (VEN-gebied) zou lopen vanaf de haven van Nieuwpoort tot de aan de Westkant van Westende-bad. Maar waar was dat juist? Het VEN-gebied ( ook blanco-zone genoemd) strekt zich uit tot op enkele meters vóór de Oceaanlaan. en in dat gebied wilde men het strand teruggegeven aan de natuur. Vanaf daar tot op de westelijke kant van het centrumgebied Westende-bad was er een kunstmatig overgangsgebied, een stuk strand dat zou voorbehouden worden voor watersportactiviteiten. Logisch of toevallig of niet maar daarin mocht toch wel een nieuwe vaste constructie neergepoot worden, zeker!! Op het strand dus: een unicum aan onze kust,… een paradepaardje Dat werd ‘De Kwinte’ met cafetaria (en wat voor één!), surf- en reddersaccomodatie. Gelukkig is de rest van dat natuurplan nooit verwezenlijkt
Twee campings of schandvlekken worden opgeruimd Einde 2008 werd de site van de camping Cristal Palace aangekocht door de overheid. Op 11 februari 2009 startten de opruimingswerken en in november 2009 kon het terrein teruggegeven worden aan de natuur. Vanaf maart 2012 kon de nieuwe natuursite, een grote aanwinst, op de plaats van de schandvlek ‘Camping Cosmos’ bezocht en bewonderd worden. Wandelpaden doorheen het domein maken dat mogelijk.
Renovatie van de dijk Vlak vóór de start van het nieuw zomerseizoen 2013 werd de renovatie van de Koning Ridderdijk afgewerkt. Eindelijk! De werken werden namelijk al gestart begin 2009. Het stuk tussen de Oceaanlaan en de Strandlaan zou als eerste aan de beurt komen maar het paradepaardje ‘surfclub’ kreeg voorrang zodat de Sint-Laureinsdijk tenslotte als laatste afgewerkt werd. Zo zag de dijk eruit na afwerking.
Alhoewel het watersportcentrum reeds op 31 augustus 2006 goedgekeurd werd door de gemeenteraad startten de werken pas in de week van 11 – 15 oktober 2010 en werd het centrum pas op 22 juni 2012 ingehuldigd, weliswaar op pompeuze manier, zonder op de kostprijs te lette!
Wie draagt er schuld voor de teloorgang? Na de fusie met Middelkerke vanaf 1.1.1977 was Westende niet meer de 'parel van de kust' zoals weleer. Die titel eigende Middelkerke zich toen toe … zonder de parels over te nemen. Westende-bad trad in de schaduw van de kerngemeente en Westende-dorp werd enkel nog beschouwd als parking, vooral voor campers. De toegang tot het strand werd ook af en toe volledig afgesloten om bij evenementen de ‘sterren’ achter de schermen niet te storen! Toen het huidig gemeentebestuur met Vande Lanotte meehielp om ‘Zon en Zee’ te veroordelen tot asielcentrum diende het daarmee het toerisme in Westende-dorp een zware klap toe. Die vandaag nog steeds voelbaar is! Ook de (terechte!) verdwijning van de twee campings of ‘ruines’ ‘Cosmos’ en Cristal Palace’ waren voor Sint-Laureins ernstige aderlatingen. Dat er mooie natuurgebieden voor in de plaats gekomen zijn, was weliswaar een geschenk voor de natuurliefhebbers maar dat draagt maar in beperkte mate bij tot het succes van het strand. Andere, later opgerichte, campings (Kompas, Zomerzon, De Lombarde, KACB) leveren slechts een beperkte bijdrage want veel daarvan beschikken zelf over winkels, over restaurants, over een zwembad en nog veel andere ontspanningsmogelijkheden. Er zijn wel veel witte vissershuisjes bijgekomen. Ik weet nu wel niet of de bewoners ervan, alle voorzien van een wagen, zich daarmee naar Sin-Laureins begeven.
Veel Westendenaars hebben heimwee naar die tijd van 'ons' strand. Echte folklore was dat. Niet luxueus natuurlijk maar gezellig druk en leuk.
Is er dan niets goed aan de nieuwe infrastructuur van Sint-Laureins? Natuurlijk wel. Het is vooreerst een brede promenade met veel banken badend in de zon wat in Westende-bad slechts later in de namiddag het geval is. Men kan er ook zonnen op het terras van ‘De Kwinte’, die als enige dat voorrecht heeft omdat er geen muur van 10 verdiepingen in de weg staat. Sommige bezoekers van Sint-Laureins beklagen er zich wel eens over dat er op het strand tegenover de Strandlaan geen beperkte snack (cabine/stalletje) is waar de kinderen (zonder mama of papa) een ijsje of een zakje chips kunnen halen. Ook een toiletmogelijkheid zou daar niet misstaan want ‘De Kwinte’ ligt wat afzijdig en welk kind moet niet eens ‘dringend plassen’? Loop er dan maar eens vlug mee naar ‘de Kwinte’!! De nabijgelegen ‘Welkom’ is een restaurant en beantwoordt niet aan die noden. Tot 1 april 2015 was de dijk ook in volle zomer een parkeerplaats voor campers. Men mocht er wel niet overnachten. Niet dat het vaak gecontroleerd werd en dat overtreders gestraft werden. Sinds 1 april moet voor campers elke dag van het jaar betaald worden, ook op zon- en feestdagen en overnachten blijft uiteraard verboden.
Toekomst Het Sint-Laureinsstrand in Westende is in de landschapsatlas opgenomen. Dat is een wetenschappelijke inventaris van waardevolle landschappen in Vlaanderen, die wordt bijgehouden door het Vlaams Instituut voor Onroerend Erfgoed. Hierin lezen we over het Sint-Laureinsstrand: "Het staat in verbinding staat met de IJzermonding en vertoont een wel zeer specifieke duinvorming. Hier is er nog actieve zandverstuiving, zodat windgaten en andere actieve windverstuiving het strand hier vorm geven. Er zijn enkele kleinere golfbrekers aanwezig en het strand wordt van de Sint-Laureinsduinen gescheiden door een lage dijk die een restant is van de zogenaamde Atlantikwall. Men tracht hier de natuurlijke situatie te herstellen door een natuurherstelplan: het strand wordt manueel gereinigd, zodat niet alle ‘vuil’ in een beweging wordt verwijderd. Er gebeurt een selectie waarbij men wier, hout en schelpen laat liggen om zo de natuurlijke vegetatie meer kans te geven."
Lovenswaardig, maar ik vrees wel dat ons strand daarmee geen deel van zijn oude glorie terugkrijgt.
En het strand van Lombardsijde? De lezers van deze blog die niet beter weten zouden nu kunnen denken dat alleen Westende strandfaciliteiten had, temeer dat ik hierboven misschien in hun ogen de indruk gaf dat alle bewoners van campings in Lombardsijde zich naar het Sint-Laureinsstrand begaven. Dat was uiteraard niet het geval want Lombardsijde had ook een strand, ter hoogte van de Cristal Palace. In één van mijn volgende artikels zal ik het daar eens over hebben.
Bronnen CONSTANDT M., Het toeristisch verhaal van Westende en Lombardsijde, Middelkerke, 1988. “De Zeewacht” van 29.08.1952 Wikipedia Uittreksels uit verslagen Gemeenteraad Zie ook mijn voorgaande artikels over de verschillende vakantieverblijven: 15.11.2009 Map ‘Erfgoed’: “Relais du Lac!Vacarsa!Lorenzo!Byblos! en nu Naamloos” 12.6.2011 Map ‘Zon en Zee’: “Hoogheidswaanzin, slecht beheer en verspilling doen een mooi project ineenstuiken” (over ‘Ons Rustoord’) 8.9.2014 Map ‘Erfgoed’: “De Crombez’ in Nieuwpoort, Lombardsijde en Westende (in die volgorde) veelbesproken rijke grootgrondbezitters en ook mecenassen” (over ‘Les Marçunvins’) ‘We herdenken de ‘Zon en Zee’ – ramp, 10 jaar geleden’ ‘Zon en Zee dertien jaar geleden’ ‘Strand Sint-Laureins wordt opgedoekt’ 09/09/2004 door Yvan NAESEN Faceboekberichten van Roger Swyngedauw, Gilbert Cogghe, Eric Meersch, Roland Peeters, Alain Calcoen, Isabel Boonen, Sabine Willems
Aanpassing op 24.11.015 Ik wil aanvullend Roger Swyngedauw bedanken voor zijn hulp bij het verzamelen van de gegevens over 'La Cabane'
|