Een vinkenzetting? Al veel over gehoord maar nog nooit meegemaakt! Jullie wel? Toen ik vernam dat er één zou gehouden worden op een boogscheut van mijn voordeur, mocht ik die gelegenheid niet missen. Op 14 ,15 en 16 mei 2016 organiseerden de paradijsvogels uit Veurne namelijk 3 vinkenzettingen in Lombardsijde.
Wat houdt dat eigenlijk in? Een vinkenzetting, kortweg zetting genoemd, is een wedstrijd waarbij de vinkeniers (vinkenhouders) gedurende een uur het aantal liedjes van de vink tellen. Deze wedstrijden worden in de periode tussen 1 april en 31 augustus georganiseerd. Dan zingen de mannetjes namelijk om het hardst om zo hun territorium te verdedigen en wijfjes (de "popjes") te lokken. Het liedje duurt maximaal vijf seconden en de mannetjes herhalen het gemakkelijk tot tien keer per minuut. Bij het begin van een vinkenzangwedstrijd, wordt met een vlag gezwaaid als signaal: “Teken de geldige zangen!”. Een uur later wordt opnieuw met de vlag gewapperd om aan te geven dat de wedstrijd beëindigd is. De zetting zelf verloopt volgens een bepaald stramien. Eerst brengen de vinkeniers hun gekooide vinken ‘in reke’. Dat betekent dat ze de kooien met de vogels op een rij zetten op een afstand van ongeveer 2m40 van elkaar, de vinkenier telkens dat mogelijk is, kijkend naar de zon, wind in de rug. Bij een wedstrijd is het de bedoeling dat een vink zoveel mogelijk geldige fluitsignalen (liedjes) laat horen. Telkens de vogel een liedje zingt, maakt de zetter met een krijtje een aantekening op een zwarte houten telstok, die ook wel de ‘regel’ wordt genoemd en die 800 streepjes kan bevatten.
De vinkenier gaat voor de kooi zitten rechts van zijn eigen vogel, luistert en noteert de geldige zangen. Hij moet dus de slagen van de vink van zijn gebuur noteren. Alhoewel alles gebaseerd is op vertrouwen, heeft hij/zij tezelfdertijd een zekere controle over het tellen van de liedjes van zijn/haar eigen vogel. De vink die in 1 uur tijd de meeste liedjes zingt, wint de wedstrijd. Enkel liedjes die op de juiste manier gezongen worden, zijn geldig. Het gezongen lied moet volledig zijn en eindigen op suskewiet (dit gedeelte wordt de vinkenslag genoemd).
Aan sommige wedstrijden nemen meer dan 1000 deelnemers deel. Dergelijke wedstrijd kan dan ook erg indrukwekkend zijn en voor buitenstaanders een bevreemdend schouwspel vormen. Met de zetting is geen winstbejag gemoeid. Het winnen van een felbegeerde titel in de vinkensport brengt weinig, of zelfs geen geld in het laatje. De vinkenier gaat meestal met een ruiker of een beker naar huis. Er wordt dus vooral om de eer gespeeld. Een titel geeft de zetter wel aanzien bij de andere vinkeniers. Bovendien is het uniek dat er in de eerste plaats op vertrouwen wordt gespeeld. De deelnemers moeten er van uitgaan dat hun concurrenten niet vals spelen. Vriendschap staat hier dan ook hoog aangeschreven. De buitensporige bedragen die bijvoorbeeld in de duivensport neergeteld worden, komen in deze sport niet voor. Vinkeniers kweken hun vinken zelf of kopen ze voor een klein bedrag. Soms worden er ook vinken geruild.
Geschiedenis De vinkensport is een Vlaamse volkssport met een eeuwenlange traditie. Ze is ontstaan uit de vroegere vogelvangersgilden uit de Middeleeuwen. Om (roof)vogels te vangen werden goede lokvogels ingezet. Buiten het vangseizoen werden deze in gevangenschap gehouden tot de volgende vangstperiode. De vogelvangers startten met het houden van wedstrijden om te bepalen welke lokvogels het snelste konden zingen. De eerste grote vinkenzettingen in Vlaanderen vonden plaats in de 16e eeuw en werden slechts eenmaal per jaar gehouden. Eén van de vroegste vermeldingen dateert uit 1593 over een vinkeniersgilde in Ieper .
Vanaf de 17de eeuw nam het aantal vinkeniers sterk toe. Vinkeniersgilden waren aanvankelijk vooral een stedelijk fenomeen, omdat het vangen van vogels op het platteland sterk aan banden lag. Vanaf de 19de eeuw werd de vinkensport ook op het platteland zeer populair. Veel vogelsoorten (spreeuwen, leeuweriken, enz.) werden vroeger enkel gevangen om op te eten. Met de vinken was dat echter niet het geval: de gilden vingen ze uitsluitend om vinkenzangwedstrijden te kunnen houden. Met de populariteit van de vinkensport nam ook het aantal vinkenierslokalen sterk toe vanaf de 19de eeuw. Velen waren traditioneel verbonden aan volkscafés.
De vinkensport vandaag De vinkensport valt onder het ministerie van cultuur en van de cel cultureel erfgoed De sport is vooral populair in West-Vlaanderen en delen van Oost-Vlaanderen. Naar schatting zijn er nog zo’n 13.000 vinkenzetters actief. Vooral A.Vi.Bo (Koninklijke Nationale Federatie Algemene Vinkeniersbond) behartigt de belangen van de vinkeniers. Ze stellen uniformiteit in hun sport voorop. Sommige verenigingen, die een lokale variant van de vinkensport beoefenden, konden zich niet vinden in de reglementering die Avibo opstelde. Zo kwam er in de jaren 1970 een afsplitsing, Vi.Mi.Bel (Vinkeniers Midden-België), die zo’n 700 leden telt. .De individuele vinkenzetters zijn gegroepeerd in vinkenlokalen of maatschappijen. Sommige van die verenigingen bestaan al sinds de 19de eeuw. Voorbeelden daarvan zijn “Verheugd in de Zang” uit Aarsele (°1838), “De Lustige Zangers” uit Ardooie (°1897), “Niet Rijk Maar Recht” uit Meulebeke (°1849) en “De Paradijsvogels” uit Veurne (°1840). De verenigingen staan in voor de organisatie van de wedstrijden. De vinkeniers hebben via de vereniging contact met elkaar en blijven na de vinkenzetting vaak nog wat hangen om bij te praten en ervaringen uit te wisselen.
Hoe zien de vinken eruit? De vink (Fringilla coelebs), die de grootte heeft van een mus, wordt ook wel botvink, boekvink of charlotte genoemd. Het is een zangvogel die bekend staat om zijn strijdlust. Je kan twee verschillende groepen botvinken onderscheiden. Enerzijds is er de inheemse boomgaardvink, anderzijds de trekvink. Die laatste zoekt in de herfst vanuit de stamgebieden in Noorwegen, Zweden, Rusland, Finland, Denemarken en Duitsland warmere oorden op. Het opmerkelijkste verschil tussen de twee groepen ligt in de zang. Het liedje van de boomgaardvink eindigt steevast op "sieskewiet" of "suskewiet". Een vink wordt daarom in de volksmond ook wel een ‘suskewiet’ genoemd. Alle vinken zijn gekenmerkt door een dubbele witte vleugelband en witte buitenste staartpinnen. Mannelijke vinken zingen het mooiste lied en hebben ook de mooiste kleuren. Ze hebben een blauwgrijze kop en roodbruine wangen. De onderzijde is wijnrood, de achterhals en een deel van de zijhals zijn leiblauw en het voorhoofd is zwart.
Het vrouwtje is bruiner en de onderzijde is licht grijsbruin, de rug is olijfbruin.
De liedjes van de vink Trekvinken hebben een gezang dat eindigt op "weeuw" of "beeuw". De zang van de inheemse boomgaardvink wordt door de vinkeniers ook wel "Vlaamse zang" genoemd. Alles wat daarvan afwijkt, wordt "Waalse zang" genoemd. "Waals" verwijst hier niet naar Wallonië, maar naar het Oudnederlandse woord voor alles wat vreemd en uitheems is. Jonge vinken kunnen het liedje leren door te luisteren naar een ervaren oudere vink. Heel wat vinkeniers leren de liedjes echter aan door een compact disk met het liedje te laten afspelen in de nabijheid van de kooien. Blinde vinken Vanaf de 19de eeuw tot aan het begin van de 20ste eeuw werden wedstrijdvinken doorgaans blind gemaakt, omdat er van uit gegaan werd dat ze dan beter konden zingen. Het blinden van vinken gebeurde door de oogleden van de dieren dicht te schroeien. De ingreep was meestal omkeerbaar, maar allesbehalve diervriendelijk. In 1920 maakte de overheid dan ook een einde aan dit gebruik. Het verbod werd ingegeven door protest van oud-strijders, die tijdens WOI blind waren geraakt bij gasaanvallen aan het oorlogsfront.
Vinken vangen Het vinkenzetten was traditioneel verbonden aan het vangen van vinken. Dat heeft niet alleen met de zangwedstrijden op zich te maken, maar ook met het feit dat vinken kweken geen sinecure is. Ieder jaar moesten er dus nieuwe vinken uit de natuur komen om verder te kunnen kweken. Lange tijd mochten de vinkenbonden Avibo en Vi.Mi.Bel vinken vangen volgens bepaalde quota. Om te kunnen kweken, moesten er vooral voldoende vrouwelijke vinken gevangen worden. Sinds 2003 is de vinkenvangst verboden. Om het aantal vinken op peil te houden en zo de vinkensport te behoeden voor de teloorgang, worden er nu kweekprogramma’s voor vinken opgezet. Kooi Een vinkenier zorgt er voor dat zijn vinken thuis in een volière over voldoende bewegingsvrijheid beschikken. Enkel tijdens de wedstrijden wordt een vink tijdelijk in een kleine kooi of ‘renne’ opgesloten. Na het verbod op het blinden van de vinken kwam er een nieuw kooitype in gebruik, dat tot op de dag van vandaag in gebruik is. Die kooi is geblindeerd door melkglas zodat de vink er enkel licht en donker in kan onderscheiden en niet afgeleid wordt. In het duister kan het diertje zich ongestoord volop toeleggen op het zingen van zo veel mogelijk liedjes. (in de volkstaal wordt dit ook wel kwinkelen, schuifelen of vedelen genoemd Er wordt ook voor gezorgd dat er voldoende luchtcirculatie in de kooi is. ).
Op onderstaand filmpje zien jullie een gekooide vink en kunnen jullie talloze liedjes beluisteren. https://www.youtube.com/watch?v=cTzSRKrKB_w
Vinkenzetten: een passie Het vinkenzetten is een intensieve bezigheid: een vinkenier moet eerst heel wat tijd en moeite in zijn vinken investeren voor hij de vruchten van zijn arbeid kan plukken. Eerst moeten de dieren gekweekt, goed gevoed en ‘opgeleerd’ worden. Net zoals in de duivensport besteedt een vinkenier veel aandacht aan de verzorging van zijn vogels en geeft hij ze een naam. Pas na enkele jaren zingt een vink op volle kracht om te kampen in de wedstrijden. Vinkeniers raken in die tijd dan ook echt gehecht aan hun dieren. Vroeger werden er soms zelfs overlijdensberichten geplaatst in het contactblad van de vinkeniers als een goede zangvogel stierf.
Familietraditie Vaak is het houden van vinken en het spelen met vinken een familietraditie. De meeste vinkenzetters leerden het vinkenzetten als kind en geven de kennis en de passie vandaag door aan hun eigen kinderen of kleinkinderen. Omdat vinkenzetten geen kracht of uithouding vergt, vinden vele actieve ouderen/gepensioneerden het een aangenaam tijdverdrijf. Net zoals in de meeste volkssporten zijn vrouwen ook bij het vinkenzetten in de minderheid, al neemt hun aantal en invloed wel toe.
De paradijsvogels uit Veurne organiseerden in Lombardsijde De zettingen vonden plaats in de Bamburgstraat te Westende. Inschrijven kon in de voetbalkantine van SC Lombardsijde. Ziehier het volledig programma Zaterdag 14 mei: zetting om 9 uur, inschrijving vanaf 07u15. Prijzen: Kleine attentie voor iedere deelnemer bij de inschrijving 100 euro vooruit + de inleg en ongeveer 50 euro natura Onder de leiding van Alain Calcoen, voorzitter van ‘De Paradijsvogels’ met Belgische vlag in de hand, trotseerden 29 dappere vinkeniers, waarvan één uit Westende-bad en één uit Lombardsijde de ijzige koude en de wind. Er waren er zelfs die op geen kilometer keken om deel te nemen, namelijk uit Wervik, Roeselare, Meulebeke, Denderhoutem, Jabbeke, Zerkegem, Lebbeke, …Er waren ook twee vrouwelijke deelnemers. Natuurlijk durfde ik geen kik geven om de vogels niet te storen in hun gezang. Alain keek daar trouwens streng op toe.
De trofee werd uitgereikt door schepen Bart Vandekerckhove.
Zondag 15 mei om 16 uur: de grote prijs ‘Jean-Marie Dedecker en Alain Calcoen’. Prijzen: 150 euro vooruit + de inleg en 350 euro natura.. Winnaar ontving een trofee uit handen van Jean-Marie Dedecker. Na de zetting werd de innerlijke mens versterkt.
Maandag 16 mei om 9 uur: grote prijs ‘Gebroeders Chris en Lucien Niville uit Westende’. Prijzen: 100 euro vooruit + de inleg en 50 euro natura. Winnaar ontving een trofee uit handen van de Niville Brothers. Elke dag ontving de eerste vrouw een prachtig juweeltje terwijl er tevens een prijs voorzien was voor de eerste jeugdspeler met eigen speelkaart. Er werd een globale rangschikking opgemaakt van de 3 zettingen. De winnaar van de driedaagse was Daniël Pieters uit Oostduinkerke. Eerste Middelkerkenaar was Arthur Coopman. De eerste 5 van die rangschikking ontvingen een prijs. Men was niet verplicht om met dezelfde vogel deel te nemen.
Het bestuur van de paradijsvogels Veurne dankte het gemeentebestuur van Middelkerke en het bestuur van voetbalclub SC Lombardsijde en alle sponsors: Jean-Marie Dedecker, Immo S Westende, Bart Vandekerckhove Middelkerke, Sanitair Eddy Deroo Middelkerke, gebroeders Niville Westende, Ressen Nelly Genk, Argenta Lombardsijde, Jan Gebert Middelkerke, Coopman Arthur en dagbladhandel Laetitia Lombardsijde.
Bronnen http://www.lecavzw.be/tradities/rituelen/vinkenzetten Facebookpagina Alain Calcoen
|