SALA familie Sala - Visino - Pognana - Tavernerio - Roveredo - Pusiano
29-04-2013
Huwelijk Joseph Louis Sala en Antonia Catharina Oosterman - 1874
Den derden November achttien honderd vier en zeventig, zijn voor ons, Ambtenaar van den burgerlijken stand te Breda, in het openbaar ten gemeentehuize alhier verschenen, ten einde hun voorgenomen huwelijk te voltrekken Joseph Louis Sala, oud vijf en dertig jaren, rijksambtenaar, geboren te ’s-Hertogenbosch, wonende te Sint-Oedenrode, weduwnaar van Antonia Boonhoff, meerderjarige zoon van wijlen Jean Baptiste Louis Sala en van Josepha Jacoba Muskeijn, zonder beroep, zijne echtgenoot, wonende te Sint-Oedenrode; En Antonia Catharina Oosterman, oud vier en dertig jaren, zonder beroep, geboren en wonende alhier, meerderjarige dochter van Johannes Hendrikus Oosterman, winkelier en van Pieternella Voeten, zonder beroep, echtelieden, wonende alhier. De afkondigingen van dit huwelijk hebben zonder stuiting plaats gehad alhier en te Sint-Oedenrode, op zondagen den achttienden en de vijf en twintigsten October dezes jaars. De aanstaande echtgenooten hebben aan ons overgelegd hunne geboorteacten, de overlijdensacte van de vorige echtgenoot van den bruidegom, en het bewijs der gedane huwelijksafkondigingen te Sint-Oedenrode. Vervolgens is door ons aan de comparanten afgevraagd, of zij elkander aannemen tot echtgenooten, en of zij getrouw al de pligten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn, hetwelk door hen bevestigend is beantwoord, waarop wij in naam der wet hebben verklaard, dat zij door den echt aan elkander verbonden zijn. In tegenwoordigheid van Cornelis Oosterman, oud zeven en zestig jaren, zonder beroep, oom van de bruid; Rodolphe Deswert, oud vijf en twintig jaren, koopman, behuwd broeder van de bruid; beiden wonende alhier, Cornelis de Hoon, oud zeven en zestig jaren, kleermaker, oom van de bruid, wonende te Ginneken; en Emanuel van der Ven, oud twee en vijftig jaren, leeraar aan de hogere burgerschool, wonende te ’s-Hertogenbosch. Voorlezing dezer acte is door ons gedaan aan de comparanten en de getuigen, die met ons hebben onderteekend.
Huwelijk Jean Baptiste Joseph Goutière en Maria Anna Josephine Spierenburgh - 1874
In het jaar een duizend acht honderd vier en zeventig, den dertigsten der maand April, zijn voor ons, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Heusden, provincie Noordbrabant, in het huis der gemeente in het openbaar verschenen Jean Baptiste Joseph Goutière, jongman, oud vier en dertig jaren, geboren te Haspres Frankrijk den zes en twintigsten der maand Februarij een duizend acht honderd veertig, van beroep scherper, wonende te Gorinchem, meerderjarige zoon van de echte lieden Jean Baptiste Goutière en Catharina Dubois, zonder beroep, wonende te Haspres en Maria Anna Josephine Spierenburgh, jonge dochter, oud drie en twintig jaren, geboren te Heusden, den drie en twintigsten der maand december een duizend acht honderd vijftig, van beroep zonder, wonende te Heusden, meerderjarige dochter van Gerardus Franciscus Mathias Spierenburgh overleden en van Maria Louise Josephine Sala, zonder beroep, wonende te Heusden, die ons verzocht hebben tot de voltrekking van hun voorgenomen huwelijk over te gaan, daartoe overleggende: a Het bij de wet gevorderde bewijs dat de eerste der verschenen personen aan zijne verpligting ten aanzien van de nationale militie voldaan heeft. b De geboorte-akte van ieder der aanstaande echtgenooten. c De bewijzen dat de bij wet vereischte huwelijks-afkondigingen in de gemeenten Gorinchem en Heusden zonder stuiting hebben plaats gehad. d De overlijdens akte van de vader van de bruid waaruit blijkt dat hij te Heusden is overleden den negentienden Julij achttien honderd vijf en zestig. Gehoord de mondelinge toestemming tot dit huwelijk door de moeder der bruid alhier tegenwoordig, gegeven. Dien ten gevolge is door de aanstaande echtgenooten ten onzen overstaan, in tegenwoordigheid der na te noemen getuigen, de verklaring afgelegd ”dat zij elkander aannemen tot echtgenooten en dat zij getrouwelijk alle pligten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn” en hebben wij, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand, in naam der wet verklaard, dat de personen van Jean Baptiste Goutière en Maria Anna Josephina Spierenburgh bovengenoemd, door den echt aan elkander zijn verbonden. Deze huwelijks-voltrekking heeft plaats gehad in tegenwoordigheid van a Stephanus Gerardus Spierenburgh, oud zes en zestig jaren, van beroep smid, wonende te Gorinchem, b Johannes Marinus Spierenburgh, oud acht en twintig jaren, van beroep smid, wonende te Heusden, c Josephus Marinus Spierenburgh, oud zes en twintig jaren, van beroep smid, wonende te Heusden, d Henricus Spoor, oud veertig jaren, van beroep winkelier, wonende te Heusden. De getuigen hebben verklaard te zijn sub a oom der bruid, sub b en c broeders der bruid, sub d bekenden van partijen. En hebben wij hiervan opgemaakt deze akte, die aan de verschenen personen en de getuigen voorgelezen en geteekend is door ons, de verschenen personen, de moeder der bruid en de getuigen. Goedgekeurd de doorhaling van twee en twintig woorden druk in deze akte.
Huwelijk Johannes Marinus Spierenburgh en Geertruij Marijnen - 1870
In het jaar een duizend acht honderd zeventig, den acht en twintigsten der maand April, zijn voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Heusden, provincie Noordbrabant, in het huis der gemeente in het openbaar verschenen: Johannes Marinus Spierenburgh jongman, oud vier en twintig jaren, geboren te Heusden, den twintigsten der maand July een duizend acht honderd vijf en veertig, van beroep smid, wonende te Heusden, meerderjarige zoon van Gerardus Franciscus Mathias Spierenbugh, overleden en van Maria Louisa Josephina Sala, zonder beroep, wonende te Heusden; en Geertruij Marijnen, jonge dochter, oud acht en twintig jaren, van beroep zonder, geboren te Heusden, meerderjarige dochter van Jan Marijnen, overleden en van Antoinia van den Broek, zonder beroep, wonende te Heusden, die ons verzocht hebben tot de voltrekking van hun voorgenomen huwelijk over te gaan, daartoe overleggende: a Het bij wet gevorderde bewijs dat de eerste van de verschenen personen aan zijne verpligting ten aanzien der Nationale Militie heeft voldaan. b De geboorte-akte van ieder der aanstaande echtgenooten. c De bewijzen dat de bij wet vereischte huwelijks-afkondigingen in de gemeente Heusden zonder stuiting hebben plaats gehad. d De overlijdens akte van de vader des bruidegoms waaruit blijkt dat hij te Heusden is overleden den negentienden July achttien honderd vijf en zestig. E De overlijdensakte van de vader der bruid waaruit blijkt dat hij overleden is te Heusden op tien July achttienhonderd twee en zestig. Gehoord de mondelinge toestemming door de moeder des bruidegoms en de moeder der bruid, beide hier aanwezig, gegeven. Dien ten gevolge is door de aanstaande echtgenooten, ten onzen overstaan, in tegenwoordigheid der na te noemen getuigen, de verklaring afgelegd dat zij elkander aannemen tot echtgenooten en dat zij “ getrouwelijk alle plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat, verbonden zij.” en hebben wij, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand, in naam der wet verklaard dat de personen van Johannes Marinus Spierenburgh en Geertruij Marijnen bovengenoemd, door den echt aan elkander zijn verbonden. Deze huwelijks-voltrekking heeft plaats gehad in tegenwoordigheid van a Josephus Marinus Spierenburgh, oud drie en twintig jaren, van beroep smid, wonende te Heusden, b Leendert de Wilt, oud acht en veertig jaren, van beroep bouwman, wonende te Herpt, c Petrus Engelen, oud twee en dertig jaren, van beroep verwer, wonende te Heusden, d Jan van Oudheusden, oud vier en vijftig jaren, van beroep tuinman, wonende te Heusden. De getuigen hebben verklaard te zijn sub a broeder des bruidegoms, sub b en c zwager der bruid, sub d oom der bruid. En hebben wij hiervan opgemaakt deze akte, die aan de verschenen personen en getuigen voorgelezen en geteekend is door ons, de verschenen personen, de moeder des bruidegoms en alle de getuigen, verklarende de moeder der bruid niet te kunnen schrijven noch haar naam teekenend als zulks niet geleerd.
Huwelijk Joseph Louis Sala en Antonia Boonhoff - 1872
Op heden den zestienden der maand Augustus achttien honderd twee en zeventig, zijn voor ons, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand te Grave, in het huis der gemeente, verschenen Joseph Louis Sala, jongman, oud drie en dertig jaren, Rijksambtenaar, geboren te ’s-Hertogenbosch den achtsten Maart achttien honderd negen en dertig, wonende thans te Sint-Oedenrode, doch voor minder dan zes maanden alhier, meerderjarige zoon van Jean Baptiste Louis Sala, overleden en van Josepha Jacoba Muskeyn, zonder beroep, alhier woonachtig, in leven echtelieden. En Antonia Boonhoff, jonge dochter, oud vier en twintig jaren, zonder beroep, geboren te Gorinchem den achttienden January achttienhonderd acht en veertig, wonende alhier, meerderjarige dochter van Laurens Boonhoff, overleden en van Willemina van Herpen, zonder beroep, mede alhier woonachtig, in leven echtelieden, welke ons verzocht hebben, tot het voltrekken van hunlieder voorgenomen huwelijk, over te gaan, waarvan de afkondigingen in deze gemeente, overeenkomstig de wet, zonder eenige verhindering zijn geschied, te weten: de eerste op zondag den acht en twintigsten July jongstleden en de tweede op zondag den vierden dezen maand Augustus. En hebben zij tot dat einde aan ons overgelegd, voor eerst hunne geboorte akten, ten tweede de verklaring van de Heer Commissaris des Konings in de provincie Noord Brabant, dat de bruidegom zijne pligten ten aanzien der militie heeft volbragt, ten derde de verklaring van de Heer Ambtenaar van den Burgerlijke Stand der gemeente Sint-Oedenrode, dat de afkondigingen van dit huwelijk op de daarin vermelde zondagen in den vorm als bij de wet is voorgeschreven, aldaar hebben plaats gehad, zonder dat stuiting daartegen is beteekend geworden, en ten vierde de akte van overlijden van den vader der bruid. De moeder van de bruid, bij de voltrekking dezes tegenwoordig zijnde, heeft ons verklaard hare toestemming tot dit huwelijk te geven. Waarna wij hun in het openbaar hebben afgevraagd, of zij elkander tot echtgenooten aannemen en getrouwelijk al de pligten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn, hetwelk door hen uitdrukkelijk met JA beantwoord zijnde, hebben wij, in naam der wet, uitspraak gedaan, dat zij door den echt aan elkander zijn verbonden. In tegenwoordigheid van Gottfried Anton August Veronij, van beroep horlogiemaker, oud twee en zestig jaren, Wilhelmus Jacobus Hageman, van beroep kleermaker, oud twee en vijftig jaren, Josephus Quintinus Gerardus van der Ven, rijksambtenaar, oud zeven en veertig jaren en Arnold Cremer, van beroep kleermaker, oud acht en twintig jaren, zijnde geen van vier bloedverwanten van den bruidegom of van de bruid, en alle vier te Grave woonachtig. En is hiervan door ons opgemaakt deze acte, welke, na voorlezing, door ons en de comparanten is geteekend.
Huwelijk Fredericus Arnoldus Ludwig en Henrica Sala - 1865
In het jaar een duizend acht honderd vijf en zestig, den een en twintigsten der maand February, zijn voor ons Antoon van Oss, Wethouder, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Lith, provincie Noordbrabant in het huis der gemeente in het openbaar verschenen: Fredericus Arnoldus Ludwig, jongman, oud zeven en dertig jaren, geboren te Mechelen Koninkrijk België, den negen en twintigsten der maand October een duizend acht honderd en zeven en twintig, van beroep kapitein paardenarts, wonende te Breda, provincie voornoemd, meerderjarige zoon van de echtelieden Josef Ludwig, overleden en Henrica Rooss, zonder beroep, wonende te Oss, en Henrica Sala, jonge dochter, oud acht en twintig jaren, geboren te ’s-Hertogenbosch den zeventienden der maand Juny een duizend acht honderd zes en dertig, van beroep geen, wonende te Lith, meerderjarige dochter van de echtelieden Jean Baptiste Louis Sala en Josepha Jacoba Muskeyn, beide zonder beroep alhier wonende, die ons verzocht hebben tot de voltrekking van hun voorgenomen huwelijk over te gaan, daartoe voorleggende: Het bewijs, dat de eerste der verschenen personen zijne pligten ten aanzien van de nationale militie vervuld heeft. De geboorte akte van ieder der aanstaande echtgenooten. De bewijzen dat de bij wet vereischte huwelijks-afkondigingen in de gemeenten Lith en Breda zonder stuiting hebben plaats gehad. Mondelinge toestemming tot het aangaan van dit huwelijk van Jean Baptiste Louis Sala en Josepha Jacoba Muskeyn, ouders van de bruid, beide bij het verlijden dezer tegenwoordig. Dispositie van de Heer Minister van Oorlog van den een en twintigsten van January laatstleden nommer zeventig P, daarbij, krachtens daarin aangehaald Koninklijk Besluit, de toestemming verleenende tot het aangaan van des bruidegoms tegenwoordig huwelijk. Dientengevolge is door de aanstaande echtgenooten, ten onzen overstaan, in tegenwoordigheid der nagenoemde getuigen, de verklaring afgelegd, “dat zij elkander aannemen tot echtgenooten en dat zij getrouwelijk al de pligten zullen vervullen, welke door de wet aan de huwelijken staat verbonden zijn”, en hebben wij Ambtenaar van den Burgerlijken Stand, in naam der wet, verklaard dat de personen van Fredericus Arnoldus Ludwig en Henrica Sala bovengenoemd, door den echt aan elkander verbonden zijn. De huwelkijksvoltrekking heeft plaats gehad in tegenwoordigheid van 1e Casper Johan Engelbert Ludwig, oud vijf en dertig jaren, van beroep Rijks Ontvanger, wonende te … den berg, 2e Frederik Franz Ludwig, oud twee en veertig jaren, van beroep koopman, wonende te Lith, 3e Willem van Kress, oud zeven en veertig jaren, van beroep geen, wonende te Lith, 4e Johannes Vogels, oud een en zeventig jaren, van beroep broodbakker, wonende te Lith. De getuigen hebben verklaard te zijn de eerste broeder der bruid, de tweede broeder van den bruidegom, de derde en de vierde geen bloedverwanten of nabestaanden van partijen echtgenooten. En hebben wij hiervan opgemaakt deze Akte, die, na aan de verschenen personen en de getuigen te zijn voorgelezen, geteekend is door ons met hen.
Huwelijk Johan Caspar Engelbert Sala en Maria Jacoba de Bruijn - 1868
Het jaar achttien honderd acht en zestig, den twintigsten November, zijn voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Balgoij en Keent, provincie Gelderland, in het Gemeente-huis, in tegenwoordigheid van 1e Wouter Kuppen van beroep landbouwer, oud zeven en veertig jaren, wonende te Wijchen, die gezegd heeft te zijn kennis van den bruidegom, 2e Jan Dominicus de Kleijn, van beroep bierbrouwer, oud drie en veertig jaren, wonende te Wijchen, die gezegd heeft te zijn kennis van de bruid, 3e Jan Arts van Wezel, van beroep landbouwer, oud een en vijftig jaren, wonende te Wijchen, die gezegd heeft te zijn kennis van den bruidegom, 4e Antonius de Bruijn van beroep landbouwer, oud vier en dertig jaren, die gezegd heeft te zijn broeder (van) de bruid; verschenen ten eenre Johan Caspar Engelbert Sala, van beroep rijksontvanger, oud negen en dertig jaren, wonende te Wijchen, meerderjarige zoon van Jean Baptiste Louis Sala, overleden en Josepha Jocoba Muskeyn, zonder beroep, wonende te Lith, Noord Brabant, en ter andere zijde Maria Jacoba de Bruijn, zonder beroep, oud een en dertig jaren, wonende te Balgoij, meerderjarige dochter van Hermanus de Bruijn en Antonet Thoonen, beide overleden, die ons verzocht hebben tot het voltrekken van hun voorgenomen huwelijk over te gaan, daartoe aan ons ter hand stellende: de akte van geboorte van den bruidegom voornoemd, waaruit blijkt, dat hij geboren is de zes en twintigsten September een duizend achthonderd negen en twintig te ’s-Hertogenbosch, provincie Noord Brabant, 2e de akte van geboorte van de bruid voornoemd, waaruit blijkt, dat zij geboren is den achtsten September een duizend achthonderd zeven en dertig te Keent gemeente Balgoij, 3e een certificaat van de Nationale Militie door den Heer Commissaris des Konings in de provincie Noord-Brabant den 4 November 1868 afgegeven, 4e dat de afkondigingen van dit voorgenomen huwelijk in de gemeenten Balgoij en Wijchen op twee achtereenvolgende zondagen ingevolge de wet zonder stuiting hebben plaats gehad. Eindelijk nadat én bruidegom én bruid, aan ons, in tegenwoordigheid der bovenvermelde getuigen, hadden verklaard, dat zij elkander aannemen tot echtgenooten, en dat zij getrouwelijk alle pligten zullen vervullen, welke door de wet aan de huwelijken staat verbonden zijn, hebben wij Ambtenaar van den Burgerlijken Stand, in naam der wet verklaard, dat Johan Caspar Engelbert Sala en Maria Jacoba de Bruijn door den echt zijn verbonden. Van al hetwelk wij deze akte hebben opgemaakt, welke wij, na gedane voorlezing, met den bruidegom en de bruid en de getuigen hebben geteekend.
Huwelijksakte Marta Maria Sala en Giuseppe Frigerio - 1794
Transcriptie huwelijksakte Marta Maria Sala – 1794
Mille sette cento novanta quatro alli vent’otto di Gennaio Premesse le tre solite publicazioni dentro la messa parochiale nel maggior concorso del popolo cioè la prima il giorno dodici, la seconda il giorno diecinove e la terza il giorno ventisei di Gennaio giorni tutti di domenica, essendosi fatte le sudette publicazioni ne sudetti giorni anche nella Parocchiale di Corneno, come d’attestato che si conserva in filza, ne essendo stato opposto alcun impedimento, previo l’assenso del padre della sposa, e la dispensa della Pretura di Brivio per la minor ettà dello sposo che si conserva in filza, è stato celebrato il matrimonio per parole di Presente in questa Chiesa Parocchiale di S. Michele Arcangelo di Vicino, trà Giuseppe Frigerio figlio del fù Carlo della cura di Corneno pieve d’Incino, e Marta Maria Sala figlia di Giuseppe Maria di questa cura di Vicino alla presenza ed interrogazioni di me infrascritto curato secondo comanda il Sacr. Con. di Trento. Furono presenti per testimoni a tale effetto chiamati Bono Sala figlio di Giuseppe Maria di questa cura di Vicino, e Miro Anzani figlio di Giovanni Antonio di Canzo pieve d’Incino. Il sudetti sposi si sono prima confessati e comunicati In fede io Reverendo Signore Giuseppe Antonio Erra Curato di Vicino
Vertaling huwelijksakte Marta Maria Sala - 1794 –Visino
28 januari 1794
Uitgesproken de drie geboden afkondigingen tijdens de kerkdienst met de grootste volkstoeloop namelijk de eerste op de 12de , de tweede op de 19de en de derde op de 26ste januari telkens op zondag, zijnde door ons uitgevoerd de geboden afkondigingen op de bovenvermelde dagen alsook in de parochiekerk van Corneno, zoals blijkt uit bijgevoegd attest, zijnde aangevoerd geen enkel bezwaar, de voorafgaande toestemming van de vader van de bruid, en de dispensatie van de rechtbank van Brivio voor de minderjarigheid van de bruidegom, die bijgevoegd is, werd ingezegend het huwelijk door de belofte van de aanwezigen in deze parochiekerk van S. Michele Arcangelo van Visino tussen Giuseppe Frigerio zoon van wijlen Carlo van de parochie van Corneno, plattelandsparochie van Incino en Marta Maria Sala dochter van Giuseppe Maria van deze parochie van Visino in de aanwezigheid van en de ondervragingen door mij ondergetekende volgends de richtlijnen van het Heilig Concilie van Trento.
Daarvoor hier aanwezig als getuigen de genaamden Bono Sala zoon van Giuseppe Maria van deze parochie en Miro Anzani zoon van wijlen Giovanni Antonio van Canzo parochiekerk van Incino. De bovenvermelde echtgenoten hebben eerst gebiecht en zijn ter communie gegaan.
Categorie:1z 2 AKTE HUWELIJK / MATRIMONIO SALA FRIGERIO ITALIE
22-04-2013
Huwelijk Louis Joseph Sala en Helena Allegonda Boeracker - 1848
Akte n°6
Op heden den vier en twintigsten der maand October achttien honderd acht en veertig, zijn voor ons ambtenaar van den burgerlijken stand te Reek in het huis der gemeente, verschenen: Louis Joseph Sala jongman van beroep ontvanger van ‘S Rijks Directe belastingen, oud vier en twintig jaren, geboren te ’S Bosch en wonende te Reek, meerderjarige zoon van Jean Baptiste Louis Sala, en van Josepha Jacoba Muskeijn, echte Lieden, zonder beroep, beide wonende te ’S Bosch, ter Eenre- En Helena Allegonda Boeräcker, jonge dochter zonder beroep oud vijf en twintig jaren geboren en wonende te Reek, meerderjarige dochter van wijle Sebaldus Josephus Boeracker en van wijle Agnes van Ham in leven echtelieden thans overleden te Reek ter andere Zeide, welke ons verzocht hebben, tot het voltrekken van hunlieder voorgenomen huwelijk over te gaan, waarvan de afkondigingen in deze gemeente, overeenkomstig de wet, zonder eenige verhindering zijn geschied, te weten: de eerste op zondag den achtsten der maand October en de tweede op zondag den vijftienden October Een duizend achthonderd acht en veertig. En hebben zij tot dat einde aan ons overgelegd, voor eerst, Acte van Geboorte van Louis Joseph Sala, bruidegom, waaruit blijkt dat hij is geboren op den Een en dertigsten October Een duizend acht honderd drie en twintig te ’S-Hertogenbosch Provincie Noord Brabant, ten tweede Acte van Geboorte van Helena Allegonda Boeracker Bruid, waaruit blijkt dat zij is geboren op den tienden der maand Mei Een duizend achthonderd drie en twintig te Reek provincie Noord Brabant, ten derde, dood Extract van bruids vader, ten vierde, dood Extract van bruids moeder, ten vijfde Konvent en toestemming mondelinge verklaard, ten zesde, Certificaat van Zijn Excellentie den Heere Staatsraad Gouverneur van Noord Brabant waaruit blijkt dat de Bruidegom aan zijn verpligting ten aanzien der Nationale Militie heeft voldaan, ten zevenden Certificaat van den Heer Burgemeester der Gemeente Noorbeek Hertogdom Limburg, inhoudende dat de huwelijksafkondigingen aldaar op de twee voorgeschreven Zondagen ook zonder stuiting hebben plaatsgehad. Waarna wij hun in het openbaar hebben afgevraagd of zij elkander tot echtgenooten aannemen en getrouwelijk al de pligten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn, hetwelk door hen uitdrukkelijk met JA beantwoord zijnde, hebben wij in naam der wet uitspraak gedaan, dat zij door den echt aan elkander zijn verbonden. In tegenwoordigheid van 1e Leonardus Verkuilen oud zestig jaren van beroep Assessor, 2e Petrus Hermanus De Maré oud vier en zestig jaren van beroep Koopman, 3e Martinus Morlog oud een en vijftig jaren van beroep Kleermaker, 4e Gerardus van Wees oud vijf en dertig jaren van beroep Schoenmaker, alle wonende te Reek voornoemd, verklaren de getuigen geene bloedverwanten te zijn van den bruidegom noch van de bruid. En is hiervan door ons opgemaakt deze acte, welke, na voorlezing, door ons en de getuigen is geteekend.
Huwelijk Adrianus Johannes Stuijver en Anna Casparine Louise Ludwig - 1893
In het jaar een duizend acht honderd drie en negentig , den zesden Juny zijn voor ons ondergetekende Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente ’s-Hertogenbosch verschenen: Adrianus Johannes Stuijver, tweede Luitenant Kwartiermeester van het Indisch leger, oud zeven en twintig jaren, geboren te Soerabaija (Nederlands Indië), wonende te Roermond, meerderjarige zoon van Willem Stuijver, overleden en van Wilhelmina Lefebre, zonder beroep, wonende te Roermond ter eener, - en Anna Casparine Louise Ludwig , zonder beroep, oud vier en twintig jaren, geboren te Deventer, laatstelijk te Heythuijsen thans alhier woonachtig, meerderjarige dochter van Fredericus Arnoldus Ludwig en van Hendrika Sala, beiden overleden ter andere zijde; welke comparanten ons verzocht hebben tot het voltrekken van hun voorgenomen huwelijk over te gaan, waarvan de twee afkondigingen in deze gemeente, zonder stuiting, zijn geschied overeenkomstig de Wet, op zondagen van de een en twintigsten en acht en twintigsten Mei jongstleden tot welk einde zij aan ons hebben overgelegd de stukken hierna genoemd, als vooreerst de verklaringen waaruit blijkt dat de afkondigingen te Roermond en te Heythuijsen hebben plaats gehad, ten tweede het geboorte extract van den bruigom, ten derde het dood-extract zijns vaders, ten vierde het geboorte extract der bruid, ten vijfde het dood-extract haars vaders, ten zesde het dood-extract harer moeder waarin zij genaamd is Henriëtte Leopoldine Sala. De moeder van den bruigom hier tegenwoordig heft verklaard haar toestemming te geven tot de voltrekking van dit huwelijk. Hebbende de bruid en de hierna gemelde getuigen onder eede verklaard de eenzelvigheid van personen des doodakte harer moeder, waarna wij hun in het openbaar hebben afgevraagd, of zij elkander aannemen tot echtgenooten en getrouwelijk al de pligten zullen vervullen, door de Wet aan den huwelijken staat opgelegd, hetwelk door hen bevestigend beantwoord zijnde, hebben wij in de naam der Wet, verklaard, dat zij door den echt zijn verenigd. Van al hetgeen wij Ambtenaar voornoemd, hebben opgemaakt de tegenwoordige akte van huwelijk, in bijwezen van na te melden getuigen Richardus Johannes Schouten, paardenarts der eerste Klasse, oud negen en veertig jaren, Adrianus Johannes Jacobus Dumans, tweede luitenant der Infanterie, oud acht en twintig jaren, wonende alhier, Jacobus Rodolph Jans, zonder beroep, oud negen en veertig jaren, wonende te Utrecht en Theodorus van der Zanden, hoofd eener school, oud veertig jaren, … neef der bruid, wonende te Erp en hebben de Comparanten en de getuigen, na gedane voorlezing, deze met en benevens ons geteekend
Acte de mariage de Joseph Marie Sebastien Sala et Amelie Six 24-04-1834
L'an mil huit cent trente-quatre le vingt-quatre avril à deux heures de relevée pardevant nous Jean François Lesaffre, bourgemestre et officier de l‘état civil de la commune de Moorsele sont comparus Joseph Marie Sebastien Sala, jeune homme âgé de trente-huit ans, né à Visino en Italie le vingt-quatre février mil sept cent quatre-vingt-seize, sous-lieutenant des employés de la douane, résidant de cette commune, fils majeur d’Omoboni et Catherine (Frigerie/Frigerio), mariés et décédés d’après la déclaration par lui faite et le serment qu’il a prêté que le lieu du décès et celui du dernier domicile de ses père et mère et de ses autres ascendants lui sont inconnus, d’une part;
Et Amelie Sophie Six, jeune fille, âgée de vingt et un ans, couturière, domiciliée à Moorsele et y née le douze aout mil huit cent douze, fille mineure d’Engelbert, ouvrier, demeurant dans cette commune, ci-présent et consentant et de Reine Constance Bouckaert, décédée à Moorsele le sept de ce mois, d’autre part;
Lesquels comparants nous ont requis de procéder à la célébration du mariage projeté entre eux et dont les publications ont été faites les treize et vingt de ce mois à la principale porte d’entrée de notre maison de commune. Chaque fois à l’heure du midi. Aucune opposition au dit mariage ne nous ayant été signifiée, faisant droit à leur réquisition et après avoir donné lecture de toutes les pièces dessus mentionnées et du chapitre six du code civil intitulé du mariage, nous avons demandé au futur époux et à la future épouse s’ils veulent se prendre pour mari et pour femme, chacun ayant répondu séparément et affirmativement, nous déclarons au nom de la loi que Joseph Marie Sebastien Sala et Amelie Six sont unis par le mariage.
De tout quoi nous avons dressé acte en présence de Léon Staes secrétaire âgé de quarente-trois ans, Louis Vandenweghe clerc, âgé de quarente et un an, Louis Denet, boucher, âgé de quarente ans et Joseph Lahaye garde champêtre, âgé de quarente-neuf ans, tous les quatre domiciliés en cette commune, non parents des conjoints; lesquels témoins ont également déclaré et affirmé par le serment qu’ils ont à l’instant prêté que le lieu du décès et celui du dernier domicile des pères et mère et autres ascendants de l’époux leur sont inconnus, le tout en conformité de l’avis du conseil d’état du 27 messidor[1] au treize; et après lecture, les conjoints, le consentant et les trois premiers témoins ont signé avec nous, le quatrième témoin a déclaré ne savoir écrire.
(Acte conservé aux archives de Wevelgem)
Het jaar 1834 de 24ste april om twee uur in de namiddag, voor ons Jean François Lesaffre , burgemeester en ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Moorsele, zijn verschenen Joseph Maria Sebastien Sala, jongeman 38 jaar oud, geboren te Visino in Italië op 24 februari 1796, onder-luitenant van de douane, wonende in de gemeente, volwassen zoon van Omoboni en Catherine (Frigerie/Frigerio), gehuwd en overleden volgens de verklaring gedaan door hem en de afgelegde eed dat de plaats van overlijden en de laatste verblijfplaats van zijn vader en moeder en van zijn andere voorouders hem onbekendzijn, enerzijds;
En Amelie Sophie Six, jong meisje,21 jaar oud, kleermaakster, woonachtig te Moorsele en aldaar geboren op 12 augustus 1812, minderjarige dochter van Engelbert, arbeider, woonachtig in deze gemeente, hier aanwezigen instemmende partij en van Reine Constance Bouckaert, overleden te Moorsele de zevende van deze maand, anderzijds;
De comparanten hebben gevraagd over te gaan tot de plechtigheid van het huwelijk waarvan de aankondiging gebeurd is op de dertiende en de twintigste van de maand aan de hoofdingang van ons gemeentehuis. Telkens op het middaguur. Vermits er geen enkel bezwaar ons kenbaar gemaakt is tegen het huwelijk , gevolggevend aan hun vraag en na alle stukken daarover vermeld gelezen te hebben en van hoofdstuk zes van het burgerlijk wetboek, met als titel het huwelijk, hebben wij aan de toekomstige echtgenoot en aan de toekomstige echtgenote gevraagd of ze hem/haar als echtgenoot en als echtgenote wil nemen. Vermits elk afzonderlijk en bevestigend heeft geantwoord, verklaren wij in naam der wet dat Joseph Marie Sebastien Sala en Amelie Sophie Six verbonden zijn door het huwelijk.
Wij hebben van alles akte genomen in aanwezigheid van Léon Staes, secretaris, 43 jaar, Louis Vandenweghe, klerk, 41 jaar, Louis Denet, slager, 40 jaar, en Joseph Lahaye, veldwachter, 49 jaar, alle vier woonachtig in deze gemeente, niet verwant methet bruidspaar; de getuigen hebben eveneens verklaard en bevestigd onder eed die ze nu hebben afgelegd dat de plaats van overlijdenen de laatste verblijfplaats van de vader en de moeder en andere voorouders van de echtgenoot hen onbekend zijn, alles in overeenstemming met het advies van de raad van state van de 27 messidor tot de dertiende, en na het lezen hebben getekend samen met ons de echtgenoten, de instemmende partij en de drie eerste getuigen, de vierde getuige heeft verklaard niet te kunnen schrijven.
[1] Republikeinse kalender: Messidor: 19 juni – 18 juli
Huwelijk Josephus Marinus Spierenburgh en Johanna Elisabeth van Leeuwen -1882
In het jaar een duizend acht honderd twee en tachtig, den zestienden der maand November, zijn voor ons, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Heusden, provincie Noordbrabant, in het huis der gemeente in het openbaar verschenen Josephus Marinus Spierenburgh, jongman, oud vierendertig jaren, geboren te Heusden, den zesentwintigsten Februari een duizend acht honderd achtenveertig, van beroep smid, wonende te Heusden, meerderjarige zoon van de echtelieden Gerardus Franciscus Mathias Spierenburgh, overleden en Maria Louisa Josephina Sala, zonder beroep, wonende te Heusden, en Johanna Elisabeth van Leeuwen, jonge dochter, oud drie endertig jaren, geboren te ’s-Hertogenbosch, den negenentwintigsten Januari een duizend acht honderd negenenveertig, van beroep zonder, wonende te Heusden, meerderjarige dochter van de echtelieden Hendrikus van Leeuwen, zonder beroep, wonende te ’s-Hertogenbosch en Hendrika Story, overleden, die ons verzocht hebben tot de voltrekking van hun voorgenomen huwelijk over te gaan, daartoe overleggende: a Het bij de wet gevorderde bewijs dat de eerste der verschenen personen aan zijne verplichting ten aanzien van de nationale militie voldaan heeft; b De geboorte akte ieder der aanstaande echtgenooten; c De bewijzen dat de bij wet vereischte huwelijks-afkondigingen in de gemeente Heusden zonder stuiting hebben plaats gehad. Dien ten gevolge is door de aanstaande echtgenooten, ten onzen overstaan, in tegenwoordigheid der na te noemen getuigen, de verklaring afgelegd, “dat zij elkander aannemen tot echtgenooten en dat zij getrouwelijk alle plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn” en hebben wij, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand, in naam der wet verklaard dat de personen van Josephus Marinus Spierenburgh en Johanna Elisabeth van Leeuwen bovengenoemd, door den echt aan elkander zijn verbonden. Deze huwelijks-voltrekking heeft plaats gehad in tegenwoordigheid van a Johannes Marinus Spierenburgh, oud zevenendertig jaren, van beroep smid, wonende te Heusden, b Gerardus Franciscus Spierenburgh, oud drie entwintig jaren, van beroep timmerman, wonende te ’s-Hertogenbosch, c Thomas Timmermans, oud tweeënveertig jaren, van beroep landbouwer, wonende te Heusden, d Hendrikus Spoor, oud achtenveertig jaren, van beroep winkelier wonende te Heusden. De getuigen hebben verklaard te zijn sub a en b broeders sub c zwager allen der bruidegoms, sub d geen bloed- of aanverwanten der partijen. En hebben wij hiervan opgemaakt deze akte, die aan de verschenen personen en getuigen voorgelezen en geteekend is door ons, de verschenen personen en alle de getuigen.
Matrimonio Bono Sala e Maria Sormana - Huwelijksakte Bono Sala en Maria Sormana
Transcriptie huwelijksakte Bono Sala en Maria Sormana – 1786 Mille sette cento ottanta sei alli sette di Febraio Premesse le tre solite publicazioni dentro la messa parrochiale in tre giorni festivi in occasione del magior concorso del popolo, cioè la prima il giorno ventinove di Genaio giorno di Domenica, la seconda il giorno due di Febraio, giorno della Purificazione di M.V., la terza il giorno cinque di Febraio giorno di Domenica, ne essendo stato opposto alcuno legitimo impedimente è stato celebrato il matrimonio per parole di presente in questa chiesa Parrochiale di S. Michele Arcangelo di Vicino tra Bono Sala figlio di Giuseppe Maria, e di Maria Catterina Sormana figlia di Michele tutti due di questa cura di Vicino alla presenza ed interrogazioni di me infrascritto curato conforme comanda il Sacr. Conc. di Trento. Sono stati presenti per testimonii a talle effetto chiamati il Signore Francesco Erra figlio dal fu Signore Giuseppe, e Giuseppe Sala figlio di Giuseppe Maria tutti due di Vicino. I sudetti sposi si sono prima confessati , e comunicati. In fede io Reverendo Signore Giuseppe Antonio Erra Curato di Vicino
Vertaling huwelijksakte Bono Sala en Maria Sormana – 1786 - Visino Duizend zevenhonderd zesentachtig de zevende februari Gezien de drie gebruikelijke afkondigingen tijdens de kerkdienst op drie feestdagen bij de grootste volkstoeloop, namelijk de eerste afkondiging op 29 januari een zondag, de tweede op 2 februari Maria Lichtmis, de derde op 5 februari een zondag, en gezien er geen enkel wettig bezwaar werd aangevoerd, werd het huwelijk ingezegend met het sacrament van het huwelijk in deze parochiekerk San Michele Arcangelo te Vicino tussen Bono Sala zoon van Giuseppe Maria, en Maria Catterina Sormana dochter van Michele beiden van deze parochie van Vicino in mijn aanwezigheid en door mij ondergetekende ondervraagd zoals voorgeschreven door het Heilig Concilie van Trente. Waren aanwezig als getuigen de genaamden de heer Francesco Erra zoon van wijlen de heer Giuseppe, en Giuseppe Sala zoon van Giuseppe Maria beiden van Vicino. De bovenvermelde echtgenoten zijn eerst te biecht en ter communie gegaan. In fede ik Eerwaarde Heer Giuseppe Antonio Erra pastoor van Vicino
Categorie:1z 2 AKTE HUWELIJK / MATRIMONIO SALA FRIGERIO ITALIE
16-04-2013
Toestemming tot aangaan van een huwelijk. Fredericus Arnoldus ludwig en Henrica Sala
Ministerie van OORLOG Personeel en militaire zaken No. 70 N.B. Word verzocht de dagteekening, het nommer en de letter dezer nauwkeurig aan te halen.
De Minister van Oorlog, Krachtens de daartoe bij 's Konings besluit van den 2e Maart 1853 No. 65, op hem verstrekte magtiging, beschikkende op het request van den Paarden Arts der 1e klasse Fredericus Arnoldus Ludwig van het 1e Regiment Dragonders gedetacheerd bij de Konigklijke Militaire Akademie, daarbij toestemming verzoekende tot het aangaan van een huwelijk met Mejuffrouw Henrica Sala. Verleend mits deze de gevraagde toestemming. 's Gravenhage den 21e January 1865
Huwelijksakte Frederik Frans Ludwig en Adriana Maria Frederica Josepha Sala 14-06-1855
In het jaar een duizend acht honderd vijf en vijftig, den veertienden dag der maand Juny, voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente ´s Hertogenbosch, zijn verschenen
ter eenre Frederik Frans Ludwig, Landbouwer, jongman oud twee en dertig jaren, geboren te Maastricht (Limburg) den elfden Augustus achttien honderd twee en twintig, wonende te Lith Noord Brabant, zoon van Herman Joseph Ludwig, Kapitein Paardenarts en van Arnolda Henrica Ros, zonder beroep beide wonende te Utrecht
En ter andere zijde Adriana Maria Frederica Josepha Sala, zonder beroep, jonge dochter oud acht en twintig jaren, geboren en wonende alhier, geboren den twaalfden July achttien honderd zes en twintig, dochter van Jean Baptiste Louis Sala, kunsthandelaar, en van Josepha Jacoba Muskeyn, zonder beroep, beide alhier woonachtig.
Welke Comparanten ons verzocht hebben tot het voltrekken van hunlieder voorgenomen Huwelijk over te gaan, waarvan de twee afkondigingen in deze Gemeente, zonder stuiting, zijn geschied overeenkomstig de Wet, op Zondagen van den derden en tienden dezer maand, tot welk einde zij aan ons hebben overgelegd de stukken hierna genoemd, als voor eerst:
de verklaring waaruit blijkt dat de afkondigingen insgelijks te Lith op evengemelde zondagen hebben plaatsgehad, ten tweede het geboorte extract van den Bruidegom ten derde het geboorte extract des Bruid. De ouders der Bruid hier tegenwoordig hebben verklaard hunne toestemming te geven tot voltrekking van dit huwelijk
Waarna wij hun in het openbaar hebben afgevraagd, of zij elkander aannemen tot echtgenooten, en getrouwelijk alle de pligten zullen vervullen, welke door de Wet aan den huwelijken staat verbonden zijn, hetwelk door hen bevestigd beantwoord zijnde, hebben wij, in naam der Wet, verklaard, dat zij door den echt aan elkander verbonden zijn.
Van al hetgeen wij Ambtenaar voornoemd, hebben opgemaakt de tegenwoordige Akte van Huwelijk, in bijwezen van: Johannes Jacobus Schutjes, Griffier bij het Kanton Geregt te Eindhoven, oud zeven en veertig jaren, Emanuel Adrianus Henricus van de Ven, onderwijzer aan de Koninklijke school van de Nuttige en Beeldende Kunsten alhier, oud drie en dertig jaren, Adrianus Josephus Mathias van den Bogaert, Assuradeur, oud veertig jaren, en van Johan Casper Engelbert Sala … bij 's Rijks Belastingen, oud vijf en twintig jaren, getuigen ten deze, zijnde de eerste zwager van den Bruidegom, de tweede zwager de derde behuwd neef de vierde broeder der bruid, de eerste wonende te Eindhoven, de overige wonende binnen deze Gemeente, en hebben de contracterende partijen en de verdere comparanten, na gedane voorlezing, deze met en benevens ons geteekend.
Gedaan in het openbaar, ten Stadhuize der Gemeente
Huwelijk Josephine Casparine Marie van der Ven en Willem Dirk van Enthoven 10-08-1891
Akte 49
In het jaar een duizend acht honderd een en negentig, den tienden Augustus verschenen voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente ROZENDAAL EN NISPEN, Willem Dirk Enthoven oud drie en dertig jaren, geboren te Roermond wonende alhier van beroep spoorwegbeambte meerderjarige zoon van Willem Enthoven overleden en van Anna Margaretha de la Chambre zonder beroep wonende te Haarlem, ter eener,
En Josephine Catharine Marie van der Ven oud twee en dertig jaren, geboren te 's Hertogenbosch wonende alhier zonder beroep meerderjarige dochter Emanuel Adrianus Henricus van der Ven en vanMaria Louisa Nathalie Sala, echtelieden beiden overleden
ter andere zijde
Dewelke ons hebben verzocht tot het voltrekken van voorgenomen Huwelijk over te gaan, waarvan de afkondigingen binnen deze gemeente te Hillegom en 's Hertogenbosch hebben plaatsgehad op Zondagen, den negentienden en zesentwintigsten Juli dezes jaars En zijn door partijen tot dat einde aan ons overgelegd: hunnegeboorte akten, het certificaat van voldoening aan de Nationale Militie van den bruidegom en de bewijzen dat de huwelijksafkondigingen alhier te Hillegom en te 's Hertogenbosch zonder stuiting hebben plaatsgehad.
Dien ten gevolge en nadat de aanstaande Echtgenooten ten overstaan van ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand en in tegenwoordigheid der getuigen hebben verklaard, dat zij elkander aannemen tot Echtgenooten, en getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de Wet aan den Huwelijken staat verbonden zijn, hebben wij in naam der Wet uitspraak gedaan dat de personen van: Willem Dirk Enthoven en Josephine Catharine Marie van der Ven door den Echt aan elkander zijn vereenigd.
En is het tegenwoordig Huwelijk voltrokken in het openbaar, ten Gemeentehuize, te ROSENDAAL, in tegenwoordigheid van Emanuel van der Ven, oud vier en twintig jaren onderwijzer wonende te 's Hertogenbosch, broeder der bruid, Theodoor van der Zanden, acht en dertig jaren, onderwijzer wonende te Erp, zwager der bruid, Dirk Arnoldus Peters, oud drie en dertig jaren, spoorwegbeambte wonende alhier en Hendrikus Johannes Dekkers oud vier en dertig jaren spoorwegbeambte wonende alhier als getuigen.
Waarvan akte, welke wij: na door ons aan de comparanten en de getuigen te zijn voorgelezen met dezelven geteekend hebben
Huwelijksakte Sebaldus Josephus Johannes Sala - Angelina Johanna Adriana Kieckens 09-01-1877
In het jaar een duizend acht honderd zeven-en-zeventig, den negenden der maand Januari zijn voor ons Johannes Franciscus Jansen Ambtenaar van den Burgelijken Stand der gemeente TILBURG in het huis der gemeente in het openbaar veschenen:
Sebaldus Josephus Johannes Sala, oud zes en twintig jaren, geboren te Reek den twee en twintigsten der maand November een duizend acht honderd en vijftig, van beroep fabrikant wonende alhier, meerderjarige zoon van Louis Joseph Sala ontvanger der in en uitgaande rechten en Helena Allegonda Boeracker, beiden wonende te Rotterdam
En Angelina Johanna Adriana Kieckens, oud zevenentwintig jaren, geboren te Tilburg den tweeden September een duizend acht honderd en negen en veertig, zonder beroep wonende alhier, meerderjarige dochter van Franciscus Bernardus Gerardus Kieckens, heel en verloskundige en Adriana Catharina van den Eeden, beide wonende alhier
Die ons verzocht hebben tot de voltrekking van hun voorgenomen huwelijk ovet te gaan, daartoe overleggende:
Het bij de wet gevorderde bewijs, dat de eerste der verschenen personen aan zijne verplichting ten aanzien der nationale militie voldaan heeft.
De geboorte akte van ieder der aanstaande echtgenooten
De bewijzen, dat bij de wet vereischte huweliojksafkondigingen in deze gemeente zonder stuiting hebben plaats gehad.
Het proces verbaal van den Kantonrechter te Rotterdam waaruit blijkt van de tusschen spraak van dien rechter omtrent de toestemming tot dit huwelijk van den vader des bruidegoms.
De ouders der bruid mede tegenwoordig hebben ons verklaard hunne toestemming van dit huwelijk te geven
Dietengevolge is door de aanstaande echtgenooten ten onzen overstaan, in tegenwoordigheid der na te noemen getuigen, de verklaring afgelegd, “dat zij elkander aannemen tot echtgenooten, en dat zij getrouwelijk al de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan de huwelijkenstaat verbonden zijn”, en hebben wij Ambtenaar van den Burgelijken Stand, in naam der wet verklaard, dat de personen van Sebaltus Josephinus Johannes Sala en Angelina Johanna Adriana Kieckens bovengenoemd, door den echt aan elkaar verbonden zijn.
Deze huwelijksvoltrekking heeft plaats gehad in tegenwoordigheid van
1 Louis Joseph Sala, oud zeven en twintig jaren, van beroep fabrikant, wonende te Tilburg
2 Adrianus Cornelis Rademakers, oud vier en twintig jaren, van beroep distillateur, wonende te Delfshaven
3 Ferdinandus Franciscus Carolus Kieckens, oud drie en twintig jaren, van beroep fabrikant, wonende te Tilburg
4 Charel Antonius Adrianus Kieckens, oud acht en veertig jaren,van beroep eerste aanwegend officier van gezondheid, wonende te ’s Hertogenbosch
De getuigen hebben verklaard te zijn de eerste broeder des bruidegoms, de derde broeder en vierde oom der bruid de tweede geen bloed of aanverwant van comparanten.
En hebben wij hiervan opgemaakt deze akte, die, na aan de verschenen personen en de getuigen te zijn voorgelezen, geteekend is door ons met hen.
Huwelijks akte Emilie Marie Angelique Sala - Cornelius van Wezel 12-11-1917
Heden twaalf November
negentien honderd zeventien, zijn voor mij Ambtenaar van den Burgelijken Stand
der gemeente TILBURG verschenen, teneinde een huwelijk aan te gaan:
Cornelis van Wezel, weduwnaar van Maria Johanna Nootenboom, oud acht en veertig jaren, geboren te Tilburg
van beroep koopman, wonende alhier, meerderjarige zoon van Adriaaan van Wezel, en van Johanna Maria Vekemans, beiden overleden
En, Emelie Marie Angelique Sala, oud acht en dertig jaren, geboren te Tilburg, zonder beroep, wonende alhier, meerderjarige dochter van Sebaldus Josephus Johannes Sala, overleden, en van Angelina Johanna Adriana Kieckens, zonder beroep, wonende alhier
De afkondiging tot dit huwelijk heeft alhier zonder stuiting plaats gehad op den zeven en twintigsten der vorige maand.
Ik heb de bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en getrouwelijk alle plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam der Wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig:
Adriaan van Wezel, oud vier en veertig jaren, lederfabrikant, wonende te Gilze en Rijen, broeder des echtgenoots.
Joannes Ludovicius Sebaldus Maria Sala, oud zeven en dertig jaren, sigarenfabrikant , wonende te Tilburg, broeder der echtgenoote.
Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.
Huwelijks akte Maria Joanna Louisa Jacoba Sala - Gustav Johannes Arnold Hubertus Ignatz Hoffsümmer 13-02-1905
Heden den dertienden Februari des jaars een duizend negen honderd vijf, zijn voor mij, Ambtenaar van den Burgelijken Stand der gemeente TILBURG, in het huis der gemeente in het openbaar verschenen:
Gustav Johannes Arnold Hubertus Ignatz Hoffsümmer, oud zeven en twintig jaren, geboren te Düren (Duitschland), van beroep fabrikant wonende te Düren (Duitschland), meerderjarige zoon van Carl Hoffsümmer, fabrikant en van Caroline Josephine Clementine Hubertine Rumpel, zonder beroep, beiden wonende te Düren (Duitschland)
En Maria Joanna Louisa Jacoba Sala oud vijf en twintig jaren, geboren te Tilburg, zonder beroep wonende alhier, meerderjarige dochter van Ludovicus Josephus Sala, fabrikant en van Justina Johanna Petronella Jacoba van Welij, zonder beroep – beide wonende te Tilburg, die mij verzocht hebben tot de voltrekking van hun voorgenomen huwelijk over te gaan
Daartoe overleggende:
Het bij de wet gevorderde bewijs, dat de eerste der verschenen personen aan zijne verplichting ten aanzien der nationale militie voldaan heeft.
De geboorte-akte van ieder der aanstaande echtgenooten.
De bewijzen, dat de bij de wet vereischte huwelijksafkondigingen in deze gemeente zonder stuiting hebben plaatsgehad
De ouders van bruidegom en bruid hierbij tegenwoordig, hebben mij verklaard, hunnen toestemming tot het aangaan van dit huwelijk te geven.
Dietengevolge is door de aanstaande echtgenooten ten mijnen overstaan, in tegenwoordigheid der na te noemen getuigen, de verklaring afgelegd, “dat zij elkander aannemen tot
echtgenooten, en dat zij getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn” en heb ik Ambtenaar van den Burgerlijken Stand in naam der wet verklaard, dat de personen van:
Gustav Johannes Arnold Hubertus Ignatz Hoffsümmer en Maria Joanna Louisa Jacoba Sala bovengenoemd, door den echt aan elkander verbonden zijn.
Deze huwelijksvoltrekking heeft plaats gehad in tegenwoordigheid van:
1 Sebaldus Josephus Johannes Sala, oud vier en vijftig jaren, van beroep koopman, wonende te Tilburg
2 Karel Frans Willem Marie van Welij, oud veertig jaren, van beroep fabrikant, wonende te Roozendaal en Nispen
3 Frederic Willem Marie van Welij, oud zes en dertig jaren, van beroep candidaat notaris, wonende te Eindhoven
4 Peter Alphonsus Loijens, oud drie en dertig jaren, van beroep ambtenaar van den burgelijken stand wonende te Tilburg
De getuigen hebben verklaard te zijn: de eerste oom, en de tweede en derde neven der bruid, en heb ik hiervan opgemaakt deze akte, die, na aan de verschenen personen en de getuigen te zijn voorgelezen, geteekend is door mij met hen.
Huwelijks akte Helena Aldegonda Maria Justina Sala - Cornelis Jan Baptist Mathias van Kemenade 24-09-1907
Heden, den vier en Twintigsten September des jaars een duizend negen honderd zeven, zijn voor mij, Ambtenaar van den Burgelijken
Stand der gemeente Tilburg, in het huis der gemeente in het openbaar verschenen:
Cornelis Jan Babtist Mathias van Kemenade, oud een en dertig jaren, geboren te Tilburg, van beroep Fabrikant wonende alhier
Meerderjarige zoon van Eugenius Adrianus Maria van Kemenade, makelaar wonende te Antwerpen en van Maria Henrica Gertrudis de Beer, overleden.
En, Helena Aldegonda Maria Justina Sala, oud een en twintig jaren, geboren te Tilburg, zonder beroep wonende alhier, meerderjarige dochter van Ludovicius Josephus Sala, fabrikant en van Justina Johanna Petronella Jacoba van Welij, zonder beroep – beiden wonende alhier
Die mij verzocht hebben tot de voltrekking van hun voorgenomen huwelijk over te gaan
Daartoe overleggende:
Het bij de wet gevorderde bewijs, dat de eerste der verschenen personen aan zijne
verplichting ten aanzien der nationale militie voldaan heeft. (doorgehaald)
(In de marge: De doorhaling van twee en twintig gedrukte woorden in deze akte goed gekeurd.)
De geboorte-akte van ieder der aanstaande echtgenooten.
De bewijzen, dat bij de wet vereischte huwelijksafkondigingen in deze gemeente, zonder stuiting hebben plaats gehad.
Het certificaat afgegeven door den Heer Commisaris der Koningin in de Provincie, Noord Brabant, waaruit blijkt – dat de eerste comparant geene plichten ten aanzien van de nationale militie te volbrengen heeft gehad.
De notariële akte houdende toestemming tot het aangaan van dit huwelijk van de moeder der bruid.
De vader der bruid hierbij tegenwoordig heeft mij verklaard zijne toestemming tot het aangaan van dit huwelijk te geven.
Dietengevolge is door de aanstaande echtgenooten ten mijnen overstaan, in tegenwoordigheid der na te noemen getuigen, de verklaring afgelegd, “dat zij elkander aannemen tot echtgenooten, en dat zij getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn” en heb ik Ambtenaar van den Burgerlijken Stand in
naam der wet verklaard, dat de personen van:
Cornelis Jan Babtist Mathias van Kemenade en Helena Aldegonda Maria Justina Sala, bovengenoemd, door den echt aan elkander verbonden zijn.
Deze huwelijksvoltrekking heeft plaats gehad in tegenwoordigheid van:
1 Julianus Simon Anthonius de Beer, oud vijf en vijftig jaren, van beroep fabrikant wonende te Tilburg.
2 Franciscus Joannes Adrianus de Beer, oud acht en vijftig jaren, van beroep fabrikant wonende te Tilburg
3 Mathieu Gerardus van Kemenade , oud twee en zeventig jaren, van beroep notaris wonende te Gemert
4 Sebaldus Josephus Johannes Sala, oud zes en vijtig jaren, van beroep werktuigkundige, wonende te Tilburg
De getuigen hebben verklaard te zijn: de eerste, tweede en derde, ooms van den bruidegom, de vierde oom der bruid.
En ik heb hiervan opgemaakt deze akte, die na aan de verschenen personen en de getuigen te zijn voorgelezen, geteekend is door mij met hen.