Er was eens
een Middelkerks gemeenteraadslid
Hij was de leider en voortrekker van de BSP of Belgische Socialistische Partij. Hij was zeer plichtbewust en kende zijn dossiers van binnen en van buiten. Volgens zijn eigen woorden stelde zijn partij niet zo veel voor en haalde die daardoor nooit voldoende stemmen om een schepenmandaat te veroveren. Het raadslid voelde zich daarvoor medeverantwoordelijk, want populair was hij nooit maar dat was ook zijn betrachting niet. Ik ben geen volksfiguur, zei hij zelf, Ik kan mij in bepaalde situaties of omgevingen niet inleven. Ik ben nu eenmaal zo. Mijn ideologische visie over een aantal zaken is vrij rechtlijnig. Hij noemde zichzelf ook nog den ambetanterik. Hij moest het dus altijd doen vanuit de oppositie en iedere politicus weet hoe moeilijk dat is. Het is vechten tegen de bierkaai. Maar hij was eerlijk en had gedurende meer dan 20 jaar het beste voor met Middelkerke. Vooral over de gemeentelijke financies maakte hij zich regelmatig zorgen. Zo vind je er niet veel! Meer inspraak was één van zijn voornaamste streefdoelen. Over wie ik het heb? Over Gaspar Ryckewaert, natuurlijk!
Lijsttrekker van de lijst Inspraak In het vooruitzicht van de gemeenteraadsverkiezingen van 10 oktober 1982, schreef Gaspar zoals iedereen zijn kiespamfletten. Dat gebeurde nu niet meer als kopman van de BSP maar van een lijst Inspraak met allemaal socialisten, Hij deed dat in wat hij een luchtige trant noemt, maar hij vond toch dat hij daarin een aantal onweerlegbare manipulaties van de regerende meerderheid (1976-1982) moest bekendmaken. Zo ontstond Een oud maar onuitgegeven BOEVEn- en schelmenverhaal in drie delen uit het land van de zee. Hij gaf het de titel De zeven fenomenen mee. De tekst hieronder is de weergave van wat in de drie pamfletten geschreven staat, hier en daar met de nodige aanvullingen waar het volgens mij nodig is voor een beter begrip door de lezer van vandaag.
Wie zijn die zeven fenomenen? De eerste gemeenteraad van de fusiegemeente Middelkerke op 1 januari 1977 was samengesteld uit 8 CVP, 3 BSP, 7 Stem van het Volk (SVHV) en 5 Gemeentebelangen (=PVV, later VLD). Met een nipte 12 op 23 vormden de laatste twee partijen een meerderheid tegen de partij van de CVP-burgemeesters (Vermander, Soetaert en Pittery) en tegen de BSP (Ryckewaert, Astaes en Debeuckelaere). Inghelram werd burgemeester met 2 schepenen uit zijn partij, Leon Dewulf en Roland Vanhercke. Voor de Gemeentebelangen werden de eerste drie van de lijst Muylaert, Bouve en Ghesquière schepen.Julien Desseyn was gemeentesecretaris. En daarmee heb ik meteen de De zeven fenomenen genoemd. De beginnende maar steeds invloedrijkere Willy Declerck viel toen nog juist buiten de prijzen en werd slechts gewoon raadslid. Hij wordt door de schrijver van de pamfletten de grote vriend van de zeven fenomenen genoemd. Hij beschrijft hem als een sympathieke maar nogal bescheiden man, die nooit op een foto stond En ik vul aan: hij lag aan de basis van de politieke loopbaan van enkele huidige Open VLD mandatarissen en hij is, na zijn zelfmoord, voor die partij nog steeds het lichtend voorbeeld gebleven.
Deel 1: Willy en de zeven fenomenen In een eerste onderdeel wordt vooreerst het fenomeen Dewulf alias Long Wulf besproken. Deze wordt ervan beschuldigd zes jaar lang het gemeentepersoneel honderden werkuren te hebben laten uitvoeren om de wegen naar boerenhoven of naar de woningen van Jan, Pier of Pol te herstellen of te verharden. Zelfs om de grondstoffen hoefden de begunstigden zich niet te bekommeren. Dat alles gebeurde natuurlijk op de kosten van de Middelkerkse gemeenschap. De schepen verwachtte daarna natuurlijk wel dat hij daarvoor in het kieshokje zou beloond worden. De kritiek van Ryckewaert werd weggewuifd met een laconiek Je makt van u schete u dunderslag. Na verloop van tijd hadden de andere fenomenen toch ook door dat er iets niet pluis was. Ze beslisten daarop in de gemeenteraad de werken ten gunste van particulieren niet meer helemaal te betalen, maar nog slechts voor twee derden. Dertien en een halve maand later gaf dat besluit aanleiding tot een schorsing door de gouverneur. Vroeger kon niet, omdat de beslissing van de raad hem slechts een jaar nadien bereikte!!
In een tweede onderdeel vertelt Gaspar over de geschenken waarmee Willy Declerck door de fenomenen bedeeld werd. Op 7 juni 1979 werd in Puurs door een zekere Vandermeulen een naamloze vennootschap NV Casino- Parking opgericht. Dat was een zakenpartner van Willy. Drie maanden later zeiden de blauwe dat zij een parking wilden bouwen onder de put voor het casino in Middelkerke!!! Dat werd vlug officieel en administratief geregeld zonder dat de concurrentiefirmas een schijn van een kans kregen. De prijs die Vandermeulen moest betalen aan de gemeente bedroeg 90.000 BFr per jaar. Dat bedrag was niet enkel beschamend laag, maar bovendien werd het vaak pas na lang aandringen betaald, met vertragingen die opliepen tot 1 jaar, zonder dat daarvoor enige interest aangerekend werd. De zaken floreerden en daarom werd op 19 juni 1982 in Puurs een nieuwe vennootschap, deze keer de Mouchotte-parking opgericht. Op 26 juli 1982 beslisten Willy en zijn vrienden een parking te bouwen onder het Mouchotteplein. Deze keer was er zelfs van concurrentie geen sprake. Voor beide parkings kreeg Vandermeulen het recht om die garages 99 jaar lang uit te baten en voor beide werden de jaarlijkse stortingen aan de gemeentekas verlaagd van 90.000 naar 70.000 BFr.
Deel 2: De fenomenen sporten, eh
tennissen!! Zoals de titel van dit deel het zegt, wordt daarin de liefde beschreven die de fenomenen koesterden voor de tennissport. Het gaat over de miljoenenverslindende aanleg van drie tenniscomplexen. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen tennisterreinen in het westen (Westende) en die van de andere kant (Middelkerke). De eerste waren eigendom van misschien wel stinkrijke particulieren. Deze stelden in de jaren 80-81 vast dat hun velden niet veel meer opbrachten en lieten ze dan maar verkommeren. De gemeente leende toen maar wat miljoenen en nam het boeltje over. Voor de heraanleg van de tennisvelden aan de Parklaan werd in maart 1981 een lastenboek aangelegd en in september 1981 werd het aangepast of beter gezegd de prijzen werden verhoogd. Dat is tevens het verhaal van wat studiebureaus zich allemaal mochten permitteren. De geschatte prijs bedroeg tenslotte 1.441.800 BFr. Die andere waren eigendom van de gemeente, die heel het complex (tennis, minigolf, woning en café) tussen Leopoldlaan en Koninginnelaan verhuurde voor een ongelooflijk schappelijk prijzeke. Op 5 maart 1979 vroeg de voorzitter van deze club aan de fenomenen om van oktober tot maart een opblaasbare hal over drie van de buitenvelden te plaatsen. De gemeente ging daar niet enkel mee akkoord, maar besloot bovendien die halle zelf aan te kopen. Door verzet van eigenaars van omliggende gebouwen en omdat de bouw niet in overeenstemming was met het plan van aanleg, kwam de halle er uiteindelijk toch niet, maar
.. dan moest het maar op een andere manier. Op 31 maart 1981 kocht de gemeente voor 600.000 BFr een stuk grond achter het voetbalveld van Gold Star. Zes weken later richtte de tennisclub een aanvraag aan de gemeente om daar een tenniscomplex te bouwen. De aanvrager had zelf al uitgerekend dat het maar 10 miljoen zou kosten. De gemeenteraad keurde later de bouw goed voor
16 miljoen. Achter de Lakodam, vlak bij het huis van Bouve, werden tussen de jaren 80 en 82 nog vier tennisvelden aangelegd, wat het totaal bedrag, besteed aan de tennissport, op 35 miljoen frank bracht. De andere sporten stonden natuurlijk watertandend toe te kijken. Smeekbeden van allerlei sportverenigingen en adviezen van de sportraad werden gewoon in de wind geslagen.
Deel3: Zij hielden hun woord Hierin klaagt schrijver datgene aan waarvan wij vandaag het schrijnende resultaat zien: het steeds maar toenemend toerisme ten koste van alles. In plaats van landbouwgrond zien we nu kampeerparken en kampeerterreinen. De auto en zijn inzittenden, de toeristen, hebben onze dijken en straten ingenomen. Om even letterlijk de tekst van Gaspar over te nemen: ze zouden de overgebleven stukskes duinen met beton volgieten en onder de duurste en bestgelegen percelen zouden ze privégarages mogen bouwen om niet alleen grof geld te scheppen, maar om tegelijkertijd de gemeentebelastingen op de ontbrekende garages in hun appartementsgebouwen niet te moeten betalen.
Deze keer is fenomeen Bouve, die daarin een belangrijke rol speelde, aan de beurt: zijn ijver om aan iedereen wel te doen was zelfs zo groot dat hij per malheur met het geld, het materieel en het werkvolk van de gemeente ook voor hem zelf werken liet uitvoeren. Tenslotte somt Gaspar de beloften op die de fenomenen deden in hun kiespamfletten van 1976. Ze zouden elke vierkante meter goede land- en tuinbouwgrond verdedigen. Ze zouden een aangepast grondbeleid voeren om de aankoop van bouwgronden tegen sociale prijzen te bevorderen. Ze zouden hoorzittingen per wijk houden en er zouden wijkraden opgericht worden. Er zou strenge controle uitgevoerd worden op de opruiming na bouwwerken en openbare werken. De nodige parkeerruimte in de toeristische centra zou geschapen worden. Minder - validen zouden tot de sport toegelaten worden. De duinen zouden beschermd worden door beplanting ervan. Er zou een milieu- en groencomité opgericht worden. Er zouden ontmoetingscentra ingericht worden voor bejaarden en minder- validen. Er zou een busdienst ingelegd worden zodat elk punt van de gemeente kon bereikt worden. Er zouden kinderdagverblijven, peutertuinen en speeltuinen opgericht worden. Allemaal uitstekende voornemens
. waarvan helaas niets in huis kwam, meent Gaspar.
Besluit Spijtig genoeg voor Ryckewaert leverde zijn offensief geen winst op, integendeel, want zijn partij verloor op 10 oktober 1982 één zetel. Ja, partijen van de meerderheid mogen zich veel (te veel) veroorloven.
Bronnen Artikel in De Zeewacht van 23 november 1984 door Dirk Marteel Kiespamflet Voor iedereen INSPRAAK MET RYCKEWAERT Drie pamfletten De zeven fenomenen
|