Beste bloglezer, Ik had mij voorgenomen mijn tekst over Lombardsijde-strand op te delen in twee artikels. Maar … ik vond nog heel wat meer documentatie (en fotos). Ik weet ook dat sommige bloglezers niet zo houden van heel lange artikels en daarom heb ik dan maar beslist er drie delen van te maken; Het derde deel zal dus verschijnen op 27 juni 2016. Het zal handelen over de opruiming van een paar campings (Cristal Palace en Cosmos) met de bedoeling terug te keren naar de natuur en de zeewering te versterken. Ook over de gemengde gevoelens waarmee dat gepaard ging. Enerzijds waren de natuurliefhebbers daarmee erg in hun nopjes, maar anderzijds betekende dat een mokerslag voor de zelfstandigen die moeten leven van toerisme waarin de campings een grote rol spelen.
Deel 2
In april 1941 spoelde plots haring aan op het strand om zich in de dagen daarna oostwaarts te verspreiden. Onvoorstelbare hoeveelheden paling belandden aldus op onze stranden. Men kon de haring zomaar te voet vanuit de “kellen" met emmers opscheppen! Ook alles wat enigszins kon drijven werd ingezet. De haring voedde de gezinnen (gelukkig!!!) en gaf hen werk. Het seizoen 42-43, van december 42 tot 15 maart 43, was nog beter. Het volgend seizoen deed alle vangsten van de vorige jaren in het niets verzinken. Tussen december 1943 en 15 maart 1944 werd 58.119.500 kilo haring afgewogen. Alle vis moest afgegeven worden aan de corporatie die de vissers dan op basis van hun vangst uitbetaalde. Er werd heel wat gesjoemeld. Zo werd sprot zelf opgeconsumeerd, niet afgeleverd en of verkocht op de zwarte markt. Uiteraard was de strandvisserij niet zo belangrijk als de zeevisserij. Toch slaagden de strandvissers er in 1943 in 1.335.546 kilo vis te leveren. Zo’n 95% was haring. Wie over een roeibootje beschikte, ving er zoveel hij wilde onder het wakend oog van de Duitsers die vreesden dat er enkelen naar Engeland zouden vluchten.
Jerome Coulier zegt dat ook zij in 1942 en 1943 haring vervoerden naar hun klanten in ’t binnenland. Hij beweert ook dat Maurice Denolf op 26 november 1945 op haringvangst zijn bootje overlaadde waardoor het kantelde zodat Maurice verdronk. Was de wonderbare haringvangst toen nog aan de gang? Ik betwijfel het! Feit is dat Maurice toen samen met zijn schoonbroer Fernand Dalle, echtgenoot van Clara Denolf, verdronk. Volgens hun bidprentje ‘kantelde hun bootje door een rukwind, in het zicht van de kust.’
Kort na de oorlog verloor de familie Guilbert twee van haar zonen op het strand. Ze hadden al veel koper en lood kunnen recupereren van de mijnen die de Duitsers aan de versperringen aan zee bevestigden. Maar die dag liep het mis, bij het ontmantelen ontploften er een hele reeks en twee van de gebroeders Guilbert werden op slag gedood, de derde (‘Botte’) was enkele tientallen meters verder aan het werk en ontsnapte aan de dood.
De firma Soete had tijdens de voorbije oorlog heel wat lokale arbeiders tewerkgesteld om bunkers te bouwen voor de Duitsers. Zodra de geallieerden ons bevrijd hadden, kwam er uiteraard een einde aan die werken. Maar er was hier werk genoeg bij de wederopbouw en zo hadden onze arbeiders snel een nieuwe broodwinning.
Een nieuwe start voor de Cristal Palace De Coulier’s, vooral onder de druk van moeder Marie, wilden een nieuwe start voor het ‘Cristal Palace’. En ze kregen het geluk aan hun kant. Vercnocke, die voor de oorlog een frituurtje naast het Cristal uitbaatte had Amerikaanse vliegers uit zee gered en kreeg wegens bewezen diensten, een voorkeurbehandeling. Hij vroeg en kreeg de toelating en de nodige materialen om weer een ‘brakke’ op te zetten, bij de kazerne, waar ze vroeger stond, wat voor anderen toen niet mogelijk was. Toen die barak goed en wel opgebouwd was, sprak hij moeder Coulier aan op straat. Hij had namelijk een brief ontvangen van zijn schoonbroer Omer uit Amerika en hij wilde daarheen met heel zijn gezin omdat men daar schijnbaar rapper en meer meer geld kon verdienen. Vercnocke wilde daarom zijn barak verkopen. Zijn vraagprijs was 25.000 BFr. Vijf minuten later was de zaak geklonken. Barak 2 van de ‘Cristal’ was geboren. De barak werd opgesmukt en Gaston Coulier en Marie Roye konden, eerder dan verwacht, met de hulp van een dienstmeisje en een keukenhulp, de draad van hun vooroorlogs leven weer opnemen. Ziehier barak 2 uit 1946-1948
Foto3: rechts patattenkotje tevens WC Foto4: Interieur - verjaardagsfeestje Foto5: dienster Nicole Ottevaere tussen de keukenpieten mevrouw Christiaens en Lea Levecque. Foto6: zittend Marie Roye met vriendin, staande links kokkin Jeanne Dedeystere en rechts opdienster Marie Osaer
Lombardsijde-bad in de jaren vijftig Er werd een campagne opgezet om Lombardsijde op toeristisch vlak een grotere bekendheid te geven. Ziehier de eerste maar ook enige folder en sticker die de gemeente uitgegeven heeft.
Barak 3 In 1952 liet het ministerie van Landsverdediging de toegang naar de zee via de Zeelaan afsluiten. De grond van de Cristal Palace werd onteigend en de familie Coulier moest verhuizen en dat vóór 1 oktober 1952. Drie honderd duizend frank kregen ze als schadevergoeding aangeboden maar na onderhandeling werd het dubbele uitbetaald en ze mochten zelfs de barak en de inboedel meenemen. Ziehier een herinnering uit dat laatste jaar ‘met zicht op zee’: Elisabeth, dochter van Gaston, bij een groep militairen
Er werd toen op zoek gegaan naar de volgende standplaats voor de barak. Ze wilden zo dicht mogelijk bij de militairen blijven om winter-zomer de zaak draaiende te houden. Zo werd gekozen voor een terrein, op 60 m van het militair domein, gescheiden van het strand door een duin van 45 meter breed, aan het einde van een betonwegje van amper drie meter breed, dat leidde naar drie bunkers van de ‘Atlantikwall’. ‘s Anderendaags al werd met deurwaarder Brys, de zaakwaarnemer van Crombez, de koop afgesloten. Landmeter Etienne Gerard deed de opmetingen en gaf aan de betonweg de naam ‘Idyllenlaan’. Architect Vandemeulebroucke en bouwheer en burgemeester Titeca voerden het project van de Coulier’s uit. Naast de barak werd deze keer ook een camping voorzien. Moeder Marie wilde absoluut dat alles klaar was tegen het nieuw seizoen. En dat lukte ook! Met Pinksteren 1953 was het al zover. De eerste pinten konden getapt worden terwijl timmerman Julien Gunst nog de laatste deurposten aan het plaatsen was en Albert Minne zorgde voor de laatste elektrische leidingen. Ziehier de barak in 1953.
Onderaan links: rechts de grote citerne voor regenwater, links Duitse bunkers die als logement gebruikt werden. Onderaan rechts: “Wat een luxe: reclame op de voorgevel”
De kazerne draait op volle toeren Vanaf 1952-53 kwamen honderden militairen naar het Kamp van Lombardsijde. De bezetting van het kamp bereikte een hoogtepunt in de jaren 1953-1955. Wie herinnert zich niet de weekendrappels van de ‘kampmannen’. Waren ze misschien geen aanwinst voor het toerisme, dan vaarde de horeca er wel bij. Ze bezochten de talrijke cafés in het dorp, maakten er vaak ‘ambras’ maar brachten ook zaad in het gemeentelijk bakje. Veel toeristen stoorden zich aan het geluid van de schietoefeningen tot op het ogenblik dat officieel beslist werd het schieten op te schorten tijdens het seizoen, van 15 juni tot 15 september. Een anekdote: elk jaar liet de burgemeester van Nieuwpoort, Georges Mommerency, in de krant verschijnen dat het dank zij zijn tussenkomst was dat de schietoefeningen gestaakt werden. De Cristal Palace haalde groot voordeel uit de kazerne.
De overstroming op 1 februari 1953 Daar waar de zee elke winter 1 meter duin afknaagde, bracht de springtij van 1.2.1953 een verlies van 15 meter duinen mee. De laatste beschermende duinenrug was daardoor verdwenen.
Dat de zee weer eens een deel van de duinen weggenomen had, bracht veel werk mee: strand proper maken, zware grond aanvoeren en bedekken met overgewaaid duinenzand. Een eeuwig herbeginnen! Tevens een dure grap!
Dat mocht zeker niet te vaak gebeuren anders zou het Cristal Palace nog in gevaar gekomen zijn. Er waren toen nog geen golfbrekers op het strand!!! De gronden van veel hoveniers, zoals die tussen de Zeelaan en de Schoolstraat waar straks woningen zullen verrijzen, werden onder water gezet. De schuld daarvoor werd op het ministerie van landsverdediging gelegd doordat in het kamp de beschermende dijk weggenomen werd.
De moord op Claudine Vandervloet Twee wandelaars, Albert Terwe uit Lombardsijde en Van Rompaey uit Geel, vonden op dinsdag 30 juli 1957, om 5u30 ’s morgens, het lijk van een vrouw op het strand van Lombardsijde. Bij de ontdekking liep nog bloed uit de oren, neus en ogen. Een sjaal was rond haar mond gebonden. Het slachtoffer had geen papieren bij, alleen een trouwring met inschrift "André - Claudine 1955". Ze was gekleed in een nylon avondtoilet. Kousen, schoenen en mantel ontbraken. Ze werd waarschijnlijk op het hoofd geslagen. Het bleek te gaan om Claudine Vander Vloet, geboren in Oostende op 16 juni 1934, enige dochter van Eduard Vander Vloet en van Marcella Cornette. Zij ligt begraven op het kerkhof van Lombardsijde. Er doen verhalen de ronde dat haar lijk met een kruiwagen afgevoerd werd. De misdaad werd nooit opgehelderd.
De camping ‘Cristal Palace’ Zoals gezegd bracht barak 3 ook de aanleg van de gelijknamige camping mee. Het zal wel de trend van de tijd geweest zijn, die aan de basis lag van het initiatief. 1953 – 1960: De camping in de kinderschoenen Bij de start was de tent koning. Opdat de kampeerder met de auto in het mulle zand tot bij zijn tent zou geraken, werd traliedraad (treillarmé) gelegd. Later sprongen lassen los. Die veroorzaakten verwondingen en schade aan de voertuigen. Er zat dus later niets anders op dan de draad met tarmac beleggen.
Een voorloper van de chalet werd ineengeknutseld met behulp van aangespoelde planken en hout van sinaasappelkisten. Twee bunkers uit WO 2 maakten deel uit van de camping. Toen kwamen de caravans. Eerst bleven de tenten nog in de meerderheid maar het aantal caravans groeide voortdurend.
Uiteindelijk kwamen er ook chalets.
In zijn ‘mémoires’ slaat Jerome zich op de borst: “Te laat… Er kwamen nog 20 chalets bij, verschillend van grootte en uitzicht. Geen fraai uitzicht. Jammer! ‘k Had vroeger moeten ingrijpen. Mea culpa…”
Hier zien jullie nog een samenvattende mozaïekkaart, zoals ze in de Cristal Palace verkocht werden.
Een grote aanwinst was een legerautobus.. Die diende eerst als wasplaats, naast de pomp, daarna zelfs als woonst met garage en tenslotte zuiver als woonst.
|